NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Dit ministeriële besluit regelt in de eerste plaats dat de ministeriële
regelingen die verband houden met de Omgevingswet en die na 15 maart 2023 zijn
bekendgemaakt, net als de Omgevingswet zelf op 1 januari 2024 in werking treden
en dat bij de inwerkingtreding de juiste volgorde wordt gehanteerd. Voor de
ministeriële regelingen die verband houden met de Omgevingswet en die voor
15 maart 2023 zijn bekendgemaakt, is de inwerkingtreding al geregeld in het
ministeriële besluit gepubliceerd in
Stcrt. 2023,
11246. Hierna ook wel aangeduid als het eerste ministeriële besluit.
Het eerste ministeriële besluit voorziet in de inwerkingtreding van onder meer
de Omgevingsregeling, de Invoeringsregeling Omgevingswet, de
Aanvullingsregeling geluid Omgevingswet, de Aanvullingsregeling bodem
Omgevingswet, de Aanvullingsregeling natuur Omgevingswet en de
Aanvullingsregeling grondeigendom Omgevingswet. De ministeriële regelingen
opgenomen in dit ministeriële besluit treden op 1 januari 2024 direct na de
ministeriële regelingen die zijn opgenomen in het eerste ministeriële besluit
in werking.
Door alle wijzigingen in de ministeriële besluiten in de juiste volgorde te
plaatsen wordt ervoor gezorgd dat het totale plaatje wetstechnisch klopt. Dit
is noodzakelijk omdat het meer dan eens voorkomt dat verschillende ministeriële
regelingen hetzelfde artikel of dezelfde bijlage wijzigen of op een andere
manier van elkaar afhankelijk zijn. Een goed voorbeeld vormt de Regeling van de
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2023,
nr. 2023-0000223264 tot wijziging van de Omgevingsregeling en enkele andere
regelingen in verband met een nieuwe versie van NTA 8800 en nieuwe
wijzigingsbladen bij BRL 9500 en BRL 9501 (Stcrt. 2023,
12584). De daarin opgenomen wijzigingen ten aanzien van bijlage II van
de Omgevingsregeling kunnen alleen worden doorgevoerd nadat de betreffende
bijlage is geherformuleerd via de Invoeringsregeling Omgevingswet en de te
wijzigen bepalingsmethode en beoordelingsrichtlijnen zijn ingevoegd en
gewijzigd via respectievelijk de Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening van 31 januari 2022, nr. 2022-0000037155 tot wijziging
van de Omgevingsregeling en enkele andere regelingen in verband met het opnemen
van de risicomatrix en technische aanpassingen aan het stelsel van de
Omgevingswet voor het onderwerp bouwen (Stcrt. 2022, 3912) en de Regeling van
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 22 april 2022,
nr. 2022-0000205329 houdende wijziging van de Omgevingsregeling in verband met
diverse wijzigingen (Stcrt. 2022, 11749).
Naast het regelen van de inwerkingtreding van [aantal] regelingen voorziet
dit ministeriële besluit in het vervallen van één ministeriële regeling, te
weten de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2023 (Stcrt. 2023,
11307). Op het moment dat het stelsel van de Omgevingswet in werking
treedt zal de inhoud van die regeling een plek krijgen in de Omgevingsregeling.
De separate regeling is dan dus niet langer nodig.
Geconsolideerde versie
Voor de uitvoeringspraktijk zijn op de website
www.iplo.nl geconsolideerde versies van de
Omgevingsregeling en de bijbehorende bijlagen beschikbaar gesteld. Deze versies
laten zien hoe de Omgevingsregeling eruit komt te zien nadat deze is gewijzigd
door de Invoeringsregeling, de Aanvullingsregelingen en de andere artikelen die
de Omgevingsregeling wijzigen. Deze versies zijn van belang voor iedereen die
zich op de nieuwe regelgeving voorbereidt of daarmee aan de slag gaat. Op de
websites zijn ook geconsolideerde versies opgenomen van de Omgevingswet en de
vier algemene maatregelen van bestuur onder de Omgevingswet.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In dit artikel is zowel geregeld dat ministeriële regelingen of onderdelen
daarvan die verband houden met het stelsel op 1 januari 2024 in werking treden,
als vastgesteld welke volgorde bij de inwerkingtreding wordt aangehouden.
Onderdeel 1
Dit onderdeel voorziet in de inwerkingtreding van artikel I van de Regeling
van de Minister voor Volkshuisvesting van 15 mei 2023, nr. 2023-0000223264 tot
wijziging van de Omgevingsregeling en enkele andere regelingen in verband met
een nieuwe versie van NTA 8800 en nieuwe wijzigingsbladen bij BRL 9500 en BRL
9501 (Stcrt.
2023, 12584). Via dat artikel worden wijzigingen aangebracht in
bijlage II bij de Omgevingsregeling door middel waarvan een nieuwe versie van
de energiebepalingsmethode NTA 8800 en nieuwe wijzigingsbladen bij de
beoordelingsrichtlijnen 9500-U, 9500-W en 9501 worden aangewezen.
Onderdeel 2
Het tweede onderdeel regelt de inwerkingtreding van de Regeling van de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 30 mei 2023,
nr. IENW/BSK-2023/143340, tot wijziging van de Omgevingsregeling in verband met
de actualisering en wijziging van de regels met betrekking tot de geometrische
begrenzingen van waterstaatswerken, geometrische begrenzingen
beperkingengebieden hoofdspoorwegen en geometrische begrenzingen van wegen in
beheer bij het Rijk (actualisering geometrie Omgevingsregeling IenW tweede
helft 2023) (Stcrt. 2023, 16516). Via die regeling worden wijzigingen
aangebracht in bijlage III bij de Omgevingsregeling in verband met
verbeteringen en aanvullingen in de geometrische begrenzingen van een aantal
werkingsgebieden bij hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling. In deze gebieden
worden specifieke regels gesteld door het Rijk. Het gaat hierbij in algemene
zin om locaties waar regels gelden voor activiteiten zoals een zorgplicht, een
meldingsplicht of een vergunningplicht, alsmede om locaties die van belang zijn
voor de toepassing van instructieregels voor andere overheden. Geometrische
begrenzingen geven aan waar deze regels gelden.
Onderdeel 3
Met dit onderdeel wordt voorzien in de inwerkingtreding van de Regeling van
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 02 juni 2023,
nr. IENW/BSK-2023/118821, tot wijziging van de bijlagen V en VI bij de
Omgevingsregeling in verband met technische wijzigingen (huisvestingssystemen,
emissiereducerende technieken en emissiefactoren) (Stcrt. 2023,
17302). Die regeling voorziet er onder meer in dat de wijzigingen die
via eerdere wijzigingsregelingen zijn doorgevoerd in de Regeling ammoniak en
veehouderij ook worden doorgevoerd in de bijlagen V en VI bij de
Omgevingsregeling. Daarnaast zijn in de bijlagen ook enkele data aangepast en
taalkundige correcties doorgevoerd.
Onderdeel 4
Onderdeel 4 regelt de inwerkingtreding van artikel II van de Regeling van
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 18 juli 2023,
nr. 2023-0000425759 tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen en
de Omgevingsregeling in verband met een grondslag voor het verstrekken van het
energielabel via MijnOverheid (Stcrt. 2023, 20641). Via artikel II van de genoemde
regeling wordt een taak van algemeen belang geconstrueerd voor de minister om
persoonsgegevens te mogen verwerken met als doel het energielabel te
verstrekken aan gebouweigenaren en personen die in de basisregistratie personen
staan ingeschreven op het adres van het gebouw waarvoor het energielabel wordt
ingezien.
Onderdeel 5
Met dit onderdeel wordt de inwerkingtreding geregeld van de Regeling van de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 september 2023,
nr. 2023-0000551615, tot wijziging van de Regeling kenbaarheid
publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken in verband met de invoering van
de Omgevingswet (Stcrt. 2023, 24823). Hoewel die regeling geen
wijzigingen aanbrengt in de Omgevingsregeling is deze toch onlosmakelijk met
het stelsel van de Omgevingswet verbonden en vormt de invoering van dat stelsel
ook de directe aanleiding voor die regeling. Als gevolg van de invoerings- en
aanvullingsregelgeving van de Omgevingswet wordt de omschrijving van de onder
de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken vallende
beperkingenbesluiten in een bijlage bij die regeling aangepast en in verband
daarmee een overgangsrechtelijk artikel toegevoegd. Verder worden enige
wetstechnische wijzigingen aangebracht.
Onderdeel 6
Dit onderdeel voorziet in de inwerkingtreding van de Regeling van de
Minister voor Klimaat en Energie van 8 september 2023, nr. WJZ/ 27590052, tot
wijziging van de Omgevingsregeling in verband met de actualisatie van de
erkende maatregelenlijst (Stcrt. 2023, 25961). Via die regeling worden enkele
artikelen van de Omgevingsregeling gewijzigd en worden de bijlagen VII en XIV
van de Omgevingsregeling geactualiseerd. Dit in verband met de geactualiseerde
energiebesparingsplicht die op 1 juli 2023 in werking is getreden. Deze
verplicht de eigenaar van een gebouw of degene die uit andere hoofde bevoegd is
tot het treffen van voorzieningen en de uitvoerder van een milieubelastende
activiteit om alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik te
nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Door de in de bijlagen
opgenomen maatregelen te treffen, kan aan de geactualiseerde
energiebesparingsplicht en de verplichting tot het verstrekken van gegevens en
bescheiden worden voldaan.
Onderdeel 7
Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van de Verzamelwijziging
Omgevingsregeling 2023 (Stcrt. 2023, 26205). De Verzamelwijziging
Omgevingsregeling 2023 heeft tot doel inconsistenties, onduidelijkheden,
omissies bij de omzetting van oud recht en wetstechnische fouten die in de
Omgevingsregeling zijn aangetroffen te verhelpen.
Artikel 2
In dit artikel is bepaald dat de Regeling veiligheid primaire waterkeringen
2023 (Stcrt.
2023, 11307) komt te vervallen op het moment dat het stelsel van de
Omgevingswet in werking treedt. De reden hiervoor is dat de inhoud van deze
regeling op 1 januari 2024 een plek krijgt in de Omgevingsregeling middels de
Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 30 oktober 2022,
nr. IENW/BSK-2022/237672, tot wijziging van de Omgevingsregeling in verband met
het vaststellen van regels over de monitoring van omgevingswaarden voor de
veiligheid van primaire waterkeringen en een juridisch-technische aanpassing
(Stcrt. 2022,
29177). Op basis van het instrumentarium opgenomen in de Regeling
veiligheid primaire waterkeringen 2023 kon de beoordelingsronde die loopt tot
2035 nog in 2023 van start gaan onder de Waterwet. Op het moment dat de
Omgevingswet in werking treedt zal de beoordeling worden voortgezet zonder dat
daarbij gebruik hoeft te worden gemaakt van andere procedures of
randvoorwaarden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge