11 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) (30826).

(Zie vergadering van 11 december 2012.)

De voorzitter:

Ik heet de initiatiefnemers, de heren Van Gerven en Recourt en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Schaap (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie zal tegen het wetsvoorstel en de beide novelles stemmen. Ik zal dit kort toelichten.

Allereerst zijn de rechtvaardigingen van dit wetsvoorstel ondeugdelijk. Er is voor de sector geen sprake van voorzienbaarheid omdat de verbodswet een geheel andere grond heeft dan de vigerende verordening. Ook is er geen sprake van een algemeen belang, zoals in onze bestuurspraktijk te doen gebruikelijk. Toch gaat de wet over tot ontneming van eigendom, maar dan met inbreuk op onze beginselen van compensatie. Het recht van tien jaar uitloop is een totaal niet onderbouwd surrogaat voor deze compensatie.

De zin van dit alles, het zogenaamde belang van het dier, wordt geëlimineerd door het feit dat de productie van bont gewoon doorgaat, maar dan ook nog in landen waar de welzijnsomstandigheden die in Nederland lang niet halen.

Ik herhaal dat ik niet boos ben, zoals vorige week tijdens het debat werd gesuggereerd, maar met instemming van de fractie ben ik wel rechtstatelijk ontgoocheld. Dat is veel erger.

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. De stemming over het wetsvoorstel voor een verbod op de pelsdierfokkerij is een mijlpaal in de erkenning dat dieren niet voor elk doel en onder alle omstandigheden kunnen worden gehouden. De discussie daarover duurt al sinds het midden van de negentiende eeuw en voor dit dossier sinds het eind van de vorige eeuw. Vandaag kan het debat over het houden van dieren voor hun vacht tot een afronding komen. Wat de fractie van de Partij voor de Dieren betreft, had het verbod veel eerder mogen ingaan om het leed van meer dieren te sparen, maar zij kan zich vinden in het voorliggende voorstel. Het beschermt het belang van de zwaksten tegen het recht van de sterksten. Wij zullen daarom voor het wetsvoorstel stemmen.

De heer Holdijk (SGP):

Voorzitter. Ik denk dat het voor weinigen in en buiten de Kamer een verrassing zal zijn dat ik deze drie samenhangende wetsvoorstellen niet met mijn stem zal ondersteunen. Ik zal dit kort motiveren.

Met de onverhoopte aanneming van deze wetsvoorstellen ontdoet Nederland zich op een koopje van een legale bedrijfstak. Dit gebeurt mijns inziens in strijd met fundamentele rechtstatelijke principes. De voorziene overgangsperiode is niet meer dan een sterfhuisconstructie. Wordt deze wijze van omgaan met een bedrijfstak maatgevend in ons land, bijvoorbeeld voor de intensieve veehouderij in zijn algemeenheid, dan moeten tienduizenden veehouders zich daarop vanaf vandaag al voorbereiden. Ik hoop dat onze regering zich haar zware verantwoordelijkheid in dezen bewust is. Zelden heb ik met evenveel overtuiging tegen een wetsvoorstel gestemd als tegen dit voorstel.

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, zullen velen hoogstwaarschijnlijk spreken van een historisch moment. De CDA-fractie is het ermee eens dat dit een historisch moment is, omdat hoogstwaarschijnlijk voor het eerst in de geschiedenis een op zich goed draaiende sector wordt opgeheven op grond van het argument dat men vooral luxegoederen produceert. Dit gebeurt zonder schadeloosstelling, omdat men het begrip "onteigening" heeft vervangen door het begrip "regulering van eigendom", wat betekent: onteigenen op termijn zonder schadeloosstelling. Dit principe ondermijnt naar ons idee sterk de rechtszekerheid in de maatschappij. De door de heren Schaap en Holdijk verwoorde rechtstatelijke droefheid wordt derhalve door ons gedeeld.

In de debatten is het ons opgevallen dat door de indieners van het wetsvoorstel, maar ook door de voorstanders van de wet, zeer lichtzinnig is omgegaan met de belangen van werkgevers en werknemers. Wij zullen tegen de wet stemmen en ook tegen de beide novelles, die wij zien als niet meer dan doekjes voor het bloeden.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks zal met overtuiging dit initiatiefwetsvoorstel steunen. Wij vinden het van groot belang dat er een verbod komt op de pelsdierhouderij, omdat die volgens ons een dermate inbreuk maakt op het dierenwelzijn van de nertsen dat dit niet langer acceptabel is. Wij zien wel degelijk dat ook de belangen van de nertsenfokkers in het geding zijn, maar wij vinden dat met het wetsvoorstel en met de gekozen overgangstermijn, de sloopregeling, waarvoor een voorstel in de wet zit, en de hardheidsclausule, voldoende wordt tegemoetgekomen aan de belangen van de nertsenhouders. Uiteindelijk maken wij de afweging dat er een evenwichtig wetsvoorstel voor ons ligt, dat wij met overtuiging zullen steunen.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben in onze fractie een zware afweging gemaakt. Dat is niet voor het eerst; ook twee jaar geleden hebben wij dat gedaan. Wij maken een andere afweging, die zich richt op de intrinsieke waarde van het dier. Als hier gesproken wordt over rechtsstatelijkheid, moet er ook iets gezegd worden over de rechten van het dier en de waarde van het dier, waarvan wij er nu vele miljoenen fokken en vervolgens doden, louter om de pels. Die vorm van intensieve veehouderij willen wij niet steunen. Wij vinden het goed dat die wordt afgebouwd. Voor de sector is er een mogelijkheid om de investeringen die nu gedaan zijn, in de komende periode terug te verdienen. Al met al wordt met het aannemen van het voorstel een verantwoorde keuze gemaakt, inderdaad ook een historische keuze, die wij steunen.

In stemming komt het voorstel van wet.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de PvdA, met uitzondering van het lid Linthorst, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, de PvdD, de OSF en 50PLUS voor het voorstel van wet hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA en de SGP ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven