Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van de brief van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de regeling bijdrage huurlasten (25090, nr. 67), te weten:

- de motie-Duivesteijn c.s. over IHS-gerechtigden met een substantiële inkomensdaling (25090, nr. 69).

(Zie vergadering van 19 november 1997.)

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! Ik wil nog een vraag stellen. Wij hebben over dit onderwerp als ik mij goed herinner enige tijd gesproken.

De voorzitter:

Dat herinner ik mij ook goed.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Dat is toch niet onbelangrijk. Kan de staatssecretaris meedelen of het kabinet op korte termijn een standpunt inzake deze motie kenbaar zal maken?

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Ik heb in het debat, dat ik mij ook kan herinneren, gemeld dat het kabinet twee besluiten op hetzelfde moment zal nemen. Het eerste besluit betreft de vraag: wordt de regeling aangepast? Het tweede betreft de vraag: wat gebeurt er dan in de overgangssituatie? Het wachten is op het advies van de Raad van State. Het kabinet heeft een spoedadvies gevraagd. Het heeft daarnaast nog een keer bij de Raad van State erop aangedrongen om zo snel mogelijk tot een advies te komen. Ik verwacht dat zeer binnenkort.

De heer Wallage (PvdA):

Met alle respect, voorzitter, maar dat kan zo echt niet. De Kamer heeft een motie aangenomen. Het minste wat de Kamer mag vragen aan het kabinet is om op de kortst mogelijke termijn – dat is binnen enkele dagen – te horen op welke wijze het kabinet die motie uitvoert.

Staatssecretaris Tommel:

Ik zal dit vrijdag aan de orde stellen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat wij op de kortst mogelijke termijn daarna van de staatssecretaris een reactie krijgen. Dat is waar de Kamer recht op heeft. Wat dit betreft, heeft de heer Wallage gelijk.

Staatssecretaris Tommel:

Zeker, voorzitter.

Naar boven