Aan de orde zijn de stemmingen over tien moties, ingediend
tijdens het notaoverleg over De derde eeuw spoor, te weten:
- de motie-Reitsma c.s. houdende het verzoek af te zien van beursgang bij NSR
(26464, nr. 3);
- de motie-Reitsma c.s. over
het samenhangen van prestatiecontract, infraheffing en concessieverlening
(26464, nr. 4);
- de motie-Reitsma c.s. over
Noord-Holland Noord (26464, nr. 5);
- de motie-Reitsma
c.s. over een wettelijk kader (26464, nr. 6);
- de motie-Stellingwerf over voorrang voor het personenvervoer (26464, nr. 7);
- de motie-Stellingwerf over het station
Hilversum Centrum (26464, nr. 8);
- de motie-Van
der Steenhoven c.s. over de proeven met Noordned en Synthus (26464, nr. 9);
- de motie-Van der Steenhoven over financiële
steun aan consumentenorganisaties voor reizigers (26464, nr.
10);
- de motie-Van Bommel/Van der Steenhoven over kaartintegratie
en tariefintegratie (26464, nr. 11);
- de motie-Van
den Berg over opschorting van de uitplaatsing van taakorganisaties (26464, nr. 12).
(Zie notaoverleg van 13 september 1999.)
De voorzitter:
De motie-Reitsma c.s. (26464, nr. 3) is in die zin gewijzigd, dat zij
thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat NSR een (langdurige) concessie voor het hoofdrailnet
en een prestatiecontract krijgt;
overwegende, dat de WRR van oordeel is dat privatisering van NSR in een
monopoliede markt niet in het belang van de overheid is;
overwegende, dat niet aangetoond is dat privatisering de positie van de
reiziger kan verbeteren;
spreekt uit dat op basis van deze overwegingen beursgang van NSR niet
wenselijk is;
verzoekt de regering op korte termijn hierover een nader standpunt te
bepalen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Reitsma, Van den Berg
, Van der Steenhoven, Van Bommel en Stellingwerf.
Zij krijgt nr. 14 (26464).
De gewijzigde motie is rondgedeeld. Ik neem aan dat er nu meteen over
kan worden gestemd.
In stemming komt de gewijzigde motie-Reitsma c.s. (26464, nr. 14).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen
deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor,
zodat zij is aangenomen.
De heer Reitsma (CDA):
Voorzitter! Mijn fractie trekt de motie-Reitsma c.s. (26464, nr. 4) in,
omdat de minister voldoende toezeggingen heeft gedaan wat het dictum van de
motie betreft.
De moties-Reitsma c.s. (26464, nrs. 5 en 6) wil mijn fractie aanhouden,
omdat de minister heeft toegezegd dat er nog nadere stukken komen.
De voorzitter:
De heer Stellingwerf heeft mij laten weten dat de moties-Stellingwerf
(26464, nrs. 7 en 8) aangehouden moeten worden.
De heer Van den Berg heeft mij laten weten dat de motie-Van den Berg (26464,
nr. 12) wordt aangehouden.
In stemming komt de motie-Van der Steenhoven c.s. (26464, nr. 9).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks,
het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor de motie hebben gestemd en die van
de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van der Steenhoven (26464, nr. 10).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks,
de PvdA, D66 en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige
fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Bommel/Van der Steenhoven (26464, nr. 11).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks
voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat
zij is verworpen.
De vergadering wordt van 15.35 uur tot 15.55 uur geschorst.