4 Hamerstukken

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet van de Koning 2011 ( 33240-I );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2011 ( 33240-IIA );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 2011 ( 33240-IIB );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2011 ( 33240-III );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties 2011 ( 33240-IV );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ( 33240-VI );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2011 ( 33240-VIII );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2011 ( 33240-XII );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2011 ( 33240-XIII );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2011 ( 33240-XVI );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Infrastructuurfonds 2011 ( 33240-A );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2011 ( 33240-B );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2011 ( 33240-C );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2011 ( 33240-F );

  • - het wetsvoorstel Jaarverslag en slotwet BES-fonds 2011 ( 33240-H );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat behorende bij de Begroting van de Koning (I) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-I );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-IIA );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-IIB );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken en van het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-III );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-IV );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-VI );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-VIII );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-XII );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-XIII );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-XVI );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-A );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-B );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-C );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-F );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) ( 33280-H );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van een aantal wetten, houdende regels betreffende zelfstandige bestuursorganen die onder de Minister van Infrastructuur en Milieu ressorteren en enige wijzigingen ter actualisatie, vereenvoudiging en verduidelijking (Aanpassingswet zbo's IenM aan de Kaderwet zbo's) ( 33250 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie ( 33146 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten ( 32337 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Waterschapswet tot het instellen van een overgangsbestuur voor op 1 januari 2013 ingestelde waterschappen, het uitstellen van de waterschapsverkiezingen van 2012 en het bieden van ruimte voor verlaging van onevenredige waterschapsheffingen voor agrarische grondeigenaren ( 33097 ).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik stel voor, de desbetreffende bewindspersonen decharge te verlenen voor het door hen gevoerde financiële beleid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat het lid Nagel mij op de hoogte heeft gesteld van zijn voornemen tot het vanmiddag houden van een interpellatie. Daartoe heeft hij inmiddels een verzoek ingediend. Om tijd te besparen zal ik kort verslag doen van hetgeen hierover in het College van Senioren is besproken.

De algemene opvatting was met name dat het tijdstip van de interpellatie niet geheel plezierig is, om maar niet te zeggen dat het verzoek ontijdig is omdat een en ander in relatie staat tot de verkiezingen. Eveneens is opgemerkt dat het onderwerp op zich al de aandacht heeft van deze minister. In een brief in reactie op schriftelijke vragen van deze Kamer heeft hij geantwoord dat in september een en ander in de vorm van een pakket zal worden aangeboden aan het parlement. Niettemin heeft het College van Senioren gemeend dat een individueel verzoek van een individueel lid van deze Kamer om een interpellatie te houden niet zou moeten worden tegengehouden. Ik heb begrepen dat alleen de heer De Lange kort zijn mening wil geven over het verzoek. Hij krijgt daartoe nu van mij de gelegenheid.

De heer De Lange (OSF):

Voorzitter. De traditie van hoffelijkheid in de Eerste Kamer is een buitengewoon groot goed. In het algemeen zou een voorstel door een van de leden om tot interpellatie over te gaan, dan ook gehonoreerd moeten worden. Het nu voorliggende verzoek gaat echter over een onderwerp dat kennelijk nog voor de verkiezingen behandeld moet worden. Het zijn verkiezingen voor de Tweede Kamer, niet voor de Eerste Kamer. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat dit een argument is. Er kan niet anders worden geconcludeerd dan dat dit verzoek een opportunistische poging is om het partijbelang van een bepaalde partij onder de aandacht te brengen op een moment dat zo opportuun mogelijk is.

Ik wil heel duidelijk in de Handelingen neergelegd hebben dat mijn fractie de grootst mogelijke afstand neemt van deze handelwijze. Wij zijn ook van mening dat de Eerste Kamer niet aan gezag zal winnen bij de bevolking door dit soort opportunistische interpellaties toe te staan.

De voorzitter:

Ik stel voor om de interpellatie toe te staan en deze nu direct te houden, met een spreektijd in eerste termijn voor de interpellant van twee minuten en een spreektijd in tweede termijn voor de interpellant en eventueel tussenkomende sprekers van één minuut.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel de Kamer mede dat het usance is dat de interpellant in de eerste termijn niet wordt geïnterrumpeerd. De interpellatievragen worden uitgedeeld.

Naar boven