Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend in het wetgevingsoverleg over het deel Visserij van de begroting te weten:

- de motie-Huys c.s. over de vergunningen voor de beroepsvissers op het IJsselmeer (24400 XIV, nr. 34);

- de motie-Stellingwerf c.s. over de uitgifte van additionele oesterpercelen (24400 XIV, nr. 35).

(Zie wetgevingsoverleg van 20 november 1995.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Stellingwerf stel ik voor, zijn motie (24400-XIV, nr. 35) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat de heer Stellingwerf wel volgende week over zijn motie wil laten stemmen. Zij zal dan weer aan de orde komen.

Naar mij blijkt, is er geen bezwaar tegen om nu over de motie van de heer Huys te stemmen.

In stemming komt de motie-Huys c.s. (24400-XIV, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven