De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de berichtgeving van de regering d.d. 29-06-2012 over de conclusies
van de Europese Raad van 28 en 29 juni jl. meldt: «Wel wordt het, wanneer het Europese
bankentoezicht is gerealiseerd, mogelijk om banken direct uit het Europese noodfonds
ESM te ondersteunen»,
constaterende, dat directe financiële steun aan banken vanuit het ESM op basis van
het huidige Verdrag niet mogelijk is en dat de regering dit op vragen van de Kamer
in de Memorie van Antwoord van 19 juni jl. als volgt bevestigt: «Het kabinet is van
oordeel dat rechtstreekse bijstand aan financiële instellingen op grond van voorliggend
ESM-Verdrag niet mogelijk is»,
overwegende, dat de Kamer zich niet heeft uitgesproken over de wenselijkheid dan wel
de onwenselijkheid van rechtstreekse bijstand vanuit het ESM aan financiële instellingen,
en dat de Kamer dit met deze motie evenmin doet,
vraagt de regering om een eventuele wijziging ex artikel 19 van het Verdrag voor zover
die in strijd komt met het huidige artikel 12, vooraf ter goedkeuring aan de beide
Kamers van de Staten-Generaal voor te leggen,
vraagt de regering de Kamer op korte termijn in te lichten over de wijze waarop een
eventuele wijziging van het ESM-verdrag bij een eventuele rechtstreekse bijstand aan
financiële instellingen gestalte gaat krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Reuten