Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. drie koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van het Rijk (Kaderwet adviescolleges) (24503);

Wijziging van de Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding drank- en drugsgebruik) (24513);

Wijziging van de in artikel 7 van de Wet persoonsregistraties opgenomen termijn voor het indienen van een voorstel van wet (24516).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de invulling van de Nationale herdenking en viering bevrijding na het jubileumjaar 1995 (24400-III, nr. 10);

een, van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, ten geleide van de derde rapportage van de commissie- Aarts/Muyale betreffende de uitvoering van het Protocol Aruba-Nederland van 21 oktober 1993 (24400-IV, nr. 10);

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over een onderzoek naar een mogelijk pakket van effectieve maatregelen tegen Nigeria (24499, nr. 3);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, ten geleide van de jaarverslagen 1994 van drie organisaties, waarmee een programmafinancieringsovereenkomst van kracht is (24400-V, nr. 37);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van elf fiches, die werden opgesteld naar aanleiding van het overleg door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (22112, nr. 56);

een, van de minister van Justitie, over het mogelijk heenzenden van een verdachte van de zgn. A+-categorie (24400-VI, nr. 24);

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van de evaluatie van het beleid t.a.v. langdurig illegalen (22981, nr. 10);

drie, van de minister van Binnenlandse Zaken, te weten:

  • een, over een standpunt ten aanzien van het kiesrecht niet-Nederlanders (24400-VII, nr. 22);

  • twee, over een bericht in de pers omtrent het afluisteren van politievakbonden (24400-VII, nrs. 23 en 24);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, over de verdeling van de uitname uit het Provinciefonds (24272, nr. 7);

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over een wijziging op de Wet op de studiefinanciering in verband met leeftijd (24249, nr. 7);

  • een, over een kennisdebat (24400-VIII, nr. 48);

drie, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over de stand van de monumentenzorg (24247, nr. 3);

  • een, over de eerste onderzoeksresultaten van het Prima-cohort (23447, nr. 6);

  • een, ten geleide van de beslispuntennotitie t.b.v. de behandeling van Ceders (23447, nr. 7);

twee, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen, gesteld tijdens het begrotingsonderzoek (24400-VI, nr. 15);

  • een, ten geleide van Interdepartementaal beleidsonderzoek 1995: Europese uitgaven (24540);

een, van de minister van Defensie, over Dutchbat en de val van Srebrenica (22181, nr. 132);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over de bouw van de luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF) (24400-X, nr. 45);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van de evaluatie genetisch gemodificeerde organismen (24400-XI, nr. 37);

vier, van de minister Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over een visie op de inrichting van consumentenbescherming (18986, nr. 15);

  • een, over onrendabele NS-lijnen (18986, nr. 16);

  • een, over de douaneregeling op het terrein van post (21693, nr. 33);

  • een, over de rol van het openbaar vervoer in de mobiliteit (23645, nr. 8);

twee, van de minister van Economische Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de ministerconferentie van de European Space Agency die 18-20 oktober jl. werd gehouden in Toulouse (24446, nr. 3);

  • een, over het Trip's verdrag (24457, R1552, nr. 12);

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda van de Sociale Raad (21501-18, nr. 49);

  • een, over "De andere kant van Nederland" en het rapport "Maatwerk en rechtsgelijkheid in de bijzondere bijstandsverlening" (24515);

drie, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • twee, over regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen en de invordering daarvan (23909, nrs. 24 en 25);

  • een, ten geleide van onderzoekrapporten van het College van toezicht sociale verzekeringen (24439, nr. 14);

zes, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van de ontwerp-agenda van de Raad van ministers van volksgezondheid van de Europese Unie d.d. 30 november 1995 (21501-19, nr. 12);

  • een, ten geleide van een afschrift van de Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering met toelichting (24124, nr. 24);

  • een, ten geleide van de beleidsbrief Medische Technology Assessment (MTA) en doelmatigheid van zorg (24126, nr. 9);

  • een, over de wijziging van uitvoeringsbesluiten vergoedingen particulier verzekerden (24400-XVI, nr. 17);

  • een, over bescherming van hemofiliepatiënten tegen het risico van besmetting met HIV via bloedprodukten (24400-XVI, nr. 19);

  • een, over het Financieel Overzicht Zorg 1996 (24404, nr. 14);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het arbeidsmarktbeleid in de zorgsector (24171, nr. 5);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de politieke jongerenorganisaties, de ledentellingen en de normen die hierbij gehanteerd worden (24400-XVI, nr. 18);

een, van de Hoge Raad, ten geleide van Voordrachten ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad (24537).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van een afschrift van het onderhandelaarsakkoord arbeidsvoorwaarden voor de sector onderwijs en wetenschappen;

  • een, ten geleide van het NIDI-rapport 42;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het voorzitterschap van de Stuurgroep Techniek Primair Onderwijs;

een, van de minister van Defensie, ten geleide van het communiqué van de op 29 november jl. te Brussel gehouden ministeriële bijeenkomsten van het Defence Planning Committee en de Nucleaire Plan Groep;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van het onderzoeksrapport "Effecten van de OV-jaarkaart nieuwe formule voor Studenten".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van A.M.F. van Tuijl te Nistelrode, met betrekking tot een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van W.F. de Bakker te Budel, met betrekking tot toepassing van de hardheidsclausule inzake tariefgroepindeling;

een, van J.H.P. Gerven te Valkenswaard, met betrekking tot verrekening van teruggaven van belasting;

een, van O.H.M. Holding BV te Tiel, met betrekking tot vrijstelling van overdrachtsbelasting:

een, van M.H. Waheb te 's-Gravenhage, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw A.M. Knops-Kohl te Bocholtz, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1993;

een, van mevrouw S. Houtvast-Pitz te Hoensbroek, met betrekking tot een belastingschuld;

een, van H.F. Muusze te Batemans Bay NSW (Australië), met betrekking tot een eenmalige uitkering;

een, van S. Kuin te Vries, met betrekking tot verrekening van een teruggave met de omzetbelasting;

een, van de heer en mevrouw Jacobs te Hoensbroek, met betrekking tot een betalingsregeling voor belastingschulden;

een, van J.P. Busch te Utrecht, met betrekking tot aftrekbare buitengewone lasten.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. de volgende brieven:

een, van P. Bovendeert, over ingediende declaraties;

een, van B en W van de Gemeente Zaanstad, over een ingediende motie;

een, van mevrouw H.W. Zandbergen, over de AWBZ.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissies.

Naar boven