Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de artikelen 139f en 441b van het Wetboek van Strafrecht (uitbreiding strafbaarstelling heimelijk cameratoezicht) (27732).

(Zie vergadering van 4 september 2002.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Teeven (LN):

Voorzitter. De minister van Justitie heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Kamer, vorige week, de bij onze fractie levende bezwaren niet weg kunnen nemen. Integendeel. Onze fractie zal de steun aan dit wetsvoorstel onthouden om een aantal redenen.

Wij vinden de geboden privacybescherming een wassen neus. Wij denken dat een heleboel dingen al publiek- en privaatrechtelijk zijn geregeld. Aan symboolwetgeving bestaat bij onze fractie geen behoefte. Het bedrijfsleven en de verzekeraars worden naar ons oordeel door de aanneming van dit wetsvoorstel op onnodige kosten gejaagd. De uitvoering van het wetsvoorstel brengt onnodige procedures met zich voor het bedrijfsleven. Verder zijn, zoals in het debat al aan de orde is geweest, discussies over de camerabeelden die worden gebruikt in strafzaken voer voor raadsleden in strafzaken over onrechtmatig verkregen bewijs. Daardoor gaan die strafzaken allemaal veel langer duren in een tijd dat er ook nog eens wordt bezuinigd op de rechterlijke macht.

Samengevat is ons standpunt: geen regeltjes om de regeltjes, effectieve bescherming van veiligheid en eigendommen niet nodeloos belemmeren, het bedrijfsleven niet op onnodige kosten jagen en in een tijd van bezuinigingen, ook bij de rechterlijke macht, strafzaken niet onnodig gecompliceerd maken. Het is een wetsvoorstel uit de tijd van Paars II. Onze fractie had van dit kabinet iets anders verwacht.

De heer Stuger (LPF):

Voorzitter. Vorige week hebben wij de minister van Justitie wat uitspraken trachten te ontlokken omtrent het heimelijk cameratoezicht. Dat is ons niet gelukt. Daardoor geeft dit wetsvoorstel te beperkte mogelijkheid voor heimelijk cameratoezicht. Wij zijn voor brede opsporingsmogelijkheden, dus wij kunnen helaas niet akkoord gaan met dit wetsvoorstel.

In stemming komt het amendement-Van Heemst c.s. (stuk nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven