Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. vier koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (verstrekken van subsidies) (24644);

Wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met het omvormen van de met de inning van de omroepbijdragen belaste dienst van de Koninklijke PTT Nederland N.V. tot een publiekrechtelijk vormgegeven zelfstandig bestuursorgaan (24648);

Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie (24649);

Wet advies en overleg verkeer en waterstaat (24659).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over de bestrijding van terrorisme in het Midden-Oosten (23432, nr. 11);

  • een, ten geleide van het verslag van de besprekingen tijdens de informele Raad van ministers van buitenlandse zaken te Palermo (24400-V, nr. 56);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het verslag van de informele bijeenkomst van het Uitvoerend Comité van Schengen (19326, nr. 138);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de voortgang van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsprogramma met de Palestijnen (23432, nr. 10);

een, van de minister van Justitie, over de illegale handel in dieren (24400-VI, nr. 38);

een, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het rapport Enquête Opsporingsmethoden (24072, nr. 26);

twee, van de staatssecretaris van Justitie, te weten:

  • een, over de modaliteiten van de afhandeling van asielaanvragen van Bosniërs (19637, nr. 175);

  • een, over Soedanese asielzoekers (19637, nr. 176);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over de evaluatie van het optreden van de overheid bij de bestrijding van de wateroverlast 1995 en haar gevolgen (24071, nr. 33);

een, van de ministers van Binnenlandse Zaken, van Economische Zaken en van Financiën, ten geleide van de beleidslijn inzake het werken van onderdelen van de Staat voor andere onderdelen van de Staat en voor organisaties buiten de Staat (24036, nr. 16);

twee, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, over spreiding van de verkiezingen voor de gemeenteraden (24244, nr. 2);

  • een, over het verdwijnen van een aantal paspoorten van het oude model (24400-VII, nr. 36);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over talentvolle studenten die de kans moeten krijgen om in het buitenland te studeren (24400-VIII, nr. 76);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het besluit tot wijziging van enkele besluiten in verband met de voorschriften inzake de leerlingenadministratie en de leerlingentelling (24660);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de evaluatie inzake de gebeurtenissen rond Vie d'Or (23669, nr. 15);

een, van de staatssecretarissen van Financiën en van Defensie, over het hergroeperen van militairen terreinen ten westen van de stad Eindhoven (24400-X, nr. 85);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de versterking van de positie van de huurder (24465, nr. 25);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de behoefte aan duelsimulatoren en (mobiele) instrumentatie voor oefenterreinen voor de opleiding en training van zowel school- als parate eenheden van de Koninklijke landmacht (A-fase) (24400-X, nr. 84);

een, van de minister van Economische Zaken, over het faillissement van Fokker (22895, nr. 16);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de gekke-koeienziekte (BSE) (24668);

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda voor de Sociale Raad op 29 maart 1996 te Brussel (21501-18, nr. 51);

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn door de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens het overleg op maandag 25 maart 1996 over de nota "De andere kant van Nederland" (24515, nr. 3);

vier, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, over de kostprijs van blindengeleidehonden (24400-XV, nr. 37);

  • een, ten geleide van een nadere uitwerking van de tijdens de Eerste-Kamer-behandeling van de WULBZ gedane toezeggingen (24439, nr. 22);

  • een, over de situatie bij het CTSV (24653, nr. 4);

  • een, ten geleide van brieven die gestuurd zijn aan bestuursleden van het College van toezicht sociale verzekeringen van 23 december 1994 (24653, nr. 7);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de bijdrageregeling wateroverlast zorgsector (24071, nr. 32);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de besteding van de extra middelen jeugdhulpverlening, herspreiding van de provinciale doeluitkeringen jeugdhulpverlening, alsmede de landelijke werkende residentiële voorzieningen jeugdhulpverlening (24400-XVI, nr. 76);

een, van het Presidium, over de procedure voor stemmen over personen (24663);

vier, van de Algemene Rekenkamer, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport "Integriteitsbeleid bij het Rijk" (24655);

  • een, ten geleide van het rapport "Vergunningen" (24656);

  • een, ten geleide van het rapport "Extra beloningen" (24657);

  • een, ten geleide van het Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1995 (24658);

een, van de Enquêtecommissie, ten geleide van de lijst van beslispunten inzake enquête opsporingsmethoden (24072, nr. 25).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, houdende intrekking van het wetsvoorstel Regeling optimalisering gebruik onderwijsgebouwen (21280, nr. 7);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, houdende intrekking van het wetsvoorstel inzake provincie Rotterdam (24087 en 24088, nr. 46).

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

4. de volgende brieven:

vier, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over wijziging van de bijlagen bij de Overeenkomst inzake het internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer (A.T.P.);

  • een, over wijziging van de bijlagen bij het Protocol van 1978 bij het Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen;

  • een, ten geleide van het Verdrag met Zwitserland aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;

  • een, over zenden van waarnemers naar de algemene verkiezingen in Albanië;

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van een Frans rapport inzake toepassing Schengen;

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van de standpuntbepaling n.a.v. het rapport "Omgaan met scheiden";

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over beëindiging subsidiëring LOVW/LOCV;

een, van de staatssecretaris van Financiën, ten geleide van het LEI-rapport 40-jarige erfpacht;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de evaluatie van de sleutelprojecten ruimtelijke inrichting;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over voorzieningen voor gehandicapten in het regulier onderwijs;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport van de Gezondheidsraad "Proeve toepassing Wbo: prostaatkanker";

  • een, ten geleide van het herziene rapport van de Gezondheidsraad "Proeve toepassing Wbo: prostaatkanker".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. een brief van de stuurgroep Rijn/Schelde Delta, ten geleide van de brochure "De regionale bedrijfsontwikkeling in de Rijn/Schelde Delta 1995".

Deze brief ligt op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissie.

Naar boven