5 Europees Stabiliteitsmechanisme

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting ESM) ( 33215 );

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het Besluit van de Europese Raad van 25 maart 2011 tot wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben ( Trb. 2011, 143 ) ( 33220 );

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland ( Trb. 2012, 28 ) ( 33221 ),

en van:

(Zie vergadering van 26 juni 2012.)

De voorzitter:

Wij zouden nu gaan stemmen over het pakket wetsvoorstellen in verband met het ESM. Ik heb echter begrepen dat er behoefte is aan een korte derde termijn en dat de voorzitter van de commissie voor Financiën kort het woord wenst te voeren.

Het woord is aan de heer Essers.

De heer Essers (CDA):

Voorzitter. Tijdens de afgelopen Europese top is besloten om het Europees toezicht op banken te versterken in de vorm van een Europees toezichtmechanisme. Wanneer dit Europees toezichtmechanisme effectief is, kan in onderlinge overeenstemming worden besloten het ESM de mogelijkheid te geven banken direct te herkapitaliseren.

De commissie voor Financiën wenst voorafgaand aan de zo meteen te houden stemming over het ESM van de regering duidelijkheid te verkrijgen welke consequenties dit besluit heeft voor het thans voorliggende ESM-verdrag. Specifiek wenst de commissie duidelijkheid te krijgen over de vraag of een verdragswijziging nodig is voor het direct herkapitaliseren van banken door het ESM.

U gaat over de orde, voorzitter, maar in de commissie voor Financiën hebben we de wens uitgesproken om nadat de minister van Financiën antwoord heeft gegeven op deze vraag, de leden van de commissie die dat wensen, nog de mogelijkheid voor een korte tegenvraag te bieden. We hebben ook afgesproken dat we voor het antwoord van de minister, onze vragen en het daarop volgende antwoord van de minister maximaal vijftien minuten willen uittrekken.

De voorzitter:

Dat is helder. U legt uw lot dan wel een beetje in de handen van de minister, maar daar zal ik op letten. Dan verzoek ik de minister om te reageren op de vraag van de voorzitter namens de commissie voor Financiën.

De beraadslaging wordt heropend.

Minister De Jager:

Voorzitter. Zoals wij al in de brief aan de Kamer hebben geschreven, ziet het kabinet geen consequenties voor het thans voorliggende ratificatieproces voor dit verdrag. Dit verdrag kan, zoals het nu voorligt, gewoon geratificeerd worden. Dat is ook de mening die in andere lidstaten waar dit verdrag voorligt, wordt gedeeld, evenals door de Europese Commissie en de Europese Raad.

Daarbij is natuurlijk de vraag relevant of de uitwerking van de politieke besluiten die afgelopen donderdag en vrijdag zijn genomen door de regeringsleiders, te zijner tijd ratificatie van het verdrag vergen. Dat hangt mede af van de precieze uitwerking. Laat ik hier echter alvast een heldere toezegging doen. Voor de betrokkenheid van deze Kamer bij de uitwerking van dit politieke besluit maakt het materieel niet uit, omdat wij, mede gelet op de parlementaire behandeling die heeft plaatsgevonden, vinden dat het instrument van de directe bankenkapitalisatie ook aan deze Kamer moet worden voorgelegd. Wij zullen dit besluit dus niet alleen aan de Tweede Kamer maar ook aan de Eerste Kamer voorleggen. Dan weten wij op dat moment ook zeker of ratificatie opnieuw wel of niet mogelijk is. In de tussentijd kan het ESM-verdrag gewoon functioneren zoals het in ieder geval ook nu is geregeld.

Het is belangrijk dat men zich dat realiseert. Dit betreft namelijk een onderdeel van de afspraken van donderdag en vrijdag. Het ESM-verdrag kan sowieso ook zonder de directe bankenherkapitalisatie al in juli van start. Dat is ook de bedoeling. Daarom vinden wij ook dat ratificatie net zoals in andere lidstaten ook noodzakelijk is. Dat heeft Duitsland laten zien. Vervolgens zal de juridische vraag meer definitief moeten worden beantwoord of bij de uitwerking van het instrument voor die directe bankenherkapitalisatie al dan niet nieuwe ratificatie van het verdrag moet plaatsvinden omdat er een verdragswijziging noodzakelijk is. Dat is thans onzeker. Wij gingen er zelf ook al een beetje van uit dat, als je dat direct zou doen, de kans groot was dat je dan een verdragswijziging nodig zou hebben.

De Europese Commissie en de Europese Raad hebben daar de afgelopen week echter ook andere denkbeelden over geventileerd. Er zijn ook andere juridische interpretaties gegeven. Daarbij is het thans niet zeker of hernieuwde ratificatie wel noodzakelijk zal zijn. Politiek hecht de regering wel aan een vruchtbare samenwerking met deze Kamer en vinden wij dat ook deze Kamer in de gelegenheid moet worden gesteld om daarover te zijner tijd sowieso een uitspraak te doen. Materieel-politiek vinden wij het betrekken van beide Kamers der Staten-Generaal in de Nederlandse verhoudingen relevant, omdat het toch een relevant onderdeel van het verdrag betreft.

Tegelijk kunnen we niet in ons eentje beslissen over een herratificatie. Het is aan alle lidstaten om te besluiten of dat wel of niet nodig is. Er zijn juridische argumenten voor te geven. Dat is ook vorige week gebleken. Dat is gewisseld in de Europese Raad en door de Europese Commissie is dat ook aangegeven. Er is daarbij ook een opinie van de juridische dienst gegeven dat het niet nodig zou zijn om bij dit verdrag tot hernieuwde ratificatie te komen. Men vindt dat het een eenstemmig besluit kan zijn van de raad van gouverneurs. De raad van gouverneurs heeft namelijk de gelegenheid om een instrument toe te voegen. Tegelijkertijd staat ook al in het verdrag dat het bedoeld is voor de leden van het verdrag. Kort en goed, thans is er nog geen volstrekte zekerheid te geven of ratificatie nodig is. Dat is ook niet nodig. Het hangt ook af van de uitwerking van dit politieke besluit.

Is het aanhouden ervan of iets dergelijks daardoor noodzakelijk? Nee, want het ESM staat zoals het is en moet in juni van kracht worden om te doen waarvoor het bedoeld is. Dat is hier gewisseld. Te zijner tijd komt er een instrument bij, maar dat kost nog veel tijd. Het verdrag voorziet in die mogelijkheid. Er zal worden bekeken of het noodzakelijk is om het verdrag te ratificeren. Zo ja, dan komt het uiteraard via de reguliere procedure langs deze Kamer. Zo nee, dan zullen wij in een brief uiteenzetten waarom ratificatie met de uitwerking die is gekozen, niet noodzakelijk is. Daaraan zullen wij dan een juridische opinie toevoegen. Vervolgens zullen wij deze Kamer in de gelegenheid stellen om zich te vervoegen bij de regering om daarover te debatteren, indien de Kamer dat noodzakelijk acht.

De voorzitter:

Misschien voor de goede orde: minister, u hebt het over "herratificatie". Dat is een begrip dat wij anders hanteren. Het is namelijk een verdragswijziging die opnieuw geratificeerd moet worden. Dat is wat u bedoelde te zeggen.

Minister De Jager:

Ja, ik bedoelde "ratificatie".

De voorzitter:

Akkoord. Zijn er nog leden die het woord wensen te voeren? Dat is het geval.

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij stemmen hier vandaag over een uiterst belangrijk verdrag. Juist daarom mogen er geen misverstanden bestaan. Dat geldt zeker voor de directe herkapitalisatie van banken, want die verandert het speelveld fundamenteel. Ik heb het zo begrepen dat de minister hier vandaag een duidelijke toezegging doet. Wel blijft er een zekere mistigheid, omdat hij in de memorie van antwoord bij het ESM-verdrag twee weken geleden, op 19 juni, zijn uitspraak liet noteren: "Het kabinet is van oordeel dat rechtstreekse bijstand aan financiële instellingen op grond van voorliggend ESM-verdrag niet mogelijk is." Mijn vraag is simpel: hoe verhoudt deze uitspraak zich tot de opmerkingen van de minister zo-even?

De heer Reuten (SP):

Voorzitter. Wat wij politiek ook van een wetsvoorstel of een verdrag kunnen vinden, een wetsvoorstel en een verdrag moeten wel zo duidelijk mogelijk zijn. Op onze vraag daaromtrent heeft de minister in de memorie van antwoord gezegd: "Het kabinet is van oordeel dat rechtstreekse bijstand aan financiële instellingen op grond van voorliggend ESM-verdrag niet mogelijk is." Het werd net al geciteerd. Wat ons betreft heeft dat het debat mede bepaald, want wij dachten: oké, het is afgelopen en klaar. Nu laat het kabinet ons weten in het raadsverslag dat het onduidelijk is of een verdragswijziging daarvoor nodig is. Dat lijkt mijn fractie strijdig met elkaar. Het draait om de verhouding tussen artikel 12 en artikel 19. In artikel 12 staat dat er uitsluitend steun kan worden gegeven aan lidstaten, terwijl in artikel 19 staat dat de raad van gouverneurs bepaalde procedures kan wijzigen. Ik wil alleen zekerstellen, en ik wil dat de Kamer zich daarvan vergewist, dat er geen strijdigheid zal ontstaan tussen artikel 12 en een mogelijke wijziging op grond van artikel 19. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De voorzitter: Door het lid Reuten wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de berichtgeving van de regering d.d. 29 juni 2012 over de conclusies van de Europese Raad van 28 en 29 juni jongstleden meldt: "Wel wordt het, wanneer het Europese bankentoezicht is gerealiseerd, mogelijk om banken direct uit het Europese noodfonds ESM te ondersteunen.";

constaterende dat directe financiële steun aan banken vanuit het ESM op basis van het huidige verdrag niet mogelijk is en dat de regering dit op vragen van de Kamer in de memorie van antwoord van 19 juni jongstleden als volgt bevestigt: "Het kabinet is van oordeel dat rechtstreekse bijstand aan financiële instellingen op grond van voorliggend ESM-verdrag niet mogelijk is.";

overwegende dat de Kamer zich niet heeft uitgesproken over de wenselijkheid dan wel de onwenselijkheid van rechtstreekse bijstand vanuit het ESM aan financiële instellingen, en dat de Kamer dit met deze motie evenmin doet;

verzoekt de regering om een eventuele wijziging ex artikel 19 van het verdrag voor zover die in strijd komt met het huidige artikel 12, vooraf ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voor te leggen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer op korte termijn in te lichten over de wijze waarop een eventuele wijziging van het ESM-verdrag bij een eventuele rechtstreekse bijstand aan financiële instellingen gestalte gaat krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter I (33221/33220/33215).

De heer Backer (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister voor het antwoord. Wij hebben in de commissie afgesproken om een korte toelichting te geven. Collega Reuten heeft dat opgevat als een heropening van de beraadslaging en het indienen van een motie. Ik zal daarover zo iets zeggen. Er kunnen natuurlijk interpretatieverschillen bestaan over de letter en de geest van dit verdrag. Ik volg de minister. Ik denk dat wij die exegese hier niet moeten houden. Wij hebben daarover mensen geraadpleegd. Wij denken dat het onder dit verdrag kan. Dat doet er echter vandaag eigenlijk niet zo toe, tenzij wij het gevoel hebben dat het verdrag onhoudbaar is in het licht van de politieke besluitvorming van het afgelopen weekend. Die vraag wordt aan de overzijde beantwoord. Daar is een interpellatiedebat aangevraagd door collega Pechtold. Daarover hoeven wij het hier niet te hebben. Mijn fractie heeft er ook geen behoefte aan om daarop vooruit te lopen. Wij menen dat het in het kader van de beraadslagingen die wij hier hebben gehad, alleszins mogelijk is om de drie verdragen te steunen. Ik moet het heel snel zeggen, omdat ik de motie net hoor. Zij lijkt mij overbodig omdat de minister dit al heeft toegezegd. Zo heeft de heer Reuten ook meteen mijn stemverklaring bij zijn motie.

