Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid in verband met de instelling van een adviesorgaan voor het beleid op het terrein van de cultuur (Raad voor het cultuurbeleid) (24090), en over:

- de motie-Van Nieuwenhoven/Lambrechts over het instellen van een adviescommissie informatie, communicatie en technologie (24090, nr. 17);

- de motie-Beinema over het instellen van een raad voor het informatiebeleid (24090, nr. 18);

- de motie-Lambrechts c.s. over het evalueren van de advisering over het informatie- en communicatiebeleid (24090, nr. 19).

(Zie vergadering van 14 juni 1995.)

De voorzitter:

De motie-Van Nieuwenhoven/Lambrechts (24090, nr. 17) is in die zin gewijzigd dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering voor de komende twee jaar tot de evaluatie van de Raad voor het cultuurbeleid een commissie in te stellen voor advisering op het gebied van de informatie, communicatie en technologie (die is ondergebracht bij de Raad voor het Cultuurbeleid) en wordt samengesteld op voordracht van de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 21 (24090).

Ik neem aan, dat deze gewijzigde motie aanstonds in stemming kan komen.

Mij is gevraagd om heropening van de beraadslaging. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Beinema (CDA):

Voorzitter! De staatssecretaris heeft de Kamer een brief gestuurd naar aanleiding van de motie op stuk nr. 17 van de collega's Van Nieuwenhoven en Lambrechts. Door die brief worden ons amendement op stuk nr. 11 en onze motie op stuk nr. 18 in zekere zin overbodig, want in de brief staat dat als de motie-Van Nieuwenhoven/Lambrechts wordt aangenomen, die motie op dusdanige wijze zal worden uitgevoerd dat er een commissie voor de media ontstaat, die kan en volgens mij ook zal uitgroeien tot de door ons gewenste raad. Ik trek derhalve het amendement op stuk nr. 11 en de motie op stuk nr. 18 in.

De voorzitter:

Aangezien de amendementen-Beinema (stuk nr. 11, I en II) en de motie-Beinema (24090, nr. 18) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! Tijdens het debat over de instelling van de Raad voor het cultuurbeleid heeft de staatssecretaris de nuttige wijziging voorgesteld om in de motie die nu nog stuk nr. 17 heeft, maar intussen gewijzigd is rondgedeeld, niet iets "op te hangen" aan de Raad voor het cultuurbeleid, maar om iets "onder te brengen" bij de Raad voor het cultuurbeleid. Alleen al qua Nederlands is dat veel mooier dan de term "opgehangen". Ik neem de suggestie van de staatssecretaris dus graag over. Vandaar dat ik de motie op deze wijze gewijzigd heb.

De beraadslaging wordt gesloten.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Heemskerck Pillis-Duvekot/Lambrechts (stuk nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de PvdA, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Heemskerck Pillis-Duvekot/Lambrechts (stuk nr. 16), wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lambrechts (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, de SGP, de PvdA, GroenLinks, de SP, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 8 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 2a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lambrechts (stuk nr. 8, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Beinema (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de Unie 55+, GroenLinks en de leden Van Wingerden en Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2b en het eerste lid van artikel 2c worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Beinema (stuk nr. 10, I) tot het invoegen van een nieuw tweede lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de RPF en de leden Van Wingerden, Verkerk en Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Het tweede t/m zesde lid worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 2c wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2d t/m 2g worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Stellingwerf/Beinema (stuk nr. 14) tot toevoeging van een tweede lid aan artikel 2h.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, Groenlinks, de SP, de VVD, het CDA, de Unie 55+ en de leden Van Wingerden, Verkerk en Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 2h, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Stellingwerf/Beinema (stuk nr. 14), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2i wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2j, zoals het gewijzigd is door de aanneming van het amendement-Lambrechts (stuk nr. 8, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2k en 2l worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m XII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de CD en het lid Hendriks tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Nieuwenhoven/Lambrechts (24090, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de CD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (24090, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks, de SP, de VVD, het AOV, de Unie 55+ en de leden Hendriks, Verkerk en Van Wingerden voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven