5 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024 ( 36410-XV ).

De voorzitter:

Aan de orde is de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het jaar 2024. Ik heet de leden van harte welkom. Ik heet uiteraard de beide ministers in vak K van harte welkom. En uiteraard heet ik ook welkom de mensen op de publieke tribune en de mensen die thuis kijken. Ik zie een aantal mensen nu al naar voren komen, dus die ga ik zo het woord geven.

Ik wil echter nog heel even zeggen dat het vandaag een bijzondere dag is, omdat we om 12.30 uur een herdenking hebben in het kader van de recente gebeurtenissen in Israël. Dus dat vraagt ook van ons een beetje inspanning om een goed moment te vinden om even te schorsen. Het is, denk ik, nog iets te vroeg om ook meteen de lunchpauze eraan te plakken. Ik heb dus even de hulp van u allemaal nodig bij het vinden van een natuurlijk moment om te schorsen, maar ik zou in ieder geval uiterlijk om 12.25 uur willen schorsen. Zodoende heeft iedereen de gelegenheid om weer de plek in te nemen en kunnen ook de andere mensen deze kant op komen. Dus dat even aan de voorkant vanuit mijn zijde.

En dan zie ik de heer Stoffer al staan. Het woord is aan de heer Stoffer … Namens de SGP uiteraard.

De heer Stoffer (SGP):

Ja voorzitter, nog steeds. Ik heb een punt van orde. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen hebben wij een motie ingediend over de verhoging van de kinderbijslag met 250 miljoen euro. Vorige week is mij tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen een nota van wijziging toegezegd door het kabinet. Die nota zou er liggen voor aanvang van dit debat, en ik heb hem nog steeds niet. Ik kan dus eigenlijk niet aan het debat beginnen.

De voorzitter:

En wat is dan concreet uw verzoek?

De heer Stoffer (SGP):

Mijn verzoek is om die nota van wijziging te ontvangen voordat we beginnen. Ik beschik niet over het totaal. Het is een forse verbouwing van de begroting, dus ik moet hem hebben.

De voorzitter:

Ik kijk heel even naar de bewindspersonen. Ik weet namelijk niet of dat nu realistisch is, maar ik vraag of er ergens vandaag een moment is wanneer die nota van wijziging is voorzien.

Dus dat lukt niet meer vandaag. Lukt dat eventueel morgen?

Minister Van Gennip:

Ik begrijp dat daar nog een debat over loopt, waarbij het de vraag is of u dat in een amendement gaat gieten zoals dat ook met alle andere zaken gebeurt. Ik was persoonlijk natuurlijk niet bij de AFB, maar voor zover ik het weet, is dat het gesprek dat we vandaag voeren.

De voorzitter:

Met die toelichting kijk ik nog even naar de heer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):

Er ligt een toezegging van minister Kaag namens het kabinet. Mij is de vraag gesteld of dat per amendement kan. Ik ben afgelopen week tijdens de AFB en daarna klip-en-klaar geweest. Vanuit SZW wordt er telkens gevraagd of ik dit per amendement zou willen doen. Ik heb klip-en-klaar gezegd van niet; die nota moet er nu liggen. Die toezegging ligt er. Ik ga ervan uit dat het kabinet met één mond spreekt, dus de nota moet er nu zijn.

De voorzitter:

Oké. Dus u zegt dat de nota van wijziging er vandaag moet zijn en dat u anders het debat niet kan voeren.

De heer Stoffer (SGP):

Die nota van wijziging moet er nu zijn. Als er een toezegging wordt gedaan dat hij er aan het einde van de dag is, of voor mijn part morgen in de loop van de ochtend, dan kunnen we wat mij betreft doorgaan. Zo niet, dan wil ik toch nu schorsen tot het moment dat de nota er ligt.

De voorzitter:

Ik ga eerst kijken of dat haalbaar is. Het woord is aan de minister.

Minister Van Gennip:

Ik heb de tekst hier niet bij de hand, maar ik had begrepen dat mijn collega-minister Kaag heeft gezegd dat het de voorkeur van het kabinet heeft dat u dat per amendement doet, omdat er verschillende moties zijn aangenomen die allemaal in amendementen worden verwerkt, zodat er geen dubbelingen en geen overlap in zit. Bij verschillende moties is er namelijk discussie over de dekking. Daarom was bij de Algemene Financiële Beschouwingen de algemene tendens om het in amendementen te vatten.

De voorzitter:

Ik wil voorkomen dat we hier het hele debat gaan doen. Ik hoor hier eigenlijk uit dat het vandaag niet gaat lukken en dat wij allerlei discussies gaan voeren over hoe dat tot stand is gekomen. De heer Stoffer zegt: als dat vandaag of uiterlijk morgen niet lukt, dan wil ik het debat niet aanvangen. Dat is dan iets waar ik de Kamer voor moet aankijken. Is er een meerderheid voor om dit debat pas te voeren als die nota van wijziging er is? Consequentie daarvan zou zijn dat ik niet kan voorspellen wanneer het dan wel kan. Ik kijk heel eventjes.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik was wel bij de Algemene Financiële Beschouwingen. Ik heb de letterlijke teksten niet meer, maar er zat volgens mij nog wel een verschil in voorkeur tussen het kabinet en de heer Stoffer, waarbij de heer Stoffer overigens terecht naar een motie verwijst. Ik heb er zelf met de collega's voor gekozen om plannen te amenderen. Maar deze discussie moet in het kader van het debat plaatsvinden. Ik zou daarom niet dit debat willen opschorten. Ik begrijp de heer Stoffer goed, maar laat dat dan een discussie zijn tussen de heer Stoffer en het kabinet. Ik zou daarom niet de behandeling van de SZW-begroting willen opschorten.

De voorzitter:

Dan vat ik samen: geen steun voor het voorstel van de heer Stoffer.

De heer Van Kent (SP):

Ik zou een ander voorstel willen doen, want ik wil de heer Stoffer hier zeker in steunen. Mijn voorstel is om nu eventjes te schorsen en de minister de gelegenheid te geven om met het ministerie van Financiën contact te hebben om te kijken wat er mogelijk is en wanneer. Als we dat weten kunnen we namelijk ook een oordeel erover vellen of we dit debat nu wel of niet kunnen aanvangen.

De voorzitter:

Dus u steunt de heer Stoffer? Toch even een voor een, want ik ga niet met twee voorstellen werken. Steunt u de heer Stoffer of niet?

De heer Van Kent (SP):

Ik steun de heer Stoffer zeker, maar ik zou ook nog een tussenvorm werkbaar vinden, namelijk dat we nu even het debat nog niet beginnen, dat er even contact is met Financiën en dat we daarvan horen wat er wanneer mogelijk is.

De heer Smals (VVD):

Meneer Stoffer heeft gewoon gelijk. Dat is voor ons niet een reden om nu niet alvast te beginnen, maar ik wil hier wel gezegd hebben dat hij gewoon gelijk heeft.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Steun voor de heer Stoffer, maar eigenlijk voor het tussenvoorstel van de heer Van Kent om de minister nu iets meer tijd te geven om te schakelen met Financiën om te kijken wat er mogelijk is.

De heer Léon de Jong (PVV):

Als er een toezegging is gedaan door het kabinet aan een Kamerlid, dan moet die toezegging gewoon worden uitgevoerd. De heer Stoffer is zojuist naar de microfoon gegaan en heeft gezegd: het kan wat mij betreft ook aan het einde van de dag of morgen. De heer Stoffer is al heel erg meewerkend op dit punt. Ik vind principieel dat als er eenmaal een toezegging is gedaan aan een Kamerlid, men zich daaraan dient te houden.

De voorzitter:

Dat betekent ...

De heer Léon de Jong (PVV):

Dat betekent niet dat we niet nu zouden kunnen starten, want de heer Stoffer heeft aangegeven dat het wat hem betreft ook aan het einde van de dag of morgen kan.

De voorzitter:

Mevrouw Helder, BBB.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):

Pouw-Verweij.

De voorzitter:

Excuus!

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):

Het geeft niet. Allebei blond, zelfde fractie, lijken op elkaar.

De voorzitter:

Nee, excuus.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):

Ik denk dat het voorstel van de heer Van Kent het meest logische is op dit moment, dat er gewoon even tijd nodig is om te overleggen tussen de verschillende bewindspersonen en dat we daarna opnieuw kunnen overleggen met elkaar, afhankelijk van het voorstel waar het kabinet mee komt, wat we dan nu gaan doen. Eigenlijk is nu onduidelijk of er überhaupt een toezegging gedaan kan worden. Laten we eerst dat maar even duidelijk krijgen, dan weten we waar we over beslissen.

Mevrouw Palland (CDA):

Ik denk ook dat de heer Stoffer gelijk heeft, maar we hebben twee dagen ingepland hiervoor. Dat biedt dus ook nog wat ruimte. We hebben natuurlijk als Kamer ook niet heel veel tijd meer in deze periode, dus ik zou de behandeling hiervan wel graag willen starten. Volgens mij kan er ondertussen even gebeld worden met Financiën. We gaan nog schorsen een paar keer en kunnen daarna een terugkoppeling krijgen hoe het nu precies zit. Dan kunnen we altijd morgen nog verder zien of er dan een voorstel ligt of niet.

De heer Ceder (ChristenUnie):

De begroting kan niet uitgesteld worden. Wij willen graag dat de behandeling daarvan doorgaat. Ik ben niet bij de behandeling geweest, dus ik ken de toezegging niet die aan de heer Stoffer is gedaan, maar volgens mij kunnen we dat uitzoeken. Als de heer Stoffer gelijk heeft, dan moet het kabinet gewoon leveren, maar dat kunnen we volgens mij tussen nu en een paar uur te weten komen.

De voorzitter:

Dan ga ik toch even kijken naar de bewindspersonen. Is dit iets wat u binnen nu en tien minuten opgehelderd kan krijgen? Als dat niet zo is, zou ik toch willen voorstellen dat we beginnen. We hebben straks een schorsing voor de herdenking. We hebben ook nog een lunchpauzeschorsing. We kunnen het dus in die pauzes oplossen, tenzij het nu binnen tien minuten opgehelderd kan worden. Anders zou ik toch zeggen: laten we van start gaan met de eerste spreker. Ik kijk even naar de minister.

Minister Van Gennip:

Ik heb daar even de tijd voor nodig. Tien minuten is iets te kort. Het beste voorstel is volgens mij om gewoon te beginnen. Ik heb er even behoefte aan om het ook van mijn collega te horen, want ik had begrepen dat door mijn collega Kaag een duidelijke voorkeur voor een amendement is uitgesproken. U zegt hier bij monde van meerdere woordvoerders iets anders. Dat wil ik even goed uitgezocht hebben. Dan weten we waar we staan. Wat mij betreft kunnen we met het debat beginnen. Dan kom ik erop terug zodra ik hier duidelijkheid over kan verschaffen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zou ik dat willen voorstellen. Ik zie de heer Stoffer ook knikken. Dat willen we voorstellen. Ik denk dat mevrouw Kathmann er ook staat met een punt van orde voor aan het begin, maar dan gaan we zo dadelijk met de eerste spreker beginnen. Ik neem aan dat de ambtenaren meegeluisterd hebben. Zij kunnen dus wellicht achter de schermen al wat voorwerk doen. Dan komen we er na de schorsing op terug.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Ik heb ook een punt van orde, voorzitter. We ontvingen onlangs een brief van de staatssecretaris van Financiën over mensen met een WGA-uitkering, waarin stond dat de rechter heeft beslist dat zij ook recht hebben op arbeidskorting als het UWV de uitkering betaalt. Dat hebben ze namelijk nu al als de werkgever dat doet. Een halfjaar geleden hebben we om een brief gevraagd in de pv van SZW, maar nu lezen we in de beslisnota's dat er een scenario wordt uitgewerkt waarin beide groepen geen recht meer hebben op die arbeidskorting. Daarom loopt er weer een SO via de procedurevergadering van Financiën. Nu komt mijn concrete vraag. Morgen sluit de inbreng van dat SO. We willen heel graag de antwoorden van de minister en de staatssecretaris vóór het tweede WGO over het Belastingplan, want dat is eigenlijk het enige moment waarop we daar nog over kunnen spreken.

De voorzitter:

Ik kijk heel even naar een van de bewindspersonen.

Minister Van Gennip:

Dat ben ik. Help me even: is het tweede WGO over het Belastingplan dat van 23 oktober, dus over anderhalve week?

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Ja.

Minister Van Gennip:

Want er is er ook eentje op maandag.

De voorzitter:

Ik geef u nog heel even het woord, mevrouw Kathmann, maar eigenlijk is dit niet per se een punt van orde voor dit debat. Ik hoor wat u zegt buiten de microfoon. Dat snap ik, maar tegelijkertijd: dat lukt sowieso niet. Ik zou dus toch willen kijken of de minister dit even mee kan nemen en daar richting de Kamer op terug op kan komen. Ik zou nu toch wel willen aanvangen met het debat.

Minister Van Gennip:

Ik neem het mee. Ik begrijp waarom mevrouw Kathmann deze vraag stelt. Het is wel kort dag, dus ik kan het niet gelijk 100% beloven, maar we gaan kijken wat er mogelijk is. Ik begrijp waar uw vraag vandaan komt, want u wilt daar natuurlijk op kunnen reageren in het tweede WGO; dat is de 23ste, volgens mij.

De voorzitter:

Dank u wel daarvoor.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Dan nodig ik nu de eerste spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is de heer Léon de Jong namens de PVV. Voordat ik u het woord geef, heb ik nog een andere mededeling, iets wat goed is om te weten. Net als vorig jaar gaan we uit van acht vragen in beide termijnen. In de eerste termijn van de Kamer kunt u dus acht vragen stellen aan elkaar. Ik zal uiteraard proberen om een beetje mee te denken en coulant te zijn, afhankelijk van het debat, want we hebben ook een tijd in de gaten te houden. Zeker bij de mensen die hun interrupties kort houden, zal ik eerder genegen zijn om wat mee te bewegen en een extra vraag toe te kennen. Laten we voor nu in ieder geval uitgaan van acht vragen aan elkaar.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank. Er is zich een ongekend sociaal drama aan het voltrekken. Alle seinen staat op rood. Alles staat onder druk: de arbeidsmarkt, pensioenen, koopkracht, inkomen, bestaanszekerheid. Alles is onzeker geworden. Werkenden, gepensioneerden, chronisch zieken, jong en oud: dit kabinet heeft ze jarenlang keihard in de steek gelaten. Het heeft ze alle zekerheden afgepakt en heeft ze verder de rug toegekeerd, met alle gevolgen van dien. Grote groepen Nederlanders zitten in grote financiële problemen, verkeren in een diepe crisis en komen niet meer rond. Er zijn gezinnen die maximaal moeten bezuinigen omdat ze de boodschappen, de energierekening, de huur, de zorgkosten en een noodzakelijke tankbeurt niet of nauwelijks nog kunnen betalen. Gewoon rondkomen is in Nederland een luxe geworden. Dat is de bittere realiteit waar Nederlanders al jarenlang, dag in, dag uit, mee te maken hebben.

Voorzitter. De bestaanszekerheidscrisis is niet iets van de laatste tijd. Dit is ons niet zomaar opeens overkomen. Dit is niet een probleem van vandaag. Dit speelt al jaren, omdat politiek Den Haag wegkijkt en wel de mond vol heeft over bestaanszekerheid, maar ondertussen een betaalbare woning, een volle koelkast en een onbezorgde oude dag onbereikbaar maken. Dat zijn zaken die tot voor kort normaal waren, maar die nu voor veel mensen een bron van stress zijn. De cijfers laten dat al jaren zien. De PVV zal ze ook dit jaar weer onder uw aandacht brengen, want ze zijn te schokkend om van weg te kijken.

Volgens het Nibud heeft bijna 50% van alle Nederlanders moeite met rondkomen door de hoge vaste lasten, is 60% van de Nederlanders financieel ongezond of kwetsbaar, heeft een op de vijf Nederlandse huishoudens moeite met het betalen van de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud en is ruim de helft van de Nederlanders bezorgd over de hoge vaste lasten, omdat de torenhoge inflatie van de afgelopen jaren er keihard heeft in gehakt. Kijk alleen al naar de boodschappen. Die zijn in anderhalf jaar tijd met 31% gestegen, met als resultaat dat volgens het Rode Kruis zeker 400.000 mensen in onzichtbare voedselnood verkeren. Vorig jaar had 42% van de huishoudens te maken met betalingsproblemen, zoals een weigering van een automatische incasso en niet meer kunnen pinnen. 600.000 huishoudens hebben problematische schulden. Volgens het CPB leven er 830.000 huishoudens in armoede. De toekomst van onze jongeren is onnodig onzeker gemaakt. Er zijn honderdduizenden kinderen die in armoede moeten opgroeien. Sinds 2018 is het aantal jongvolwassenen dat grote moeite heeft met rondkomen, verdubbeld. Al deze cijfers laten je duizelen, en dan te bedenken dat bij de armoededefinities schulden bij bijvoorbeeld energiemaatschappijen of de Belastingdienst volgens het CPB niet eens worden meegewogen. De groep mensen die werkelijk in armoede leeft, is dus nog een stuk groter dan de cijfers ons doen geloven.

Voorzitter. Ik heb het niet alleen over gezinnen in een uitkeringssituatie. Ik heb het hier ook over mensen die keihard werken, een baan hebben, maar niet kunnen rondkomen en zich iedere dag opnieuw afvragen waar ze het eigenlijk allemaal nog voor doen, voor wie de grootste koopkrachtachteruitgang in 40 jaar er keihard in hakt, voor wie meer werken niet meer loont, maar wel hogere prijzen en lasten voor de kiezen krijgt. Ik heb het over de middenklasse, die niet één keer voorkwam in de troonrede en al jaren niet de waardering krijgt die ze verdient, maar ondertussen wel voor alles kan opdraaien. Mensen die na een dag werken niet eens een warme maaltijd op tafel kunnen zetten, slechts twee keer per week een paar minuten kunnen douchen, de kinderen noodgedwongen niet meer naar sport- of muziekles kunnen laten gaan. Mensen voor wie een gezellig dagje pretpark met het gezin met een lekker patatje en een colaatje er vaak niet meer in zit. Mensen die verjaardagen overslaan, geen feestdagen meer vieren, geen nieuwe kleding of nieuwe bril meer kunnen kopen, en wanneer de wasmachine kapotgaat dikke vette pech hebben omdat er geen spaargeld meer is om deze te vervangen. Mensen die niet meer naar de tandarts gaan, de kachel uit angst voor een nog hogere energierekening niet meer durven aandoen.

Gisteren nog kwam het nieuws naar buiten dat het energieverbruik onder huishoudens vorig jaar het laagste was in 50 jaar. Energiemaatschappijen zien groeiende problemen bij mensen die de rekening niet meer kunnen betalen. Deze gezinnen zitten dus letterlijk in de kou. Dat kan toch niet? Het leven is voor deze mensen echt onbetaalbaar geworden.

En wat te zeggen over de talloze alarmerende berichten over grote groepen economische daklozen, mensen die wel een baan en inkomen hebben, maar geen dak boven hun hoofd en noodgedwongen in een auto of bij vrienden moeten slapen? Het is echt verschrikkelijk.

Voorzitter. Waarom moeten we onze ouderen zo slecht behandelen? Waarom moeten volgens dit kabinet onze ouderen ook in financiële onzekerheid worden gestort? Eerst was er die verschrikkelijke pensioenwet, waardoor pensioen extreem afhankelijk wordt van de beurs, een casinopensioen, waarbij er gegokt wordt met 1.500 miljard euro aan pensioengeld. Van de beloftes voor een koopkrachtig pensioen komt helemaal niks terecht. Onze ouderen hebben al jarenlang te maken met koopkrachtachteruitgang. En nadat dit alles is gebeurd, komt het kabinet met een begroting waarbij onze ouderen met alleen AOW nog eens €60 per maand worden gekort, want dat is wat dit kabinet doet: €60 per maand afpakken van onze alleroudsten. Het is zó asociaal.

Voorzitter. Hoe is dit allemaal mogelijk in een welvarend land als de onze? Waar zijn we in hemelsnaam mee bezig? Hoe is het mogelijk dat we niet in staat zouden zijn om onze eigen mensen te helpen? Dat kan toch niet? We zijn een rijk land, dus aan het geld kan het niet liggen. Ik vraag het mij ieder jaar opnieuw af en op Prinsjesdag kreeg ik eindelijk het antwoord, klip-en-klaar van de minister-president zelf. In antwoord op een vraag van de media over de grote armoede in Nederland gaf hij aan: "Tegelijkertijd is het natuurlijk niet zo, zoals sommige andere partijen willen doen geloven, dat de situatie in Nederland onaanvaardbaar is."

Voorzitter. Volgens de minister-president en daarmee volgens het hele kabinet is de uitzichtloze situatie waarin al die huishoudens verkeren, al die mensen die niet meer kunnen rondkomen, dus niet onaanvaardbaar. Het is om je kapot te schamen, maar het laat ook zien dat alle praatjes over bestaanszekerheid voor de bühne zijn. We weten wat de werkelijke reden is voor het jarenlang niet adequaat compenseren en waarom mensen opnieuw voor de gek worden gehouden met valse koopkrachtbeloftes die nooit uitkomen, simpelweg omdat het voor dit kabinet dus niet onaanvaardbaar is dat zo veel mensen met grote moeite het hoofd nog maar net boven water kunnen houden.

Voorzitter. Nu hoor ik de ministers denken: we zijn toch met een koopkrachtpakket gekomen van 2 miljard euro, dus wat zeurt de heer De Jong nou eigenlijk? Dit pakket is een doekje voor het bloeden, maar bovenal een sigaar uit eigen doos: eerst pakt dit kabinet 9 miljard euro af om vervolgens 2 miljard euro terug te geven. Dat is wat het kabinet heeft gedaan. Dat zorgt dan volgens het kabinet voor een koopkrachtplus van 1,8%, maar als we goed kijken over de periode 2023-2024, dan zien we dat er slechts 0,7% overblijft. Dat voelen mensen dus helemaal niet in de portemonnee. We moeten nog maar helemaal afwachten of die kruimel überhaupt wel gegeven gaat worden. Koopkrachtbeloftes zijn nog nooit uitgekomen. En dat weten de mensen thuis maar al te goed.

Voorzitter. We moeten dus kijken naar wat er wel is gerealiseerd over de afgelopen jaren. Dat is ronduit slecht. Over de periode 2022-2023 was de koopkracht -3,8%. Dat is bijna 4% in de min, tegenover een economische groei van 5%. De koopkracht ging dus vet in de min, terwijl de economie gewoon groeide. Ook als we 2024 erbij pakken, dan zien we dat werkenden er in totaal over die periode 2% op achteruitgaan. Voor gepensioneerden is dat 2,1%. Ook gezinnen met kinderen gaan erop achteruit. Het staat gewoon in de stukken.

Ondertussen probeert dit kabinet ons met misleidende cijfers te doen geloven dat we er nu echt allemaal op vooruitgaan. Maar Nederlanders zijn niet gek; zij zien dat zij met een sigaar uit eigen doos in de maling genomen worden. Zij zien dat er ondertussen wel miljarden worden weggesmeten aan alles waar Nederlanders niets aan hebben. Zij zien dat er volgend jaar weer 6 miljard euro gaat naar Afrika, weer 7 miljard euro naar asiel, weer 11 miljard euro naar Brussel en, alsof dat allemaal nog niet genoeg is, zien zij ook dat er weer 60 miljard is vrijgespeeld voor klimaat en stikstof. Ze zien het niet alleen, maar ze voelen het ook.

Dat is een keiharde klap in het gezicht van al die Nederlanders die het financieel helemaal niet meer zien zitten, die iedere euro tien keer moeten omdraaien, maar alsnog niet uitkomen. En dat simpelweg, omdat dit kabinet het dus niet onaanvaardbaar vindt dat zo veel Nederlanders in de problemen zitten. Dat is echt absurd. Voor de PVV is het wel onaanvaardbaar. Wij willen dat mensen wél geld overhouden in de portemonnee, wél kunnen rondkomen en na een leven lang werken wél kunnen genieten van een onbezorgde oude dag. Het is tijd dat Nederlanders weer kunnen doen wat in een rijk land als het onze normaal zou moeten zijn: rondkomen en geld overhouden in de portemonnee om normaal van te kunnen leven, zonder de door de politiek veroorzaakte financiële stress.

Voorzitter. Daarom stellen wij de volgende zaken voor. Eén. Verlaag de btw op boodschappen naar 0%, zodat boodschappen weer wat betaalbaarder worden. Twee. Draai de verhoging van de energiebelasting op gas terug, zodat mensen hun kachel weer aan durven te zetten en niet meer in de kou hoeven te zitten. Drie. Draai de voorgenomen accijnsverhoging aan de pomp terug, zodat voor mensen die onderweg zijn naar hun werk, tanken weer wat betaalbaarder wordt. Vier. Schrap het eigen risico in de zorg, zodat mensen weer zonder angst voor de rekening naar de dokter durven te gaan.

Voorzitter. Dit merken mensen direct in de portemonnee. Mijn fractievoorzitter Geert Wilders heeft daar tijdens de Algemene Beschouwingen al voorstellen voor gedaan en andere voorstellen meegetekend die ook zijn aangenomen. Ook mijn collega Tony van Dijck heeft tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen hierover moties ingediend. Ook hebben we amendementen ingediend om de asociale afschaffing van de IO-AOW — u weet wel, dat financiële extraatje voor onze gepensioneerden — terug te draaien, net als de verhoging van de accijnzen op alcohol en tabak, die weer vooral de gewone man en vrouw keihard zal raken. De amendementen komen binnenkort in stemming en ik roep al die partijen die iedere keer weer de mond vol hebben van bestaanszekerheid, om deze voorstellen te steunen.

Voorzitter. We moeten natuurlijk ook die vreselijke pensioenwet terugdraaien. Het is een onverantwoorde wet die het pensioen van miljoenen Nederlanders afbreekt. Dat mogen we niet laten gebeuren. Deze historische fout van een meerderheid in deze Kamer moeten we herstellen. We moeten ervoor zorgen dat we het huidige stelsel behouden en verbeteren waar nodig door een reële rekenrente in te voeren, waardoor indexatie sneller mogelijk wordt, onnodige pensioenkortingen worden voorkomen en we het vertrouwen in ons pensioenstelsel voor jong en oud herstellen.

Voorzitter. Het beschermen van de verzorgingsstaat betekent ook stoppen met de gigantische immigratie. We kunnen het als land niet meer aan, het kost miljarden euro's per jaar. We hebben een enorm huizentekort. De sociale ontwrichting is enorm, dus stop ermee, direct. Daarom moeten we het volgende doen. Voer tewerkstellingsvergunningen in om de toestroom van arbeidsmigratie te stoppen. We hebben een miljoen mensen aan onbenut arbeidspotentieel die aan de slag kunnen. Zorg ervoor dat mensen meer uren gaan werken als ze dat willen. We zijn wereldkampioen deeltijdwerken. Als mensen een paar uur in de week extra werken, hebben we volgens onderzoek de krapte in het onderwijs en de zorg zo goed als opgelost. En zorg er nou eindelijk 'ns voor dat werken weer loont. Nederlanders hebben te maken met een enorme marginale druk. Van iedere euro die je extra verdient, betaal je al snel €0,90 aan belasting. Dan houd je dus maar €0,10 over. Dat is toch absurd? Dat motiveert toch helemaal niet? We willen toch dat zo veel mogelijk mensen aan de slag gaan? Los dit dan op. We hebben er een aangenomen PVV-motie over. Voer die motie dan ook gewoon uit.

Voorzitter. Dan het belangrijkste. Voer direct een asielstop in. Het is genoeg. We moeten kiezen. Willen we een verzorgingsstaat zijn, waarbij we voor onze eigen mensen kunnen zorgen, of willen we een immigratieland zijn, waarin alles kapotgaat? Ik kies voor het eerste.

Voorzitter, ik rond af. Ik heb hier vandaag namens de PVV opnieuw voorstellen gedaan om ervoor te zorgen dat Nederlanders weer wat ruimte krijgen in de portemonnee. Dat is heel belangrijk. Maar de echte, fundamentele veranderingen kunnen we bewerkstelligen op 22 november. Dan kunnen we Nederland echt gaan terugpakken en de Nederlanders weer op één zetten. Dat is wat er moet gebeuren. Reken maar dat het ook gaat gebeuren, want Nederlanders zijn het zat om uitgeknepen te worden. Ze zijn het zat om op de laatste plaats te komen. Ze gaan samen met de PVV hun land terugpakken. Ze gaan samen met de PVV Nederlanders weer op één zetten. Dat is wat er gaat gebeuren. Ik kan bijna niet wachten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Léon de Jong van de PVV. Ik zie mevrouw Kathmann namens de PvdA voor een interruptie.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Ik heb het hele betoog van de heer De Jong even afgewacht, omdat heel veel doelgroepen de revue passeerden. Over heel veel dingen zijn we het misschien oneens. Ik noem valse tegenstellingen tussen kwetsbare vluchtelingen en Nederlanders of voorstellen die worden gedaan om de koopkracht van mensen echt vooruit te helpen. Maar ik snap wel waar de heer De Jong voor opkomt. Mijn concrete vraag is dan ook: komt u vandaag ook op voor al die mensen in de sociale werkvoorziening die hier vandaag aanwezig zijn omdat ze al een jaar lang van het kastje naar de muur worden gestuurd, onder het minimumloon verdienen en letterlijk door de overheid van het ene overheidje naar het andere worden gestuurd en een onleefbaar loon hebben op dit moment?

De heer Léon de Jong (PVV):

Ja, volgens mij hoeft dat niet eens een vraag te zijn van de Partij van de Arbeid.

(Onrust op de publieke tribune.)

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een enkel moment.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik wil u verzoeken allemaal stil te zijn. De heer De Jong.

De heer Léon de Jong (PVV):

Ik begrijp heel erg goed dat deze mensen voor hun positie opkomen. De PVV is in de afgelopen jaren — volgens mij was mevrouw Kathmann van de Partij van de Arbeid daar bij — opgekomen voor de mensen in de sociale werkplaatsen. Wij hebben zelf ook aangegeven dat de minister zo snel mogelijk regie moet nemen om ervoor te zorgen dat er een normaal loon voor deze mensen beschikbaar komt. Dus ik vind het heel erg goed dat deze mensen voor hun rechten opkomen. Daar moet zo snel mogelijk aan worden voldaan. Ik vind dus inderdaad dat de minister als de sodemieter aan de slag moet gaan om voor deze mensen een goede cao te regelen, want ze wachten al jaren en het is een grove schande dat dat gebeurt.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw inbreng namens de PVV, meneer De Jong. Dan is het woord aan de volgende spreker van de zijde van de Kamer en dat is de heer De Kort namens de VVD.

De heer De Kort (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik kan me voorstellen dat de Kamer vol verwachting wacht op de bijdrage van collega Smals, want het zal zijn laatste bijdrage zijn, maar u zal het toch eerst even met mij moeten doen. Ik ben het voorprogramma voor de VVD. Daarna zal de slotact, Bart Smals, het woord voeren. Ik zal stilstaan bij de thema's rondkomen, inclusiviteit, de sw-bedrijven en arbeidsmigratie. En collega Smals zal ingaan op de hervormingen van de arbeidsmarkt, met in het bijzonder aandacht voor de zzp'er. En, hem kennende, ongetwijfeld ook iets over de pensioenen.

Het is voor steeds meer Nederlanders moeilijk om rond te komen. Daarom is het goed dat het kabinet kwam met, wederom, een enorm pakket van zo'n 2 miljard, om te voorkomen dat mensen door het ijs zouden zakken, in acute problemen zouden raken. Dat steunen wij dan ook van harte vanuit de VVD. Met name het kindgebonden budget, een effectieve maatregel die helpt om kinderen in armoede te voorkomen, of dat dat toeneemt en zelfs voor een deel afneemt. En ieder kind in armoede blijft er een te veel, maar wij steunen dat pakket van harte.

Maar ook de middeninkomens hebben het steeds lastiger. Daarom is op initiatief van de VVD de verhoging van de accijnzen aan de pomp tegengehouden per 1 januari. Ook dat vinden wij een heel belangrijk punt. Wij denken dat werk voor iedereen de oplossing is om op de lange termijn uit armoede te komen. Daarom wil ik ook graag een voorstel doen als het gaat om de inclusieve arbeidsmarkt. Want ik heb het al vaker gezegd hier in deze Kamer, maar ook daarbuiten: ik geloof in de talenten van iedereen, ongeacht zijn beperking of andere vormen van afstand tot de arbeidsmarkt. De beste IT-programmeur heeft vaak autisme. En de beste videograaf of fotograaf is vaak doof of slechthorend, omdat zij ooit voor detail hebben. Dus we moeten niet kijken naar de arbeidsongeschiktheid van mensen, maar juist naar de talenten en de arbeidsgéschiktheid.

De voorzitter:

Voor u verdergaat met uw volgende punt hebt u een interruptie van de heer Van Weyenberg, D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ja, voorzitter. Het ging net over die accijns. Klopt het nou dat ik het amendement van de VVD nog niet gezien heb, met een deugdelijke dekking?

De heer De Kort (VVD):

Als het goed is, is dat zojuist rondgestuurd. En de dekking komt uit de mkb-stimulering van levenlang ontwikkelen. Dus het is geteld. Maar goed, ik kom nu bij dit punt en dan kunt u nog vragen over die dekking stellen. Ik vind het belangrijk dat we, het mkb en de overheid, dit cofinancieren.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik bedoelde de andere. Sorry, voorzitter, dat ik de heer De Kort onderbreek. Dit gaat over zijn eigen amendement, maar hij had het er net over dat de accijns was geregeld, en daarover vroeg ik of het amendement al was ingediend. Excuus, als ik daar onduidelijk in was.

De voorzitter:

Dank voor uw toelichting. Ik kijk nog even naar de heer De Kort: kan hij daarop ingaan?

De heer De Kort (VVD):

Nee, daarvoor is geen amendement ingediend. Ik gaf aan, en heb me dan misschien versproken, dat we op initiatief van de VVD die accijnsverhoging op brandstof per 1 januari geen doorgang zullen laten vinden, en dat dat direct ook gevolgen heeft voor de portemonnee van heel veel Nederlanders.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik zal de Financiële Beschouwingen niet overdoen, over dat je dat dekt uit het Groeifonds, wat een bijzondere dekking is die mijn fractie niet zo verstandig vindt — en dan druk ik me mild uit. Maar ik ken de heer De Kort als iemand die ook altijd opkomt voor juist de kwetsbaren op de arbeidsmarkt. Nu is er uitgerekend dat die accijnsmaatregel zes keer meer voordeel heeft voor de hoogste inkomens dan voor de laagste inkomens. Dat kan ik zo moeilijk rijmen met de inbreng van de heer De Kort van vandaag.

De heer De Kort (VVD):

Die accijnsverlaging heeft direct invloed op die wijkverpleegkundige die in Zeeland noodgedwongen met de auto moet reizen. Die merkt dat direct, wanneer die gaat tanken. Die is direct van toepassing op de mkb'er die met zijn busje door het hele land reist. Dat is gewoon een hele belangrijke maatregel om ervoor te zorgen dat die middeninkomens in ieder geval direct in hun portemonnee merken dat de VVD, met ook steun van andere partijen, iets doet voor die mensen.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Als je met 1,2 miljard probeert mensen te helpen, kan je dat veel gerichter doen om juist de laagste en middeninkomens veel beter te begeleiden. Erkent de heer De Kort — en dat is dan een keuze van de VVD, wat mag, al ben ik het er niet mee eens — dat met deze maatregel de rijkste 10%, de 10% met de hoogste inkomens, vijf tot zes keer meer voordeel van deze maatregel heeft dan de groep die hij net noemde? Wil hij dat gewoon erkennen? Ik vind dat gewoon faire politiek. Uitgerekend zes keer meer!

De voorzitter:

Uw punt is helder, inderdaad. U hebt de Financiële Beschouwingen nog vers in het geheugen. Maar de heer De Kort.

De heer De Kort (VVD):

Die cijfers zijn bij mij niet bekend. Het gaat mij erom dat de wijkverpleegkundige die met de auto moet reizen, dat meteen merkt. De agent die met de auto naar zijn werk gaat en voor ons, voor onze veiligheid zorgt, merkt wanneer hij gaat tanken meteen dat die accijnsverhoging er niet is. Denk aan de mkb'er met dat busje. Die mensen hebben hier direct profijt van. Dat hebben we inderdaad vanuit het Groeifonds gedekt, maar daarnaast is er ook 14 miljard van het Groeifonds wel in het verdienvermogen van Nederland geïnvesteerd. Ik denk dat dit een goede dekking is, omdat we meteen iets kunnen leveren aan de mensen die dat nu keihard nodig hebben.

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, de heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ja, tot slot. Nogmaals, dat ik het niet eens ben met die maatregel en de dekking, is tot daaraan toe. Maar "ik ben niet bekend met de cijfers"? Met alle respect, ik heb net de ingestudeerde verdedigingslinie gehoord, maar de realiteit is dat dit zes keer meer een maatregel voor de hoogste inkomens is dan voor de mensen die zich zorgen maken over hoe ze naar hun werk komen. Dat begrijp ik heel goed. Ik hoop dat de heer De Kort zich daar dan nog een keer in wil verdiepen, want er zijn volgens mij veel betere manieren om deze mensen gerichter te helpen.

De heer De Kort (VVD):

Dit is een hele belangrijke maatregel voor de middeninkomens. Ik kan ook een hele rij opsommen van dingen die we gedaan hebben voor de laagste inkomens. Denk aan de verhoging van het wettelijk minimumloon met 10% en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Denk aan de energietoeslag voor minima. Denk aan iets wat helaas noodzakelijk is maar wel goed, namelijk het ontbijt op scholen. D66 wil hier de indruk wekken dat wij er niet ook voor de laagste inkomens zijn, maar wij hebben allerlei maatregelen gesteund, ook van harte, om te voorkomen dat zij in acute problemen raken. Wij zijn er ook voor die groepen.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer De Kort (VVD):

Ik was aangekomen bij inclusiviteit en dat ik geloof in de talenten van mensen. Ik was onlangs op bezoek bij Senzer, een sociaal werkbedrijf in Helmond. Het mooie wat ik daar zag, is dat mensen vanuit het sw-bedrijf worden begeleid naar reguliere werkgevers. Dat is niet altijd een gemakkelijke stap, maar wanneer dat lukt, is het natuurlijk een heel mooie stap in de persoonlijke ontwikkeling van de desbetreffende persoon. Dat ging gepaard met technologie. "Inclusiviteitstechnologie" noem het ik maar even: een virtualrealitybril die ervoor zorgt dat je een moeilijke handeling veel makkelijker kunt verrichten. Het ging hier om mensen die een IQ hadden tussen de 30% en 50%, dus een laagverstandelijke beperking. Ik zeg het wat oneerbiediger dan ik het bedoel, maar in het verleden zagen we te vaak dat ze bijvoorbeeld pennen in een doosje moesten stoppen. Dat was dus repeterend werk. Maar door technologie toe te passen, bijvoorbeeld met zo'n virtualrealitybril, maar er zijn ook andere mogelijkheden qua technieken, konden zij ineens een complexe assemblage uitvoeren. Daardoor gingen zij aan de slag bij VDL of een andere mkb'er in de regio.

Nou is VDL bereid geweest om in dit soort technieken te investeren. Het zijn wel dure technieken. Ik zou het mooi vinden als we kunnen stimuleren dat meer mkb'ers in dit soort technieken willen investeren, omdat het ook bijdraagt aan de eigenwaarde, want de persoon met een afstand tot de arbeidsmarkt werkt dan niet meer bij een sociaal werkbedrijf, waar overigens nog steeds heel veel goede dingen gebeuren. Maar wanneer hij met behulp van de techniek de stap kan maken naar een reguliere werkgever, zie je vaak dat er ook trots komt bij die persoon, nog meer dan voorheen, omdat hij hetzelfde embleem van het bedrijf draagt op zijn polo als de andere werknemers. Je ziet dat die een persoonlijke ontwikkeling doormaakt en meer sociale contacten krijgt. Zo gaan we ook echt naar een inclusieve arbeidsmarkt. Je ziet ook vaak dat dit de meest loyale arbeidskrachten zijn die er bij een mkb'er werken. Zou het niet mooi zijn, vraag ik ook aan het kabinet, als we tot een bepaald bedrag iedere euro die een mkb'er hierin wil investeren, vanuit de overheid verdubbelen? Ik denk dat het mes aan twee kanten kan snijden, want de mkb'ers schreeuwen om personeel. Overal merken we de krapte op de arbeidsmarkt. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt kunnen dan ook echt inclusief in plaats van exclusief aan de slag bij een werkgever. Ik zal daarvoor dus ook een amendement gaan indienen.

Voorzitter. Arbeidsmigratie is het punt waar ik nu graag naartoe wil. De VVD heeft al eerder aangegeven dat we meer grip willen op migratie, op alle vormen van migratie, dus ook op arbeidsmigratie.

Ik zou graag met u een reis door de tijd willen maken, om precies te zijn naar de jaren twintig van de vorige eeuw, naar mijn eigen regio, de regio Eindhoven. Want de verschillen in Nederland waren in die tijd erg groot. Er was welvaart en er was armoede. In het westen was er veel werkgelegenheid. In de regio Eindhoven kwam er steeds meer werkgelegenheid. De plaatselijke gloeilampfabriek Philips ontstond. Die had heel veel arbeidskrachten nodig. Niet veel later kwam DAF daarbij. Maar in bijvoorbeeld Drenthe, in het veengebied, was er veel armoede.

Ik las een verhaal over de familie Veldman. De familie Veldman was een jong gezin met maar liefst tien kinderen, waarvan de oudste 17 jaar was en de jongste nog geen negen maanden. Er was geen werkgelegenheid. Er was veel armoede. Er waren ook geen middelen om het gezin goed te onderhouden. In de plaatselijke krant stond een advertentie: arbeiders gezocht. Dat was voor die tijd eigenlijk een vorm van arbeidsmigratie. Zo ontstond in Eindhoven het Drentse dorp. In dat Drentse dorp kwamen mensen vanuit het toen nog armoedige Drenthe terecht in de regio Eindhoven, op zoek naar een nieuw bestaan. Maar Philips was selectief in wie er kon komen.

Die parallel zou ik graag naar nu willen trekken, want we moeten selectief zijn in welke arbeidsmigranten we gaan toelaten, en met name voor welke sectoren. Bij een plaatselijk hotel, hotel Grimme aan de Stationsstraat, vond de keuring plaats. De familie Veldman ging daarnaartoe, want daar werd er getest. Het was dan belangrijk dat de mensen gezond waren en dat ze niet in aanraking waren geweest met de politie. De familie Veldman kwam door die kritische selectie. Ze pakten de wagon naar Eindhoven om 07.30 uur 's ochtends en omstreeks 15.30 uur kwamen ze aan in de lichtstad. Voor een nieuw bestaan, want armoede maakte plaats voor een mooie toekomst en voor perspectief. Werkloosheid maakte plaats voor werkgelegenheid. En het houten kot maakte plaats voor een echt stenen huis. Dat is iets wat ik iedereen gun: toekomstperspectief. Ik denk dat werk daarvoor de oplossing kan zijn.

Dan terug naar arbeidsmigratie. Ik vind dat we kritisch moeten zijn op wie we hier toelaten. We moeten eerst kijken naar ons onbenutte arbeidspotentieel — we hebben nog 400.000 mensen in de bijstand — voordat we kijken naar arbeidsmigratie. Mijn vraag aan het kabinet is dan ook de volgende. Ik heb eerder een motie ingediend over kijken naar de competenties van mensen in de bijstand en dat direct delen met werkgevers. Mij bereiken signalen dat daar nog te weinig mee gebeurt. Welke stappen kunnen daarin nog ondernomen worden?

Ik had het over het onbenutte arbeidspotentieel, voordat we naar arbeidsmigratie kijken. We hebben ook nog 1 miljoen mensen aan de zijlijn staan met een beperking. Ik ben ervan overtuigd dat we hen, bijvoorbeeld met die inclusiviteitstechnologie, naar werk kunnen begeleiden en dat we hun die stappen en kansen op perspectief kunnen bieden.

De voorzitter:

Voor u uw betoog vervolgt, heeft u een interruptie van de heer Van Kent, SP.

De heer Van Kent (SP):

Dit verhaal is het verhaal van mijn opa en oma, die inderdaad vanuit Groningen naar Eindhoven kwamen. Mijn opa was technisch tekenaar bij Philips. Maar erkent de heer De Kort dat de arbeidsmigratie die we vandaag de dag zien daar niet mee te vergelijken is? Ik was een tijd terug in Boxtel, bij Vion. Daar werken honderden Roma's, die iedere dag met een busje vanuit Duitsland op en neer worden gereden naar Boxtel. Erkent de heer De Kort dat de arbeidsmigratie zoals we die nu kennen een industrie is waarvan uitzendbureaus en boeven rijk worden en waar bedrijven rijk van worden, en waarvoor gemeenschappen de rekening betalen? En erkent de heer De Kort dat het nodig is om beperkingen te gaan opleggen aan de migratie binnen de Europese Unie? Wil de VVD deze draai maken?

De heer De Kort (VVD):

Ik erken dat dit vergelijk niet volledig te maken is. Maar ik wilde juist het punt maken dat Philips kritisch was op wie ze wel of niet toelieten. Ik vind dat wij ook kritisch moeten zijn bij arbeidsmigratie. Niet voor niets kunt u in ons verkiezingsprogramma lezen dat wij pleiten voor een bedrijfseffectrapportage. Dan heb ik het dus over nieuwe bedrijvigheid. Te lang zijn de lusten vooral bij de werkgever terechtgekomen en de lasten bij de samenleving. Daar moeten we kritisch naar kijken, geven wij aan. Gisteren kwam er ook een wetsvoorstel van minister Van Gennip. Daar staan een aantal goede ontwikkelingen in. Ik denk dus echt dat we daar met elkaar stappen in kunnen zetten.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

Dat station zijn we allang gepasseerd. De Arbeidsinspectie geeft aan dat het dweilen met de kraan open is, dat ze het niet aankunnen. We zien dat er van Horst tot Boxtel tot Terneuzen grootschalige bouwprojecten in de planning staan voor de huisvesting van honderden arbeidsmigranten, terwijl de omgeving dat absoluut niet aankan en ook niet wil. De plekken waar deze mensen gaan werken, zijn bedrijven die alleen maar kunnen bestaan door de extreem lage lonen en door de arbeidsmigranten. Dit kan alleen stoppen als we nu ingrijpen. Ik wil de VVD daarom vragen om de SP te steunen, om de draai te maken en om te zeggen: ja, wij gaan beperkingen opleggen aan arbeidsmigratie binnen de Europese Unie. Is de VVD daartoe bereid, ja of nee?

De heer De Kort (VVD):

Alle voorstellen die de SP indient voor het aanpakken van malafide praktijken maken heel veel kans op steun van de VVD. Ik heb eerder al bijvoorbeeld het voorstel ingediend dat burgemeesters meer bevoegdheden moeten krijgen om malafide praktijken aan te pakken. We hebben ook gesteund dat de Arbeidsinspectie groter wordt, dus dat die meer middelen en mankracht krijgt om in te grijpen.

Dan het punt van de Europese Unie; daar wilde ik nu op ingaan. We hebben, terecht, vrij verkeer van personen, goederen en diensten. Dat heeft ons ook heel veel gebracht. Het punt dat ik wil maken — dat is in ieder geval onze lijn, de manier waarop wij naar de arbeidsmarkt kijken — is het volgende. Kijk eerst naar mensen in bijvoorbeeld de bijstand of de WW, het onbenutte arbeidspotentieel, mensen die aan de zijlijn staan, maar meer kunnen dan vaak gedacht wordt. Kijk dan binnen Europees verband. Want er zijn tekortsectoren, zoals techniek, bouw en zorg, waarvoor we altijd mensen nodig zullen hebben en waarin we de tekorten, gezien de demografische ontwikkeling, gewoon niet kunnen oplossen. Als dat ook nog geen oplossing biedt, kijk dan pas naar derdelanders, als laatste optie. Ik zie dat er voor bepaalde sectoren een war on talent gaande is — dat zie ik bijvoorbeeld in mijn eigen regio voor de techniek, bij ASML — en daarvoor kunnen we ook niet zonder arbeidsmigratie. Daarover zullen we van mening verschillen, maar op het punt van het tegengaan van die malafide praktijken kunnen de SP en de VVD elkaar vinden.

De voorzitter:

Ik zie dat er nog een vervolgvraag van de heer Van Kent is op dit punt.

De heer Van Kent (SP):

Nou, een conclusie, voorzitter, want dit hoor ik al heel lang van de VVD. Ondertussen zijn er bijna 800.000 arbeidsmigranten, vooral van binnen de Europese Unie, die op bepaalde plekken massaal worden gehuisvest en die tegen extreem lage lonen werken in bedrijven die vooral gericht zijn op export. Het zijn de arbeidsmigranten die daarvoor de prijs betalen en het zijn de gemeenschappen, de dorpen en de wijken, van Helmond tot Oss tot Riel, die daarvoor de rekening betallen. Daar vindt …

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Van Kent?

De heer Van Kent (SP):

... grootschalige huisvesting plaats. Ik zou echt van de VVD verwachten dat zij ook daar oog voor hebben en zeggen: ja, wij moeten nu een tijdelijke stop op arbeidsmigratie organiseren om dit op te lossen voordat er nieuwe mensen naar Nederland kunnen komen.

De heer De Kort (VVD):

Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg wel dat we een betere toekomst willen voor arbeidsmigranten en dat we kritischer moeten zijn. Daarom begon ik dit hoofdstuk met het verhaal van de familie Veldman. Philips was ook kritisch over wie er wel en niet naar het zuiden kon gaan. We moeten kritisch zijn op arbeidsmigratie. Ik wees al op de bedrijfseffectrapportage. Gisteren heeft mevrouw Van Gennip een voorstel ingediend en ik vind dat daar heel veel goede elementen in zitten. Dat voorstel gaat eraan bijdragen. Ik maakte ook een punt van de leefbaarheid in de wijk: de lusten zijn te vaak alleen bij de werkgever terechtgekomen en de lasten alleen bij de samenleving. Ik kom straks nog met een amendement om te kijken of we dakloze en zwervende arbeidsmigranten kunnen begeleiden bij en helpen met hun terugkeer.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie, die ook een interruptie heeft.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ik heb een beetje moeite met het VVD-verhaal. De VVD presenteert zich graag als een partij die grip wil op migratie. In 2004 werd de arbeidsmigratie geraamd op een aantal van tussen de 5.000 en 10.000 mensen. Inmiddels zijn het er 800.000, zoals de heer Van Kent terecht aangaf. Dat zijn geen asielzoekers. Dat is ongeveer 13%. Het merendeel bestaat uit arbeidsmigranten. Wat gaat de VVD nou doen om grip te krijgen op het aantal arbeidsmigranten? Ik heb het verkiezingsprogramma van de VVD doorgespit en daarin zie ik niets over de belastingvoordelen die er voor hen zijn. Wij subsidiëren arbeidsmigranten; die houden meer over en kunnen daardoor ook meer betalen voor hun huurhuis. Denk aan de ETK-regeling en de 30%-regeling. Dat zijn allemaal regelingen die de heer De Kort bekend zijn. Daarover staat helemaal niets in uw verkiezingsprogramma. Dus u subsidieert arbeidsmigratie. Mijn vraag aan de heer De Kort is als volgt: aan de ene kant presenteert de VVD zich, ook de komende weken, als een partij die zegt dat we grip op migratie moeten krijgen. Maar vanwege die voordelen is de VVD eigenlijk de grote aanjager van migratie, maar dan aan de kant van de arbeidsmigratie. Als de VVD het serieus meent met die grip op migratie, is de heer De Kort het dan met mij eens dat wij nu naar die belastingvoordelen moeten kijken en daar nu ook stappen in moeten zetten?

De voorzitter:

De heer De Kort is aan het woord. Ik zie dat niemand in aanmerking komt voor een bonusvraag gelet op de lange interrupties. Het woord is aan de heer De Kort.

De heer De Kort (VVD):

De VVD geeft aan dat we grip op alle vormen van migratie willen, ook op arbeidsmigratie. Wij zien die problemen vaak als het gaat om bijvoorbeeld de leefbaarheid in de wijk of als een arbeidsmigrant dakloos is geraakt. Dat zijn dan toch andere sectoren. Dan heb je het over sectoren met lagere lonen dan de sectoren waarop de regeling voor kennismigranten van toepassing is. Die regeling wordt in 2025 geëvalueerd. Dat is het moment om er iets van te vinden. En als je daar al iets mee doet, dan moet je dat in een internationale context doen. Die regeling is namelijk ook belangrijk voor ons vestigingsklimaat. Dan heb ik het wel echt over echte tekortsectoren. Ik woon zelf in Veldhoven. Ik zie dat ASML vacatures mondiaal uitzet, maar dat zijn echt uitzonderingen. Dan heb je het over kennismigranten. Dat is een andere discussie dan de leefbaarheidsproblemen die van toepassing zijn op arbeidsmigranten.

De voorzitter:

Dank u wel. Een vervolgvraag van de heer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Ik concludeer dat de VVD dus niets wil doen aan de belastingvoordelen. Dat is prima; dat is een keuze. Dan moet u niet doen alsof u grip op migratie wilt, grip op asielzoekers. Die maken 13% uit van het totaal. Eigenlijk blijft de VVD dus de aanjager van migratie als geheel. Sommige partijen hier zeggen dat die belastingvoordelen ervoor zorgen dat het aantrekkelijker is voor werkgevers om mensen uit het buitenland te halen. Dat is aantrekkelijker dan iemand die hier aan de zijkant staat aan te nemen. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door de VVD.

Dit is ook een woningmarktissue. Doordat iemand meer besteedbaar inkomen heeft, kan diegene meer betalen of overbieden om ergens een woning te krijgen.

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Ceder?

De heer Ceder (ChristenUnie):

Mijn vraag is of de VVD bereid is om als hier voorstellen liggen, daar nu al serieus naar te kijken. Er is genoeg onderzoek dat aantoont dat dit de prijzen opdrijft op de woningmarkt. Ook is het duidelijk dat het aantrekkelijker is om iemand uit het buitenland te halen dan om iemand aan te nemen die nu hier aan de zijkant staat. Is de VVD het met de ChristenUnie — en ik denk ook met de SP en nog wel andere partijen — eens dat er nu al stappen moeten worden gezet om zo echt grip op migratie te krijgen? Of laat u aan die kant de poorten open?

De heer De Kort (VVD):

Nee, want er lopen hier twee discussies door elkaar. Er is de discussie over de leefbaarheid in de wijken. Ik doe zelfs voorstellen — er komt zo een amendement — om die leefbaarheid in de wijken te verbeteren, om mensen te helpen met hun terugkeer en om ze te begeleiden. Dit alles heeft als doel om de leefbaarheid in die wijken te verbeteren. Ik heb eerder het voorstel ingediend om burgemeesters daarvoor in positie te brengen. Dat zullen wij doen, dat doen wij al en dat blijven we doen.

Dan over het belastingvoordeel. Wij zijn best bereid om daar iets aan te doen, als dat in een internationale context gebeurt. Wanneer je dat alleen doet als Nederland, verslechter je het vestigingsklimaat. Dat is ook weer niet goed voor onze economie en het verdienvermogen van Nederland. Dat houdt gewoon echte banen in, ook voor Nederlanders. En daar staan wij ook voor.

De voorzitter:

Meneer Ceder, tot slot op dit punt.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Het is goed dat iedereen dit hoort. Het gaat om 800.000 arbeidsmigranten ten opzichte van 50.000 tot 60.000 asielzoekers. Dan concludeer ik dat de VVD nog weinig wil doen aan de grote groep. Ik concludeer dat het verdienvermogen van Nederland boven grip op migratie gaat. Dat mag, dat is een keus. Maar dan wil ik u wel vragen om dat ook uit te dragen, ook in de voorstellen die u doet. Laten we er dan ook eerlijk over zijn dat de VVD in ieder geval de komende tijd nog niets wil doen aan de belastingvoordelen en dat zij pas in 2025 verder wil kijken. Dat is prima, maar dan wil ik wel dat wij en de mensen die kijken, dat weten. Dan wil ik dat voor de VVD "grip op migratie" niet echt grip op migratie betekent, maar grip op asielzoekers. Dat is prima, dat mag, maar laten we dan ook het eerlijke verhaal vertellen. Dat geldt ook voor de VVD.

De heer De Kort (VVD):

Ik kan in herhaling vallen, maar ik blijf bij mijn antwoord.

