Beperkingenbesluiten als genoemd in artikel 1, onder b,
van de wet en aangewezen op grond van artikel 2, eerste lid, van de
wet
|
Toegestaan werkingsgebied
|
BRK ID
|
BAG ID
|
BGT ID
|
Geometrie
|
Gemeentewet
|
|
|
|
|
(artikel 174a) besluit van de burgemeester tot het sluiten van een woning,
een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat
lokaal behorend erf;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 222, zoals dit artikel vanaf 1 januari 1995 luidt) gemeentelijk
bekostigingsbesluit strekkend tot het heffen van een gemeentelijke
baatbelasting krachtens verordening;
|
x
|
|
|
|
(artikel 222, zoals dit artikel vanaf 1 januari 1995 luidt, juncto artikel
216) vaststelling verordening tot het heffen van een gemeentelijke
baatbelasting.
|
x
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wet agrarisch grondverkeer
|
|
|
|
|
(artikel 7) aanwijzing als landgoed door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 37, derde lid) vestiging van een voorkeursrecht bij koninklijk
besluit.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Erfgoedwet
|
|
|
|
|
(artikel 1, onderdeel b, sub 2o, van de wet) een toezending van
een ontwerpbesluit door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als
bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Erfgoedwet, in samenhang met artikel
3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 1, onderdeel b, sub 3o, van de wet) een afschrift van
een inschrijving door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van een
als rijksmonument aangewezen monument of archeologisch monument in het
rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
|
x
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
Opiumwet
|
|
|
|
|
(artikel 13b, eerste lid) besluit van de burgemeester tot oplegging van een
last onder bestuursdwang, indien dat besluit strekt tot sluiting van het
betreffende object.
|
x
|
x
|
x
|
|
|
|
|
|
|
Huisvestingswet 2014
|
|
|
|
|
(artikelen 4 en 22) vaststelling huisvestingsverordening (aanwijzing
categorie gebouwen waarvoor het in artikel 22 bedoelde vergunningenstelsel
inzake splitsing in appartementsrechten geldt).
|
x
|
x
|
|
x
|
|
|
|
|
|
Omgevingswet
|
|
|
|
|
(artikel 2.43, eerste lid, in samenhang met artikel 3.53, derde en vierde
lid, onder a tot en met c, van het Besluit kwaliteit leefomgeving) besluit van
het bevoegd gezag om geen of minder geluidwerende maatregelen aan een
geluidgevoelig gebouw te treffen;
|
x
|
x
|
|
x
|
(artikel 2.43, eerste lid, in samenhang met artikel 3.54 van het Besluit
kwaliteit leefomgeving) besluit van het bevoegd gezag om een besluit tot het
treffen van geluidwerende maatregelen aan een geluidgevoelig gebouw te wijzigen
in een besluit om geen geluidwerende maatregelen aan dat gebouw te
treffen;
|
x
|
x
|
|
x
|
(artikel 2.44, eerste lid) door de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit als Natura 2000-gebied aangewezen gebied;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 2.44, tweede lid) door de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit als bijzonder nationaal natuurgebied aangewezen gebied;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 4.5 in samenhang met een algemene regel als bedoeld in paragraaf
4.1.1) door het bevoegd gezag in verband met een archeologische toevalsvondst
van algemeen belang gesteld maatwerkvoorschrift tot het opleggen van een
daarbij omschreven plicht;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 4.5 in samenhang met artikel 11.128 van het Besluit activiteiten
leefomgeving) door het bevoegd gezag gesteld maatwerkvoorschrift tot het
opleggen van een verbod om een houtopstand te vellen;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 4.5 in samenhang met artikel 3.7, tweede lid, van het Besluit
bouwwerken leefomgeving) door het bevoegd gezag gesteld maatwerkvoorschrift tot
het opleggen van een plicht tot het treffen van voorzieningen aan een bestaand
bouwwerk tot op ten hoogste nieuwbouwniveau;
|
x
|
x
|
|
x
|
(artikel 4.5, eerste lid, in samenhang met artikel 5.23a, aanhef en onder
b, van het Besluit bouwwerken leefomgeving) door het bevoegd gezag gesteld
maatwerkvoorschrift bij wijziging van een gebruiksfunctie van een bouwwerk of
een gedeelte daarvan inhoudende dat de waarde, bedoeld in artikel 5.23, eerste
lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving, wordt versoepeld tot ten hoogste
38 dB;
|
x
|
x
|
|
x
|
(artikel 4.5 in samenhang met in het omgevingsplan gestelde regels) door
het bevoegd gezag op grond van het omgevingsplan gesteld maatwerkvoorschrift
tot het opleggen van een plicht tot het treffen van voorzieningen aan een
bouwwerk om dat in overeenstemming te brengen met regels in het omgevingsplan
over het uiterlijk van bouwwerken;
|
x
|
x
|
|
x
|
(artikel 4.5 in samenhang met in het omgevingsplan gestelde regels) door
het bevoegd gezag op grond van het omgevingsplan gesteld maatwerkvoorschrift
tot het opleggen van een plicht gebruiksbeperkingen in acht te nemen of
nazorgmaatregelen te treffen na het saneren van de bodem;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 5.34) door het bevoegd gezag aan een omgevingsvergunning verbonden
voorschrift tot het opleggen van een plicht gebruiksbeperkingen in acht te
nemen of nazorgmaatregelen te treffen na het saneren van de bodem;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 5.40, eerste lid, aanhef en onder a) door het bevoegd gezag in
verband met een archeologische toevalsvondst van algemeen belang gewijzigde
voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.13, eerste lid) door de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat opgelegde gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van
een werk voor infrastructuur of water;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.13, tweede lid) door het dagelijks bestuur van een waterschap
opgelegde gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van een werk ter
uitvoering van een projectbesluit waarop artikel 5.46, tweede lid, van de
Omgevingswet van toepassing is;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.13b) door het college van burgemeester en wethouders opgelegde
gedoogplicht voor het verrichten van onderzoek of de uitvoering van maatregelen
in verband met nazorg van de bodem;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 10.14) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat opgelegde
gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van een werk voor energie
of mijnbouw;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.15) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat opgelegde
gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van werken voor
grenswateren als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringswet Nederlands-Duits
Grensverdrag;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.16, eerste lid, of het eerste lid in samenhang met het derde
lid) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of gedeputeerde staten
opgelegde gedoogplicht voor het verrichten van onderzoek op een locatie in
verband met een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit of een
aanvraag om een dergelijke vergunning;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 10.16, tweede lid, of het tweede lid in samenhang met het derde
lid) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of gedeputeerde staten
op verzoek van de aanvrager of houder van een omgevingsvergunning opgelegde
gedoogplicht voor het verrichten van onderzoek en voor het aanbrengen, in stand
houden, onderhouden, gebruiken en verwijderen van de voor dat onderzoek
benodigde middelen als dat voor de ontgrondingsactiviteit nodig is;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 10.17, eerste lid) door de beheerder opgelegde gedoogplicht voor
het verrichten van onderzoek in verband met een omgevingsvergunning voor een
wateractiviteit of ter voldoening aan een andere in het kader van het
waterbeheer op grond van de Omgevingswet, een waterschapsverordening of
omgevingsverordening op hem rustende plicht;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 10.17, tweede lid) door de beheerder opgelegde gedoogplicht voor
het op of in gronden verrichten van onderzoek en daarmee verband houdende
activiteiten in verband met een waterstaatswerk of voor de aanleg of wijziging
daarvan en de daarmee verband houdende activiteiten;
|
x
|
|
x
|
x
|
(artikel 10.18) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat opgelegde
gedoogplicht als voor het bepalen van de mate van luchtverontreiniging gebruik
moet worden gemaakt van onroerende zaken;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.19, eerste lid) door de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap opgelegde gedoogplicht voor het in het belang van een archeologisch
onderzoek betreden van terreinen, het daarop verrichten van metingen of het
daarin doen van opgravingen;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.19, tweede lid) door een bestuursorgaan ter voorbereiding of
uitvoering van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een
omgevingsplanactiviteit opgelegde gedoogplicht als bedoeld in artikel 10.19,
eerste lid;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.19a) door de Minister van Defensie opgelegde gedoogplicht voor
het tot stand brengen of opruimen van werken voor de uitoefening van
defensietaken;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.21) door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat of de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat in overeenstemming met de Minister
die het aangaat opgelegde gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen
van een werk van algemeen belang dat geen werk of activiteit als bedoeld in de
artikelen 10.13 tot en met 10.19a is;
|
x
|
x
|
x
|
x
|
(artikel 10.21a) door het college van burgemeester en wethouders in verband
met het voorkomen, beperken of ongedaan maken van een verontreiniging of
aantasting van de bodem opgelegde gedoogplicht voor het verrichten van
onderzoek of het treffen van maatregelen;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 13.14, derde lid, aanhef en onder a, in samenhang met het eerste
lid) door het bevoegd gezag aan een omgevingsvergunning voor een buitenplanse
omgevingsplanactiviteit verbonden voorschrift over kostenverhaal als bedoeld in
artikel 13.14, eerste lid;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 13.14, derde lid, aanhef en onder b, in samenhang met het eerste
lid en met artikel 22.16, eerste lid) door het bevoegd gezag aan een
projectbesluit dat geldt als een omgevingsvergunning voor een buitenplanse
omgevingsplanactiviteit verbonden voorschrift over kostenverhaal als bedoeld in
artikel 13.14, eerste lid;
|
x
|
|
|
x
|
(artikelen 18.2 en 18.3 in samenhang met artikel 18.4a) besluit tot het
opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom gericht op
naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gestelde regel, voor zover
bij dat besluit met toepassing van artikel 18.4a van die wet is bepaald dat het
besluit ook geldt voor de rechtsopvolgers van degene aan wie de last wordt
opgelegd;
|
x
|
|
|
x
|
(artikel 19.4) door het bevoegd gezag, voor zover dat de beheerder is of
als sprake is van nadelige gevolgen of dreigende nadelige gevolgen voor de
bodemkwaliteit, aan de veroorzaker van een ongewoon voorval opgelegde plicht
tot het treffen van maatregelen om de nadelige gevolgen van dat voorval te
voorkomen, te beperken of weg te nemen;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 19.5) beslissing van het bevoegd gezag, voor zover dat de
beheerder is, tot het treffen van preventieve of herstelmaatregelen na een
ongewoon voorval;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 19.9 in samenhang met artikel 19.4) door het bevoegd gezag in
verband met een archeologische toevalsvondst van algemeen belang opgelegde
plicht tot het treffen van maatregelen;
|
x
|
x
|
x
|
X
|
(artikel 19.9c, eerste lid) door het bevoegd gezag in verband met een
toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem opgelegde plicht tot het
treffen van tijdelijke beschermingsmaatregelen;
|
x
|
|
|
X
|
(artikel 22.2, eerste lid, in samenhang met de artikelen 29, eerste lid, en
37, eerste lid, van de Wet bodembescherming, zoals die wet luidde voor de
inwerkingtreding van de Omgevingswet) beschikking voor zover in een regel over
bodembeheer in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel
22.1, onder c, van de Omgevingswet, de locatie waarop die beschikking
betrekking heeft bepalend is voor het toepassingsbereik van die regel.
|
x
|
|
|
X
|
|
|
|
|
|
Woningwet
|
|
|
|
|
(artikel 13b) door het bevoegd gezag opgelegde plicht om een in dat artikel
genoemd object aan een ander in gebruik of beheer te geven;
|
x
|
x
|
|
|
(artikel 17) besluit van het bevoegd gezag tot het sluiten van een gebouw,
open erf of terrein;
|
x
|
x
|
x
|
|
(artikel 92, derde lid, in samenhang met hoofdstuk III van de Woningwet en
artikel 18.4a van de Omgevingswet) besluit van het college van burgemeester en
wethouders tot het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder
dwangsom gericht op naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk III
van de Woningwet, voor zover bij dat besluit met toepassing van artikel 18.4a,
eerste zin, van de Omgevingswet is bepaald dat het besluit ook geldt voor de
rechtsopvolgers van degene aan wie de last wordt opgelegd.
|
x
|
x
|
x
|
|