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Wij weten dat er juridische onduidelijkheid ontstaan is over het al dan niet kunnen ratificeren van het ESM-verdrag. Professor Voermans heeft daarover een uitgesproken mening. Hij heeft gezegd dat artikel 19 weliswaar rept van een "regular decision" en dat de top zich daarop baseert, maar dat artikel 12 heel duidelijk aangeeft dat steun altijd gaat naar een lidstaat en dat het nogal uitmaakt of je een vordering hebt op Spanje of op Bankia. De minister heeft daarnaar in het verleden heel vaak verwezen in dit huis, wanneer hij zei: je kunt ervan op aan dat ons geld terugkomt, zo nodig via de Club van Parijs. Ik weet toevallig dat Bankia geen lid is van de Club van Parijs. Of je een vordering hebt op Spanje of op Bankia is dus een groot verschil. Als Bankia omvalt – de architect van Bankia heeft daarmee al rekening gehouden in het ontwerp, want dat staat ongeveer zo scheef als de toren van Pisa – kunnen schuldeisers fluiten naar hun geld. Dat is anders dan als je een vordering op Spanje hebt. Dat lijkt mij dus een probleem. Vanwege het feit dat daarover juridische onhelderheid is, vraag ik om de stemming over het ESM-verdrag uit te stellen. Ik weet niet of daarvoor een motie nodig is, maar ik heb er wel een.

De voorzitter:

Ik heb de indruk dat wij hierbij meer spreken van een ordevoorstel. Als u dat ordevoorstel doet, hebben wij dat aan de orde te stellen. Daar komen wij zo op terug.

De heer Van Strien (PVV):

Voorzitter. Behalve de vraagtekens die zijn gezet bij de directe bankensteun – mijn fractie onderschrijft die vraagtekens overigens van harte – is er nog een ander punt dat dit weekend aan de orde is gekomen. Dat is namelijk dat de preferente positie van het ESM als crediteur zeer kwestieus genoemd wordt. Het ESM zou ook achteraan moeten sluiten als het gaat over zijn positie als schuldeiser. Dat lijkt mij regelrecht in strijd met eerder gedane toezeggingen van de minister dat ons geld terugkomt. Ik hoor hierover graag het oordeel van de minister.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Voorzitter. Het is mij niet helemaal duidelijk of dit ook het moment is voor het afleggen van een stemverklaring of dat dit later nog komt?

De voorzitter:

Nee, wij zijn nog niet toe aan stemverklaringen over het wetsvoorstel. Dat gebeurt pas als de stemming aan de orde is.

Minister De Jager:

Voorzitter. Ik wil graag de motie van de heer Reuten ontvangen als die op papier beschikbaar is, zodat ik daarop kan reageren.

Ik wil eerst namens de regering een reactie geven op het ordevoorstel. Zowel in de brief van het kabinet als in mijn reactie van zo-even heb ik aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat het ESM zo snel mogelijk wordt geratificeerd. Het gaat daarbij om het ESM met de instrumenten die wij nu kennen. Daarna kunnen er instrumenten worden toegevoegd.

Het instrument van directe herkapitalisatie van banken zullen wij voorleggen aan beide Kamers der Staten-Generaal, ook als ratificatie van een verdragswijziging niet noodzakelijk is.

Ik reageer ook meteen op de motie van de heer Reuten. Ik vind die motie overbodig en sluit hierbij aan bij de woorden van de heer Backer dat zo'n toezegging van mij voldoende is.

Het is belangrijk om de stemming toch door te zetten, want het ESM-verdrag regelt nog veel meer. Het kost nog heel veel tijd voordat men toe is aan het directe bankenherkapitalisatie-instrument. Intussen moet het ESM-verdrag in de plaats komen van het EFSF. Het verdrag heeft in zichzelf een belang, ook buiten de directe bankenherkapitalisatie.

Voor alle duidelijkheid: elke interventie brengt risico's met zich. Dat heb ik altijd gezegd. In het interruptiedebat heb ik wederom opgemerkt dat mijn woorden duidelijk moeten worden aangehaald. Als je aan landen leent, moet je ervan uitgaan dat het geld terugkomt, maar dat ook het risico bestaat dat het niet terugkomt. Dat risico is er altijd, ook bij het ESM. Als je direct banken herkapitaliseert, is dat risico inderdaad nog groter dan wanneer je aan landen leent. Direct lenen aan banken zonder een staatsgarantie van het land waarin die bank zich bevindt, heeft uiteraard een hoger risico dan wanneer je aan landen leent. Wij moeten echter niet eenzijdig het risico van de lening bezien maar het totale pakket. De regeringsleiders hebben vorige week besloten het te doen zoals zij het hebben gedaan omdat de hele eurozone in gevaar dreigde te komen. Zij hebben het risico van dit instrument moeten afwegen tegen het risico van het niet doen. Het ging specifiek om Spanje. Het herkapitaliseren van Spaanse banken via de overheid bracht het risico mee dat daarmee die overheid omlaag getrokken werd en daarmee alsnog een systeemcrisis dreigde. Het blijft altijd een risicoafweging. Als er hoge risico's moeten worden genomen, zullen hogere eisen moeten worden gesteld. Men gaat dus niet zo snel over tot het instrument van directe bankenherkapitalisatie. Dat is de reden waarom er strenge voorwaarden aan verbonden zijn. Er moet effectief Europees bankentoezicht gerealiseerd worden voordat je zoiets kunt doen, zodat je die onzekerheid reduceert.

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, mijnheer Koffeman, geen interrupties meer. Wij zijn al ruim over het kwartier dat wij hadden afgesproken.

De minister maakt zijn verhaal af.

Minister De Jager:

Ik heb in mijn inleiding al gezegd, dat het kabinet er zelf ook van uitging dat ratificatie nodig zou zijn. Ook wij hebben de juridische geluiden uit Brussel gehoord dat bij een directe bankenherkapitalisatie zoals wij die op dat moment voor ogen hadden, een ratificatie van de verdragswijziging noodzakelijk is. Afgelopen week bleek dat er misschien mogelijkheden zijn om de invulling dusdanig te kiezen dat ratificatie van een verdragswijziging niet noodzakelijk is. Er moet dan een unaniem besluit zijn van gouverneurs. Wij zullen natuurlijk checken of dat kan. Als dat inderdaad mogelijk is, zullen wij dat doen. In beide gevallen zullen wij het voorleggen. Ik ben daarin de fractie van de ChristenUnie tegemoet gekomen. Bij een ratificatie wordt een expliciet oordeel gevraagd van beide Kamers. Als ratificatie niet nodig is maar het instrument wel wordt uitgebreid, zullen wij een brief sturen en deze Kamer in de gelegenheid stellen om de regering indien gewenst te roepen.

Volgens mij heb ik verder alle punten gehad: de preferente positie, de motie, het ordevoorstel en het belang van de ratificatie van dit verdrag.

De heer Reuten (SP):

Ik hoor graag of de regering een mogelijke wijziging ex artikel 19 die directe steun aan banken mogelijk maakt, voorafgaand aan een besluit van de Raad van gouverneurs of anderszins aan de Staten-Generaal zal voorleggen als er sprake is van strijdigheid met artikel 12. Als de minister dat toezegt, houd ik mijn motie aan.

Minister De Jager:

Ik kan dat toezeggen voor de directe bankenherkapitalisatie.

De heer Reuten (SP):

Directe steun aan banken?

Minister De Jager:

Ja.

De voorzitter:

Begrijp ik dat de heer Reuten zijn motie intrekt?

De heer Reuten (SP):

Ik houd de motie aan, voorzitter.

De voorzitter:

Dat mag, maar de zin daarvan ontgaat mij.

De heer Reuten (SP):

Ik trek de motie in, voorzitter.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Reuten (33221/33220/33215, letter I) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er ligt een ordevoorstel van de PvdD om de stemmingen over het pakket voorstellen in verband met het ESM uit te stellen. Het is een reprise in vergelijking met vorige week, zij het dat het een iets ander onderwerp betreft. Over ordevoorstellen wordt onmiddellijk gestemd.

In stemming komt het ordevoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdD en de PVV voor het ordevoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP, de ChristenUnie, D66, de PvdA, GroenLinks, de SP, de OSF en 50PLUS ertegen, zodat het is verworpen.

Het woord is aan de heer Machiel de Graaf.

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Voorzitter. Wij hebben net gestemd over uitstel, maar er zijn verschillende vormen van uitstel.

Uit het antwoord van de minister bleek dat er nog veel onduidelijkheid is. Bij het kabinet was er onduidelijkheid en hier in de Kamer heerst onduidelijkheid. Uit het aantal aanvragen voor debatten in de Tweede Kamer blijkt ook dat daar sprake is van volstrekte onduidelijkheid.

Er is nogal wat gebeurd vorige week. Van Rompuy en consorten hebben aangegeven dat de maatregelen pas medio oktober bekend en ingevuld zullen zijn.

Ik zou het uitstelvoorstel van de heer Koffeman wat willen aanscherpen met het voorstel om het debat medio oktober te heropenen als er meer duidelijkheid is over de concrete invulling van alle voorstellen.

De voorzitter:

Ik begrijp uw poging, maar ik stel vast dat wij tot in drie termijnen hebben gesproken over dit pakket aan voorstellen en dat zojuist het ordevoorstel van de heer Koffeman met een overweldigende meerderheid door deze Kamer is verworpen. Wij kennen geen heropening in vierde termijn in het debat over dit onderwerp. Daarom moet uw voorstel naar mijn mening schipbreuk lijden nog voordat daarover verdere besluitvorming kan plaatsvinden.

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Het debat is over het vorige ESM gegaan en niet over hetgeen afgelopen donderdag in Brussel is bedisseld. Er komt straks dus nog een heel ander verhaal en daarover kunnen we dus niet stemmen. Vandaar mijn voorstel.

De voorzitter:

Daar gaan we ook niet over stemmen. Als de uitkomsten van de Raad aanleiding geven om een nieuw debat te voeren over het vervolg van het ESM, dan komt dat automatisch aan de orde. Het zal dan ongetwijfeld in de Tweede Kamer aan de orde komen en mogelijkerwijs daarna hier. U kunt op elk moment dat het zich aandient, vragen om met de regering erover te discussiëren. Dat is dan echter een ander onderwerp dan het ESM-pakket zoals het er nu ligt, namelijk de uitwerking en de verdere gang van zaken. U krijgt dus nog alle gelegenheid om hierover te discussiëren.

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Over de invulling, de uitwerking en de hele opzet van het debat zijn we het oneens. Toch wil ik, voor de zekerheid en voor in de Handelingen, heel duidelijk hebben dat erover gestemd wordt.

De voorzitter:

Dat gaan we niet doen omdat het weinig zinvol is. Er ligt geen concreet voorstel, maar een voorstel om ergens in het najaar een nieuw debat te voeren over het ESM past in die zin niet omdat de agendering van voorstellen in deze Kamer primair aan de Voorzitter is, na overleg met het College van Senioren. U hebt alle gelegenheid om elk onderwerp aan de orde te stellen, dus ook het vervolg van het ESM, na het reces. Eerlijk gezegd is het een beetje onzinnig om dit onderwerp hier ter stemming te brengen. Uw opmerkingen worden opgenomen in de Handelingen en liggen daarmee vast. Het standpunt van de PVV is daarmee duidelijk.

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Voorzitter. Ik heb nog een voorstel van orde. Ik gaf al aan dat de ChristenUnie aan de overkant mondelinge vragen over dit onderwerp aan de minister-president heeft aangevraagd. Verder is er een debat aangevraagd door D66 en door de Partij voor de Dieren. De regeling van werkzaamheden daar vindt pas over ongeveer een uur plaats. Dus als wij hier een uur verder zijn, is daar pas de regeling van werkzaamheden aangezien nu het vragenuur bezig is. Maar als er een debat komt – de kans op een dertigledendebat aan de overkant is groot – over de resultaten van de Eurotop en de invloed die deze hebben op het ESM, waar het naartoe gaat leiden, dan gaat ook de minister-president vragen beantwoorden. Wij hebben hier antwoorden van de minister van Financiën gekregen. Ik dank hem daarvoor en ook voor zijn toezegging, maar wat gaat er allemaal in het debat aan de overkant gebeuren? Dat weten we niet. Nu doet zich de curieuze situatie voor dat in de Tweede Kamer gedebatteerd gaat worden over een onderwerp dat al afgesloten is en waarover de beraadslaging misschien zelfs heropend wordt, en dat wij hier moeten gaan stemmen over antwoorden die de minister-president aan de overkant nog moet geven. Ik stel voor om af te wachten wat er uit de regeling van werkzaamheden komt en dan pas te beslissen of we hier gaan stemmen of niet.

De voorzitter:

Dat gaan we niet doen, om de doodeenvoudige reden dat de Tweede Kamer al gestemd heeft over dit pakket. Daarom is vorige week in deze Kamer over het pakket gesproken en ligt het hier nu ter besluitvorming voor. De Kamer heeft in overgrote meerderheid uitgesproken dat we er nu over gaan stemmen. Wat daarover nu verhandeld wordt aan de overzijde, zou een reprise kunnen krijgen aan deze kant, als daartoe aanleiding bestaat. Dat zal dan na het reces zijn. Dat is echter het vervolg op wat de Tweede Kamer al besloten heeft en waarover wij hier nu besluitvorming gaan plegen. Dus ook dit voorstel moet ik helaas naast mij neerleggen omdat het in strijd is met de normale en ordentelijke gang van zaken in deze Kamer. Ik ga nu het debat over dit onderwerp sluiten. We zijn al ruim over het kwartier dat de commissie hiervoor had voorgesteld.

Ik wil nu overgaan tot stemmingen. Over de drie wetsvoorstellen is hoofdelijke stemming aangevraagd.

In stemming komt wetsvoorstel Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2012, 28) (33221).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

De leden van de GroenLinks-fractie zullen voor het ESM-pakket stemmen. De overwegingen daarbij heb ik in het debat uitgebreid uiteengezet. De besluiten die tijdens de EU-top zijn genomen, hebben daar geen verandering in gebracht. Daarbij geldt dat, zeker gezien de toezegging van de minister, uitbreiding van het instrumentarium van het ESM ook aan deze Kamer zal worden voorgelegd, hetzij als verdragswijziging, hetzij als voorgenomen instemming met een besluit van de raad van gouverneurs. Ten overvloede merk ik nog op dat een verdrag of instrumentarium als het ESM altijd in ontwikkeling zal blijven. Er zullen voortdurend nieuwe ontwikkelingen zijn. Ik vertrouw erop dat wij die, waar nodig, steeds opnieuw zullen bespreken.

De heer De Lange (OSF):

Mijn fractie was verhinderd bij het debat vorige week. Wij zijn van mening dat het huidige voorstel een heel groot democratisch tekort vertegenwoordigt en dat ongespecificeerde maar ongetwijfeld heel grote risico's bij de Nederlandse belastingbetaler gelegd worden. Mijn fractie zal daarom tegen stemmen.

Vóór stemmen de leden: Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries, De Vries-Leggedoor, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld, De Boer, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Dupuis, Duthler, Engels, Essers, Flierman, Franken, Ganzevoort, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koole, Van der Linden, Lokin-Sassen, Martens, Meurs, Noten, Postema, Putters, Van Rey en Schaap.

Tegen stemmen de leden: Smaling, Sörensen, Van Strien, Vliegenthart, Van Dijk, Elzinga, Ester, Faber-van de Klashorst, Frijters-Klijnen, Machiel de Graaf, Marcel de Graaff, Holdijk, Klever, Koffeman, Kox, Kuiper, De Lange, Nagel, Popken, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers en Ruers.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 50 tegen 23 stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel Goedkeuring wijziging artikel 136 Verdrag werking Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben (33220).

Vóór stemmen de leden: Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Dupuis, Duthler, Engels, Essers, Flierman, Franken, Ganzevoort, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koole, Van der Linden, Lokin-Sassen, Martens, Meurs, Noten, Postema, Putters, Van Rey, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries, De Vries-Leggedoor, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld en De Boer.

Tegen stemmen de leden: Van Dijk, Elzinga, Ester, Faber-van de Klashorst, Frijters-Klijnen, Machiel de Graaf, Marcel de Graaff, Holdijk, Klever, Koffeman, Kox, Kuiper, De Lange, Nagel, Popken, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Smaling, Sörensen, Van Strien en Vliegenthart.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met 50 tegen 23 stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel Wijziging begrotingsstaat Financiën 2012 in verband met de instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) (33215).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Voorzitter. Dit is een gecombineerde stemverklaring. Het is wat de Partij voor de Vrijheid betreft echt een schande om te moeten constateren met welke vaart en graagte deze Kamer instemt met het belonen van slecht gedrag van EU-lidstaten en het weggooien van geld van de gewone Nederlander. Van Rompuy heeft zelfs vandaag nog gezegd: landen kunnen beslissingen over het ESM niet blokkeren. Vandaag geeft dus deze Kamer door te stemmen zoals nu gebeurt een groot deel van de Nederlandse natiestaat aan Europa. Dat vinden wij een schande.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf, ik heb u de kans gegeven om een stemverklaring af te leggen bij dit voorstel, maar u legt nu een verklaring af in algemene zin. Zou u zich willen beperken tot een stemverklaring over dit voorstel?

De heer Machiel de Graaf (PVV):

Ik heb nog één zin.

Daarom hebben de leden van de fractie van de Partij voor de Vrijheid tegen de vorige twee voorstellen gestemd en zullen zij dat ook doen tegen het voorstel dat nu voorligt.

Vóór stemmen de leden: Lokin-Sassen, Martens, Meurs, Noten, Postema, Putters, Van Rey, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries, De Vries-Leggedoor, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld, De Boer, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Dupuis, Duthler, Engels, Essers, Flierman, Franken, Ganzevoort, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koole en Van der Linden.

Tegen stemmen de leden: Nagel, Popken, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Smaling, Sörensen, Van Strien, Vliegenthart, Van Dijk, Elzinga, Ester, Faber-van de Klashorst, Frijters-Klijnen, Machiel de Graaf, Marcel de Graaff, Holdijk, Klever, Koffeman, Kox, Kuiper en De Lange.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met 50 tegen 23 stemmen is aangenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf over de moties.

De heer Reuten (SP):

Voorzitter. Ik heb twee stemverklaringen, over de moties op letters G en H.

Met de term "transparantie" uit de motie op letter H wordt waarschijnlijk bedoeld volledige informatie, duidelijkheid of helderheid, doch niet doorzichtigheid, wat een synoniem is voor de Nederlandse term "transparantie". Mijn fractie is geen voorstander van de knevelartikelen 12 en 13 tot 18 uit het verdrag. Maar nu ze er helaas zijn, is volledige informatie bij een noodfonds zoiets als dieven vertellen op welke dagen je niet thuis bent. De steun die het noodfonds kan verstrekken, verliest aan afschrikwekkende kracht naarmate speculanten precies weten wanneer landen steun krijgen en hoe de genoemde artikelen al dan niet worden toegepast. De motie is naar het oordeel van mijn fractie op dit punt onvoldoende doordacht, dus stemmen wij tegen.

Mijn fractie ondersteunt het hoofdpunt uit de motie op letter H, namelijk dat het verdrag zoals ieder ander zou moeten aangeven hoe de verdragsbeëindiging door een of meerdere verdragspartijen vorm zou moeten krijgen. Het benadrukken van juist de Nederlandse belangen acht mijn fractie overbodig, doch onvoldoende reden om tegen de motie te stemmen en dus stemmen wij voor.

In stemming komt de motie-Machiel de Graaf c.s. (33221/33220/33215, letter G).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV en de Partij voor de Dieren voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de SP, D66, GroenLinks, de ChristenUnie, de SGP, 50PLUS en de OSF ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Machiel de Graaf c.s. (33221/33220/33215, letter H).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de SP, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, D66, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik heb een mededeling van de Griffie aan de commissies: alle onderwerpen schuiven een halfuur op in het tijdschema. Dat is een gevolg van datgene wat wij zojuist verhandeld hebben. U mag een halfuur optellen bij de aanvangstijd die op het schema is vermeld.

Ik schors de vergadering in afwachting van de minister van Veiligheid en Justitie. Ik stel u in de gelegenheid om de minister van Financiën te feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Putters

Naar boven