Voorzitter. Ik ga verder met de voorstellen die ik doe om terugkeer vanuit migratie …

De voorzitter:

Er is nog een interruptie van mevrouw Kathmann. Ik kijk ook even naar de klok. We hebben nog zes minuten. Ik doe een beroep op de leden om de interrupties kort te houden en ik vraag de heer De Kort om ook kort te antwoorden. Mevrouw Kathmann had overigens de vorige keer wel een korte interruptie.

Mevrouw Kathmann (PvdA):

Kort en concreet. Ik wil even naar de voorstellen. Ik heb hier de amendementen van de heer De Kort. Als het over de meest kwetsbaren in de samenleving gaat, dan ken ik de VVD niet altijd als een betrokken partij, maar de heer De Kort wel als een betrokken persoon. Nou ja, mensen maken de politiek, dus hij krijgt in deze commissie vaak het voordeel van de twijfel. Hij heeft twee amendementen ingediend waar ik best wel ver in mee wil gaan. Hij heeft het over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, soms met een fysieke beperking of met een lichte verstandelijke handicap. Die wil hij helpen. Maar dan wordt er voor de dekking geld gezocht bij andere kwetsbaren met een afstand tot de arbeidsmarkt of die een "Leven Lang Ontwikkelen"-traject moeten doorlopen. Datzelfde geldt misschien wel voor kwetsbare migranten, die zeker met verslavingszorg in aanraking komen. Misschien zijn die wel beter af in een veilige geborgen familieomgeving in een land van herkomst. Maar dan wordt dat ook weer gedekt met STAP-budgetten. Dat is het enige traject waar mensen gebruik van kunnen maken om iets van een opleiding te volgen zodat ze beter beslagen ten ijs de werkvloer op kunnen. Er wordt 300 miljard winst gemaakt. Waarom kiest de VVD er niet gewoon voor om het geld bij vermogenden te zoeken en om niet iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt vals met elkaar te laten concurreren? Als u andere dekking zoekt, eerlijke dekking, dan heeft u mij misschien wel aan boord.

De heer De Kort (VVD):

"Geen betrokken partij, maar wel een betrokken man." Ik weet niet of ik dat als een compliment of een belediging moet opvatten. Maar goed, het maakt ook niet uit. Wat betreft die groep met een afstand tot de arbeidsmarkt, hoop ik dat mevrouw Kathmann weet dat ik daar echt voor sta en daar echt iets voor wil betekenen. Ik ben de afgelopen dagen op zoek gegaan naar dekking. Ik ben ook met een andere dekking gekomen. Die heb ik u nog voor het debat gestuurd. Die dekking is nu gevonden in de mkb-stimulering, in plaats van in re-integratie UWV. Het blijft dan voor mkb'ers. Daar vind ik de dekking. Het mooie aan dit voorstel vind ik dat ik er geld voor vrijmaak, maar ook om cofinanciering vanuit het mkb zelf vraag. Van iedere euro van de overheid maken we er twee. We maken er dus ook meer geld van, juist voor de doelgroep die afstand heeft tot de arbeidsmarkt. Als het gaat om de dekking voor het amendement om dakloze arbeidsmigranten te helpen en te begeleiden bij hun terugkeer — ik zeg tegen de heer Ceder dat dat overigens ook bijdraagt aan het krijgen van meer grip op migratie — hebben we dekking gevonden in de SLIM-middelen. Daar zit 73,7 miljoen in. Ik wil 3 miljoen daarvan gebruiken als dekking om deze groep te helpen en te begeleiden naar het land van herkomst.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer De Kort (VVD):

Grip op migratie. Ik heb zojuist al toegelicht dat het te vaak voorkomt dat mensen op zoek gaan naar een goede toekomst, eigenlijk net als de familie Veldman vanuit Drenthe naar het zuiden. Mensen zijn op zoek naar een goede toekomst. Je ziet dat nu ook in Europees verband. Mensen komen bijvoorbeeld vanuit Oost-Europa naar hier. Die zijn ook op zoek naar een goede toekomst, naar perspectief, maar het lukt dan toch niet. Ze verliezen hun baan, raken dakloos en gaan rondzwerven. Dat leidt met name in de grote steden tot veel problemen. Er zijn goede stichtingen die heel goed werk leveren en deze mensen helpen en begeleiden. Ik zou graag een amendement indienen zodat we ze kunnen helpen om terug te gaan naar het land van herkomst. Er is vaak ook schaamte wanneer het niet gelukt is om hier aan die goede toekomst te werken. Er is echt wel specifieke begeleiding voor deze kwetsbare groep nodig.

Dan derdelanders. Ik zou graag willen onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat voor een remigratiebonus. Ik heb het dan dus over mensen van buiten de Europese Unie. Als ze hier werken, maar vervolgens geen werk meer hebben, zijn het eigenlijk geen arbeidsmigranten meer. Je spreekt dan van een migrant. Iedere situatie, ieder land is anders. Daar zijn ook andere afspraken voor. Vaak krijgen ze geen sociale zekerheid, terwijl ze wel meebetalen aan een verzekering met een premie. Ik zou graag onderzocht willen hebben of we die sociale rechten, waar zij aan meebetalen, kunnen uitkeren wanneer zij terugkeren naar het land van herkomst. Tot zover het voorprogramma, en nu komt de hoofdact: collega Smals.

De voorzitter:

Maar voordat we daaraan beginnen, nog los van de tijd, heeft u een interruptie van mevrouw Palland van het CDA.

Mevrouw Palland (CDA):

Het is terecht dat de heer De Kort wijst op de schrijnende situaties van sommige arbeidsmigranten, zoals dakloosheid als het werken ophoudt. Hij kiest ervoor om dan misschien te kijken of we de clubs die daarbij helpen, verder kunnen stimuleren, zodat die mensen toch weer thuis kunnen komen. Dat is op zich natuurlijk prijzenswaardig, maar dat is ook wel een beetje de curatieve oplossing. Ik zou toch ook preventief willen kijken. Hoe kunnen we nou voorkomen dat mensen in deze situatie belanden? Is de heer De Kort het dus ook met mij eens dat als arbeidsmigranten hiernaartoe komen, we dan sterker en scherper moeten gaan kijken, dat we voorwaarden moeten gaan stellen aan de werkgever: geen bed, geen business? Is hij het ermee eens dat er randvoorwaarden moeten worden gesteld als mensen hier komen? Wil hij daar ook stappen in zetten?

De heer De Kort (VVD):

Ja, ik ben het zeker met mevrouw Palland eens dat we preventief meer zouden moeten doen. Ik heb al voorgesteld dat er voordat we een vergunning toekennen bijvoorbeeld een bedrijfseffectenrapportage moet komen. De commissie-Roemer heeft er ook heel veel zinnige dingen over gezegd. Ook het wetsvoorstel van minister Van Gennip, dat gisteren is aangekondigd, zet daar goede stappen in. Ik wil daarover dus zeker meedenken en daar stappen in zetten. Maar we moeten iets doen voor de groep die hier nu eenmaal al is en dakloos is geraakt. Daar gaat dit voorstel op in. Ik hoop en ik denk dat dit gaat helpen om weer aan die toekomst voor de kwetsbare groepen te bouwen.

De voorzitter:

Dan dank ik de heer De Kort voor zijn inbreng namens de VVD.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Gelet op de tijd zeg ik het volgende. Het is nu 12.25 uur. Ik had gezegd dat we dan ongeveer moesten schorsen. Het vervolgprogramma van de VVD komt dus na de schorsing.

Voordat iedereen wegloopt, wil ik even iets toetsen. Van een aantal leden heb ik namelijk toch het verzoek gekregen om de lunchpauze te koppelen aan de herdenking, zodat er iets meer tijd zit tussen de herdenking en meteen weer die eerste spreker. Ik kijk heel even rond. Dat betekent dan dat we na afloop van de herdenking een halfuur gaan schorsen voor de lunch. Dan zullen we dus een wat langer middagprogramma hebben. Dan zal ik ook nog wel ergens tussendoor een kwartiertje schorsen. Maar ik kijk heel even of dat verder op bezwaren stuit. Zo niet, dan zou ik dat willen voorstellen.

Dan hervatten we een halfuur na afloop van de herdenking. Dan schors ik tot die tijd.

De vergadering wordt van 12.25 uur tot 12.31 uur geschorst.

Naar boven