Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Visserijwet 1963 (21436), en over:

- de motie-Van der Vlies over een evaluatie van de splitsing van visrechten (21436, nr. 28);

- de motie-M.B. Vos over het wedstrijdvissen (21436, nr. 29).

(Zie vergadering van 14 maart 1996.)

De voorzitter:

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven trekt haar amendement op stuk nr. 13 in.

De heer Van Waning trekt zijn amendement op stuk nr. 21 in.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Vos (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De VVD hecht eraan een stemverklaring af te leggen met betrekking tot het amendement op stuk nr. 17 over de zogeheten vrije hengel. Er zijn twee argumenten op grond waarvan de VVD zegt dat de vrije hengel gehandhaafd moet worden. Het eerste argument is dat de minister heeft vastgesteld dat de vrije hengel niet onevenredig bijdraagt aan het visstandbeheer. De tweede reden is dat afschaffing van de vrije hengel ertoe leidt dat de gemiddelde visser die zich gedurende het jaar vier à vijf keer naar de walkant van een poldersloot begeeft, moet beschikken over maar liefst een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke vergunning. Dat zijn dus twee documenten. Dat is niet controleerbaar en volgens de VVD irreëel. Daarom zijn wij tegen.

De aanhef van artikel I en onderdeel A worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Waning (stuk nr. 18) tot invoeging van een onderdeel Aa.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

De aanhef van onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Waning/M.B. Vos (stuk nr. 27, IA).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, GroenLinks, de RPF, het GPV, de SP, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Huys (stuk nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Onderdeel B, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Huys (stuk nr. 22), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-M.B. Vos (stuk nr. 31, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels en de CD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 31 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming kom het amendement-Huys (stuk nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-M.B. Vos (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en de groep-Nijpels voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 15 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 16, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Huys (stuk nr. 16), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-M.B. Vos (stuk nr. 26, I) tot invoeging van een artikel 16a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de CD, de RPF, de SGP, het GPV en de groep-Nijpels voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 26 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Waning (stuk nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, de VVD, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 17, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Waning (stuk nr. 20), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Huys/Van Waning (stuk nr. 17) tot invoeging van een onderdeel Da.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, GroenLinks, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De onderdelen E en F worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Ardenne-van der Hoeven (stuk nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de CD, de SGP, het GPV, de PvdA en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel G, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Ardenne-van der Hoeven (stuk nr. 12), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Waning (stuk nr. 24) tot invoeging van een onderdeel Ga.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, het GPV, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De onderdelen H t/m O worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Waning (stuk nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de VVD, de groep-Nijpels en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel III, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Waning (stuk nr. 25), wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies (21436, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-M.B. Vos (21436, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven