6 Vragenuur

Vragen van het lid Paulus Jansen aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht "Vrees voor boorputten in achtertuin".

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Ik sta hier voor alle zekerheid, want de afgelopen twee jaar hebben wij in deze Kamer regelmatig met de minister van EL&I gesproken over schaliegas. Veel mensen in Nederland maken zich ongerust over de milieueffecten van boringen naar schaliegas in hun achtertuintje. Om die reden is in de Kamer afgesproken dat er een onderzoek komt naar de milieueffecten en dat er wordt gewacht met het afgeven van vergunningen totdat dat onderzoek is afgerond, in de zomer van 2013. Toch verschenen afgelopen vrijdag in de media berichten dat er nieuwe aanvragen gedaan zijn door een Amerikaans bedrijf, BNK Petroleum, en dat er al vergunningen zijn afgegeven. Ik geef graag het podium aan de minister om voor eens en altijd die geruchten uit de wereld te helpen.

Ik doe daarbij een aanvullend verzoek. Niet alleen worden aanvragen gedaan voor mijnbouwvergunningen, maar ook voor omgevingsvergunningen, de oude milieuvergunning, op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Die worden verstrekt door lagere overheden, dus door gemeenten en provincies. Ik verzoek de minister om ervoor te zorgen dat gemeenten en provincies die vergunningverlening opschorten tot het onderzoek is afgerond om te voorkomen dat er op twee manieren wordt gereageerd op dit soort aanvragen. Het lijkt mij ook voor de bevolking goed om op dit punt klare wijn te schenken.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de heer Jansen voor zijn vragen. Ik was aanvankelijk verbaasd over het feit dat hij over dit onderwerp vragen ging stellen, maar gelukkig zei hij zelf al snel dat hierover eerder meerdere malen gesproken is. Een nieuw Kamerlid zou deze vragen meteen gesteld kunnen hebben, maar de heer Jansen loopt hier al langer rond en had dus kunnen weten dat al meerdere malen gezegd is dat er een onderzoek komt en dat er geen vergunning afgegeven wordt voordat dat onderzoek is afgerond. Het verbaasde mij ook dat de heer Jansen De Telegraaf blijkbaar serieuzer neemt dan de Staatscourant. Al op 21 mei jongstleden is de vergunningaanvraag in de Staatscourant gepubliceerd, maar toen was de heer Jansen stil. Nu het in De Telegraaf staat, loopt hij echter wel naar de microfoon. Blijkbaar neemt de heer Jansen De Telegraaf serieuzer dan de Staatscourant. Het zij zo.

Zoals toegezegd aan de Tweede Kamer zal ik geen enkele vergunning voor het boren naar schaliegas verlenen en geen boringen naar schaliegas toestaan voordat de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek dat wij met elkaar besproken hebben, is afgerond. Eerder was het mijn bedoeling om de onderzoeksvragen, die samen met gemeenten en andere belanghebbenden, zijn vastgesteld, rond deze tijd van het jaar beantwoord te hebben. Aangezien de belanghebbenden veel extra eisen gesteld hebben aan dat onderzoek, wordt de uitvoering daarvan duurder en valt het onder de regels van de aanbestedingswet. Dat onderzoek moet dus worden aanbesteed, zodat het niet wordt gegund aan iemand die wellicht een vriendje van ons is. Dat onderzoek komt er in elk geval. Zolang dat onderzoek niet is afgerond, wordt er geen vergunning verleend. De lezers en de kiezers van de SP kunnen gerust gesteld zijn: er zullen geen boringen plaatsvinden en geen vergunningen worden verstrekt totdat dat onderzoek is afgerond, ook niet in Gelderland.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Laat ik bevestigen dat de SP De Telegraaf heel serieus neemt, en de Staatscourant trouwens ook. Ik heb echter wel eens meegemaakt dat bewindspersonen voortschrijdend inzicht hadden. Het vragenuur is heel geschikt om dat even te checken. Overigens dank ik de minister voor zijn woorden. Hij zegt: ik houd stand, die vergunningen komen er niet voordat we zekerheid hebben en de conclusies uit het onderzoek door de Kamer worden gedeeld. Misschien kan de minister dat laatste nog even bevestigen.

Ik heb de minister verzocht om te bevorderen dat gemeenten en lagere overheden die vergunningverlening ook opschorten. Het maakt mensen onrustig als de minister zegt dat hij geen mijnbouwvergunning afgeeft terwijl er wel een milieuvergunning wordt afgegeven. Dat is voor buitenstaanders moeilijk te begrijpen. Er zijn wat technische complicaties, maar die moet de minister in overleg met zijn collega van Milieu en Infrastructuur kunnen oplossen. Is hij daartoe bereid?

Minister Verhagen:

Voorzitter. Er zijn twee punten. Ten eerste zeg ik toe dat als het onderzoek is afgerond, de resultaten daarvan met de Kamer zullen worden gedeeld. Dat is in lijn met hetgeen eerder gewisseld is en de wijze waarop dit dossier tot nu toe met elkaar is besproken. Die toezegging heeft de heer Jansen. Ten tweede is het verzoek gedaan om andere vergunningen, die niet door mij worden verstrekt maar door gemeenten of provincies, evenmin te verlenen. Dat kan ik niet toezeggen. Ik ga daar niet over; het is niet voor niets dat een gemeente een vergunning mag afgeven en niet het Rijk. Als het Rijk de vergunning afgaf, zou de heer Jansen mij terecht aanspreken. De vergunningen die ik afgeef of zou kunnen afgeven, verstrek ik niet totdat de resultaten van het onderzoek er zijn. Bij mijn weten heeft de SP bij de Provinciale Statenverkiezingen en bij de gemeenteraadsverkiezingen best wel aardig gescoord, dus er zullen in die gemeenten vast SP'ers zijn die het college van B en W aanspreken op het niet verlenen van een vergunning.

De heer Paulus Jansen (SP):

Is de minister het met mij eens dat het voor buitenstaanders erg onlogisch is dat het Rijk de vergunningverlening opschort terwijl gemeenten en provincies ermee doorgaan? Dat is uitermate onlogisch. Het minste wat de minister en zijn collega van Infrastructuur en Milieu, die gaat over de ruimtelijke ordening van Nederland, kunnen doen is de gemeenten erop wijzen dat het waarschijnlijk overbodig werk is, bureaucratie waarop niemand zit te wachten. Het zou buitengewoon verstandig zijn om te wachten tot er helderheid is en dan te bepalen of wij doorgaan of niet.

Minister Verhagen:

De heer Jansen weet dat ik iedere aanvraag voor een vergunning publiceer, zodat het bekend is dat er een vergunningaanvraag is ingediend. Ik zal geen enkele vergunningaanvraag in behandeling nemen. Ik zet dus geen enkele stap totdat het onderzoek volgend jaar is afgerond. Ik ben het op zich met de heer Jansen eens dat het logisch zou zijn als ook op lokaal niveau eenzelfde handelswijze werd betracht. Het is echter niet aan mij, maar aan de gemeenteraad en het college van B en W om dat uiteindelijk te doen. Qua logica ben ik het echter geheel met de heer Jansen eens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Volgens mij moeten we niet beginnen aan schaliegas. Gelukkig heeft de Kamer in elk geval gezegd, wat door de minister is bevestigd, dat er vanuit het Rijk geen vergunningen worden afgegeven totdat het onderzoek is afgerond. Als de minister het eens is met de redenering van de heer Jansen, die ik steun, dat het een beetje schimmig wordt als het Rijk niet en een aantal gemeenten wel meewerkt aan een bepaalde vergunningaanvraag, kan hij helpen om de onrust weg te nemen bij alle mensen die vrezen voor schaliegasboringen in hun achtertuin. Hij kan dat doen door actief een oproep te doen aan gemeenten en provincies door te zeggen: jongens, help nu even mee, van rijkswege wachten we totdat het onderzoek af is; geven jullie in de tussentijd nu ook geen vergunningen af want dat zorgt alleen voor ruis en onrust.

Minister Verhagen:

Om te beginnen maakt mevrouw Ouwehand een klein foutje door te suggereren dat de Kamer heeft gesteld dat er geen vergunningen mogen worden verstrekt. Ik heb dat gezegd en de Kamer heeft daarmee ingestemd. Aangezien er in Nederland onrust was ontstaan naar aanleiding van bepaalde schaliegaswinningen in de Verenigde Staten, overigens volgens een methode die hier niet is toegestaan, heb ik zelf gezegd dat ik wil dat er voldoende draagvlak ontstaat en dat ik derhalve een onderzoek wil. Mevrouw Ouwehand, u was in dat debat niet bij de beantwoording in tweede termijn. Dat herinner ik mij nog heel goed. U had toen een stelling en verdween. U hebt de verdere discussie toen dus niet bijgewoond; ik wel. Wat de logica betreft, heb ik de heer Jansen reeds gezegd dat ik het logisch zou vinden als de gemeenten, indachtig het besluit van de rijksoverheid om geen vergunningen te verlenen, geen dubbel werk deden. Het is echter aan de gemeenten om dat zelf te bepalen. Als wij in Nederland kiezen voor een bepaalde vorm van lokale autonomie, moeten wij dat respecteren. Als u nu een voorstel wilt indienen om deze bevoegdheid bij gemeenten weg te halen, wacht ik dat af. Vooralsnog zeg ik dat het logisch is, maar dat het aan de gemeenten is om het te bepalen.

De tijdelijke voorzitter:

Ik dank de minister van EL&I voor zijn aanwezigheid.

Naar boven