De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen achteraf over de onderwerpen, waarover zojuist is gestemd.

Mediawet

Mevrouw De Koning (D66):

Mijnheer de voorzitter! Mijn fractie heeft gestemd tegen het amendement op stuk nr. 11 van de leden Middel en Verhagen en tegen de motie-Middel/Klein Molekamp die beide handelen over een lokale opslag, omdat wij bij de behandeling van het wetgevingsoverleg van gisteren van de staatssecretaris de toezegging hebben gekregen dat hij die lokale opslag die ons overigens ook zeer ter harte gaat, zal behandelen in de eerstkomende tranche van het wetsvoorstel in samenhang met alle andere opslagen.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter! Mijn fractie had veel sympathie voor het amendement op stuk nr. 24, maar aangezien het kabinet meermalen had laten weten dat het amendement in zijn doelstelling contraproduktief zou werken, hebben wij gemeend de regering te moeten volgen, zeker gezien het feit dat de staatssecretaris heeft toegezegd dat binnen enkele maanden de eerste evaluatie van de uitspraken uit hoofde van de Wet economische mededinging zou kunnen plaatsvinden.

Wij hebben tegen het amendement op stuk nr. 11 gestemd, omdat op dat moment nog niet zeker was of het amendement-Klein Molekamp zou worden aangenomen en er onderlinge samenhang tussen dit amendement en de motie is.

Winkeltijdenwet

De heer Van der Vlies (SGP):

Mijnheer de voorzitter! Ik wil graag het stemgedrag van de fractie van de SGP verklaren bij de Winkeltijdenwet.

De fractie van de SGP is ernstig bezwaard onder het feit dat winkels nu open zijn en straks nog vaker open zullen zijn op zondag. Deze dag heeft een bijzonder karakter; het is de dag des Heeren die de mens gegeven is om Hem in het bijzonder te dienen en te rusten van alle beslommeringen. Onze principiële benadering is geconcretiseerd in het amendement op stuk nr. 9 dat ik mede namens de fracties van het GPV en de RPF indiende. Ik ben er bedroefd over dat de Kamer dit amendement heeft verworpen.

In het licht van het wetsvoorstel dat aan gemeentebesturen de mogelijkheid geeft om alle zondagen van het jaar de winkels open te doen zijn, kan het amendement van mevrouw Van Zuijlen als een duidelijke rem op die mogelijke ontwikkelingen worden beschouwd. De indienster heeft anderzijds uitdrukkelijk gezegd, dat zij ook oog wilde hebben voor het moderne levensgevoel en de behoefte onder delen van de bevolking om op zondag te kunnen winkelen. Daarom stelde zij voor om van acht naar twaalf zondagen te gaan. Wij hebben na uitvoerig en consciëntieus beraad – en dat is in dit geval zeker geen holle frase – uiteindelijk toch besloten om tegen dat amendement te stemmen, omdat wij geen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor wat het uiteindelijk betekent, namelijk uitbreiding van acht naar twaalf koopzondagen per jaar. De SGP-fractie heeft om deze reden, naast andere aspecten, ook tegen de wet gestemd.

De voorzitter:

Alvorens de heer Heerma de gelegenheid te geven de minister van Binnenlandse Zaken te interpelleren, wil ik graag iets meedelen over de orde van vanmiddag. Het lijkt mij toch, dat wij moeten proberen ergens tussen vijf en zes – het tijdstip hangt van u allen af – de vergadering te beëindigen. Lettend op het huidige tijdstip, lijkt het mij verstandig alvast te besluiten het debat over het verslag van het algemeen overleg aanschaf vliegtuig Defensie, ofschoon het slechts een twee-minutendebat is, later deze week te houden. Ik stel dus voor, dat debat morgen of overmorgen te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik sluit niet uit dat tijdens de interpellatie moties worden ingediend. Mij is gevraagd ook over de stemming helderheid te bieden. De Kamer kent mijn opvatting. Ik vind dat na een interpellatie onmiddellijk gestemd moet worden. Ik sluit echter niet uit dat als wij vandaag de interpellatie beëindigen en morgenmiddag na de lunchpauze stemmen, wij met enige rekkelijkheid kunnen zeggen dat vrij snel na de interpellatie stemming plaatsvindt. Een dergelijke uitleg zou vanwege deze bijzondere dag ook op zijn plaats zijn. Ik stel daarom voor, de stemming morgenmiddag na de lunchpauze te doen plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven