Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. twee koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafvordering en andere wetten in verband met de integratie van kantongerechten en de arrondissementsrechtbanken (tweede fase herziening rechterlijke organisatie) (24651);

Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de mogelijkheid van tijdelijke afwijking (24667).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over Goedkeuring van het op 8 juni 1993 te Porto Carras tot stand gekomen Statuut van het Fonds voor sociale ontwikkeling van de Raad van Europa (23875, nr. 9);

een, van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, over z.g. "amice-briefjes" (24400-IV, nr. 16);

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, ten geleide van de zesde voortgangsrapportage van het project herziening rechterlijke organisatie (24400-VI, nr. 39);

  • een, over de uitkomst van het onderzoek inzake de werking van de Wet getuigenbescherming (24400-VI, nr. 40);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over leefvormen (22700, nr. 17);

een, van de minister van Defensie, over projecten betreffende de aanschaf en afstoting van mijnen en mijnvervangende wapens (24292, nr. 9);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de voorbereiding van de verwerving van de luchtverdedigings- en commandofregatten (24400-X, nr. 86);

een, van de minister van Economische Zaken, over de niet aan energie gelieerde activiteiten van de energiedistributiebedrijven (24525, nr. 3);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de zogenaamde "vrije hengel" (21436, nr. 30);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de uitvoering van de Europese Overeenkomst ter bestrijding van doping (24400-XVI, nr. 77);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken, over de situatie bij het CTSV (24653, nr. 8);

twee, van de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te weten:

  • een, aan de minister van Justitie, over het retour zenden van tien exemplaren van het Rapport onderzoek naar het functioneren van de RCID Kennemerland (24072, nr. 28);

  • een, aan de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, over het niet voldoen van een verzoek van de minister van Justitie, om het Rapport RCID Kennemerland vertrouwelijk in handen stellen van de vaste commissie voor Justitie (24072, nr. 29);

een, van de voorzitter van de enquêtecommissie, over "Onderzoek naar het functioneren van de RCID Kennemerland" (24072, nr. 30.

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het Besluit betreffende bescherming van de burgers van de Europese Unie door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, ten geleide van tekst CAO politie;

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het Algemeen verslag van de stand van zaken der Staatsschuld op 31 december 1995;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over her Nederlands Astmacentrum in Davos;

  • een, over de vaststelling en inning eigen bijdrage AWBZ.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van A.J. Plas te Leuvenheim, met betrekking tot ouderbijdrage inzake studiefinanciering;

een, van mevrouw E.M. de Roos te Utrecht, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994;

een, van mevrouw G. Smit-te Velde te Zuiderbroek, met betrekking tot de Wet invoering regulerende energiebelasting;

een, van mevrouw H.L. Botchey-Bruce te Amsterdam-Zuid-Oost, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1992 en 1993;

een, van J. van Meent te Loosdrecht, met betrekking tot toepassing van de hardheidsclausule voor aftrek buitengewone lasten;

een, van G.K. Wolthuis te Hardenberg, met betrekking tot toepassing van de hardheidsclausule in verband met aftrek van reiskosten;

een, van H.S. Brandsma te Zeist, met betrekking tot een belastingvoorstel inzake aangifte inkomstenbelasting over 1994;

een, van mevrouw E.L.G. Kroneman-Caniël te Venlo, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1991.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. de volgende brieven:

een, van D. de Jong, over het afmaken van koeien en kalveren;

een, van ir. A. Boessenkool, over de Randstad in ontwikkeling;

een, van mr. P.A. van Gastel, ten geleide van een uitnodiging aan een vergadering;

twee, van R.C. van Enk, te weten:

  • een, over discriminatie van leefvormen;

  • een, over het drugsvraagstuk.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissie.

Naar boven