Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enige wetten op het gebied van de mijnbouw in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de produktie van koolwaterstoffen (PbEG L 164) (24078).

(Zie vergadering van 14 juni 1995.)

De voorzitter:

Mij is medegedeeld dat de leden Boers-Wijnberg en Blaauw hun amendementen (stuk nr. 7, I en II) intrekken.

De artikelen I en II worden zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel III en de onderdelen A t/m I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Blaauw/Boers-Wijnberg (stuk nr. 8) tot het doen vervallen van onderdeel J.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, het AOV, de Unie 55+, D66, de SGP, het GPV, de PvdA en de leden Van Wingerden, Verkerk en Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De onderdelen K t/m N worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IV t/m IX en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, het AOV, de Unie 55+ en de leden Van Wingerden, Verkerk en Hendriks voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven