Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2023, nr. 2023-0000223264 tot wijziging van de Omgevingsregeling en enkele andere regelingen in verband met een nieuwe versie van NTA 8800 en nieuwe wijzigingsbladen bij BRL 9500 en BRL 9501

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet, artikel 1.5, eerste en derde lid, van het Bouwbesluit 2012, artikel 3.1 van het Besluit energieprestatie gebouwen en artikel 4.4 van het Besluit Omgevingsrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage II van de Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij van de norm ‘BRL 9500-U’ wordt ‘met wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘met wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

2. In de rij van de norm ‘BRL 9500-W’ wordt ‘met wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘met wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

3. In de rij van de norm ‘BRL 9501’ wordt ‘met wijzigingsblad van 1 februari 2022’ vervangen door ‘met wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

4. In de rij van de norm ‘NTA 8800’ wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

ARTIKEL II

Bijlage I van de Regeling Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

1. De verwijzing naar BRL 9500-U komt te luiden:

BRL 9500-U nationale beoordelingsrichtlijn energieprestatie van utiliteitsgebouwen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023

2. De verwijzing naar BRL 9500-W komt te luiden:

BRL 9500-W nationale beoordelingsrichtlijn energieprestatie van woningen en woongebouwen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023

3. De verwijzing naar BRL 9501 komt te luiden:

BRL 9501 methoden voor het berekenen van het energiegebruik van gebouwen en de energetische en financiële gevolgen van energiebesparingsmaatregelen van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023

4. De verwijzing naar NTA 8800:2022 komt te luiden:

NTA 8800:2023 Energieprestatie van gebouwen – Bepalingsmethode

ARTIKEL III

De Regeling energieprestatie gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In het eerste lid wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’ en wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

  • 2. In het vierde lid wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’ en wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

2. In het vierde lid wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

C

In artikel 5, vijfde lid, onderdeel a, wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

D

In artikel 7a wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 januari 2022’ steeds vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

ARTIKEL IV

In artikel 2.12, derde lid, van de Regeling omgevingsrecht wordt ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2022’ vervangen door ‘inclusief wijzigingsblad van 1 februari 2023’.

ARTIKEL V

  • 1. Artikel I treedt in werking op een bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip.

  • 2. De artikelen II tot en met IV treden in werking met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inhoud

Op 1 januari 2021 is de energieprestatiebepalingsmethode Nederlandse Technische Afspraak 8800 (NTA 88001) in werking getreden. Sinds die datum gelden ook nieuwe versies van de beoordelingsrichtlijnen (BRL-en) 9500-U, 9500-W en 9501. De BRL-en 9500-U en 9500-W betreffen nationale beoordelingsrichtlijnen waarin certificatieschema’s zijn beschreven die worden gehanteerd door elke certificatie-instelling die daarvoor door de Raad voor Accreditatie is geaccrediteerd binnen het Stelsel Energieprestatie Gebouwen (hierna: Stelsel EPG). Het betreft één beoordelingsrichtlijn voor utiliteitsgebouwen (BRL 9500-U) en één voor woningen en woongebouwen (BRL 9500-W). De BRL 9501 bevat de methoden voor het berekenen van de energieprestatie van gebouwen. De onderhavige regeling wijst een nieuwe versie aan van de energieprestatiebepalingsmethode NTA 8800 en nieuwe wijzigingsbladen bij de eerder in de regelgeving opgenomen versies van de genoemde beoordelingsrichtlijnen.

Sinds de publicatie van NTA 8800:2020+A1:2020 en de inwerkingtreding ervan op 1 januari 2021, en sinds de bindend verklaring van de BRL-en 9500-W, 9500-U en 9501 in april 2020, is in 2021 al een aantal omissies en interpretatiezaken verwerkt en zijn enkele nieuwe zaken verwerkt. Dit heeft geresulteerd in de NTA 8800:2022, en in nieuwe wijzigingsbladen bij de BRL-en 9500-W, 9500-U en 9501, die sedert 1 juni 2022 zijn aangewezen in de bouwregelgeving (Stcrt. 2022, 8634).

In de met de onderhavige regeling aangewezen versie van NTA 8800 (NTA 8800:2023) en in de nieuwe wijzigingsbladen zijn wederom een aantal interpretatiezaken verduidelijkt, enkele vereenvoudigingen doorgevoerd en enkele beleidsmatige zaken doorgevoerd. Om met de beleidsmatige zaken te beginnen: ten eerste is de standaard voor woningisolatie2 in de NTA 8800:2023 opgenomen, mede omdat deze tot uitdrukking komt op het energielabel voor woningen. Daarnaast is – in gezamenlijk overleg tussen de Ministeries Infrastructuur & Waterstaat, Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) – een eenduidige ondergrens aangegeven (100 kW thermisch vermogen) voor biomassa-gestookte inrichtingen die als volledig hernieuwbaar worden gewaardeerd. Deze ondergrens vervangt de eerdere niet eenduidige grens dat de inrichting onder het Activiteitenbesluit milieubeheer moest vallen, hetgeen tot veel vragen leidde. Verder zijn beleidsmatige criteria toegevoegd om de inzet van de zogenoemde elektrode-boilers in warmtenetten beter te waarderen bij specifieke inzet tijdens pieken van opwek van hernieuwbare elektriciteit. Tot slot is in de gewijzigde BRL 9500 de mogelijkheid geboden om bij aanvraag Omgevingsvergunning (bij de BENG-berekening3) gebruik te kunnen maken van goed onderbouwde waardes die afwijken van forfaitaire waardes in NTA 8800 (van collectieve of gemeenschappelijke installaties of installatie-onderdelen voor verwarming, warmtapwater of ventilatie) zonder dat daarbij de voorwaarde geldt dat er een BCRG4-goedgekeurde kwaliteits- of gelijkwaardigheidsverklaring beschikbaar is. Wel wordt daarbij de kanttekening gemaakt dat een dergelijke BCRG-verklaring bij oplevering (en ten behoeve van het energielabel) dan wél overlegd moet worden.

Naast deze beleidsmatige zaken zijn ook een aantal verduidelijkingen, vereenvoudigingen en inhoudelijke wijzigingen in de NTA 8800:2023 (en – indien aan de orde – de bijbehorende opnameprotocollen ISSO-publicaties 75.1 en 82.1) doorgevoerd. Bij verduidelijkingen is bijvoorbeeld beter omschreven hoe wordt omgegaan met situaties waarbij meerdere opweksystemen aanwezig zijn binnen één ruimte en is de schematisering van gemeenschappelijke ruimtes beter omschreven. Daarnaast is een aantal vereenvoudigingen doorgevoerd waarbij eerder specifieke zaken door de adviseur moesten worden uitgezocht en ingevoerd die echter veelal nauwelijks effect op de eindresultaten gaven. Voor die aspecten zijn nu vaste of forfaitaire waarden in de bepalingsmethode opgenomen. Een voorbeeld hierbij is de hoogte van de vloer boven het maaiveld waarvoor de adviseur eerder een waarde moest aangeven en waarvoor nu een vaste waarde (0,125 m) wordt aangehouden. Ook de aansluitwijze van elektrische boilers is nu vastgezet op een vaste waarde waarvoor eerder de adviseur een specifieke waarde moest invullen. Daarnaast zijn voor een aantal aspecten die in de praktijk lastig te achterhalen zijn vereenvoudigingen doorgevoerd. Te denken valt bijvoorbeeld aan het vermogen van ventilatoren bij ventilatorconvectoren, het aantal Pascal van luchtdrukgestuurde roosters en het vervallen van de nieuwwaardecompensatie verlichting.

Tot slot zijn nog enkele inhoudelijke wijzigingen/verbeteringen doorgevoerd. Als voorbeeld kan genoemd worden dat de “bufferende” werking van aangrenzende onverwarmde ruimten (AOR) nu ook bij de basisopnames (veelal gebruikt bij energieprestatieberekeningen voor energielabels) beter wordt gewaardeerd. Voor een aangrenzende onverwarmde ruimte kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een onverwarmd trappenhuis in een woongebouw dat grenst aan een wand van een aangelegen appartement.

De nieuwe versie van NTA 8800 werkt door in de verschillende beoordelingsrichtlijnen waardoor nieuwe wijzigingsbladen worden vastgesteld. Bij de BRL-en 9500-U en 9500-W gaat het met name om het verwijzen naar de meest actuele versie van de opnameprotocollen en NTA 8800 en het verhelderen van zaken in de BRL die in de praktijk discussie opriepen. In de opnameprotocollen (ISSO 75.1 en 82.1) zijn de aanpassingen doorgevoerd die voortvloeien uit de nieuwe versie van NTA 8800. Bij de BRL 9501 gaat het voornamelijk om het toevoegen van een aantal rekentesten waaraan de software moet voldoen.

Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (hierna: NEN) heeft ter informatie een document opgesteld waarin alle inhoudelijke wijzigingen die zijn doorgevoerd in NTA 8800:2023 inzichtelijk worden gemaakt.5

2. Gevolgen/regeldruk

De inhoudelijke wijzigingen die verwerkt zijn in NTA 8800:2023 hebben gemiddeld (over de gehele gebouwvoorraad) bezien geen effect op de BENG-eisen6, TOjuli-eis7 en de energielabelklassengrenzen van het stelsel EPG. In het geval dat er een effect is geconstateerd, is het belang van deze aanpassing afgewogen in het kader van fysische correctheid, vereenvoudiging, reparatie van fouten en/of het stimuleren en toestaan van innovaties en nieuwe technieken. In sommige gevallen kunnen deze wijzigingen resulteren in verschillen in de einduitkomsten van een energieprestatieberekening en dus leiden tot andere labelklassen of het eenvoudiger dan wel moeilijker realiseren van de nieuwbouw-eisen.

In onderstaande drie punten worden de effecten nader uitgewerkt.

A. Gevolgen voor EP-adviseurs

De energieprestatieadviseurs (hierna: EP-adviseurs) zullen naar aanleiding van deze wijzigingen niet of nauwelijks meer tijd kwijt zijn. Het betreft minimale inhoudelijke wijzigingen die weinig tot geen effect hebben op hun werkwijze, zowel wat opname als berekening betreft. Doordat er een aantal vereenvoudigingen en verduidelijkingen zijn doorgevoerd kan de tijdsbesteding zelfs iets lager zijn, mede afhankelijk van gebouwtype en complexiteit van het object.

De in de regelgeving aangewezen BRL 9500-W en -U geven InstallQ de mogelijkheid de vakbekwame EP-adviseur, die werkzaam is bij of voor een gecertificeerd bedrijf, de verplichting op te leggen tot na- en bijscholing.8 Voldoen aan deze verplichting is een voorwaarde voor het behouden van vakbekwaamheid voor EP-adviseurs.

Het Centraal College van Deskundigen9 (CCvD) meent dat regelmatige bijscholing van de energieadviseurs van groot belang is. Uit de beroepsgroep van adviseurs blijkt dat er vaak vragen zijn over hoe de richtlijnen geïnterpreteerd moeten worden. Zo komen er per maand gemiddeld ongeveer 250 vragen binnen bij het Kenniscentrum Energieprestatie Gebouwde Omgeving (KEGO).10

Het CCvD stelt dat een jaarlijkse bijscholing past bij de cyclus van de NTA 8800. De richtlijnen van de NTA 8800 worden in beginsel elk jaar herzien of aangevuld en vereenvoudigd. Om te bewerkstelligen dat de energieadviseurs van deze aanpassingen op de hoogte zijn is jaarlijkse bijscholing van groot belang. Deze frequentie is volgens de CCvD naar verwachting de komende 5 jaar in ieder geval nog gepast, dit in verband met de lopende herziening van de Energy Performance of Building Directive. In de bijscholing voor EP-adviseurs wordt ook aandacht gegeven aan veelgemaakte fouten. Het terugdringen van deze fouten draagt bij aan het einddoel: het komen tot een eenduidige bepaling van de energieprestatie van een gebouw.

Voor de lengte van een dagdeel is gekozen omdat dit, naar beoordeling van de CCvD, een gepaste tijdsperiode is om de inhoud te behandelen en ruimte te bieden aan deelnemers om te netwerken. In 2023 hebben opleiders de mogelijkheid om de bijscholing online aan te bieden; dit zal duidelijk worden gecommuniceerd. Daarbij is wel in de accreditatie van de opleiders meegenomen dat opleiders die online cursussen aanbieden moeten garanderen dat de deelnemers die online – op afstand – de bijscholing volgen ook duidelijk zichtbaar aanwezig moeten zijn voor de docent. In 2022 zijn er door partijen al online bijscholingen aangeboden, hierdoor is te verwachten dat dit aanbod in 2023 er weer zal zijn.

De EP-adviseurs zullen tijdig worden geattendeerd op de inhoudelijke wijzigingen, zodat zij zich deze eigen kunnen maken voor de inwerkingtreding van de NTA 8800:2023 en de nieuwe wijzigingsbladen bij de BRL 9500-U, BRL 9500-W en BRL 9501. Ter bewaking van het kwaliteitsniveau van de werkzaamheden van de vakbekwame EP-adviseur en om relevante wijzigingen in het EPG-stelsel bekend te maken, is begin 2023 deze niet vrijblijvende bijscholing voor adviseurs georganiseerd. De tijdsinvestering van deze cursus voor de adviseurs is ongeveer acht uur, waarvan naar schatting de helft toe te rekenen is aan kennisoverdracht over de wijzigingen die voortvloeien uit de onderhavige regeling. De kosten voor de bijscholing liggen rond de € 450,–. Het uurtarief van energieadviseurs volgens het SIRA-rapport Lastenmeting wijziging EP-methode en inijking energielabels uit 2019 is € 54,–. Uitgaande van 2200 adviseurs geven de wijzigingen daarmee een eenmalige administratieve last voor energieadviseurs van: 2200 x (0,5*€ 450,– + 4*€ 54,–) = € 970.200,–.

Met de NTA 8800:2023 worden enige vereenvoudigingen aangebracht ten opzichte van de NTA 8800:2022 die met name bij meer complexe gevallen zoals bepaalde utiliteitsbouw en (nieuwe) woongebouwen enige rekentijd kan besparen. Een grove inschatting is dat bij ca. 2000 gevallen per jaar een kwartier rekentijd kan worden bespaard. Ten opzichte van de bovengenoemde eenmalige administratieve lasten van € 970.200,– is er dus ook sprake van administratieve baten van 2000 x 0,25 x € 54,– = € 27.000,–. De belangrijkste reden om de vereenvoudigingen in de NTA 8800 door te voeren is echter niet de beoogde tijdwinst, maar het beperken van fouten bij de invoer van de berekening en daarmee het verhogen van een eenduidige bepaling van de energieprestatie.

B. De lasteneffecten voor de softwareleveranciers

Er zijn op dit moment 3 softwareleveranciers actief in deze branche. De lasteneffecten voor deze leveranciers van het opnieuw moeten attesteren van de softwarepakketten om te blijven voldoen aan de kwaliteitseisen uit de BRL 9501 zijn als volgt:

  • Testen

    Het testen van de software is standaard onderdeel van software(door)ontwikkeling. Bij iedere wijziging die wordt doorgevoerd en bij een nieuwe release die aan de markt wordt opgeleverd, moeten Energiediagnosereferentietesten (EDR-testen) worden uitgevoerd en de resultaten worden doorgegeven aan de certificerende instelling. De nieuwe software releases behelzen niet alleen het doorvoeren van de wijzigingen, maar ook verbeterpunten als gevolg van feedback van gebruikers en reparatie van mogelijke bugs. Om die reden worden ter controle bij iedere release de EDR-testen doorlopen teneinde te bewaken dat er geen andere rekenresultaten bij gelijk gebleven invoer ontstaan dan bij de eerdere release.

  • Attestering

    Vanwege het nieuwe wijzigingsblad bij BRL 9501, dat – vanwege inhoudelijke wijzigingen in de NTA 8800 en daarmee de hieraan gelieerde rekensoftware – ook inhoudelijke wijzigingen bevat, moet men de software laten herattesteren, waarbij de certificerende instelling de software komt toetsen. Voor de kosten wordt onderscheid gemaakt tussen initiële attestering en herattestering. Afhankelijk van het aantal testen zijn volgens opgave van de certificeerder de eenmalige kosten voor de initiële attestering van de software (toetreding tot de markt) ca. € 3.500,– excl. btw, en voor de herattestering € 2.500,– excl. btw. Voor alle tussentijdse releases betaalt men niets.

C. De gevolgen voor gebouweigenaren

Voor sommige gebouweigenaren zullen mogelijk in specifieke situaties marginale effecten (enkele procenten, uitzonderingen daargelaten) voorkomen vanwege de wijziging van de energieprestatie van het gebouw ten opzichte van de NTA 8800:2022. Nader toegelicht: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft met NEN een procedure afgesproken over wanneer een wijziging mag worden doorgevoerd. Deze procedure houdt in dat allereerst op basis van doorrekeningen – waarmee de wijzigingen worden vergeleken met de oorspronkelijke situatie op basis van de voorgaande dan geldende versie van de NTA 8800 – de effecten voor het EPG-stelsel in kaart worden gebracht. Vervolgens worden vanuit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) de rekenresultaten bestudeerd en een advies aan BZK verstrekt. Alleen indien de analyse en het advies van RVO uitwijzen dat de effecten gemiddeld bezien marginaal zijn en onder andere niet zouden moeten leiden tot herziening van de BENG-eisen, de energielabelklassengrenzen, of de eis ter beperking van het risico van oververhitting (TOjuli) en verder geen onoverkomelijke problemen geven bij de rekensoftware en opnameprotocollen, worden de aanpassingen op instignatie van het Ministerie van BZK doorgezet. Deze procedure is ook voor de wijzigingen in het kader van de NTA 8800:2023 gevolgd.

3. Procedure en inspraak

3.1 Afstemming

De aanpassingen zijn met name doorgevoerd conform een verzoek vanuit de Programmaraad11 om eventuele fouten tijdens de doorontwikkeling en implementatie van het Stelsel EPG te repareren en nieuwe technieken te waarderen. Deze aanpassingen zijn conform een vooraf afgestemde procedure in afstemming met de Projectgroep NTA 880012 en Programmaraad doorgevoerd (zie boven).

3.2. Adviescollege Toetsing Regeldruk

De conceptregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR heeft op 12 januari 2023 haar advies in dezen uitgebracht. Dit is na te zien via de ATR-website www.atr-regeldruk.nl.

De hoofdpunten van ATR, en onze reactie hierop, zijn hieronder weergegeven:

  • Het college adviseert nut en noodzaak van de verplichte jaarlijkse bijscholing voor energieadviseurs nader inhoudelijk te onderbouwen in de toelichting bij het voorstel. De noodzaak van deze bijscholing is tweeledig. Allereerst is het zo dat de NTA 8800 in beginsel jaarlijks wordt aangepast. Het is belangrijk dat EP-adviseurs hiervan op de hoogte zijn. Ten tweede is het zo dat er nog altijd veel vragen leven onder adviseurs over de interpretatie van de NTA 8800 en dat er sprake is van veelgemaakte fouten. Een bijscholing kan helpen fouten terug te dringen en de nieuwe inhoud van de richtlijn kenbaar te maken. De toelichting is op dit punt aangevuld, zie paragraaf 2 onder a.

  • Het college adviseert toe te lichten of een minder frequente/omvangrijke scholingsverplichting is overwogen en te motiveren waarom daarvoor niet is gekozen. Voor een jaarlijkse scholing is gekozen omdat dit aansluit op de cyclus van aanpassingen van de NTA 8800. De omvang van de scholing wordt als passend gezien. De toelichting is op dit punt aangepast, zie paragraaf 2 onder a.

  • Het college adviseert duidelijk te maken dat de verplichte bijscholing voor energieadviseurs ook online mogelijk is. Dit is duidelijk gemaakt in de toelichting in paragraaf 2 onder a.

  • Het college adviseert de inhoud van de wijzigingen in de NTA 8800 concreet duidelijk te maken in de toelichting. In de toelichting wordt nu verwezen naar een document van de NEN, voor een volledig beeld van de wijzigingen. De belangrijkste wijzigingen staan in de toelichting vermeld. In verband met de overzichtelijkheid zijn niet alle wijzigingen – zoals kleine redactionele aanpassingen – in de toelichting opgenomen. Daarnaast is er bij de internetconsultatie een document bijgevoegd met de voorgenomen wijzigingen in de NTA 8800.

  • In afstemming met NEN zal worden bezien op welke manier het mogelijk is voor toekomstige wijzigingen van de NTA de wijzigingen inzichtelijker weer te geven.

  • Het college adviseert de beoordelingsrichtlijnen bij de NTA8800 digitaal en kosteloos beschikbaar te maken. InstallQ heeft aangegeven na te gaan of vanaf 2023 de Beoordelingsrichtlijnen 9500 en 9501 kosteloos digitaal kunnen worden verstrekt. Dit zou een positieve ontwikkeling zijn.

  • Het college adviseert de beschrijving van de regeldrukeffecten van het voorstel compleet te maken conform de Rijksbrede methodiek voor regeldrukeffecten-analyse. In de toelichting is een berekening toegevoegd van de administratieve baten als gevolg van de vereenvoudigde richtlijn, zie hiervoor paragraaf 2 onder a.

3.3. Internetconsultatie

Een concept van deze regeling is in openbare internetconsultatie geweest van 25 november 2022 tot 23 december 2023. Op de internetconsultatie zijn vier reacties binnengekomen. Het betreft twee individuen, één bedrijf en één stichting. Drie van de reacties zagen op de inhoud van de regeling. De vierde reactie had geen betrekking op de NTA 8800 maar een ander onderwerp. Deze reactie heeft niet geleid tot een wijziging van deze regeling en wordt hier verder niet behandeld. Twee van de reacties gingen in op de inhoud van de NTA 8800. In een van de reacties werd opgemerkt op dat enkele bepalingen in het wijzigingsblad BRL-9500W/U 010223 onduidelijk waren. Dit commentaar heeft niet geleid tot wijziging van de regeling, maar is wel doorgestuurd naar InstallQ, de beheerder van de BRL-9500.

In een tweede reactie werd opgemerkt dat de ISSO-opnameprotocollen niet in lijn zouden zijn met de Europese Verordening Bouwproducten (CPR 305/2011). De reactie is gebaseerd op een onjuist antwoord op de KEGO-website13. Op haar website behandelt KEGO de vraag hoe er moet worden om gegaan met prestatieverklaringen van fabrikanten (Declarations of Performance) onder de Construction Products Regulation 350/2011. De ISSO-opnameprotocollen zijn echter wel in lijn met deze Europese regels. KEGO is op de hoogte gebracht van de omissie in hun antwoord.

Een vierde reactie merkte op dat de NTA8800:2023 nog niet definitief was vastgesteld ten tijde van de internetconsultatie, terwijl kenbaarheid een vereiste voor regelgeving zou zijn. Het is inderdaad vereist dat regelgeving voor de burger kenbaar is. Dit geldt alleen voor regelgeving die al van toepassing is. Regelgeving die in consultatie wordt gebracht is per definitie nog niet vastgesteld en kan, bijvoorbeeld naar aanleiding van de consultatie, nog gewijzigd worden.

3.4 Notificatie

Deze regeling is ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L241) voorgelegd aan de Europese Commissie (notificatienummer 2023/0013/NL). Van de Commissie zijn geen opmerkingen ontvangen.

II. Artikelsgewijs deel

Artikelen I t/m IV

Voor deze onderdelen geldt dat het steeds om dezelfde wijzigingsopdrachten gaat, namelijk het aanwijzen van nieuwe versies van de wijzigingsbladen bij de BRL 9500-U, BRL 9500-W, BRL 9501 en de nieuwe versie van NTA 8800.

Artikel V

Artikel I, dat de Omgevingsregeling wijzigt, treedt in werking bij ministerieel besluit om nauw aan te kunnen sluiten bij de inwerkingtreding van de Omgevingsregeling. Voor de overige artikelen is inwerkingtreding in deze regeling bepaald op 1 juli 2023. Dit is in overeenstemming met de vaste verandermomenten. Ook wordt rekening gehouden met de minimuminvoeringstermijn tussen publicatie en inwerkingtreding.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Versie NTA 8800:2020+A1:2020.

X Noot
2

De standaard voor woningisolatie is een toekomstvast advies voor de isolatiegraad van gebouwen, waarmee het gebouw goed genoeg geïsoleerd is om aardgasvrij te worden.

X Noot
3

BENG staat voor bijna-energieneutrale-gebouwen.

X Noot
4

BCRG betreft het bureau voor de controle en registratie van gelijkwaardigheids- en kwaliteitsverklaringen. Het faciliteert een onafhankelijk college van experts die de verklaringen keurt en neemt goedgekeurde verklaringen op in een databank die transparant op de site staat.

X Noot
5

Zie: https://www.gebouwenergieprestatie.nl/bepalingsmethode/ onder het kopje “Meer informatie” is het mogelijk om de tekstvergelijking van de NTA 8800 edities 2022 en 2023 te downloaden.

X Noot
6

’Bijna energieneutrale gebouwen’; Stb. 2019, 501 en Stcrt. 2020, 37764.

X Noot
7

TOjuli betreft de waarde voor risico op oververhitting in woningen.

X Noot
8

Werd tot 2023 opfriscursus genoemd.

X Noot
9

Het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van InstallQ beheert de inhoud van certificatieregelingen en de Beoordelingsrichtlijnen (BRL-en).

X Noot
10

Stichting KEGO is in 2020 opgericht door AvEPA, FedEC, InstallQ en ISSO en heeft als taak het beheer en de uitvoering van het energieprestatie-adviesplatform te borgen en verzorgen.

X Noot
13

Op de site van Stichting KEGO (https://stichtingkego.nl/) staan onder meer een aantal Q+A’s over het stelsel energieprestatie.

Naar boven