Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het verslag van een algemeen overleg over de Wet op de ondernemingsraden, te weten:

- de motie-Rosenmöller c.s. over de medezeggenschap in kleine bedrijven (24132, nr. 2).

(Zie vergadering van 15 juni 1995.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van de SP zal de motie op stuk nr. 2 ondersteunen, maar wenst hier expliciet aan toe te voegen dat, wanneer de wijziging van de Wet op de ondernemingsraden aan de orde is, de SP zich zal uitspreken voor een verder oprekken van datgene dat nu met betrekking tot de Arbeidstijdenwet in deze motie staat.

Mevrouw Van der Stoel (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De VVD-fractie bepleitte bij de Arbeidstijdenwet slechts een lichte regeling, als het gaat om het vaststellen van arbeidstijden in bedrijven tot 35 medewerkers. Als wij dit leggen naast de motie die thans voorligt en naast de verschillende uitspraken die vorige week bij het vijf-minutendebatje zijn gedaan over wat de betekenis is van deze motie, dan voldoet zij niet aan de opvattingen van de VVD-fractie. Wij zullen derhalve tegenstemmen, ook omdat de motie niet tegemoetkomt aan wensen die in het midden- en kleinbedrijf bij zowel werkgevers als werknemers leven.

In stemming komt de motie-Rosenmöller c.s. (24132, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het CDA, de Unie 55+ en de leden Van Wingerden en Verkerk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven