Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 24 november 2010 over het spoor.

De voorzitter:

Ik heet minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus welkom. Er hebben zich vier sprekers aangemeld. Wij werken volgens het kerstregime. Ik meen dat ik niet nader hoef uit te leggen wat dat betekent. De heer Bashir is de eerste spreker.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog geen afdoende back-up is voor de verkeersleiding voor het spoor;

overwegende dat in 2009 de minister aangaf dat er een back-up zou komen die ook bij brand zou ingrijpen maar nu blijkt dat ProRail deze back-up toch niet realiseert;

verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek te doen naar de redenen waarom er nog steeds geen goede back-up is, of de huidige plannen voor een back-up afdoende zijn en welke nieuwe mogelijkheden voor een goede back-up van de verkeersleiding van ProRail er zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 239(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de raad van commissarissen van ProRail onderzoek heeft laten doen naar het verhogen van de salarissen van de directie van ProRail;

overwegende dat de wens van de regering en de Tweede Kamer al enige tijd is dat de salarissen van de top van ProRail beter zouden moeten aansluiten op de salarissen in de publieke sector en daarmee het onderzoek volstrekt overbodig is;

verzoekt de regering om de kosten van het onderzoek van HayGroup naar de beloningsvergelijking van het directieteam van ProRail en de hierop volgende second opinion van Towers Watson te laten betalen door de directie en/of de raad van commissarissen van ProRail,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 240(29984).

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het spoor door meer gebruik van groene stroom een bijdrage kan leveren van 2 Mton aan de Nederlandse CO2-reductiedoelstellingen;

overwegende dat voor het halen van het bindende EU-doel van 14% duurzame energie in 2020 ongeveer 35% duurzame elektriciteit nodig is,

verzoekt de regering, in de nieuwe concessie voor het hoofdrailnet de eis voor het gebruik van groene stroom voor 2020 gelijk te stellen met de doelstelling van 35% duurzame elektriciteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 241(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat station Emmen Bargeres weliswaar nog even open blijft, maar nog steeds op de nominatie staat, gesloten te worden;

constaterende dat woningbouw en wegen rond het nog te openen station Emmen Delftlanden vooralsnog grotendeels ontbreken;

constaterende dat de Kamer nog niet beschikt over het door de regering aangekondigde nader onderzoek van de provincie Drenthe naar het vervoerspotentieel van het openhouden van twee stations;

overwegende dat de vervoerswaardeanalyse in de RMCA laat zien dat Emmen Bargeres blijvend een hogere vervoerswaarde zal hebben dan Emmen Zuid;Grashoff

verzoekt de regering, ProRail op te dragen om de stationsinfrastructuur van Emmen Bargeres vooralsnog in stand te blijven houden, zodat nieuwe inzichten en ontwikkelingen die zouden kunnen voortvloeien uit het toegezegde vervoersonderzoek, de lopende integrale capaciteitsanalyse en de groeiambities van de nieuwe vervoerder daadwerkelijk de kans krijgen, inclusief de mogelijkheid om Emmen Bargeres blijvend te bedienen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 242(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer in de motie-Cramer/Koopmans (31305, nr. 114) heeft gevraagd om een integraal onderzoek voor het complete spoorsysteem (infrastructuur, beveiliging en treinen) naar mogelijkheden voor verdere energiebesparing, inclusief een kosten-batenanalyse;

constaterende dat NS een duurzaamheidsprogramma heeft uitgewerkt en ProRail een energiebesparingsplan, maar dat er geen sprake is van een integraal plan met een kosten-batenanalyse;

constaterende dat in het energiebesparingsplan van ProRail verschillende energiebesparingsopties zijn afgevallen omdat hiervan geen recente onderzoeksgegevens beschikbaar zijn en omdat energiereductie bij deze opties niet het beslissingsargument tot uitvoering vormt;

overwegende dat het aanpassen van spoorbogen onnodig afremmen van treinen voorkomt en daarmee ook energie bespaart in gevallen dat er geen sprake is van een vertraging en deze afgevallen maatregel daarmee bijdraagt aan de betrouwbaarheid van de dienstregeling;

constaterende dat door ProRail nog niet in kaart is gebracht of teruglevering van energie ook mogelijk is naar het net in plaats van alleen naar treinen;

verzoekt de regering, de spoorpartijen (ProRail, NS en overige vervoerders) opdracht te geven, tot een integraal energiebesparingsplan te komen waarbij gekeken wordt naar het spoorsysteem als geheel en waarbij ook baten voor reizigers worden meegewogen in een kosten-batenanalyse,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 243(29984).

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Het was een zeer omvangrijk algemeen overleg maar ik heb toch nog de behoefte om de Kamer op vier punten om een uitspraak te vragen. Vandaar de volgende moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 2008 een quickscan regionaal spoor is opgesteld en dat enkele kortetermijnknelpunten uit deze quickscan momenteel worden aangepakt;

overwegende dat uit de quickscan blijkt dat er ook na deze maatregelen veel knelpunten blijven op het regionale spoor en dat dit wordt bevestigd door de rapportage NMCA Regionaal Openbaar Vervoer;

verzoekt de regering, binnen een jaar de quickscan regionaal spoor te actualiseren zodat de Kamer inzicht krijgt in de mogelijke oplossingen voor genoemde knelpunten per traject en de kosten hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 244(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de file top 50 wordt gebruikt als instrument bij besluitvorming over aanleg van weginfrastructuur;

overwegende dat er geen instrument is dat zichtbaar maakt waar op het Nederlandse spoor de knelpunten zitten;

verzoekt de regering, in samenwerking met ProRail, NS, overige vervoerders en decentrale overheden een spoorknelpuntenindex te ontwikkelen waarbij knelpuntbaanvakken worden geïdentificeerd op basis van het aantal vertragingen en andere kwaliteitsaspecten van de dienstregeling zoals werkelijke reissnelheid, in de dienstregeling opgenomen uitbuigingen en inzet van volgtreinen, en de Kamer hierover binnen een jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.Slob

Zij krijgt nr. 245(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jaarlijks circa 100 km van het spoor wordt vernieuwd in het kader van het project bovenbouwvernieuwing;

constaterende dat bij dit project geen rekening wordt gehouden met toekomstige snelheidsverhogingen naar 160 of 200 km/u;

constaterende dat snelheidsverhoging ook op regionale spoorlijnen kan leiden tot reistijdverbetering en een betrouwbaardere dienstregeling;

verzoekt de regering, bij het programma bovenbouwvernieuwing voortaan rekening te houden met toekomstige snelheidsverhogingen naar 160 of 200 km/u en de Kamer binnen zes maanden hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 246(29984).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de groei van het personen- en goederenvervoer leidt tot het intensiever gebruik van het spoorwegnet;

overwegende dat daardoor spoorwegovergangen veelvuldig en langdurig gesloten moeten worden, waardoor de regionale bereikbaarheid wordt aangetast;

overwegende dat er geen norm is voor de maximale sluitingstijden van spoorwegovergangen;

verzoekt de regering, een norm voor de maximale sluitingstijden van spoorwegovergangen gerelateerd aan het gebruik van deze spoorwegovergangen door het wegverkeer te ontwikkelen, op basis waarvan naar oplossingen moet worden gezocht zoals ongelijkvloerse kruisingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 247(29984).

De heer De Jong van de fractie van de Partij voor de Vrijheid heeft afgezien van zijn termijn. Daarom is nu het woord aan de heer Monasch van de fractie van de Partij van de Arbeid als laatste spreker van de zijde van de Kamer.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de spoorsector de reisinformatie bij het goed verlopen van de dienstregeling en bij kleine vertragingen steeds beter op orde krijgt;

constaterende dat echter bij de verschillende calamiteiten die de afgelopen periode op het spoor plaatsvonden de informatievoorziening aan de reizigers in de treinen en op de stations sterk te wensen overliet;

constaterende dat een gebrek aan informatievoorziening een van de grootste ergernissen voor de reiziger is;

overwegende dat reizigers in treinen en op perrons via allerlei andere informatiekanalen zoals sociale media vaak nog eerder en beter op de hoogte zijn dan het spoorwegpersoneel van calamiteiten en daarmee samenhangende vertraging;

verzoekt de regering, in overleg met de spoorsector op korte termijn met een uitgewerkt stappenplan te komen voor de wijze waarop de informatievoorziening bij calamiteiten via alle mogelijke informatiekanalen fors verbeterd kan worden en de Kamer daarover voor 1 maart 2011 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 248(29984).

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Voorzitter. De motie-Bashir op stuk nr. 239 betreft het back-upsysteem. Ik heb de Kamer in het AO toegezegd dat ik haar zou informeren in de brief van februari over de wijze waarop moet worden omgegaan met de robuustheid van het systeem en de rol van ProRail en NS daarin. Ik heb daartoe ProRail gevraagd om mij te informeren over de oorzaken, de gevolgen en de lessen van de brand en over de stand van zaken bij de huidige redundancyaanpak. Ik kan deze motie zien als ondersteuning van het beleid dat er nog eens extra gekeken wordt hoe het moet gaan met de back-upsystemen voor het centrum.

De heer Bashir (SP):

In de motie staat niet dat er nog een keer naar gekeken moet worden. Er wordt verzocht om een onafhankelijk onderzoek.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Excuus. Ik heb haar gelezen als "onderzoek naar". Omdat de heer Bashir het idee heeft dat ... Nee, laat ik die discussie niet aangaan. Ik zou het volgende willen zeggen. Ik vraag de organisaties om onderzoek te doen naar hun problematiek en de oplossingen daarvoor. Ik moet zeggen dat ik het niet zo heel erg sterk vind om dat meteen door externe partijen te moeten laten doen. Ik vind dat organisaties dat ook zelf zouden moeten kunnen. Als wij daar onvoldoende vertrouwen in hebben, kunnen wij daar vervolgens op auditten. Als het de heer Bashir gaat om het woord "onafhankelijk", ontraad ik deze motie.

Voorzitter. Ik kom bij de motie-Bashir op stuk nr. 240. De raad van commissarissen heeft onderzoek laten doen naar het verhogen van de salarissen van de directie van ProRail. In de motie wordt gevraagd om dat in rekening te brengen bij de directie ofwel bij de raad van commissarissen zelf. Ik ontraad deze motie. Het is een bevoegdheid van de raad van commissarissen om het beloningsbeleid vast te stellen. Het is ook afgestemd met de vorige minister dat de raad daartoe een marktonderzoek zou doen om te zien waar dat op uit zou komen. De vorige minister heeft terecht besloten dat moet worden voldaan aan de normen die Kamer en kabinet eisen. Ik vind het niet logisch dat individuele directeuren vervolgens moeten meebetalen aan dat onderzoek. Dit maakt gewoon deel uit van trajecten zoals die ook bij andere partijen worden gevolgd.

De motie-Grashoff/Janssen op stuk nr. 241 gaat over de CO2-reductiedoelstellingen. Ik wil mij nu nog niet vastleggen op de eisen in de nieuwe vervoersconcessie. Op dit moment ben ik in gesprek met de sector om te kijken hoe bijvoorbeeld de 160 mln. moet worden ingevuld. Een van de onderdelen daarvan is dat de sector zegt: wij willen heel graag kijken hoe we het systeem kunnen vereenvoudigen, maar ook hoe we met elkaar belemmeringen die er nu zijn doordat wij in schotten werken, kunnen opheffen. Ik kan mij voorstellen dat zij als gevolg daarvan besparingen zullen vinden op het gebied van energie, maar ik wil hen daar geen apart energieplan voor laten maken; ik wil dat het een onderdeel is van het totaalplan dat zij ons zullen aanleveren. Ik ontraad deze motie dus.

Dan kom ik bij de motie-Grashoff/Slob op stuk nr. 242 over het station Emmen Bargeres. Ik ontraad deze motie. Het is een decentrale lijn; de provincie gaat hierover. Ik heb dat in het algemeen overleg ook aangegeven. Wat mij betreft kan de provincie hierover zelf keuzes maken.

Dan ga ik in op de motie-Grashoff/Slob over het integrale onderzoek naar een compleet spoorsysteem en het ontwikkelen van een spoorknelpuntenindex. Ik zie deze motie als ondersteuning van het beleid. Ook wij willen nagaan waar de belangrijkste knelpunten zitten en deze informatie gebruiken voor onze verdere keuzes en beleidsontwikkeling.

Dan kom ik op de motie-Slob over de quickscan regionaal spoor.

De voorzitter:

Een moment alstublieft. Wellicht gaat de heer Grashoff iets zeggen over een motie die de minister heeft overgeslagen.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik heb het gevoel dat de minister twee moties door elkaar haalt, want de inhoud die zij net meldde, klopt niet met de ondertekening. Ik denk dat er sprake is van een vergissing.

De voorzitter:

Wij missen het oordeel van de minister over de motie op stuk nr. 243, ingediend door de leden Grashoff en Slob.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Dat is toch de motie over de spoorknelpuntenindex?

De voorzitter:

Nee, deze motie betreft een integraal onderzoek naar het complete spoorsysteem en een energiebesparingsplan, inclusief een kosten-batenanalyse. Het is een motie van de leden Grashoff en Slob. De minister is verder gegaan met een andere motie.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Ja, ik zie het; ik ben niet ingegaan op de motie op stuk nr. 243. Excuses. Daar ga ik nu dus op in. Op dit moment zijn er diverse initiatieven in de spoorsector. Dat is positief. Een lager energieverbruik is voor de partijen erg aantrekkelijk, niet alleen financieel gezien, maar ook vanwege de positieve effecten op het milieu. Ik ben in overleg met de spoorsector om een vervolg op de meerjarenafspraak te maken, zodat de komende periode een en ander vast komt te liggen op het gebied van energie-efficiency. Ik ben van mening dat de prikkel voor de partijen om energie-efficiënter te werken dusdanig groot is dat aanvullende overheidsmaatregelen nodig zullen zijn. Ik zie de motie dus als ondersteuning van het beleid.

Op de motie over de knelpunten op het spoor heb ik net al iets gezegd. Moet ik dat nog herhalen?

De voorzitter:

Nee hoor, dat hoeft niet.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Dan kom ik op de motie-Slob over de filetop 50. Dat is toch de motie over de spoorknelpuntenindex waarover ik net gesproken heb?

De voorzitter:

Misschien is het voor de helderheid goed dat u nog even ingaat op de motie-Slob over de quickscan regionaal spoor. Dan pikken wij het daarvandaan weer op.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Dat lijkt mij een goed plan. De motie-Slob op stuk nr. 244 betreft het actualiseren van de quickscan regionaal spoor. Die was akkoord.

In de motie-Slob op stuk nr. 245 wordt de regering verzocht, een spoorknelpuntenindex te ontwikkelen waarbij knelpuntbaanvakken worden geïdentificeerd op basis van het aantal vertragingen en andere kwaliteitsaspecten van de dienstregeling. Deze motie zie ik als ondersteuning van beleid.

Ik ga verder met de motie-Slob op stuk nr. 246, over het project Bovenbouwvernieuwing, waarin wordt verzocht om rekening te houden met snelheidsverhoging. Die motie ontraad ik, want er kan nu slechts 160 km/u worden gereden op enkele baanvakken waar de infrastructuur daarvoor geschikt is en dus niet in de bochten. Op die plekken wordt in de infrastructuur al rekening gehouden met snelheidsverhoging. Daarom ontraad ik deze motie.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb een vraag ter opheldering. Ik vraag om rekening te houden met snelheidsverhoging bij bovenbouwvernieuwing. Het gaat dus niet om bestaande situaties, maar om er rekening mee te houden in het project Bovenbouwvernieuwing. Er hoeft misschien niet gelijk gebruik van te worden gemaakt, maar het eventuele gebruik moet ook niet onmogelijk gemaakt worden.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Dan doen wij het al, want wij houden altijd rekening met de toekomst in het kader van het snelheidsverhogingsprogramma van het Rijk. Doelt de heer Slob met de zinsnede "rekening houden met" op "indien mogelijk"? Moet ik de motie zo lezen of zegt hij daarmee dat het er altijd klaar voor moet zijn?

De heer Slob (ChristenUnie):

Wij gaan door met de uitvoering van het programma Bovenbouwvernieuwing. In de motie verwijs ik naar het feit dat circa 100 kilometer van het spoor wordt vernieuwd in het kader van dit programma. In deze motie vraag ik om daarbij rekening te houden met snelheidsverhoging. Nogmaals, dat wil niet zeggen dat de treinen gelijk sneller moeten gaan rijden, maar dat dit bij de bovenbouwvernieuwing niet onmogelijk wordt gemaakt als wij dit zouden willen. Er moet dus technisch rekening mee worden gehouden.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Volgens mij is dat geen probleem. Ik neem het verzoek in de motie over, als het maar niet gaat om bestaande aanpassing.

De motie van de heren Slob en Verhoeven op stuk nr. 247 gaat over de maximale sluitingstijden van overwegen. Daarover hebben wij ook gediscussieerd in het algemeen overleg; het gaat om de veiligheid van de overweg en niet om het aantal minuten dat een overweg dicht is. Het gaat om maatwerk per overweg. De stedelijke bereikbaarheid is op zich een verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarom willen wij niet overgaan tot een gestandaardiseerd normenkader, maar wij willen per plek bekijken hoe wij zo goed mogelijk op de problematiek kunnen inspelen.

Ik kom op de motie op stuk nr. 248 van de heer Monasch en mevrouw Van Gent, ook al is zij op dit moment niet aanwezig. In die motie wordt gesteld dat de reisinformatie niet goed genoeg is bij het goed verlopen van de dienstregeling en bij kleine vertragingen. Ik heb zelf ook meerdere malen aangegeven dat dit een probleem is. De informatie voor de reiziger is zeer belangrijk en heb ik daarover inmiddels gesprekken gevoerd met de NS en ProRail. Ik kom hierop terug in de brief, maar ik zie deze motie als een ondersteuning van het beleid. Daarmee heb ik de verschillende moties behandeld.

Voorzitter. Als het mag, kom ik nog even terug op de motie op stuk nr. 244 over de quickscan regionaal spoor, want het was erg warrig. Het maakt al deel uit van de NMCA en de verdere uitwerking daarvan. De NMCA is het nationaal kader voor de knelpuntenanalyse. Daarom ontraad ik de motie, omdat je anders dubbelop aan het werk gaat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Wordt de actualisering van de quickscan regionaal spoor verwerkt in de definitieve versie van de NMCA die volgens mij in het voorjaar komt?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geeste­ranus:

Ja.

De heer Slob (ChristenUnie):

Als dat zo blijkt te zijn, dan trek ik mijn motie in.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven