Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet van 11 mei 1956 (Stb. 242), houdende enige regelen betreffende het gebruik van de Friese taal, in het bijzonder in het rechtsverkeer (verruiming van de mogelijkheden van het gebruik van het Fries) (23818)

(Zie vergadering van 15 maart 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik zal tegen wetsvoorstel 23818 stemmen, omdat de bijzondere positie van de Friese taal voldoende is geregeld en de positie van het Nederlands eerst beter moet worden vastgelegd en door de regering in het buitenland in praktijk moet worden gebracht.

De aanhef van artikel I en onderdeel A0 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, Unie 55+, de VVD, D66, de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, GroenLinks en de SP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 12 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

De aanhef van onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Koekkoek (stuk nr. 12, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3 en 4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek tot invoeging van een nieuw artikel 4a (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, Unie 55+, de VVD, D66, de RPF, de SGP, het GPV, de PvdA, Groenlinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De artikelen 5 t/m 7 worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Door de aanneming van het amendement-Koekkoek (stuk nr. 12, II) is een nieuw artikel 7a ingevoegd.

Het gewijzigde onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-O.P.G. Vos (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, Unie 55+, de SGP en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

De aanhef van onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 12 en 13 worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II en III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Behoudens het lid Hendriks hebben de aanwezige leden van alle andere fracties voor het wetsvoorstel gestemd, zodat het is aangenomen.

Naar boven