Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de functie van verkeersschout (24055).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Mijn fractie heeft geen enkele moeite met dit wetsvoorstel. Ik heb echter niet het woord gevraagd om dat mede te delen. Na de nota naar aanleiding van het verslag is er nog één puntje overgebleven. Dit heeft betrekking op de algemene maatregel van bestuur die nog moet komen ter uitvoering van de nieuwe wet waarin de bevoegdheden van de ex-verkeersschouten meer specifiek worden geregeld. De regering heeft daar een straffe beperking tot verkeersovertredingen en verkeersmisdrijven doorgevoerd, terwijl mijn fractie had bepleit om de ex-verkeersschouten ook bevoegd te maken inzake andere kantongerechtsovertredingen. Dit heeft een volstrekt praktische achtergrond, namelijk dat er nogal eens zittingen zijn waar in beginsel alleen verkeerszaken aan de orde komen, maar waar in de praktijk ook weer andere zaken aan de orde blijken te zijn, omdat oude zaken zijn aangehouden. Het is een kwestie van efficiency. Het zou heel handig zijn wanneer zo'n ex-verkeersschout die zaken ook zou kunnen meenemen. Meestal zijn dat geen ingrijpende overtredingen. Welnu, die zaak zou in de algemene maatregel van bestuur moeten worden meegenomen. Ik kan op dit ogenblik niets anders doen dan de minister vragen of zij bereid is om de ontwerp-AMvB bij de Kamer voor te hangen.

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! Ik denk dat ik niet negatief kan reageren op het verzoek om die AMvB voor te hangen. Ik zal echter niet voldoen aan het verzoek van de heer Van Oven om de bevoegdheid van de ex-verkeersschout uit te breiden tot andere delicten dan verkeersdelicten. Het is niet voor niets dat hiervoor gekozen is. De verkeersschout is exclusief gespecialiseerd op het gebied van het verkeer. Het is altijd wel een handicap geweest dat hij aanvankelijk alleen maar bevoegdheid had op het gebied van verkeersovertredingen, terwijl zijn verkeersspecialisatie ook voor de behandeling van verkeersmisdrijven van groot nut zou kunnen zijn. Wanneer wij het evenwel over andere overtredingen hebben, hebben wij het over soms tamelijk ingewikkelde gebieden waar je toch een ander soort kennis voor nodig hebt dan de kennis die de gespecialiseerde verkeersschout heeft. Ik wil dat dus niet doen.

Ik kom dan nog op het praktische probleem van de zittingen van de kantonrechter met verkeerszaken. Ik moet zeggen dat dit probleem een stuk minder is geworden sinds de invoering van de zogenaamde lex-Mulder. Het aantal verkeerszaken van de kantonrechter is daar natuurlijk een stuk door gedaald. Bovendien is de manier van behandeling veranderd. Het is tegenwoordig heel goed apart te plannen. Dat praktische argument geldt dus ook niet.

De heer Van Oven (PvdA):

Ik zou het op prijs stellen als we die discussie naar aanleiding van de ontwerp-AMvB zouden kunnen voeren.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

Het wetsvoorstel wordt zonder stemming aangenomen.

Naar boven