4 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over het mensenrechtenbeleid.

Ik stel voor om de leden van de Tijdelijke commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie decharge van hun werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden.

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar motie 33000-XVI, nr. 72 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • - het wetsvoorstel tot Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie (33146);

  • - het wetsvoorstel tot Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel en het aanbrengen van enkele vereenvoudigingen in het studiefinancieringsstelsel (33145);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES in verband met de registratie van incidenten (32857);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken) (33108);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PbEU L 207) (33132);

  • - het wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (32402).

Ik stel voor, aan de agenda toe te voegen het VAO kwaliteit van de jeugdzorg, macht van de gezinsvoogd, met als eerste spreker het lid Van der Burg van de VVD-fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik benoem in de klankbordgroep "Kosten en effecten klimaat- en energiebeleid" het lid Jadnanansing tot lid in plaats van het lid Dikkers.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid De Lange tot lid in plaats van het lid Samsom.

Het woord is aan de heer Ulenbelt, van de fractie van de Socialistische Partij.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik wil de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verzoeken om de komende dagen een maximale inspanning te leveren om de scheepswerf in Grave te redden. Hij heeft zich daar al mee bemoeid. Het leek allemaal rond, maar nu gaat er ergens ineens een stekker uit. Ik verzoek de minister om te bezien of hij deze stekker er weer in kan prutsen, en de Kamer daarover vóór aanstaande dinsdag een brief te sturen.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Wij steunen dat verzoek. Van de minister van IenM zouden wij graag ook nog een reactie in algemene zin krijgen over het creëren van een meer algemene vrijstellingsmogelijkheid, waardoor we er in dit land anders, handiger, slimmer mee zouden kunnen omgaan als bedrijven last hebben van dit soort regels.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ook onze steun voor de brief.

De voorzitter:

Mijnheer Ulenbelt, we zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, en dan komt die brief.

De heer Ulenbelt (SP):

Had ik al gevraagd of wij die brief vóór dinsdag, zeg 12.00 uur, kunnen krijgen?

De voorzitter:

Bij dezen, ook dat zullen wij vermelden.

Het woord is aan mevrouw Eijsink van de fractie van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Vandaag meldt De Telegraaf: "Defensie wist veel langer van straf sergeant". Waar gaat dit over? Sergeant Willem Poelstra is gerepatrieerd vanuit Kunduz naar Nederland vanwege een eerdere veroordeling tot een taakstraf. De zogenaamde "verklaring van geen bezwaar" heeft Defensie ingetrokken. Op 21 maart heeft de Kamer in overleg hierover gesproken, maar ook al veel eerder en veel langer.

Dit betekent het volgende. Mijn fractie wil graag een brief met een antwoord op de volgende vragen met betrekking tot de uit Kunduz teruggehaalde sergeant. Ten eerste was de sergeant eerder officieel verhoord door de bataljonscommandant. Kan de minister vertellen wat hieruit is voortgekomen?

Dan kom ik bij mijn tweede vraag. Iedereen die uitgezonden wordt, heeft een zogenaamde "NATO-clearance" nodig waarmee je in een vertrouwensfunctie alle ISAF-posten binnen mag in Afghanistan. Er is wel een NATO-clearance gegeven, maar toch wordt deze sergeant teruggehaald uit Kunduz. Wat vindt de minister hiervan?

De sergeant heeft vorig jaar in november een brief ontvangen van de Commandant der Strijdkrachten, niet de minste, waarin een bevordering wordt aangekondigd voor loopbaanfase 3. Dat is niet niks binnen Defensie. Dan heb je het goed gedaan en krijg je erkenning en waardering. Ook dit zegt echter nog niets.

Het laatste, maar zeker niet het onbelangrijkste punt is dat de minister op 9 maart de Kamer een brief heeft gestuurd waarin staat dat nooit meer iemand zal worden uitgezonden zonder verklaring van geen bezwaar, goedkeuring, onderzoek et cetera. De Kamer heeft hierover vier keer gedebatteerd. De sergeant is vorige week gerepatrieerd naar Nederland. De fractie van de Partij van de Arbeid wil voor morgen 12.00 uur een antwoord van de minister op de vraag wat er is gebeurd. Wellicht willen andere fracties die ook. Hoe kan dit gebeuren na de toezegging van de minister? Niets is voor de Kamer zo zwaar als besluitvorming over uitzending. Vervolgens wordt deze sergeant teruggehaald uit Kunduz. Hij zit nu thuis. Dat is onacceptabel voor de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u een brief wenst van de minister van Defensie.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Excuses voorzitter, ik heb het uiteraard over de minister van Defensie, maar ook over de regering. Dat spreekt voor zich.

De heer Bosman (VVD):

Wij steunen het verzoek van mevrouw Eijsink. Een en ander is namelijk volledig ongepast en de VVD-fractie wil er zo snel mogelijk helderheid over hebben. Steun voor een brief voor morgen 12.00 uur.

De heer Hernandez (PVV):

Ook mijn fractie steunt het verzoek van mevrouw Eijsink. We willen zo snel mogelijk een brief om duidelijkheid te geven over deze situatie.

De heer Holtackers (CDA):

De CDA-fractie steunt het verzoek om een brief.

De heer Van Bommel (SP):

De SP-fractie steunt dit eveneens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Bij een brief hoef je eigenlijk geen steun uit te spreken, maar in dit geval hecht ik er wel aan om dat toch te doen.

De voorzitter:

Daar zijn we heel blij mee. Mevrouw Eijsink, ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan mevrouw Venrooy-van Ark van de fractie van de VVD.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. In het regeer- en gedoogakkoord zijn afspraken gemaakt om zorgverzekeraars de AWBZ uit te laten voeren voor hun eigen verzekerden. Dit is zeer van belang om vraagsturing en kwaliteitsturing mogelijk te maken. De zorgverzekeraars zeiden recent in de media dat ze enthousiast zijn. De zorgaanbieders zien een en ander met zorgen tegemoet. Wij hebben kennis genomen van deze wisselende berichten en wij ontvangen graag een kabinetsreactie hierop. Als er dan toch een brief naar de Kamer komt, ontvangen wij ook graag een overzicht van de data waarop de Kamer hierover zal spreken.

Mevrouw Leijten (SP):

Over dat laatste gaat de Kamer helemaal zelf en niet de regering. We steunen het verzoek, overigens zonder het politieke enthousiasme dat de VVD heeft bij dit voorstel.

De voorzitter:

U wilt een brief zonder enthousiasme. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hernandez van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Hernandez (PVV):

Voorzitter. Vandaag stond op de voorpagina van De Telegraaf iets wat mijn fractie eigenlijk elk debat al roept: de NAVO leidt op voor de Taliban. De NAVO is doodsbenauwd dat 120.000 door ons opgeleide agenten of militairen zich tegen ons zullen keren met ons eigen geld als de troepenmacht daar weg is. Mijn fractie vindt dit dusdanig ernstig en dat ik hierover een dertigledendebat aanvraag met de minister van Defensie.

De heer Bosman (VVD):

Een bericht in de Telegraaf geeft niet altijd de waarheid weer. Ik ben er dus voorzichtig mee om er gelijk op in te springen. Ik stel voor om eerst een brief van de minister van Defensie te vragen met zijn zienswijze hierop.

De heer Van Bommel (SP):

In het algemeen overleg over de voortgang van de situatie in Afghanistan en Pakistan heb ik deze kwestie ook aan de orde gesteld. De minister heeft daar toen geen antwoord op kunnen geven. Het is een serieus probleem. In 2014 gaat de internationale gemeenschap daar weg en vervolgens blijft men daar werkloos, maar wel bewapend en getraind achter. Ik zie graag de brief tegemoet, zodat we er een serieus debat over kunnen voeren. We steunen dus het verzoek voor een debat en voor een brief.

De heer Holtackers (CDA):

Geen steun voor een debat, wel steun voor een brief over deze problematiek.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Steun voor een brief. Ik zou verder graag zien dat in deze brief ook wordt ingegaan op de top in Chicago, want daar wordt dit punt waarschijnlijk ook besproken. Dus eerst graag een brief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het is inderdaad al aan de orde geweest in het algemeen overleg. De minister heeft toen geen antwoord gegeven en daarom steun ik het verzoek om een brief. Zo spoedig mogelijk daarna moet er wat mij betreft een debat worden ingepland.

De voorzitter:

Mijnheer Hernandez, u hebt voldoende steun. Er staan nog 28 dertigledendebatten op de agenda. Dat betekent dat ik vrees dat het door u aangevraagde debat waarschijnlijk pas rond de kerst wordt gehouden. Is het een suggestie om de brief af te wachten en dan te bepalen wat u wilt gaan doen?

De heer Hernandez (PVV):

Voorzitter, dat is een goeie!

Ik houd toch maar vast aan mijn verzoek om een dertigledendebat te agenderen. Verder ben ik uiteraard ook akkoord met een brief. Laten wij het zo maar doen.

De heer Bosman (VVD):

Volgens mij is het te doen gebruikelijk om een brief af te wachten en om vervolgens te beslissen hoe wij verder gaan. Is het met andere woorden dus niet verstandiger om met het oog op de agenda op die brief te wachten?

De heer Hernandez (PVV):

Ik vroeg zojuist om een dertigledendebat en niet om een brief. Dat andere fracties om een brief hebben verzocht, vind ik hartstikke fijn, maar ik persisteer in mijn verzoek. Ik wil gewoon een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan zetten wij het op de lijst, met de aantekening dat het nog wel even zal duren. Die brief komt er in ieder geval. Daartoe zullen wij dit gedeelte van het stenogram van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd bedraagt drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Verhoeven van de fractie van D66.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Er stonden vanmorgen verontrustende berichten in Het Financieele Dagblad. Deze krant publiceerde namelijk een onderzoek onder 1700 ondernemers, waaruit blijkt dat de economie, de bedrijvigheid en het ondernemerschap van Nederland in gevaar zijn. En dat juist in een tijd waarin wij bedrijven, ondernemerschap en ondernemerszin zo hard nodig hebben! Deze ondernemers spreken hun zorgen uit over het gebrek aan visie, daadkracht en ondernemersgeest in Nederland en dat lijkt mij een goede reden om een debat aan te vragen met de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik steun het verzoek om een debat. Ik zou wel graag zien dat ook de minister van Sociale Zaken voor dit debat wordt uitgenodigd, omdat hij veel dingen doet voor ondernemers en daardoor van buitengewoon belang is voor het ondernemersklimaat. Ik neem aan dat de heer Verhoeven dat goed vindt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Uiteraard steun ik het verzoek om een debat. En ook ik vind het een goed idee dat de minister van Sociale Zaken voor dat debat wordt uitgenodigd. Werkgelegenheid en de maatregelen die het kabinet daaromtrent neemt, zijn immers zeer belangrijk.

De heer Koopmans (CDA):

Ik steun dit verzoek niet. De heer Verhoeven wil een debat over een enquête die het FD heeft georganiseerd. RTL houdt iedere dag enquêtes en die zijn voor ons ook nooit reden om een debat aan te vragen. De Telegraaf houdt overigens eveneens elke dag een enquête en als die allemaal tot een debat zouden moeten leiden, dan krijgen wij het alleen nog maar drukker. En dat lijkt mij geen goed idee.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek.

De heer Ziengs (VVD):

Ook geen steun voor een debat. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Koopmans. Het gaat om een enquête en die worden wel vaker gehouden.

De heer Van Bemmel (PVV):

Ik ken ondernemers als zeer ongeduldige mensen. Dat is voor hen een goede eigenschap. Het door de regering ingezette beleid steunen wij. Ik adviseer de heer Verhoeven verder om in de toekomst wat vaker te stemmen voor ondernemersvriendelijke moties. Ik steun het verzoek om een debat dus niet.

De heer Ulenbelt (SP):

Als ondernemende partij kunnen wij natuurlijk alleen maar onze steun uitspreken voor het verzoek van de heer Verhoeven.

De voorzitter:

Ook dat staat genoteerd.

Mevrouw Ouwehand, bent u ook lid van een ondernemende partij?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik moet eerlijk bekennen dat ik alleen maar naar voren ben gelopen, omdat de coalitiefracties en de gedoogpartner zo opzichtig voor dit verzoek gingen liggen. Als zij dat doen, dan spreek ik natuurlijk mijn steun voor dit verzoek uit!

De voorzitter:

U bent een goed mens!

Mijnheer Verhoeven, ik heb de balans opgemaakt en daaruit blijkt dat er geen steun van een meerderheid van de Kamer is voor uw verzoek om een debat.

De heer Verhoeven (D66):

Er resten mij dan nog een paar mogelijkheden. De SP en andere fracties stellen zich ondernemersvriendelijk op. VVD, CDA en PVV stellen zich op hun beurt alleen maar passief op en verschuilen zich achter halve waarheden. Dus ik zou dan toch willen zeggen dat in dit geval het echt van belang is om erover te spreken. Mijn gevoel zegt dat dit onderwerp ook over een paar maanden nog wel actueel is, dus ik laat het dertigledendebat, dat ik dan wel uit het vuur heb gesleept, staan. Ik wil op dat moment graag verder praten, onder anderen met de heren die nu weer bij de interruptiemicrofoon staan te wachten om hun oordeel te geven over ondernemend Nederland.

De voorzitter:

U zegt het wel te laten staan, maar ik had het woord dertigledendebat nog niet gehoord.

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb geen steun voor een debat, maar wel voor een dertigledendebat dus dan doe ik het daar in dit geval maar voor.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Als links en links-liberaal Nederland gaan vragen om een beter ondernemersbeleid, wat eigenlijk een feest op zich is, dan zou ik het verzoek om een brief van het kabinet als antwoord op deze feestelijke constatering dat links en links-liberaal Nederland eindelijk ook op ondernemerspunten gaan inzetten, graag willen steunen.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Steun voor de brief.

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Steun voor de brief. Ik zou de heer Verhoeven ook willen meegeven dat er veel AO's aankomen, onder andere over het bedrijfslevenbeleid, waarvoor dit misschien sneller geagendeerd kan worden.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Dan steun voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Als ondernemende partij steunt u ook dat. Dan is dit dertigledendebat nummer dertig.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter …

De voorzitter:

En een brief. We zullen dit gedeelte van het stenogram van de vergadering doorgeleiden.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. De brief is een goede eerste stap. Een partij die een brief serieus neemt, zou een onderzoek ook weleens serieus kunnen nemen. Dat vind ik hartstikke goed. Ik wacht de brief met veel spanning af en laat het dertigledendebat tot die tijd staan. Ik meld me hier weer op het moment dat de brief binnen is, dan kunnen we altijd nog kijken hoe we daarmee verder gaan.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. We hadden nog gevraagd om de minister van Sociale Zaken hartelijk uit te nodigen. Kunnen we dat nog afspreken?

De heer Verhoeven (D66):

Dat vind ik een afspraak waar ik graag op inga.

De voorzitter:

Dat is te zijner tijd, want de heer Verhoeven gaat eerst nog kijken of hij het dertigledendebat überhaupt laat doorgaan. En dan staat hij hier weer.

Goed. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dijkstra.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Er zijn grote zorgen bij ouders en kinderen over de overheveling van ziekenhuisverplaatste zorg voor kinderen tot 18 jaar uit de AWBZ naar de zorgverzekeraars. Er is zelfs paniek onder deze mensen. Ik verzoek daarom op korte termijn, het liefst dinsdag, om een brief van de staatssecretaris van VWS over de laatste stand van zaken. In die brief wil ik graag duidelijkheid over de volgende punten. Gaat de ziekenhuisverplaatste zorg voor kinderen inderdaad per 1 januari 2013 definitief over naar de zorgverzekeraars? Betekent dit dan dat kinderen en hun ouders de eigen regie over hun zorg verliezen, dus het pgb en de vergoedingsregeling persoonlijke zorg? Hoe staat het met de oprichting van de medische centra die deze kinderen moeten gaan begeleiden?

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Dit is een langslepend dossier waar we al vaker debatten over hebben gevoerd. De overgangsregeling waarin nu voornamelijk deze kinderen vallen, loopt al een jaar langer dan was aangekondigd. Ik zou ook graag willen weten wat het ministerie in de tussentijd heeft gedaan om deze problemen, die al vanaf 2009 en 2010 bekend zijn, op te lossen. Als die niet opgelost zijn, vraag ik de overheveling niet door te laten gaan.

De voorzitter:

U steunt de brief met een aantekening van extra zaken die u behandeld wilt hebben.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Wij zouden graag in de brief die mevrouw Dijkstra vraagt de door ons vanochtend gestelde vragen beantwoord willen zien.

De voorzitter:

Is algemeen bekend welke vragen u vanochtend heeft gesteld? Dat zijn de schriftelijke vragen wellicht?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het zijn de schriftelijke vragen die ik vanochtend heb ingediend.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Wij hechten ook zeer aan duidelijkheid, dus ik steun het verzoek om de brief met inderdaad ook de benadrukking dat de brief indien mogelijk dinsdag wordt gestuurd.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Wij steunen ook het verzoek om de brief en ook voor dinsdag.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik dacht dat u het vast wel wilt weten als er toezeggingen niet worden nagekomen door het kabinet. Het gaat over de duurzaamheidconferentie in Rio de Janeiro. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft de Kamer beloofd in april te komen met de inzet. Nu heeft het al op de agenda gestaan van de informele EU-raad. Daar hebben we schriftelijk overleg over gevoerd en tot onze grote verbazing kregen we als antwoord terug: ik geef geen antwoord op de vragen, want we kunnen het pas op 11 mei afstemmen in de rijksministerraad. Nu dacht ik: ik geef de staatssecretaris de gelegenheid om het te doen. Ik kan natuurlijk een VSO aanvragen maar volgens mij is er vrijdag een ministerraad. Ik wil een brief waarin de staatssecretaris aangeeft dat hij de inzet vrijdag daar bespreekt. Wij kunnen de inzet dan volgende week in de Kamer hebben zodat de staatssecretaris zijn toezegging niet heeft gebroken. Dat lijkt mij de beste suggestie die ik vanaf hier aan hem kan doen. Ik vraag u dus om die suggestie door te geleiden, voorzitter.

De voorzitter:

Met alle soorten van plezier. Het gaat om de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, neem ik aan?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, dat klopt.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van de fractie van D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. De gemeente Reimerswaal heeft er in de pers voor gewaarschuwd dat door het kabinetsplan voor natuurcompensatie voor de Westerschelde installaties en spiksplinternieuwe gebouwen van drinkwaterbedrijf Evides moeten wijken. Evides geeft aan dat de totale waarde van deze installaties zo rond de 20 mln. ligt. Daarom krijg ik vanavond graag een brief over de exacte gevolgen en verborgen kosten van de tweede Blekervariant. Overigens heeft mij net een bericht bereikt dat er vanavond een interpellatie plaatsvindt in het Vlaams parlement met de inzet dat Vlaanderen niet bijdraagt aan de kosten van de tweede Blekervariant. Ik vraag de regering om vanavond nog op de uitkomst van deze interpellatie te reageren, voor het debat dat wij morgenochtend hebben over de Hedwigepolder.

De voorzitter:

Moet de brief nog van een speciaal iemand komen?

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Van de staatssecretaris van EL&I.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Heel erg veel steun voor de brief over beide kwesties. Ik krijg daarbij graag een beeld van de financiële consequenties van beide zaken.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat is de essentie van de vraag, ja.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Namens collega Koppejan nog veel meer steun, de allermeeste steun voor deze brief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Namens de fractie van GroenLinks spreek ik altijd één keer meer steun uit dan de CDA-fractie voor dit verzoek!

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Vanzelfsprekend steun, maar ik heb gisteren bij de regeling van werkzaamheden gevraagd om de juridische adviezen die op het hoogste ambtelijk niveau aan de staatssecretaris zijn versterkt. Ik zou die graag bij het debat van morgen betrekken. Wilt u de staatssecretaris aan dat verzoek herinneren en hem erop wijzen dat ik het graag vandaag binnenkrijg?

De voorzitter:

Dat wilt u ook vermeld hebben in de brief, naar ik begrijp.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ook van mij volop steun. Ik had gisteren ook al de nodige vragen gesteld, net zoals anderen. Kunnen wij daarop vanavond om 18.00 uur antwoord hebben, zodat wij het debat van morgen goed kunnen voorbereiden?

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank voor de steun, zeker voor die van de CDA-fractie. Ik ga er ook van uit dat zij vasthoudt aan de eis dat het alternatief niet duurder mag worden. De heer Van Gerven noemde een tijdstip. Het is dan misschien handig om te differentiëren. De interpellatie in het Vlaamse parlement is wellicht later afgelopen dan 18.00 uur. Ik wil in ieder geval daarop een reactie. De overige informatie krijg ik graag zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Dat laten wij dan even over aan het kabinet. Wellicht krijgt de Kamer dan twee brieven, maar dan geldt: hoe meer, hoe beter.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja, prima.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven