9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De tijdelijke voorzitter:

Op verzoek van het lid Kooiman stel ik voor de motie op stuk 28684, nr. 349 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De tijdelijke voorzitter:

Op verzoek van de 50PLUS-fractie benoem ik:

• in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Defensie het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Financiën het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel het lid Krol tot lid en het lid Klein tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de algemene commissie voor Jeugdzorg het lid Klein tot lid en het lid Krol tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de contactgroep België de leden Krol en Klein tot lid;

• in de contactgroep Duitsland de leden Klein en Krol tot lid;

• in de contactgroep Frankrijk de leden Krol en Klein tot lid;

• in de contactgroep Verenigd Koninkrijk de leden Klein en Krol tot lid.

Op verzoek van de GroenLinks-fractie benoem ik:

• in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Van Ojik tot lid en het lid Sap tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van Ojik tot lid in de bestaande vacature en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sap;

• in de vaste commissie voor Defensie het lid Ojik tot lid en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Ojik tot lid in de bestaande vacature en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Tongeren;

• in de vaste commissie voor Financiën het lid Klaver tot lid in plaats van het lid Sap en het lid Sap tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Van Tongeren tot lid in de bestaande vacature en het lid Van Ojik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Tongeren;

• in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van Ojik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Tongeren tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Sap tot lid in plaats van het lid Klaver en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Tongeren;

• in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Van Ojik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Sap tot lid in plaats van het lid Klaver en het lid Klaver tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Tongeren;

• in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Klaver tot lid in plaats van het lid Sap en het lid Sap tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel het lid Ojik tot lid in de bestaande vacature en het lid Van Tongeren tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sap;

• in de algemene commissie voor Jeugdzorg het lid Sap tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

• in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de leden Van Toorenburg en Knops tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Omtzigt en Agnes Mulder tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Defensie het lid Bruins Slot tot lid in plaats van het lid De Rouwe;

• in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de leden Agnes Mulder en Geurts tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Omtzigt tot lid in plaats van het lid Knops en het lid Van Hijum tot lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Financiën het lid Van Hijum tot lid in plaats van het lid Knops;

• in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Geurts tot lid en het lid Knops tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Van Toorenburg en Knops tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Rog en Heerma tot lid en het lid Keijzer tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Van Hijum tot lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Heerma tot lid in plaats van het lid Van Hijum;

• in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Oskam tot lid in plaats van het lid Bruins Slot;

• in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Keijzer tot lid in de bestaande vacature en het lid Oskam tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Omtzigt;

• in de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel het lid Van Hijum tot lid in plaats van het lid Knops en het lid Van Toorenburg tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik:

• in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de leden Harbers en Leegte tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Van der Burg tot lid in de bestaande vacature en het lid De Liefde tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Defensie het lid Dijkhoff tot lid in de bestaande vacature;

• in de vaste commissie voor Financiën het lid Ten Broeke tot lid en het lid Schaart tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu de leden Lucas en De Boer tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden De Caluwé en Dijkhoff tot lid in de bestaande vacatures;

• in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Dijkhoff tot lid in de bestaande vacature;

• in de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel de leden Venrooy en De Liefde tot lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in het Presidium het lid Harbers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor om bij de plenaire behandeling van de begrotingen voor 2013 de volgende spreektijden te hanteren: VVD 410 minuten, PvdA 380 minuten, PVV en SP 240 minuten, CDA 220 minuten, D66 210 minuten, ChristenUnie 160 minuten, GroenLinks 140 minuten, SGP 130 minuten, PvdD en 50PLUS 120 minuten.

Het behandelschema van de begrotingen voor 2013 zal op de agenda bekendgemaakt worden.

Op verzoek van de SGP-fractie benoem ik in het Presidium het lid Bisschop tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dijkgraaf.

Daartoe wordt besloten.

De tijdelijke voorzitter:

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Afgelopen donderdag heeft er onder uw voortreffelijke leiding een stemming plaatsgevonden waarbij een motie van mijn hand is aangenomen waarin de Kamer in meerderheid heeft uitgesproken dat er gedurende de onderhandelingen geen minderjarige asielzoekerskinderen zullen worden uitgezet die langer dan vijf jaar in Nederland zijn. Ik heb nadat de stemming had plaatsgevonden twee dingen gevraagd. Ik heb gevraagd om de motie naar het kabinet te sturen ter kennisname, maar ook om een reactie te geven. Nu heb ik afgelopen vrijdag in de media allerlei reacties gehoord, maar geen brief gezien via de officiële lijn zoals dat hoort in de verhouding tussen parlement en regering. Ik wil dus het verzoek rappelleren en graag nog deze dag, uiterlijk vanavond, een brief ontvangen. Mocht die brief er niet komen, dan zit er niets anders op dan dat wij het kabinet vragen hier in het parlement uitdrukking te geven aan zijn gevoelens bij deze motie. Dan zie ik graag zowel de minister-president als de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel naar de Kamer komen, het liefst nog deze week gezien het spoedeisende karakter van dit onderwerp.

De tijdelijke voorzitter:

Vooralsnog rappelleert u gewoon de brief. Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik zeg nadrukkelijk dat wij vandaag die reactie willen hebben, anders ben ik morgen bij de regeling weer terug.

De tijdelijke voorzitter:

Dat komt in het stenogram te staan. Dat zullen wij vermelden.

Het woord is aan mevrouw Smits.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Afgelopen weekend presenteerde de Algemene Onderwijsbond een onderzoek waaruit blijkt dat ook dit jaar na de zomervakantie de klassen in het basis- en voortgezet onderwijs groter zijn geworden. De SP maar ook de Partij van de Arbeid, D66 en GroenLinks hebben hier al vele malen vragen over gesteld aan de minister. Daar hebben wij altijd slechte antwoorden op gekregen. Ik zou het dan ook fijn vinden als wij er eens een debat over kunnen voeren met de minister. Het is te belangrijk om te laten liggen.

De tijdelijke voorzitter:

U vraagt om een debat. Bestaat daar enige steun voor?

De heer Van Meenen (D66):

De fractie van D66 steunt dat verzoek met plezier.

De heer Beertema (PVV):

De PVV-fractie steunt het ook.

De heer Rog (CDA):

De fractie van het CDA zou graag eerst een brief ontvangen van de minister en daarna een debat voeren in dit huis.

De heer Bisschop (SGP):

Natuurlijk kunnen we hierover een debat voeren. Dat wordt dan het zoveelste debat. Dit verschijnsel doet zich al jaren voor. De urgentie van een debat ziet de SGP-fractie nog niet direct in. Dit is typisch iets wat bij de begroting van OCW behandeld moet worden, want het is een financiële kwestie.

De tijdelijke voorzitter:

Helder.

De heer Elias (VVD):

Nemen we dan ook mee dat vastgesteld is dat veel besturen een te ruime financiële buffer aanhouden, dat daar de problemen vandaan komen en dat zelfs in het blad van de Onderwijsbond staat dat rammelende bedrijfsvoering en te veel overhead vaak het probleem zijn?

De tijdelijke voorzitter:

Maar steunt u het verzoek?

De heer Elias (VVD):

Dan kan ik het verzoek steunen.

Mevrouw Smits (SP):

Dit lijkt mij een uitstekende aanvulling van de heer Elias.

De heer Elias (VVD):

Als we dat meenemen, kan ik het verzoek steunen.

De tijdelijke voorzitter:

De heer Elias steunt het verzoek.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

GroenLinks ziet de urgentie van zo'n debat wel. Wij steunen graag dit verzoek.

De heer Mohandis (PvdA):

Ook de Partij van de Arbeid maakt zich zorgen over deze ontwikkeling. Wij steunen zowel een brief als een debat.

De tijdelijke voorzitter:

Dan is er een meerderheid voor een debat. We plannen het in en zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Smits, u hebt nog een verzoek.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Ik zou graag van de minister van Sociale Zaken een brief over de kinderopvang ontvangen naar aanleiding van de uitzending van Argos afgelopen zaterdag. Ik wil dat hij op drie zaken ingaat. Ten eerste bleek uit de uitzending van Argos dat de GGD in vele gevallen sluiting van kinderdagverblijven adviseert, maar dat gemeenten daartoe niet overgaan. Wat vindt de minister daarvan? Ten tweede zou ik graag van de minister willen weten hoe hij de gevolgen ziet van de privatisering van de kinderopvang en wat er gebeurt als grote aanbieders, zoals Estro, een organisatie die werd genoemd in de uitzending, failliet gaan. Ten derde wil ik graag een reactie op het bericht dat steeds meer ouders het geld van de kinderopvangtoeslag niet besteden aan kinderopvang, maar aan andere dingen.

De tijdelijke voorzitter:

Wij zullen daarom verzoeken. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Uw verzoek om een debat zullen wij honoreren met spreektijden van vier minuten.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Smits (SP):

Uitstekend. Ik zou deze brief graag binnen twee weken ontvangen.

De tijdelijke voorzitter:

Ook dat zullen we vermelden.

Het woord is aan het lid Helder van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ik wil geen debat aanvragen over Haren en Hilversum, zoals staat vermeld op de documenten voor de regeling van werkzaamheden, maar een algemeen debat over straatterreur naar aanleiding van Haren en Hilversum. Dat komt er natuurlijk zeker bij aan de orde. Waarom vind ik een debat zo belangrijk? Ik heb maar even een citaat opgeschreven van de minister tijdens het afgelopen vragenuur: "We hebben het instrumentarium en dat was tot nu toe niet altijd erg succesvol." Dat lijkt mij een mooie reden voor een debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

De SP-fractie steunt het verzoek. Wel willen we heel graag het onderzoek van de commissie-Cohen meenemen in het debat, waardoor we wat meer informatie hebben en wij ook daarop in kunnen gaan.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Ik sluit mij graag aan bij de laatste woorden. Steun voor een debat, maar dan wel pas nadat de onderzoeksresultaten vanuit Haren bekend zijn.

De tijdelijke voorzitter:

Dat wachten we dan even af.

De heer Segers (ChristenUnie):

Hetzelfde geldt voor de fractie van de ChristenUnie.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Hetzelfde geldt voor D66.

De tijdelijke voorzitter:

Mijn voorstel is om op het onderzoek te wachten.

Mevrouw Helder (PVV):

Er is ieder geval voldoende steun. Hopelijk doet zich in afwachting van het onderzoek niet nog meer ellende voor. Anders betrekken we die er ook bij.

De tijdelijke voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van de fractie van D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Afgelopen maandag was ik bij de presentatie van de tweejaarlijkse Balans van de Leefomgeving. Een belangrijke conclusie van het planbureau is dat grote opgaven een herijking van het beleid vergen richting vergroening. Dat is een stevige conclusie. Daarom zou ik daarover graag een debat voeren met de bewindspersonen van landbouw, natuur en milieu. De fracties van de Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben mij gevraagd om dit verzoek mede namens hen te doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De rapportage van de Balans van de Leefomgeving is altijd belangrijk, maar we zijn gewend om die te betrekken bij de algemene politieke beschouwingen. Dat vind ik ook erg belangrijk, omdat je dan de brede impact van ons beleid op de leefomgeving kunt bespreken in het grote politieke debat. Nu is dat debat geschrapt en wordt het half voortgezet in het debat over de financiële beschouwingen. Mijn fractie wil de Balans van de Leefomgeving daarbij betrekken. Als het mogelijk is om die reactie voor volgende week te krijgen, zou dat mooi zijn. Ik zeg hier alvast dat wij dit debat bij de algemene financiële beschouwingen in elk geval ook willen aangaan.

Mevrouw Lodders (VVD):

Namens de fractie van de VVD stel ik voor om eerst de reactie van het kabinet af te wachten.

De heer Geurts (CDA):

Ik heb dezelfde opmerking als mevrouw Lodders: eerst een brief van het kabinet.

De heer De Graaf (PVV):

De PVV-fractie geeft geen steun voor een debat.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt de debataanvraag van D66.

De tijdelijke voorzitter:

Er is nog geen meerderheid voor het debat, mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik proef dat er wel steun is voor een debat als de brief van het kabinet daartoe aanleiding zou geven. Als die brief er komt, zal ik opnieuw het verzoek indienen, indien dat zo is.

De tijdelijke voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De tijdelijke voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Vandaag viel in Het Financieele Dagblad een oproep van de staatssecretaris van Europese Zaken, de heer Knapen, te lezen. Hij roept de Kamer daarin op om snel te komen met een visie op het terrein van de euro en van de ontwikkeling van de eurozone met het oog op de consultatie die door de voorzitter van de Europese Raad, de heer Van Rompuy, op dit moment plaatsvindt bij de verschillende lidstaten. Het gaat daarbij om de terreinen van de bankenunie en de toekomst van de muntunie. Staatssecretaris Knapen suggereert in die oproep eigenlijk een beetje dat Nederland de boot dreigt te missen. Kan het kabinet een brief hierover naar de Kamer sturen, waarin het schetst op welke wijze dit besluitvormingsproces precies tot stand komt, wanneer en hoe Nederland daarbij wordt geconsulteerd en of bij die consultatie nog steeds de brief van 7 september 2011 als uitgangspunt geldt? In laatstgenoemde brief gaat het over aandacht voor de versterking van het Europese toezicht en een stapsgewijze groei naar de bankenunie. Wij zouden de brief van het kabinet graag voor het AO Ecofin van 4 oktober aanstaande ontvangen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Pechtold (D66):

De fractie van D66 steunt het verzoek van de heer Van Hijum, dat nagenoeg compleet was, met de toevoeging dat ook de rol van de Kamer in die brief geschetst dient te worden.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Een brief is op zich oké, alleen is het altijd zo dat de regering regeert en de Kamer controleert. Dat is nog steeds zo als er een demissionair kabinet zit. De heer Knapen mag zich zijn oproep dus ook zelf aantrekken.

De heer Van Hijum (CDA):

Aan de hand van die brief kunnen wij uiteraard het debat hervatten en ter hand nemen. Dat is precies wat wij beogen.

De tijdelijke voorzitter:

Het is duidelijk. Wij hebben de conclusie al getrokken.

Mijnheer van Hijum, u had ook nog een tweede verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Ja, dat gaat over de begrotingsbehandeling. Volgende week starten wij met de algemene financiële beschouwingen. Daarna vindt de behandeling van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken plaats. Vorige week heeft mijn fractievoorzitter, de heer Van Haersma Buma al gevraagd aan de verkenner hoe de onderhandelingen over een nieuw akkoord zich verhouden tot de behandeling van die begrotingen. Vandaag viel in een ochtendblad te lezen dat er bij PvdA en VVD gedachten leven om de stemmingen over de begrotingen uit stellen. Het is de vraag om wat voor stemmingen het dan zou gaan: stemmingen over moties of amendementen. Wij stellen voor om de beide informateurs om een brief te vragen om inzicht te geven in de wijze waarop volgens hen de beide processen zich tot elkaar verhouden en hoe wij, gelet op de formatiepoging, tot een ordentelijke en zorgvuldige behandeling van de begroting kunnen komen.

De tijdelijke voorzitter:

Dit is wat ongewoon. Informateurs gaan overigens niet over stemmingen in dit huis, laat dat duidelijk zijn. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden aan de informateurs.

Daartoe wordt besloten.

De heer Harbers (VVD):

Ik heb nog een toevoeging. De heer Van Hijum kan vragen om een brief van de informateurs. Ik heb hetzelfde bericht gelezen, maar ik heb geconstateerd dat de Kamer zelf over haar agenda gaat. Mij is geen verzoek bekend om de algemene financiële beschouwingen van de agenda te halen. Volgens mij is het antwoord daarmee al gegeven.

De heer Van Hijum (CDA):

De heer Harbers weet ook dat wij niet alleen de begrotingen behandelen, maar dat er ook gestemd wordt en dat wij wel tot een zinvolle behandeling van begrotingen moeten kunnen komen en ook van de stemmingen over moties bijvoorbeeld.

De tijdelijke voorzitter:

Het is helder. Ik heb al een conclusie getrokken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik blijf het toch een enigszins merkwaardige procedure vinden om de informateurs iets te vragen over iets wat echt het proces in eigen huis raakt. Ik vind dit geen goede vraag om aan de informateurs voor te leggen.

De tijdelijke voorzitter:

Dat punt is bij dezen genoteerd. Het is geen vergezocht punt.

De heer Koolmees (D66):

De heer Harbers zei net dat wij volgende week de algemene financiële beschouwingen hebben. Gaan wij volgende week dan ook gewoon stemmen over de moties die bij de algemene financiële beschouwingen worden ingediend?

De tijdelijke voorzitter:

Over de moties gaan wij wel stemmen, maar dan een week later. Tenzij de Kamer iets anders wil.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Wij hebben de afgelopen week in de kranten gegoochel met de te verwachten stijging van de zorgpremies gezien. Zorgverzekeraars zeiden: het wordt een stijging van € 100. Het ministerie zei: het wordt € 20. Vandaag zegt de eerste verzekeraar: er komt geen enkele euro bij, want zorgverzekeraars maken onmaatschappelijk hoge winsten. Daarom wil de SP graag een debat over de premies, de winsten van zorgverzekeraars en de vraag hoe wij hiermee in de toekomst omgaan.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

D66 heeft op dit moment geen behoefte aan een debat. Het betreft een prematuur verzoek, want wij weten nog helemaal niets van de premies van andere zorgverzekeraars.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik sluit mij aan bij D66, maar ik kan mij indenken dat een brief wel op zijn plek is om een overzicht te krijgen van de stand van zaken.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij begrijpen de zorgen van de SP-fractie. Wij willen graag eerst een brief zodat duidelijk wordt wat er precies aan de hand is en daarna een debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het lijkt ons een heel mooi onderwerp om te bespreken tijdens de behandeling van de begroting van VWS.

De tijdelijke voorzitter:

Er is onvoldoende steun voor uw verzoek, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Als er wel een brief komt, wil ik daarin graag antwoord op de vraag wat de winsten van zorgverzekeraars zijn en waarom die niet gewoon jaarlijks publiek worden gemaakt. Het lijkt de SP helder: de zorgpremie moet aan zorg worden besteed en niet in de zakken van de zorgverzekeraar verdwijnen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De tijdelijke voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg van de fractie van het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Bij het blussen van branden blijken kostbare minuten verloren te zijn gegaan omdat de professionals moeten wachten totdat de vrijwilligers er zijn. Als elke seconde telt, gaan er dus minuten verloren. Daarover bericht het Algemeen Dagblad. Wij willen daarover graag een brief van de minister van Binnenlandse Zaken.

De tijdelijke voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De tijdelijke voorzitter:

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Gelet op onze verantwoordelijkheid voor het tot stand brengen van goede wetgeving heb ik er behoefte aan om mij nader te beraden op de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied (32768). Ik wil daar nog wat onderzoek naar doen. Ik vraag daarom om uitstel van de behandeling van het betreffende wetsvoorstel tot volgende week.

De tijdelijke voorzitter:

Daar moet dan wel een meerderheid voor zijn.

De heer Ziengs (VVD):

Het lijkt mij dat wij heel blij moeten zijn dat het onderwerp morgen al op de agenda staat. Ik geef daarom geen steun voor uitstel van het debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook wij hechten aan een snelle behandeling van dit wetsvoorstel. Ik kan mij voorstellen dat een week uitstel wel mogelijk is, maar volgende week zit de agenda volgens mij heel erg vol. Het debat moet dus hooguit volgende week plaatsvinden, maar als dat niet lukt echt wel morgen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik kan nu al mededelen dat het volgende week niet kan, want dan zijn de algemene financiële beschouwingen.

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb begrip voor het verzoek van de PVV, maar gelet op de agenda en het belang van het wetsvoorstel in kwestie, wil ik liever dat wij het wetsvoorstel morgen behandelen.

De tijdelijke voorzitter:

De heer Eijsink. Herstel, mevrouw Eijsink. Neem me niet kwalijk, excuses.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Waar kijkt u naar, voorzitter?

Dit wetsvoorstel had al in februari behandeld moeten worden. De behandeling van het wetsvoorstel heeft drie keer op de plenaire agenda gestaan, maar is telkens uitgesteld. Wij zijn al terecht door Brussel op onze vingers getikt. Wij moeten doorgaan, morgen alstublieft. Dat was eerder ook het verzoek van alle fracties in de Kamer.

De heer Knops (CDA):

Normaal gesproken heb ik sympathie voor een verzoek tot een week uitstel, maar gelet op uw antwoord houd ik liever vast aan deze week.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb geen bezwaar tegen uitstel.

De tijdelijke voorzitter:

Daarmee is er nog geen meerderheid voor het voorstel. Slecht nieuws voor u, mijnheer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Ik doe een beroep op de coulance van de collega's. Het gaat om goede wetgeving en ik begrijp dat iedereen het belang daarvan deelt. Het lijkt mij dat de behandeling van een wetsvoorstel waarvoor anderhalf uur is ingeruimd, ook volgende week mogelijk is. Als het een week later moet, vergaat de wereld ook niet.

De tijdelijke voorzitter:

Dat hoopt u. U hebt net al om coulance gevraagd, maar helaas hebt u die niet gekregen. Wij kunnen u dus niet helpen.

De heer De Roon (PVV):

Ja, maar ik kan de leden vragen om op hun schreden terug te keren.

De tijdelijke voorzitter:

U kunt de vraag ook tien keer stellen, maar dat gaan wij niet doen.

Het woord is aan de heer Tony van Dijck in zijn hoedanigheid als voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Wij hebben aanstaande donderdag een AO gepland over de septemberbrief pensioenen. Ik wil een vooraankondiging doen voor een VAO later op de dag.

De tijdelijke voorzitter:

Wij zijn gewaarschuwd. Is dat inclusief stemmingen?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nee, de dinsdag erna kan daarover gestemd worden.

De tijdelijke voorzitter:

Dinsdag gaan wij stemmen. Duidelijk, het staat genoteerd.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Vorige week bij het debat over de formatie is een punt blijven hangen. Het gaat over de vraag of de btw-verhoging die op 1 oktober ingaat nog uitgesteld kan worden. Wij hoorden de fractievoorzitter van de PvdA vertellen dat het nog geen 1 oktober is. Hij hield dus de hoop in de lucht. Daarom vernemen wij graag van de staatssecretaris van Financiën welke mogelijkheden er nog zijn en willen wij er nog deze week een kort debat over hebben. Dit verzoek doe ik mede namens de fractie van de SP.

De heer Van Vliet (PVV):

Aangezien de PVV de enige fractie is die de btw zelfs wil verlagen: kom maar op met dat debat.

De heer Bashir (SP):

Het lijkt mij ook een goed idee om dat debat nog deze week te houden, dus wij steunen het verzoek.

De tijdelijke voorzitter:

Wij wisten al dat de SP het verzoek steunde.

De heer Klein (50PLUS):

Wij steunen dit voorstel van harte. Het is van groot belang.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik begrijp dat het CDA eerst voor een wetsvoorstel heeft gestemd waarover het vervolgens opnieuw wil spreken, nu het inmiddels wet is. Wij steunen het verzoek niet.

De tijdelijke voorzitter:

Er is geen meerderheid voor een debat, mijnheer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan zet ik het om in een dertigledendebat met het verzoek het zo snel mogelijk te plannen, want de verhoging gaat op 1 oktober in.

De tijdelijke voorzitter:

Nee, u komt gewoon onderaan de lijst te staan. U bent nummer 23 met uw dertigledendebat.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan gaan wij straks de voorzitterskandidaten bevragen wat zij met dertigledendebatten doen.

De tijdelijke voorzitter:

O, u speelt het hoog!

De heer Omtzigt (CDA):

De maatregel gaat op 1 oktober in. Daarom willen wij dat debat voeren. Kan ik het anders omzetten in een interpellatiedebat? Helpt dat? Dat mag ook nog.

De tijdelijke voorzitter:

Nee, wij blijven niet aan de gang. Het maakt ook niets uit voor de volgorde der dingen. U blijft gewoon nummer 23.

Het woord is aan de heer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb net mondelinge vragen gesteld aan de minister over de controle op ID-kaarten. Zij heeft beloofd de controle daarop te verbeteren. Ik krijg graag een brief van de minister waarin zij rapporteert over de voortgang van die verbetering, voorafgaand aan de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken.

De tijdelijke voorzitter:

Is stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.