Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend bij het huurdebat, te weten:

- de motie-Duivesteijn over beperking van de maximale individuele huurstijging tot 5,5% (24465, nr. 26);

- de motie-Duivesteijn over bevriezing van de maximaal redelijke huurprijsgrens (24465, nr. 27);

- de gewijzigde motie-Hofstra over opneming van de procesvereisten in de totale herziening van de Huurprijzenwet (24465, nr. 29);

- de motie-Poppe over het inflatiepercentage als maximale huurstijging (24465, nr. 30);

- de motie-Poppe over maatregelen voor huurders in (ex)groeikernen (24595, nr. 7).

(Zie vergadering van 26 maart 1996.)

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat de heer Duivesteijn zijn moties tot nader order wenst aan te houden. Hij is in afwachting van een brief van de staatssecretaris. Op verzoek van de heer Duivesteijn stel ik voor, zijn moties (24465, nrs. 26 en 27) van de agenda af te voeren.

Ik heb begrepen dat de heer Hofstra zijn motie wenst aan te houden. Op verzoek van de heer Hofstra stel ik voor, zijn motie (24465, nr. 29) van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

In stemming komt de motie-Poppe (24465, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (24595, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de Unie 55+ en de groep-Nijpels voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven