U bekijkt een publicatie met

Toon versie van document

Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 8 september 2023, nr. WJZ/ 27590052, tot wijziging van de Omgevingsregeling in verband met de actualisatie van de erkende maatregelenlijst

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van afdeling 4.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

AFDELING 4.4 ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN TER VERDUURZAMING VAN HET ENERGIEGEBRUIK MET BETREKKING TOT MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

B

Artikel 4.14 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 4.14 (energiebesparende maatregelen)(maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik)

De maatregelen, bedoeld in artikel 5.15, vierde lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn de maatregelen in bijlage VII.

  • 1.

    Bij het verrichten van de milieubelastende activiteiten, bedoeld in tabel 4.14, wordt in ieder geval voldaan aan artikel 5.15, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, als door degene die de activiteit verricht de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, die voor die activiteit zijn opgenomen in het onderdeel van bijlage VII waar in de tabel naar wordt verwezen.

  • 2.

    Bij het verrichten van milieubelastende activiteiten die een of meer van de in tabel 4.14 aangewezen activiteiten functioneel ondersteunen, wordt in ieder geval voldaan aan artikel 5.15, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, als door degene die de activiteit verricht de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, die voor die activiteit zijn opgenomen in bijlage VII, onderdeel 16.

  • 3.

    In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is een energiebesparende maatregel uit bijlage VII die betrekking heeft op een stookinstallatie, een persluchtinstallatie, een elektromotor of een pomp niet van toepassing, als deze maatregel voornamelijk betrekking heeft op het verwarmen, koelen, ventileren, de warm tapwatervoorziening, het bevochtigen of ontvochtigen van een gebouw of de elektriciteitsopwekking ter plaatse ten behoeve van het gebouw.

    Tabel 4.14 Energiebesparende maatregelen

    Globale omschrijving activiteiten

    Milieubelastende activiteiten als bedoeld in:

    Energiebesparende maatregelen opgenomen in:

    Metaalproductenindustrie en metaalrecyclingbedrijf

    De artikelen 3.103 en 3.163 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 1

    Autoschadeherstelbedrijven

    Artikel 3.276 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 2

    Ziekenhuizen

    Artikel 3.256 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 3

    Datacentra

    Artikel 3.235 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 4

    Rubberindustrie en kunststofindustrie

    Artikel 3.134 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 5

    Voedingsmiddelenindustrie

    Artikel 3.128 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 6

    Agrarische sector

    De artikelen 3.200, 3.208 en 3.211 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 7

    Mobiliteitssector

    De artikelen 3.253 en 3.280 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 8

    Sport en recreatie sector

    De artikelen 3.308, 3.314 en 3.317 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 9

    Papierindustrie en grafische industrie

    De artikelen 3.122 en 3.140 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 10

    Minerale producten industrie

    Artikel 3.111 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 11

    Chemische producten industrie

    Artikel 3.118 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 12

    Autowasstraat en tankstation

    De artikelen 3.276 en 3.296 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 13

    Houtindustrie

    Artikel 3.122 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 14

    Opslag- en transportbedrijf

    De artikelen 3.285 en 3.229 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 15

C

Het opschrift van paragraaf 5.1.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

§ 5.1.4 Energiebesparende maatregelenMaatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met betrekking tot gebouwen

D

Artikel 5.28 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 5.28 (toepassingsbereik)

De regels in deze paragraaf zijn van toepassing op het treffen van energiebesparende maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik als bedoeld in artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

E

Artikel 5.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 5.29 (energiebesparende maatregelen)(maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik)

De maatregelen, bedoeld in artikel 3.84, vijfde lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijn de maatregelen in bijlage XIV.

  • 1.

    Aan artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt in ieder geval voldaan als de energiebesparende maatregelen zijn getroffen die voor de gebruiksfunctie zijn opgenomen in het in tabel 5.29 genoemde onderdeel van bijlage XIV.

  • 2.

    Een in bijlage XIV opgenomen energiebesparende maatregel voor een stookinstallatie, een persluchtinstallatie, een elektromotor of pompen hoeft niet te worden getroffen als deze niet voornamelijk betrekking heeft op het verwarmen, koelen, ventileren, de warm tapwatervoorziening, het bevochtigen of ontvochtigen van een gebouw of de elektriciteitsopwekking ter plaatse ten behoeve van het gebouw.

    Tabel 5.29

    Gebruiksfunctie

    Energiebesparende maatregelen opgenomen in:

    Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang

    Bijlage XIV, onder 1.a

    Andere bijeenkomstfunctie

    Bijlage XIV, onder 1.b

    Celfunctie

    Bijlage XIV, onder 2

    Gezondheidszorgfunctie

    Bijlage XIV, onder 3

    Industriefunctie

    Bijlage XIV, onder 4

    Kantoorfunctie

    Bijlage XIV, onder 5

    Logiesfunctie

    Bijlage XIV, onder 6

    Onderwijsfunctie

    Bijlage XIV, onder 7

    Sportfunctie

    Bijlage XIV, onder 8

    Winkelfunctie

    Bijlage XIV, onder 9

F

Bijlage VII wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

BIJLAGE VII BIJ ARTIKEL 4.14 VAN DEZE REGELING (ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN TER VERDUURZAMING VAN HET ENERGIEGEBRUIK MET BETREKKING TOT MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN)

De in deze bijlage opgenomen energiebesparende maatregelen vallen in drie categorieën uiteen:

  • A)

    maatregelen die betrekking hebben op het gebouw;

  • B)

    maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten; en

  • C)

    maatregelen die betrekking hebben op processen.

Het merendeel van de energiebesparende maatregelen dat betrekking heeft op het gebouw is opgenomen in bijlage XVIIIa. Echter, verlichting die kan worden aangemerkt als niet-ingebouwde verlichting (zoals buitenverlichting en reclameverlichting) en bepaalde maatregelen aan de gebouwschil of technische bouwsystemen die direct het gevolg zijn van het proces (zoals de aanwezigheid van een zwembad of van dierenverblijven) zijn in deze bijlage opgenomen.

Inhoudsopgave

Onderdeel Code

Categorie Code

Categorie Omschrijving (onderwerp)

F

A

Perslucht

F

B

Stoom

F

C

Aandrijvingen

F

D

Productkoeling

F

E

Grootkeukenapparatuur

F

F

Ovens

F

G

Terreinverlichting

F

H

Zwembad

F

I

Serverruimte

F

J

Roltrap

F

K

Zonnepanelen

 
 
 

P

A

Natlakspuitcabines

P

B

Drogen

P

C

Procesbaden

P

D

Procesapparatuur

P

E

Proceswarmte

P

F

Proceskoeling

P

G

Veehouderijen

P

H

Datacentrum

Onderdeel 1 Faciliteiten:

Categorie: Perslucht

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA1

Toe te passen maatregel

Vergroot de persluchtbuffer.

Door het aansluiten van een (extra) buffervat op het bestaande persluchtnet kan meer perslucht opgeslagen worden, waardoor het aantal starts en stops van de compressor wordt beperkt.

Huidige situatie

Er is een persluchtcompressor met aan/uit-schakelaar aanwezig zonder buffervat of met een te klein buffervat. Hierdoor draait de persluchtinstallatie minimaal 15 minuten per bedrijfsuur in nullast. Bij vergroting van de buffer is het uitgangspunt om maximaal 5 minuten aaneengesloten in nullast te draaien.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte nabij de persluchtcompressor om een persluchtbuffervat te plaatsen.

De persluchtvraag is gemiddeld gezien variabel gedurende een bedrijfsuur.

De persluchtcompressor heeft een vermogen van minimaal 10 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA2

Toe te passen maatregel

Plaats een afsluiter met tijdschakelaar om verlies van perslucht buiten bedrijfstijden te beperken.

Door het toepassen van een afsluiter met tijdschakelaar op het persluchtnet of delen daarvan kunnen apparaten en machines worden losgekoppeld van de perslucht. Zo hoeft de compressor niet onnodig perslucht te comprimeren buiten bedrijfstijden.

Huidige situatie

Er is een centraal persluchtnet aanwezig dat geheel of deels onder druk staat buiten gebruikstijden.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De op het persluchtnet aangesloten apparaten en machines zijn geschikt om zonder persluchtdruk buiten bedrijf stil te staan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze.

Controleer regelmatig de instelling van de tijden dat het persluchtnet buiten bedrijf is en zorg dat deze bij veranderende bedrijfstijden (zoals bij zomer- en wintertijd) worden bijgewerkt.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA3

Toe te passen maatregel

Pas een flow-drukregelaar toe in het persluchtnet.

Door integratie van een flow-drukregelaar (regelklep direct na het buffervat) in een persluchtnet kunnen schommelingen in de persluchtvraag worden uitgebalanceerd. Om de schommelingen op te vangen is de persdruk vaak hoger ingesteld dan nodig. Door toepassing van een flow-drukregelaar kan de persdruk in het buffervat worden verlaagd. De verlaging in persdruk zorgt voor een besparing op het energiegebruik van de compressor.

Daarbij zal door lagere druk het persluchtgebruik per gebruiker afnemen en lekt er minder perslucht weg. Door minder persluchtgebruik of -lekkage zal de compressor ook energie besparen.

Huidige situatie

Er is een persluchtnet met een centrale toerengeregelde persluchtcompressor(en) en buffervat aanwezig, waarbij een flow-drukregelaar ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.700 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de compressor is ten hoogste 45 kW en het persluchtgebruik is maximaal 7 m3/min.

In het persluchtnet vinden hoge drukvallen plaats door grote persluchtafname.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verlaag de persluchtdruk na plaatsing van de schakelaar en controleer regelmatig de ingestelde waarde.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA4

Toe te passen maatregel

Plaats een luchtkanaal zodat de persluchtcompressor (koude) buitenlucht aanzuigt.

Plaats een luchtkanaal voor het aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. Als de persluchtcompressor koudere lucht aanzuigt kan er energiezuiniger perslucht worden gemaakt.

Huidige situatie

Er is een centraal persluchtnet aanwezig met een persluchtcompressor van ten minste 7,5 kW die warme lucht aanzuigt vanuit de ruimte waarin deze is opgesteld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.000 bedrijfsuren van de persluchtcompressor per jaar.

Technische randvoorwaarden

De compressor staat binnen 5 m van een buitenmuur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA5

Toe te passen maatregel

Gebruik zuinige persluchtgereedschappen.

Door gebruik te maken van nieuwe en energiezuinige perslucht aangedreven gereedschappen, zoals blaaspistolen, wordt er minder perslucht gebruikt en energie bespaard.

Huidige situatie

Er wordt gebruik gemaakt van 'conventionele' persluchtgereedschappen, zoals blaaspistolen, met een nominaal gebruik van meer dan 120 l/min.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gereedschappen die meer dan 1.800 uur per jaar worden gebruikt.

Technische randvoorwaarden

De persluchtcompressoren hoeven niet te worden aangepast door het verminderde gebruik van perslucht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Onderhoud de perslucht aangedreven gereedschappen zodat er geen onnodige perslucht verloren gaat en houd ze schoon.

Controleer regelmatig op persluchtlekkages aan gereedschap, koppelingen en leidingen en verhelp deze.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA6

Toe te passen maatregel

Gebruik elektrisch handgereedschap als vervanging voor pneumatisch aangedreven gereedschap.

Door waar mogelijk elektrisch handgereedschap toe te passen en perslucht aangedreven gereedschap alleen te gebruiken wanneer er geen elektrisch alternatief is, kan het persluchtgebruik worden beperkt. Het opwekken van perslucht voor het aandrijven van gereedschap is minder efficiënt dan het gebruiken van elektrisch aangedreven gereedschap.

Huidige situatie

Persluchtaangedreven handgereedschap wordt gebruikt voor toepassingen waar een elektrisch alternatief voor kan worden gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gebruik van het gereedschap van meer dan 6 u/wk.

Technische randvoorwaarden

Er is een geschikt elektrisch alternatief beschikbaar dat voldoet aan de specifieke eisen van de werkzaamheden zoals voldoende koppel en een handzaam gewicht en formaat.

De gereedschappen worden niet in een ATEX omgeving gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA7

Toe te passen maatregel

Gebruik een blower voor het schoonblazen in plaats van perslucht.

Voor werkzaamheden zoals schoonblazen van vloeren en machines waarbij met perslucht wordt geblazen kan een decentrale blower worden gebruikt. Dit is energiezuiniger dan blazen met perslucht.

Huidige situatie

Blazen gebeurt met perslucht van ten minste 6 bar.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gebruik van perslucht voor schoonblazen van meer dan 6 u/wk.

Technische randvoorwaarden

Het proces moet toestaan dat er met een lagere druk en groter luchtvolume schoongeblazen wordt.

De blower is binnen 10 m van de toepassing te plaatsen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA8

Toe te passen maatregel

Vervang de regelklepbediening op basis van perslucht door elektrische aandrijvingen.

Door het op perslucht aangedreven besturend element (actuator) van de regelklep te vervangen door een servo- of stappenmotor, kan energie worden bespaard. Bij een perslucht aangedreven actuator moet het gehele jaar lucht op druk worden gehouden. Daarom is een elektrische aandrijving efficiënter.

Huidige situatie

Er is een regelklep met een door perslucht aangedreven actuator (besturend element) aanwezig die is aangesloten op het centrale persluchtnet. De actuator kan separaat worden vervangen.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij processen die het hele jaar continu in bedrijf zijn.

Technische randvoorwaarden

Er is een elektrische voedingskast beschikbaar binnen 10 m.

De regelklep bevindt zich niet in een ATEX-omgeving.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Stoom

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB1

Toe te passen maatregel

Verlaag de stoomdruk van het centrale stoomnet.

Een verlaging van de stoomdruk zorgt voor lagere (stoom)temperaturen en voor een lagere schoorsteentemperatuur. Daardoor verliest de ketel minder warmte en wordt het warmteverlies door de schoorsteen kleiner. Bovendien neemt het verlies in het (stoom)distributienet en het flashverlies in condenspotten af. De mate van verlaging van de stoomdruk wordt bepaald door de stoomafnemer die om de hoogste stoomdruk vraagt om te kunnen blijven opereren.

Huidige situatie

Er is een stoomketel aanwezig die is gekoppeld aan een centraal stoomnet en de druk op het stoomnet is hoger dan voor de aangesloten apparaten vereist is.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het stoomnet is meer dan 2.300 uur per jaar op druk.

Technische randvoorwaarden

Voor de verlaging van het stoomdruksetpoint zijn geen verdere veranderingen aan het systeem nodig.

De stoomafnemers kunnen functioneren met de verlaagde stoomdruk.

De huidige leidingen en appendages dienen geschikt te zijn voor een verhoging van de stromingssnelheden van de stoom.

De stoomdruk bedraagt minimaal 4 bar.

De stoomdruk kan met ten minste 10% worden verlaagd.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de stoomdruk in het stoomnet.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB2

Toe te passen maatregel

Gebruik een economiser om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten.

Door het uitkoelen van rookgas met een economiser kan de restwarmte uit de rookgassen worden benut om het ketelvoedingwater voor te verwarmen.

Huidige situatie

Er is een stoomketel aanwezig en de warmte uit de rookgassen wordt niet benut.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 vollasturen van de stoomketel per jaar.

Technische randvoorwaarden

De klep voor het ketelvoedingswater moet modulerend zijn om een constante flow in de economiser te garanderen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verricht regelmatig metingen aan de in- en uitgaande temperaturen om vast te stellen of de economiser goed werkt.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB3

Toe te passen maatregel

Gebruik een rookgascondensor om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten.

Door het condenseren van rookgas met een RVS-condensor kan de restwarmte uit de rookgassen nuttig worden ingezet. Toepassing van de maatregel vereist dat de brander van de stoomketel opnieuw wordt afgesteld.

Huidige situatie

Er is een stoomketel met economiser aanwezig en de rookgassen verlaten de schoorsteen (na de economiser) met een temperatuur van 130 °C of hoger.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is redelijk koud suppletiewater aanwezig (10 - 20°C).

Het suppletiewaterdebiet is relatief hoog (meer dan 80% van de massastroom stoom), of er is warmtevraag aanwezig zoals water voor centrale verwarming of schoonmaakwater.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Onderhoud de warmtewisselaar volgens de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB4

Toe te passen maatregel

Vervang stoom als middel voor ruimteverwarming.

Door stoom als middel voor ruimteverwarming te vervangen voor een efficiënter alternatief wordt energie bespaard. Mogelijke alternatieven zijn een indirect gestookte heater, een direct gestookte hoogrendement (HR)-heater of donkere stralers.

Huidige situatie

De ruimteverwarming gebeurt met een met stoom gevoede luchtverhitter.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is een aansluitpunt voor gas aanwezig binnen een afstand van 50 m van de te verwarmen ruimte.

De huidige constructie en de elektriciteitsaansluiting kunnen worden hergebruikt (één-op-één vervanging van de huidige heaters).

Er zweeft geen brandbaar stof (zoals houtstof of andere organische stoffen) in de ruimte.

De rookgasafvoer kan direct door het dak gerealiseerd worden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB5

Toe te passen maatregel

Isoleer ongeïsoleerde warme delen van de stoomketel.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 1,0 m2K/W bij ongeïsoleerde mangaten, ketel-achterfronten en voedingswaterregelkleppen van stoomketels, kan warmteverlies worden voorkomen.

Huidige situatie

Bepaalde delen van de stoomketel, zoals mangaten, het ketel-achterfront en de voedingswaterregelklep zijn niet of onvoldoende geïsoleerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB6

Toe te passen maatregel

Isoleer stoomleidingen en appendages.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W rondom stoomleidingen en appendages wordt warmteverlies tegengegaan.

Huidige situatie

De stoomleidingen zijn niet of onvoldoende geïsoleeerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB7

Toe te passen maatregel

Pas een omgekeerde osmose (RO)-installatie toe om de ketelwaterkwaliteit te verbeteren.

Met een omgekeerde osmose-installatie kan de waterkwaliteit voor een gasgestookte stoomketel worden verbeterd. Hierdoor is er minder toevoeging van nieuw water nodig en wordt er ook minder water ververst (spui). Dit verlaagt het watergebruik en daardoor hoeft er minder water te worden opgewarmd in de stoomketel.

Huidige situatie

Er is een stoomketel zonder waterbehandeling of met enkel een eenvoudige ontharder zoals een harskolom aanwezig. De waterverversing (spui) is ten minste 10%.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende opstelruimte in het ketelhuis voor een omgekeerde osmose-installatie.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks op lekkages en voer zo nodig

onderhoud uit aan de reverse osmose-installatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB8

Toe te passen maatregel

Plaats een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces om het suppletiewater voor te verwarmen met warmte uit te lozen water.

Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces kan het suppletiewater van de stoomketel worden voorverwarmd met warmte uit te lozen afvalwater. Voorbeelden van dergelijke warmteterugwinning zijn een kratten- of gereedschapwasser.

Huidige situatie

Er is een heetwaterproces aanwezig (bijvoorbeeld een kratten- of gereedschapwasser) waarbij het warme afvalwater wordt geloosd op het vuilwaterriool zonder dat daar warmte uit is teruggewonnen.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van het heetwaterproces per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het heetwaterproces verbruikt ten minste 500 m3 water per jaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Inspecteer en reinig elke twee jaar de warmtewisselaar.

Categorie: Aandrijvingen

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC1

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling toe op machines.

Met de toepassing van een frequentieregelaar op de elektromotor welke een machine of machinedeel aandrijft kan de motor optimaal worden ingezet in de bedrijfsvoering.

De aandrijving door de elektromotor kan middels de frequentieregelaar optimaal worden ingeregeld, waarbij de snelheid van de elektromotor zodanig wordt gekozen dat de aandrijving zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen.

Deze maatregel beslaat directe en indirecte aandrijvingen, zoals via as, snaar, riem, ketting en dergelijke.

Huidige situatie

Er is een machine aanwezig met een aandrijving via elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8 kW. De efficiëntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 800 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de motor is goed toegankelijk, waardoor de frequentieregelaar nabij de elektromotor kan worden geplaatst.

De functionaliteit van de machine moet een variabel of verlaagd toerental toestaan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling op pompen toe.

Door het toepassen van een frequentieregelaar op de pomp kan de pomp optimaal worden ingeregeld. Daarbij wordt het werkpunt van de pomp zodanig gekozen dat de pomp zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Bij veel toepassingen kan een eenvoudige debiet- of drukregeling worden ingesteld, waarbij de pomp altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld.

Huidige situatie

Er is een variabele flow of een overcapaciteit welke wordt gesmoord met een regel- of smoorklep.

Er is een pomp van ten minste 4 kW aanwezig, die wordt aangedreven door een elektromotor van efficiencyklasse IE2 of hoger.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC3

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling toe op compressoren van onder andere de koel-, vries- en persluchtinstallaties.

Door het toepassen van de frequentieregelaar wordt het toerental van de compressor optimaal ingeregeld, zodanig dat de compressor de gewenste druk en debiet kan leveren met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Daarnaast kan bij veel toepassingen een eenvoudige druk- of temperatuurregeling worden ingesteld, waarbij de compressor altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld. Bij een installatie waarin meerdere compressoren parallel opereren moet alleen de compressor met het grootste regelvermogen van een frequentieregelaar worden voorzien.

Huidige situatie

Er is een compressor zonder frequentieregeling aanwezig, aangedreven door een elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8 kW. De efficiëntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC4

Toe te passen maatregel

Vervang elektromotoren met efficiëntieklasse IE2 of lager door een motor met efficiëntieklasse IE4 of hoger.

Elektromotoren met een hogere efficiëntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiëntieklasse. Door het vervangen van elektromotoren met efficiëntieklasse IE2 of lager door elektromotoren met efficïëntieklasse IE4 of hoger wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiëntieklasse IE2 of lager. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er geen IE-klasse, klasse IE1 of IE2 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de motoren is ten minste 0,75 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC5

Toe te passen maatregel

Vervang IE3-elektromotoren door efficiëntieklasse IE4 of hoger.

Elektromotoren met een hogere efficiëntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiëntieklasse. Door het vervangen van IE3-elektromotoren door IE4-elektromotoren of hoger wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiëntieklasse IE3. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er IE3 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.900 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de motoren is meer dan 0,75 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften.

Categorie: Productkoeling

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD1

Toe te passen maatregel

Gebruik een alternatief voor elektrische verwarming aan de binnenzijde van de glazen deur van een verticaal vriesmeubel.

Door anti-condensfolie of een coating aan de binnenkant van de glazen deur aan te brengen is er geen elektrische verwarming meer nodig en kan deze verwijderd worden. Dit geeft een besparing op het elektriciteitsgebruik van het vriesmeubel en de koelinstallatie, omdat de koelinstallatie de ontstane warmte dan niet weg hoeft te koelen.

Huidige situatie

Er is een verticaal vriesmeubel aanwezig waarbij gebruik wordt gemaakt van elektrische (rand)verwarming op de glazen deur voor het voorkomen van condensvorming.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het vriesmeubel is meer dan 1.800 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer dat de ruitverwarming is uitgeschakeld nadat een folie of coating is aangebracht.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD2

Toe te passen maatregel

Plaats deuren voor verticale koelmeubels.

Door het plaatsen van glazen deuren voor verticale koelmeubels is er minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn verticale koelmeubels aanwezig die niet of alleen 's nachts worden afgedekt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 4.400 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD3

Toe te passen maatregel

Pas nachtafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels.

Een semi-verticaal koelmeubel heeft schappen die van onder naar boven minder diep worden. Nachtafdekking bestaat vaak uit een of meer rolgordijnen die aan het koelmeubel kunnen worden vastgemaakt en eenvoudig met de hand open en dicht kunnen worden gemaakt. Hierdoor is er buiten openingstijden minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder nachtafdekking.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 2.100 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Het koelmeubel is geschikt voor het plaatsen van nachtafdekking.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Dek de koelmeubels af na sluitingstijd.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD4

Toe te passen maatregel

Plaats dagafdekking op horizontale vriesmeubels.

Door schuifdeuren of andere dagafdekking toe te passen op horizontale vriesmeubels vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn horizontale vriesmeubels aanwezig zonder dagafdekking.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD5

Toe te passen maatregel

Isoleer koel- en vriesleidingen.

Door het aanbrengen van isolatie om koel- en vriesleidingen wordt koudeverlies naar de omgeving beperkt. Hierdoor zal het energiegebruik van de koelinstallatie afnemen. Gebruik vanwege condensvorming FEF (flexibel elastomeric foam) of een ander isolatiemateriaal met een structuur van gesloten cellen, een hoge dampdiffusieweerstand en een laag warmtegeleidingsvermogen.

Huidige situatie

De gekoelde koel- of vriesleidingen zijn niet of onvoldoende geïsoleerd. Het gaat hierbij om de leidingen van de koelmachine naar het afgiftesysteem.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD6

Toe te passen maatregel

Koppel de verdamperventilator aan de vriesceldeur.

Door het koppelen van de verdamperventilator aan de vriesceldeur gaat deze uit op het moment dat de deur wordt geopend. Dit voorkomt onnodig koudeverlies bij het openen van de deur. Bovendien vindt minder ijsvorming plaats op de verdamper.

Huidige situatie

Er is een vriescel aanwezig, waarbij de verdamperventilator en de vriesceldeur niet zijn gekoppeld, waardoor de verdamperventilator blijft draaien als de deur wordt geopend.

De deur is niet voorzien van lamellen of een snelsluitdeur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De grenswaarden voor de maximale temperatuur van de producten in de vriescel moeten gewaarborgd kunnen blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD7

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van koelcellen om warmte buiten te houden.

Door het isoleren van de koelcelwanden wordt koudeverlies naar de omgeving voorkomen en de temperatuur in een koelcel behouden. Pas isolatiemateriaal toe met een Rd-waarde van ten minste 6 m2K/W. Hierdoor daalt het elektriciteitsgebruik van de koelinstallatie.

Huidige situatie

Er is een niet of onvoldoende geïsoleerde koelcel aanwezig. De isolatiedikte is ten hoogste 15 mm (Rd-waarde is 0,5 m2K/W of lager).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de isolatie op beschadigingen en vochtproblemen volgens de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD8

Toe te passen maatregel

Regel de verdamperventilatoren van koelcellen op basis van meerdere temperatuursensoren.

In de koelcellen draait continu een ventilator bij de verdamper om temperatuurverschillen in de koelcel te voorkomen. Door de verdamperventilator te regelen op basis van meerdere temperatuursensoren kan energie worden bespaard.

Huidige situatie

Er is een koelcel aanwezig, waarbij de verdamperventilator niet wordt geregeld op basis van meerdere temperatuursensoren.

De verdamperventilator is voorzien van een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de koelcel is meer dan 4.800 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

De oppervlakte van de koelcel is ten minste 100 m2.

In de koelcel wordt geen groenten en/of fruit opgeslagen, vanwege gevaar van ethyleenophoping.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD9

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het circulatievoud te regelen bij gekoelde opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten (levend product).

Het circulatievoud van de lucht is het aantal malen per uur dat een ruimte-inhoud wordt doorspoeld met geconditioneerde lucht uit een luchtbehandelingsinstallatie. Tijdens de bewaarperiode is het niet nodig de volledige ventilatiecapaciteit van de koeling te benutten. Door te sturen op de ethyleenconcentratie kan het ventilatievoud worden geoptimaliseerd door middel van frequentieregeling van de ventilatoren.

Huidige situatie

Er is een koelcel aanwezig voor de opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten, waarbij het ventilatievoud niet wordt geregeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 4.500 draaiuren van de circulatieventilatoren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De circulatieventilatoren zijn geschikt voor frequentieregeling.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD10

Toe te passen maatregel

Scheid de luchttoevoer naar de koelinstallatie van de warme lucht uit de koelinstallatie.

Wanneer een condensor binnen staat wordt de warmte van de condensor overgedragen aan de te koelen lucht. Door het plaatsen van een apart aanzuigkanaal vanuit de buitenlucht of een onverwarmde ruimte kan de te koelen lucht worden gescheiden van de warme afgegeven lucht van de condensor. Hierdoor verbruikt de koelinstallatie minder elektriciteit.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de luchttoevoer en de afgegeven warme lucht van de condensor in dezelfde ruimte terechtkomen, waardoor deze opwarmt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De condensor staat binnen en de buitenlucht kan worden aangezogen met een aanzuigkanaal korter dan 5 m.

De maatregel is niet toepasbaar bij stekkerklare koelmeubels.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD11

Toe te passen maatregel

Pas een condensordrukregeling op buitenluchttemperatuur toe op de koelinstallatie.

Door het toepassen van een automatische condensordrukregeling op basis van de buitenluchttemperatuur, zal de condensortemperatuur op jaarbasis gemiddeld dalen. Hierdoor werkt de koelinstallatie efficiënter.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie met een vermogen van ten minste 20 kWth aanwezig, die is voorzien van een elektronisch expansieventiel en die werkt met een vaste condensordruk gedurende het gehele jaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De bestaande software kan worden aangepast met een variabel condensorsetpoint.

De regelkast van de koelinstallatie is bereikbaar en geschikt voor de toevoeging van een buitentemperatuursensor.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD12

Toe te passen maatregel

Gebruik de restwarmte van de condensors van de koelinstallatie.

Door middel van een extra warmtewisselaar in het persgascircuit kan de restwarmte uit de condensors nuttig worden gebruikt.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de warmte van de condensors niet nuttig wordt gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de beschikbare warmte kan ten minste 1.000 uur per jaar nuttig worden ingezet.

Technische randvoorwaarden

Er is ten minste 50 kWth aan warmte van de condensor beschikbaar.

Het moet technisch mogelijk zijn om de warmte nuttig te gebruiken.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD13

Toe te passen maatregel

Pas dagafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels.

Door het toepassen van dagafdekking bij een semi-verticaal koelmeubel vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder dagafdekking.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het koelmeubel is meer dan 7.200 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Het semi-verticale koelmeubel moet geschikt zijn voor het plaatsen van dagafdekking.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD14

Toe te passen maatregel

Plaats LED-armaturen in gekoelde cellen.

Door het vervangen van TL verlichting in gekoelde ruimten door LED-armaturen wordt het vermogen van de verlichting beperkt. Naast de beperking van het elektrische vermogen wordt ook de warmtelast verlaagd waardoor er minder koeling nodig is.

Huidige situatie

In de gekoelde cellen zijn armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8 of TL5) aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de verlichtingsarmaturen schoon.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD15

Toe te passen maatregel

Pas heetgasontdooiing toe op de vriesinstallatie.

Om een goede koeling mogelijk te maken dient ijsvorming voorkomen te worden. Door het toepassen van heetgasontdooiing bij plaatsing van een nieuwe vriesinstallatie kan energie bespaard worden.

Huidige situatie

Er is een vriesinstallatie aanwezig waarbij een regeling voor ontdooiing ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de werking van de heetgasontdooiing. Er mag in principe geen ijsaangroei op de verdamper zichtbaar zijn.

Categorie: Grootkeukenapparatuur

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE1

Toe te passen maatregel

Vervang de infrarood-salamander door een salamander met automatische pan/bord detectie.

Door het vervangen van de infrarood-salamander door een salamander met pan/bord detectie kan worden voorkomen dat deze onnodig aanstaat wanneer deze niet in gebruik is.

Huidige situatie

Er zijn één of meer infrarood-salamanders aanwezig waarbij een aan/uit- of tijdschakelaar ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.700 gebruiksuren van de salamander per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE2

Toe te passen maatregel

Pas hot-fill toe bij bestaande vaatwasapparatuur in grootkeukens.

Door het toepassen van warmwater uit een bestaande warmwateraansluiting in vaatwasapparatuur (hot-fill) wordt warm water gebruikt dat op een efficiëntere manier is geproduceerd. Dit is bijvoorbeeld het geval als het water is opgewarmd met een warmtepomp, een zonneboiler en/of restwarmte.

Huidige situatie

Er is een horeca vaatwasser aanwezig die is aangesloten op een koudwaterleiding.

Het warme tapwater wordt op een efficiënte manier opgewekt zoals bijvoorbeeld met restwarmte van de koeling, een zonneboiler of een warmtepomp.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar.

Technische randvoorwaarden

De warmwaterleiding ligt nabij de vaatwasser.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE3

Toe te passen maatregel

Pas een dubbelwandige vaatwasser toe in grootkeukens.

Door het toepassen van een energiezuinige dubbelwandige horecavaatwasser vindt minder warmteverlies plaats door de wanden van de vaatwasser. Daardoor wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er is een enkelwandige horeca vaatwasser aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE4

Toe te passen maatregel

Pas een laagdebiet afzuigkap toe bij grootkeukens.

In een laagdebiet afzuigkap zijn luchttoevoercompartimenten aangebracht voor het inblazen van lucht aan de onder- en/of binnenzijde van de luifelranden. Dit leidt tot betere afvangprestaties dan bij een conventionele afzuigkap, waardoor de afzuigkap met een lager debiet kan werken. Dat zorgt voor energiebesparing.

Huidige situatie

Er is een conventionele afzuigkap aanwezig zonder extra luchttoevoercompartimenten.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.200 draaiuren van de afzuigkap per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig de afzuigkap volgens het interval zoals aangegeven in de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE5

Toe te passen maatregel

Pas een elektrisch frituurtoestel toe in plaats van een gasgestookt toestel.

Door het vervangen van het huidige frituurtoestel op gas door een elektrisch frituurtoestel wordt het warmteverlies naar de omgeving verminderd. Hierdoor neemt de efficiëntie toe.

Huidige situatie

Er is een gasgestookt frituurtoestel aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000 kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE6

Toe te passen maatregel

Pas een elektrische combisteamer toe in plaats van een gasgestookte variant.

Door het toepassen van een elektrische combisteamer in plaats van een gasgestookte combisteamer kan op aardgas worden bespaard.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte combisteamer aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000 kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Ovens

Onderwerp

Ovens

Nummer maatregel

FF1

Toe te passen maatregel

Pas een rookgasklep toe in het rookgaskanaal van de gasgestookte oven om warmteverlies te beperken.

Toepassen van rookgaskleppen bij ovens om warmteverlies als gevolg van thermische trek te voorkomen, wanneer de brander van de oven uitgeschakeld is en de oven nog warm is. Met deze maatregel koelt de oven minder snel af, waarmee energie wordt bespaard.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte oven aanwezig, waarbij het rookgaskanaal niet is voorzien van een rookgasklep.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de oven per jaar en een aardgasgebruik van ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige ontsteking van de brander is geschikt om een rookgasklep te kunnen besturen.

De oven heeft een thermisch vermogen van ten minste 40 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Ovens

Nummer maatregel

FF2

Toe te passen maatregel

Pas modulerende branders in ovens toe.Door het toepassen van modulerende branders in ovens wordt het brandervermogen beter geregeld op basis van de warmtevraag, waardoor minder stilstands- en opstartverliezen plaatsvinden.

Bij een gastoevoerdruk van meer dan 50 mbar zijn een apart gasfilter en een aparte drukregelaar nodig.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte oven met een brandervermogen van tenminste 100 kW aanwezig zonder modulerende branders.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 gebruiksuren van de oven per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Terreinverlichting

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG1

Toe te passen maatregel

Plaats een tijdklok samen met een daglichtregeling als de verlichting op vaste tijden moet branden terwijl het donker is.

Door het gebruik van een tijdklok samen met een daglichtregeling staan lampen die op vaste uren moeten branden niet onnodig aan.

Huidige situatie

De buitenverlichting heeft geen tijdklok en/of geen daglichtregeling op plaatsen waar de verlichting op vaste uren moet branden terwijl het donker is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon en controleer jaarlijks de instellingen van de tijdklok.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG2

Toe te passen maatregel

Plaats een bewegingssensor op plaatsen waar de lampen niet altijd aan hoeven te zijn.

Door het plaatsen van een bewegingssensor op plaatsen waar de terreinverlichting alleen aan hoeft te zijn als er mensen aanwezig zijn, staan lampen niet onnodig aan.

Huidige situatie

Er zijn lampen zonder een bewegingssensor aanwezig op plaatsen waar alleen verlichting nodig is als er mensen aanwezig zijn.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.100 onnodige branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG3

Toe te passen maatregel

Plaats extra schakelaars voor de veldverlichting per veld.

Door het plaatsen van extra schakelaars om de veldverlichting per veld te kunnen schakelen, die na een gekozen tijd automatisch uit gaan, worden velden niet onnodig verlicht.

Huidige situatie

De veldverlichting kan alleen voor meerdere velden tegelijkertijd worden geschakeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 11 kW aan verlichting per veld.

Technische randvoorwaarden

Per veld zijn al aparte kabels voor de stroomvoorziening aanwezig.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG4

Toe te passen maatregel

Vervang op een lichtmast de armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door op een lichtmast armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. De lichtmast blijft behouden.

Huidige situatie

Er zijn lichtmasten met armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen (kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) aanwezig, waarbij het armatuur kan worden vervangen zonder de mast te vervangen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het LED-armatuur kan worden toegepast op de bestaande lichtmast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG5

Toe te passen maatregel

Vervang bij terreinverlichting zonder mast de armaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door bij terreinverlichting, die niet op een mast staat, het armatuur met gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er is terreinverlichting die niet op een mast staat aanwezig met armaturen met een van de volgende gasontladingslampen: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Categorie: Zwembad

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH1

Toe te passen maatregel

Vervang in bestaande kozijnen en ramen in de zwembadruimte het enkelglas door HR++ glas.

Door het bestaande enkel glas te vervangen door HR++ glas wordt warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

Er zijn ramen of kozijnen met enkel glas aanwezig in de verwarmde zwembadruimtes.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH2

Toe te passen maatregel

Pas isolatie toe op ongeïsoleerde zwembadwaterleidingen in een zwembad.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,4 m2K/W rondom zwembadwaterleidingen, flenzen en appendages wordt het warmteverlies verminderd.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde zwembadwaterleidingen en appendages aanwezig, die zich bevinden in een binnenopsteling.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De leidingen zijn goed bereikbaar.

De gemiddelde temperatuur van het water in de leidingen is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de leidingen en appendages zich bevinden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Voer eenmaal per 5 jaar een warmtemeting uit.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH3

Toe te passen maatregel

Dek het zwembad af met zwembadafdekking buiten de openingstijden.

Door het afdekken van een rechthoekig zwembad na sluitingstijd wordt warmteverlies via verdamping tegengegaan.

Huidige situatie

Er is een rechthoekig zwembad aanwezig dat onafgedekt achterblijft wanneer het zwembad gesloten is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Afdekking buiten gebruikstijden mag niet leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor vluchtige stoffen in het zwembadwater.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH4

Toe te passen maatregel

Plaats een glijbaanafsluiter op de uitgang van de waterglijbaan, die deels buiten de gebouwschil loopt.

Door aan de uitgang onderaan de glijbaan een glijbaanafsluiter te plaatsen, wordt warmteverlies voorkomen. De afkoeling van de lucht blijft beperkt tot de inhoud van de glijbaan.

Huidige situatie

Er is bij een verwamd en overdekt zwembad een ongeïsoleerde waterglijbaan aanwezig, die gedeeltelijk buiten de gebouwschil loopt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasverbruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Plaats de glijbaanafsluiter als de glijbaan buiten bedrijf is.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH5

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van het zwembassin.

Door het plaatsen van isolatieplaten met een Rd-waarde van ten minste 1,8 m2K/W wordt warmteverlies door de wanden van het zwembassin beperkt.

Huidige situatie

Er is een verwarmd zwembassin aanwezig met ongeïsoleerde wanden.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De gemiddelde temperatuur van het zwembadwater is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de wanden van het zwembassin zich bevinden.

De wanden van het zwembassin zijn goed bereikbaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH6

Toe te passen maatregel

Win warmte terug uit het spoelwater door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer.

Door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer kan warmte uit het spoelwater van het zwembad worden teruggewonnen met een warmtewisselaar.

Huidige situatie

Er is een verwarmd zwembad aanwezig waarbij het warme spoelwater wordt geloosd op het riool.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte voor het plaatsen van een spoelwaterbuffer van tenminste 5 m3.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH7

Toe te passen maatregel

Pas een HR-ketel toe voor zwembadwaterverwarming.

Door de bestaande ketel te vervangen door een hoogrendement HR-107 ketel wordt de efficiëntie van de verwarming van het zwembadwater verhoogd.

Huidige situatie

Er wordt gebruik gemaakt van een conventionele of verbeterde rendementketel voor het verwarmen van het zwembadwater.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.300 bedrijfsuren van het zwembad per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH8

Toe te passen maatregel

Verbeter de isolatie van het dak van het zwembad.

Een zwembad heeft over het algemeen een hoge binnentemperatuur. Door het dak (verder) te isoleren tot een Rc-waarde van 6,3 m2K/W wordt het warmteverlies beperkt en is er minder energie nodig om het zwembad te verwarmen. De isolatie kan worden aangebracht bovenop of onder de dakbedekking (omgekeerd dak of warm dak).

Huidige situatie

Het dak van de zwembadruimte is niet of onvoldoende geïsoleerd (Rc-waarde kleiner dan 2,0 m2K/W).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH9

Toe te passen maatregel

Pas een efficiënte warmtewisselaar toe op de balansventilatie van het zwembad.

Door een dubbele kruisstroomwarmtewisselaar toe te passen in de balansventilatie van het zwembad wordt het warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

In het zwembad is mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht zonder warmteterugwinning, of met warmteterugwinning door middel van een twincoilsysteem aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De luchttoevoer- en afvoerkanalen liggen in elkaars nabijheid.

De warmte uit de ventilatielucht wordt niet met behulp van een warmtepomp teruggewonnen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Categorie: Serverruimte

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI1

Toe te passen maatregel

Pas virtualisatie en consolidatie toe bij servers.

Door middel van virtualisatie en consolidatie (het intern of extern samenvoegen van werklast) wordt het aantal in gebruik zijnde servers teruggebracht.

Huidige situatie

Er zijn meerdere fysieke servers aanwezig met een totaal opgesteld vermogen ten minste 5 kW, waarbij de beschikbare verwerkingscapaciteit groter is dan de actuele behoefte aan verwerkingscapaciteit.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De door de virtualisatie en consolidatie gereduceerde servercapaciteit is voldoende om pieken in de vraag naar capaciteit op te vangen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI2

Toe te passen maatregel

Stel geautomatiseerd energiebeheer in op servers.

Door het instellen van geautomatiseerd energiebeheer (power management) past de server zijn energiegebruik aan op de actuele vraag naar verwerkingscapaciteit. Het afstemmen kan door het instellen van een passend dynamisch power management profiel (balanced mode). De instellingen op het niveau van de hardware (BIOS) en het operating system moeten zodanig zijn dat de server alle mogelijkheden voor het aanpassen van het energiegebruik kan benutten.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW. Er is sprake van een gemiddelde CPU-belasting van minder dan 80%.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De op de server geplaatste applicaties zijn niet zodanig vertragingsgevoelig dat vertragingen van enkele microseconden problematisch zijn.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI3

Toe te passen maatregel

Neem een laagbelaste Uninterrupted Power Supply (UPS) uit bedrijf.

Door de belasting van UPS-en (Batterijen) te optimaliseren kan een maximale conversie efficiëntie worden bereikt. Door het uit bedrijf nemen van laagbelaste UPS-en (<30%) en/of het gebruik van modulaire UPS-en kan de belasting van de UPS-en zodanig worden verhoogd dat een conversie efficiëntie van tenminste 96% wordt bereikt.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW en deze is aangesloten op meerdere UPS-en. Ten minste één UPS wordt gemiddeld minder dan 30% belast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er zijn voldoende UPS-en actief om de nagestreefde redundantie in de serverruimte te waarborgen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Monitor en registreer (automatisch) de UPS-efficiëntie en de geleverde vermogens en analyseer de uitkomsten.

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI4

Toe te passen maatregel

Pas een buitenluchtklep toe voor koeling van de serverruimte.

Bij kleine serverruimtes die grenzen aan de buitenlucht kan een geautomatiseerde buitenluchtklep een effectieve maatregel zijn. Door het toepassen van een buitenluchtklep met sensoren voor luchtvochtigheid en temperatuur kan worden gekoeld met buitenlucht en kan de inzet van de koelinstallatie worden verminderd.

Huidige situatie

Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig voor de koeling van de serverruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De serverruimte grenst met ten minste één zijde aan een buitengevel om een gestuurde buitenluchtklep te kunnen installeren.

De aangezogen buitenlucht bevat geen stoffen die voor vervuiling of schade aan de installaties kan zorgen. Indien aangezogen lucht voor de installatie schadelijke stoffen bevat moet er een filterinstallatie geplaatst kunnen worden.

Het opgestelde vermogen in de serverruimte is ten minste 5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de vocht- en temperatuursensoren van de buitenluchtklep volgens leveranciersvoorschriften en reinig deze indien nodig.

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI5

Toe te passen maatregel

Pas een energiezuinige koelinstallatie toe voor de koeling van serverruimten.

Vervang bestaande directe expansie koelinstallaties door nieuwe efficiëntere koelinstallaties. Door lagere condensatietemperaturen in tussenseizoen en winter verbetert de efficiëntie substantieel en wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW. Voor het koelen van deze ruimte wordt gebruik gemaakt van een koelinstallatie met directe expansiekoeling.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De COP (Coefficient of performance) van de huidige koelinstallatie is 3,5 of lager.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI6

Toe te passen maatregel

Breng een scheiding aan tussen de koude aanvoerlucht en de warme afvoerlucht in de datazaal.

Door het aanbrengen van gangafdekking, deuren en blindplaten worden koude en warme compartimenten gecreëerd. Dat voorkomt vermenging van koude aanvoerlucht waarmee de apparatuur wordt gekoeld, en de warme lucht die naar buiten wordt afgevoerd. Hierdoor neemt de efficiëntie van de koeling toe.

Huidige situatie

Er vindt vermenging plaats van aan- en afvoerlucht in de serverruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de afdichting van de compartimenten en de plaatsing van de blindplaten.

Categorie: Roltrap

Onderwerp

Roltrap

Nummer maatregel

FJ1

Toe te passen maatregel

Pas aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of met onderbrekende roltrapbesturing toe.

Door het toepassen van een aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of een onderbrekende roltrapbesturing, wordt de roltrap stilgezet of vertraagd als er geen aanbod is van personen.

Huidige situatie

Er is een roltrap aanwezig die continu in bedrijf is en die niet is uitgevoerd met een aanbodafhankelijke regeling.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 bedrijfsuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De roltrap moet geschikt zijn voor een aanbodsafhankelijke regeling of onderbrekende roltrapbesturing.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Zet de roltrap uit buiten openingstijden.

Categorie: Zonnepanelen

Onderwerp

Zonnepanelen

Nummer maatregel

FK1

Toe te passen maatregel

Plaats zonnepanelen op het dak.

Door de plaatsing van zonnepanelen wordt duurzame elektriciteit opgewekt. Daarmee wordt bespaard op de inkoop van elektriciteit via het elektriciteitsnet.

Huidige situatie

Er is een grootverbruikaansluiting voor elektriciteit (meer dan 3x80 A).

Er is ten minste 2.000 m2 aan geschikt dakoppervlak beschikbaar voor het plaatsen van minimaal 300 kWp aan zonnepanelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het dak heeft voldoende vrije draagkracht voor de plaatsing van zonnepanelen en bijbehorende ballast.

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Het dak hoeft de komende 10 jaar niet te worden gerenoveerd.

De verzekeraar gaat akkoord met plaatsen van de zonnepanelen zonder dat dit tot een significante prijsstijging van de verzekeringspremie leidt.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Bij een installatie van 300 kWp kan alle opgewekte energie direct in het gebouw worden gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak de zonnepanelen jaarlijks schoon.

Controleer regelmatig of de verwachte productie gehaald wordt of laat dit monitoren.

Onderdeel 2 Processen:

Categorie: Natlakspuitcabines

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA1

Toe te passen maatregel

Pas een omschakelmodule toe om de ventilatiestand van de spuitcabine automatisch van ventilatie- naar circulatie te schakelen.

Tijdens het spuitproces moet er voldoende ventilatie met verse buitenlucht zijn. Na de nadraaitijd kan de spuitcabine daarom worden geschakeld naar circulatiestand, zodat er minder koude buitenlucht opgewarmd hoeft te worden. Dit kan door het toepassen van een omschakelmodule gekoppeld aan het persluchtsysteem van de spuitcabine. De recirculerende lucht wordt weer opgewarmd in de luchtbehandelingskast. Tijdens het drogen is er niemand aanwezig in de spuitcabine.

Huidige situatie

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 600 gebruiksuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het luchtbehandelingssysteem kan worden omgebouwd voor recirculatie (kanaalwerk van de afvoerlucht koppelen aan luchtbehandelingskast, aanbrengen recirculatiekleppen, et cetera).

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA2

Toe te passen maatregel

Win de warmte terug uit de ventilatielucht van de spuitcabine.

Bij warmteterugwinning uit ventilatielucht bij een spuitcabine wordt de verse buitenlucht voorverwarmd met restwarmte uit de afgezogen ventilatielucht. Door warmte terug te winnen is er minder energie nodig om buitenlucht te verwarmen. Er zijn verschillende systemen op de markt zoals een kruisstroomwisselaar of een twincoilsysteem. Welk systeem het beste kan worden toegepast is afhankelijk het aanwezige ventilatiesysteem en de beschikbare ruimte.

Huidige situatie

Er wordt geen warmte teruggewonnen uit de ventilatielucht van de spuitcabine.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie met luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd door de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Controleer de filters regelmatig en vervang deze tijdig.

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA3

Toe te passen maatregel

Pas een openbrandersysteem toe voor de verwarming van de spuitcabine.

Door het toepassen van een openbrandersysteem bij spuitcabines worden de rookgassen van de brander(s) gemengd met de ventilatielucht en worden deze niet eerst naar buiten afgevoerd. Hierdoor wordt het warmteverlies van het systeem beperkt, doordat er geen warmte-overdracht hoeft plaats te vinden.

Huidige situatie

Er is een conventioneel brandersysteem aanwezig bij de spuitcabine, waarbij de rookgassen en de warmte daaruit direct naar buiten worden afgevoerd.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 600 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige schakelkast is geschikt voor de ombouwing.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA4

Toe te passen maatregel

Gebruik hangschakelaars voor het spuitpistool om de afzuiging van de spuitcabine te beperken.

Tijdens spuitwerkzaamheden is een grote hoeveelheid verse lucht van ten minste 20 °C nodig. Door gebruik te maken van hangschakelaars wordt de afzuiging automatisch in debiet verminderd wanneer het handspuitpistool wordt opgehangen aan deze schakelaar. Zo wordt er alleen op hoog debiet afgezogen wanneer er daadwerkelijk wordt gespoten. Hiermee wordt het energiegebruik van de ventilatoren en de luchtverwarming verminderd.

De afzuiging moet zodanig worden teruggeregeld dat de over- of onderdruk van de spuitcabine behouden blijft.

Huidige situatie

De spuitcabine beschikt over debietregeling, maar is niet voorzien van automatische (hang)schakelingen.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 700 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA5

Toe te passen maatregel

Pas infrarooddrogers toe als droogsysteem voor spotreparaties.

spotreparaties (zoals een kleine deuk, kras of buts) is het toepassen van infrarooddrogers een energiezuiniger alternatief voor het gebruik van de spuitcabine, doordat hiermee niet de gehele cabine hoeft te worden verwarmd.

Huidige situatie

Er is een spuitcabine van 10m2 of groter aanwezig en bij het uitvoeren van spotreparaties wordt de droogfunctie van deze cabine gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Drogen

Onderwerp

Drogen

Nummer maatregel

PB1

Toe te passen maatregel

Pas vermogensregeling toe op de ventilatietoevoer naar de droogkamer.

Door het toepassen van toerenregeling of andere vermogensregeling op de ventilatietoevoer naar de droogkamer kan het ventileren worden beperkt. Hierdoor neemt het energiegebruik van de ventilatie af.

Huidige situatie

Er is een droogkamer aanwezig, waarbij een toerenregeling of andere vermogensregeling ontbreekt op de ventilatietoevoer naar de droogkamer.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van de droogkamer per jaar.

Technische randvoorwaarden

De ventilatoren zijn geschikt voor toepassing van een vermogensregeling.

De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang.

In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Drogen

Nummer maatregel

PB2

Toe te passen maatregel

Pas een vochtsensor inclusief regeling toe in de uittredelucht van droogprocessen.

Door toepassing van een vochtsensor, inclusief regeling op basis van het vochtgehalte van de uittredelucht, kan het recirculatiedebiet van de drooglucht worden verhoogd. Dat zorgt voor energiebesparing door de vermindering van verse luchttoevoer op lage temperatuur.

Door toepassing van de vochtsensor kan tot 95 % van de uittredelucht worden gerecycled.

Huidige situatie

Er is een droogproces aanwezig zonder vochtsensor en bijbehorende regeling voor het recirculeren van drooglucht.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.000 gebruiksuren van het droogproces.

Technische randvoorwaarden

Het thermisch vermogen van de luchtverhitter is ten minste 50 kWth.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Procesbaden

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC1

Toe te passen maatregel

Pas een warmtepomp toe voor de verwarming van een procesbad.

De bestaande externe elektrische verwarming (heater) van een procesbad wordt vervangen door een externe hoge temperatuur (HT) warmtepomp. Het toepassen van een warmtepomp is energie-efficiënter.

Huidige situatie

Er is een procesbad aanwezig dat wordt verwarmd met een extern elektrisch verwarmingselement bij een aanvoertemperatuur tot 80 °C en met een minimaal thermisch vermogen van 25 kW.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 5.000 bedrijfsuren van het procesbad per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is een warmtebron beschikbaar op minimaal 35 °C vloeistoftemperatuur (bijvoorbeeld koelwater). De warmtebron heeft een voldoende hoge flow om te voorzien in de warmtevraag wanneer deze circa 5 graden wordt afgekoeld.

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor plaatsing van de warmtepomp.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer minimaal jaarlijks de effectieve en efficiënte werking van de warmtepomp.

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC2

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van een verwarmd procesbad.

Door het toepassen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van tenminste 1,5 m2 K/W en kunststof of roestvrijstalen (RVS) beplating wordt warmteverlies door de badwanden verminderd bij verwarmde procesbaden.

Huidige situatie

Er is een procesbad aanwezig waarvan de wanden niet zijn geïsoleerd. Het procesbad wordt verwarmd tot een temperatuurverschil van ten minste 20 °C ten opzichte van de omgeving.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC3

Toe te passen maatregel

Dek warme procesbaden af om het warmteverlies te beperken.

Door het afdekken van warme procesbaden buiten bedrijfstijden wordt verdampingsverlies tegengegaan.

Huidige situatie

Het procesbad, gevuld met warm (ongeveer 80 °C) water of waterige vloeistof voor reinigen, spoelen of fluxen, wordt niet afgedekt buiten bedrijfstijden.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het is mogelijk om het verwarmde procesbad meer dan 900 uur per jaar af te dekken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer minimaal jaarlijks of de afdekking nog van goede kwaliteit is en of deze beschadigd is.

Categorie: Procesapparatuur

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD1

Toe te passen maatregel

Optimaliseer de procesparameters van procesapparatuur.

Bepaal de optimale procesparameters zoals opwarmtijd, koeltijd, draaiuren, druk en temperatuur van de procesapparatuur en regel deze in, zodat er minimaal energiegebruik is met een gelijkblijvende productkwaliteit.

Huidige situatie

Er is procesapparatuur met een vermogen van ten minste 100 kW aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.800 gebruiksuren van de procesapparatuur per jaar.

Technische randvoorwaarden

De apparatuur is al voorzien van aansturingssoftware met energiemonitoringsfunctionaliteit, maar deze is nog niet ingeregeld.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD2

Toe te passen maatregel

Zuig warme lucht af bij grote warmteproducerende apparaten zodat de ruimte minder hoeft te worden gekoeld.

Door de warme afblaaslucht van de warmteproducerende installaties naar buiten af te voeren blijft de warmte niet in de geconditioneerde ruimte. Dit vermindert de vraag naar koude, waardoor de koelmachine minder hard hoeft te werken. Dit bespaart op het gebruik van elektriciteit.

Huidige situatie

Er zijn warmteproducerende installaties aanwezig, bestaande uit een apparaat of een cluster van apparaten met een totaal vermogen van ten minste 10 kW, waarvan de warme afblaaslucht met één installatie is af te zuigen.

De ruimte waarin de warmteproducerende apparaten staan opgesteld wordt actief gekoeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.200 gebruiksuren van het apparaat per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van het buisrooster voor afzuiging bij de apparatuur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verplaats warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimte.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD3

Toe te passen maatregel

Regel het luchtafzuigdebiet bij droog- en moffelovens op basis van de bezettingsgraad.

Door een droog- of moffeloven uit te rusten met een bezettingsgraadmeter en een frequentieregelaar kan de hoeveelheid ventilatie worden geminimaliseerd bij een lagere bezetting. Hierdoor hoeft er minder buitenlucht te worden opgewarmd.

Huidige situatie

Er is een droog- of moffeloven aanwezig, waarbij de ventilator van de droogoven niet wordt geregeld en bij gebruik altijd op een vaste capaciteit draait.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De ventilator is geschikt voor toepassing van een frequentieregelaar.

In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar.

De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD4

Toe te passen maatregel

Pas een hoogfrequente HR-lader toe voor het opladen van tractiebatterijen.

Door de toepassing van een hoogfrequente HR-lader voor het opladen van tractiebatterijen neemt de efficiëntie van het oplaadproces fors toe. Tractiebatterijen worden gebruikt in voertuigen voor intern transport zoals vorkheftrucks.

Huidige situatie

Er is een lader voor tractiebatterijen aanwezig die niet als hoogfrequente HR-lader is uitgevoerd.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 400 laadcycli per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige accu's zijn geschikt voor hoogfrequent laden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD5

Toe te passen maatregel

Plaats een filter op de afvoerlucht van de snipperafzuiger en blaas de afgezogen lucht terug de ruimte in.

Door het plaatsen van een filterinstallatie op de snipperafzuiger kan de afgezogen lucht worden teruggeblazen in de verwarmde ruimte. Daardoor wordt de afvoer van warme lucht beperkt.

Huidige situatie

Er is een snipperafzuiger aanwezig die staat opgesteld in een verwarmde ruimte.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 draaiuren van de snipperafzuiger per jaar.

Technische randvoorwaarden

De gefilterde lucht mag geen vervuiling in schadelijke concentraties bevatten. Houd geldende wetgeving voor de desbetreffende locatie aan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer en vervang de filters voordat deze verzadigd zijn.

Verminder luchtvervuilingsbronnen waardoor het ventilatievoud lager kan zijn.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD6

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe op de ventilator van de centrale stofafzuiging.

Door het toepassen van een frequentieregeling op de ventilatoren van de centrale stofafzuiging, kan het debiet beter worden geregeld op basis van de vraag.

Huidige situatie

Er is een centrale stofafzuiging aanwezig die meerdere werkplekken bedient, maar waarvan de ventilator niet frequentiegeregeld is.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.600 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er mag geen stof neerslaan in het systeem als gevolg van de verlaging van de motorsnelheid.

De frequentieregelaar kan in de bestaande regelkasten, óf nabij de elektromotor geplaatst worden.

De ventilator van de centrale stofafzuiging heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer het afzuigsysteem regelmatig op vervuiling.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD7

Toe te passen maatregel

Plaats een stopknop om het onnodig aanstaan van het centraal stofzuigersysteem te voorkomen.

Door het installeren van een stopknop binnen handbereik zal de tijd dat het centrale stofzuigersysteem in bedrijf is afnemen. Hiermee wordt het energiegebruik verminderd.

Huidige situatie

Er is een centraal stofzuigersysteem aanwezig voor bijvoorbeeld reiniging, handschuren of afstoffing van producten, waarbij geen stopknop is geïnstalleerd.

Op het centraal stofzuigersysteem is geen automatische uitschakeling of uitschakeling door een timer aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Technische randvoorwaarden

De stopknop moet geplaatst kunnen worden binnen 3 m afstand van de plek waar stof wordt afgezogen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD8

Toe te passen maatregel

Plaats een frequentieregelaar om het opgenomen vermogen van het centrale vacuümsysteem te beperken.

Als het centrale vacuümsysteem continu op onderdruk wordt gehouden, zorgt dit bij lage belasting (weinig afzuigvolume) dat het vacuüm lager is dan nodig. Door toepassing van frequentieregeling kan het vacuümsetpoint ook in deellast beter worden gehandhaafd en kan de vacuümmotor gemiddeld op een lager toerental draaien.

Huidige situatie

Er is een industrieel centraal vacuümsysteem aanwezig. De centrale motor is niet toerengeregeld en houdt continu het centrale vacuümsysteem op onderdruk.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 700 gebruiksuren van het centrale vacuümsysteem per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vacuümsysteem is voorzien van afsluitbare aansluitpunten.

De centrale vacuümmotor heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig het vacuümsysteem op lekkages.

Controleer regelmatig het vacuümsetpoint en pas dit zo nodig aan.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD9

Toe te passen maatregel

Vervang aanwezige verlichting op of nabij procesapparatuur door LED-verlichting.

Door het vervangen van TL-buizen (TL8), spaar-, halogeen- of gasontladingslampen door LED-lampen wordt het energiegebruik van de verlichting beperkt.

Huidige situatie

Er is verlichting aanwezig op of nabij procesapparatuur die niet is voorzien van LED-lampen.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande lampen zijn eenvoudig bereikbaar en kunnen één-op-één worden vervangen door LED-lampen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Categorie: Proceswarmte

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE1

Toe te passen maatregel

Plaats aanvullende platen in de platenwarmtewisselaar om de warmteoverdracht te vergroten.

Door uitbreiding van de warmtewisselaar met meerdere platen wordt het warmteuitwisselend oppervlak van vloeistof-vloeistof platenwarmtewisselaars vergroot en kan meer warmte worden overgedragen. De toevoerstroom hoeft daardoor minder te worden verwarmd en de afvoerstroom minder te worden gekoeld.

Huidige situatie

Er is een vloeistof-vloeistof warmtewisselaar aanwezig waarbij het huidige temperatuurverschil tussen de beide kanten van de warmtewisselaar 6 °C of meer is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De warmtewisselaar is door het toevoegen van platen uit te breiden met ten minste 20% extra warmtewisselend oppervlak.

De extra onttrokken warmte in de uitgebreide platenwarmtewisselaar kan zonder extra aanpassingen in het proces nuttig worden toegepast.

Het thermisch vermogen van de huidige platenwarmtewisselaar is ten minste 100 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE2

Toe te passen maatregel

Isoleer warme productleidingen en appendages.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5 m2K/W om leidingen en appendages waarin warme producten worden verplaatst wordt het warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

Er zijn warme productleidingen en appendages zonder isolatie aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De leidingen en appendages zijn goed bereikbaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE3

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van hoge temperatuur procesvaten om warmteverlies te beperken.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 0,7 m2K/W op de wanden van hoge temperatuur procesvaten wordt warmteverlies naar de omgeving beperkt. Een voorbeeld hiervan is het isoleren van een autoclaaf met een temperatuur van ten minste 60 °C.

Huidige situatie

Het procesvat is niet of beperkt geïsoleerd (minder dan 5 mm isolatie).

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.200 gebruiksuren van het vat per jaar.

Technische randvoorwaarden

De wanden van het hoge temperatuur procesvat zijn goed bereikbaar voor het aanbrengen van isolatiemateriaal.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE4

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van verwarmde opslagtanks.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5 m2K/W rondom verwarmde tanks wordt het warmteverlies beperkt. Bij gesloten tanks moet, indien de constructie dat toestaat, ook het dak van de tank worden geïsoleerd.

Huidige situatie

Er zijn niet of onvoldoende geïsoleerde enkelwandige opslagtanks in buitenopstelling aanwezig, die worden verwarmd tot ten minste 20 °C.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: de tank wordt meer dan 500 uur per jaar verwarmd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE5

Toe te passen maatregel

Pas een elektrische verwarmingsmantel toe voor IBC-containers.

Door het toepassen van een elektrische verwarmingsmantel voor het vorstvrij houden van een IBC-container (Intermediate Bulk Container) gedurende vorstperiodes hoeft niet de hele ruimte waarin de containers zijn opgesteld te worden verwarmd en is minder energie nodig.

Huidige situatie

Er zijn IBC-containers aanwezig die met straalkachels op de gewenste temperatuur worden gehouden.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de straalkachel per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE6

Toe te passen maatregel

Gebruik het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus van producten of goederen voor verwarming en koeling van het sterilisatiewater.

Na het steriliseren wordt het warme water in de warme buffer gepompt en na het koelen wordt het koude water naar de koudebuffer gepompt. In een nieuwe sterilisatiebatch kan het nog relatief warme water opnieuw worden gebruikt voor de verwarming en het relatief koude water opnieuw voor de koeling. Zo is voor elke sterilisatiecyclus niet de gehele opwarming en afkoeling van het sproeiwater nodig. Dit zorgt voor een besparing op het gasgebruik van de stoominstallatie en op het elektriciteitsgebruik van de elektrische koelmachine.

Huidige situatie

Er vindt een sterilisatieproces plaats, waarbij het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus niet wordt ingezet voor verwarming en koeling.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.500 batches per jaar.

Technische randvoorwaarden

De inhoud van het sterilisatievat is ten minste 100 liter.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE7

Toe te passen maatregel

Gebruik de restwarmte uit het blancheerproces door het plaatsen van een warmtewisselaar.

Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgaande stroom van de blancheur kan het suppletiewater worden voorverwarmd met spuiwater tot 60 °C.

Huidige situatie

Er is een blancheur aanwezig waarvan het spuiwater wordt geloosd zonder dat hieruit warmte wordt teruggewonnen.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 500 gebruiksuren van de blancheerder per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het reservoir met de warmtewisselaar (coil) kan eenvoudig worden aangesloten op het spui- en suppletiewater van de blancheur.

Er is voldoende opstellingsruimte nabij de blancheur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE8

Toe te passen maatregel

Gebruik de warmte van folieblazen nuttig voor de verwarming van een dichtbijgelegen ruimte.

Warme lucht van de folieblaasinstallatie kan nuttig worden gebruikt voor ruimteverwarming van een aangrenzende productieruimte of een aangrenzend magazijn. Hierdoor hoeft minder energie te worden opgewekt voor verwarming van die ruimte. Het warmeluchttransport gebeurt door middel van een mechanische ventilator met flexibel kanaalwerk en een aantal meters vast leidingwerk.

Huidige situatie

Er is een folieblazer aanwezig die is voorzien van Internal Bubble Cooling, waarbij de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De lengte van het aan te leggen kanaalwerk is minder dan 50 m.

De naastgelegen ruimtes hebben ten minste gedurende 2.400 uur per jaar een warmtevraag.

Er zijn geen additieve geuren of gevaarlijke stoffen aanwezig in de afgezogen warme lucht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Proceskoeling

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF1

Toe te passen maatregel

Plaats een warmtewisselaar om de restwarmte in koelwater te benutten.

Door de restwarmte uit het koelwater met een warmtewisselaar terug te winnen, kan deze ergens anders worden ingezet en wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Warm koelwater wordt aan de buitenlucht gekoeld in een open koeltoren, waarbij geen warmte wordt teruggewonnen uit het koelwater.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: de restwarmte is meer dan 2.800 uur per jaar nuttig inzetbaar.

Natuurlijk moment: de restwarmte is meer dan 2.200 uur per jaar nuttig inzetbaar.

Technische randvoorwaarden

De teruggewonnen warmte uit het koelwater kan worden ingezet in een proces of toepassing met een gelijkmatige warmtevraag.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF2

Toe te passen maatregel

Pas een drycooler toe voor de koeling van procesapparatuur.

Door het toepassen van een drycooler voor de koeling van procesapparatuur kan gebruik worden gemaakt van vrij beschikbare koeling uit de buitenlucht als aanvulling op de koelmachine. De efficiëntie van een drycooler is hoger dan van een compressiekoelmachine.

Huidige situatie

De procesapparatuur vereist continu koeling (7 dagen per week), die wordt geleverd door een compressiekoelmachine met een water/glycolsysteem met een elektrisch vermogen van ten minste 10 kW en zonder vrije koelingfunctie.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 bedrijfsuren van de procesapparatuur per jaar.

Technische randvoorwaarden

De warmte van de compressiekoelmachine wordt niet teruggewonnen.

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van de drycoolers.

Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Regelmatig onderhouden van de drycoolers volgens leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF3

Toe te passen maatregel

Pas voorkoeling met (leiding)water toe in een proces met ijswaterkoeling.

Door in het koelproces een voorkoelstap met leidingwater toe te passen, kan het ijswatergebruik worden beperkt. IJswater wordt dan alleen nog gebruikt voor de laatste koelstap.

Huidige situatie

Het volledige koeltraject wordt uitgevoerd met ijswater, waarbij gebruik wordt gemaakt van lokale ijswaterkoelers.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte voor een extra koeler.

Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt.

Het koelproces kan in twee stappen worden uitgevoerd, met een voor- en een nakoelproces, die direct na elkaar plaatsvinden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Veehouderijen

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG1

Toe te passen maatregel

Pas een voorkoeler met koud (leiding)water toe bij het koelen van melk.

Door het voorkoelen van melk met koud (leiding)water zal de koelmachine minder energie gebruiken voor het afkoelen van de melk. Daarnaast wordt het water dat gebruikt wordt voor het schoonmaken van onder andere de melkrobot voorverwarmd, waardoor de proceswaterboiler minder energie gebruikt.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de melk niet wordt voorgekoeld en rechtstreeks naar de koelmachine wordt geleid.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de vacuümpomp van de melkinstallatie te beperken.

Door het plaatsen van een frequentieregelaar op de vacuümpomp kan het toerental van de vacuümpomp worden geregeld op basis van de (onder)druk. Daarmee wordt het opgenomen vermogen van de vacuümpomp beperkt.

Huidige situatie

Er is een melkinstallatie aanwezig waarvan de vacuümpomp niet is voorzien van een frequentieregelaar en die draait op een vast vermogen wanneer de vacuüminstallatie in bedrijf is.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 bedrijfsuren van de vacuümpomp van de melkinstallatie per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige vacuümpomp is geschikt voor de toepassing van een frequentieregelaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG3

Toe te passen maatregel

Pas een energiezuinige regeling toe op infrarood warmtelampen.

Door het toepassen van een halveringsschakelaar of een dimmer op de infrarood warmtelampen voor het warm houden van jonge dieren, kan de brandsterkte van de lampen worden aangepast.

Huidige situatie

Er zijn infrarood warmtelampen aanwezig voor het verwarmen van jonge dieren die niet zijn voorzien van een regeling om de brandsterkte aan te passen.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 800 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Datacentrum

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH1

Toe te passen maatregel

Stel een hogere koeltemperatuur in voor de koeling van servers.

De setpoint van de zaalkoelers is minimaal gelijk aan de bovengrens van de door ASHRAE aanbevolen temperatuur van 27 °C bij gebruik van compressiekoeling of natte koeling. Door het verhogen van de koeltemperatuur kan meer gebruik worden gemaakt van vrije koeling en werkt de koeling efficiënter.

Bij gebruik van 100% droge vrije koeling zijn lagere setpoints dan 27 °C toegestaan.

Huidige situatie

De zaalkoelers van het datacentrum werken met een lagere ruimtetemperatuur dan de maximaal aanbevolen bedrijfstemperatuur voor elektronische apparatuur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig het ingestelde setpoint.

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de zaalkoelers te beperken.

De zaalkoelers (CRAH's) worden voorzien van een frequentieregelaar waardoor het toerental van de zaalkoelers op temperatuur kan worden geregeld. De ventilatoren draaien daardoor gemiddeld op een lager vermogen, waardoor energie wordt bespaard.

Huidige situatie

Er zijn zaalkoelers aanwezig die niet zijn voorzien van een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De zaalkoelers kunnen frequentiegeregeld worden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH3

Toe te passen maatregel

Pas vrije koeling toe bij de koelinstallatie in het datacentrum.

Door vrije koeling te integreren in de koelvoorziening van het datacentrum, kan het gebruik van de compressiekoelinstallatie worden beperkt. Er bestaan verschillende systemen voor vrije koeling zoals directe vrije luchtkoeling, indirecte vrije luchtkoeling of koudwaterproductie met vrije koeling ondersteuning. Welk systeem het beste past hangt af van de specifieke situatie.

Huidige situatie

Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig waarbij geen vrije koeling wordt toegepast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de instellingen van het koelsysteem en optimaliseer de koelingsetpoints voor een hogere koeltemperatuur.

Onderdeel 1 (Energiebesparende maatregelen metaalproductenindustrie en metaalrecyclingbedrijf):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB1.

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie-gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie-gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakelingen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10.000.000 kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag ten minste 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van werpstralers (werpwielen, straalmiddeltransport, rollenbaan en afzuiging) tijdens productie-onderbreking voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bewegingsmelders op transportbanen (signaal aandrijfmotoren) of loadcellen aan straaljukken toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelders of loadcellen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen motor werpstralers is ten minste 20 kW.

Takttijd is meer dan 25% van bedrijfstijd van werpstralers.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand voor poedercoaten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Cabines kunnen op onderdruk blijven.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar. Het te vermijden ventilatielucht is ten minste 600.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB3.

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren van moffelovens beperken door automatisch regelen op basis van bezettingsgraad.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling met bezettingsgraaddetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op doorloopoven.

b) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op batchoven.

Technische randvoorwaarden

Toerenregeling dusdanig instellen dat er geen doorverwarming van elektromotor mogelijk is.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 2.500 uur/jaar.

 

a) Vermogen ventilator is meer dan 8 kW.

Ovenbezetting is meer dan 25% en oven is meer dan 75% van bedrijfstijd niet maximaal bezet.

b) Vermogen ventilator is meer dan 12 kW.

Ovenbezetting is meer dan 50%.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via distributieleidingen van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om distributieleidingen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Energieverbruik verwarming procesbad is ten minste 100.000 kWhthermisch/jaar.

Temperatuur distributieleiding is meer dan 40oC.

Lengte ongeïsoleerde distributieleiding is meer dan 4 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB5.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via badoppervlak van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolerende drijflichamen van inerte materialen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolerende voorzieningen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Contact drijflichamen en product is toegestaan.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Energieverbruik procesbad is ten minste 24.000 kWh/jaar.

Temperatuur procesbad is tussen 70 en 100°C.

Oppervlakte van procesbad is meer dan 2 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB6.

Omschrijving maatregel

Pompen voor badagitatie toepassen in procesbaden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Beluchtingspompen en/of dompelpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Perslucht wordt gebruikt voor badagitatie.

Technische randvoorwaarden

Blowerlucht moet schoon zijn, zodat kwaliteit niet wordt beïnvloed.

Economische randvoorwaarden

Debiet is ten minste 3.000 m3/jaar.

Persluchtdruk is meer dan 2 bar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB7.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van procesbaden toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar (voor) toepassen.

b) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektrische warmteopwekking is aanwezig.

b) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor bad met retourtemperatuur lager dan 55°C.

Technische randvoorwaarden

a) Aansluitmogelijkheid voor cv-ketel(s) met voldoende capaciteit.

Aansluiting aardgas, rookgasafvoer en condensafvoer zijn eenvoudig realiseerbaar.

Baden zijn geschikt voor ombouw (warmtewisselaar in bad of plaats voor externe warmtewisselaar met pompen).

b) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik van de warmteopwekking is ten minste 100.000 kWh/jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande drogerlucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande drogerlucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Platenwarmtewisselaars (met rendement van ten minste 65%) toepassen.

b) Twincoilsysteem (met rendement van ten minste 65%) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Debiet drooglucht is meer dan 12.000.000 m3/jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande drogerlucht is ten minste 85°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige voorverwarming van metalen bij moffelovens toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood voorverwarming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorverwarmen met warme lucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 3.300 uur/jaar.

Temperatuur moffelovens is meer dan 220°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige branderpijpen bij doorloopgloeioven toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsbranderpijpen (HR-branderpijpen) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele branderpijpen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

het gasverbruik van de branders is ten minste 6.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een oven.

Nummer maatregel

PD1.

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen voor ovenwandkoeling van kroesoven automatisch regelen op basis van koudebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op koelwaterpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Parallel systeem met twee toerenregelaars is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het energieverbruik dat is te besparen door de toerengeregelde koelwaterpomp(en) is ten minste 25.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 2 (Energiebesparende maatregelen autoschadeherstelbedrijven):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB4.

Omschrijving maatregel

Debiet centrale stofafzuiging beperken door lager toerental van ventilatoren.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op ventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling op ventlatoren ontbreekt en gebruikers kunnen afzuigingen op de werkplek dichtzetten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Branden van hefbrugverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt zodra hefbrug in laagste stand staat.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hefbrugverlichting is apart schakelbaar.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen is ten minste 0,22 kW.

Hefbrugverlichting is ten minste 750 uur/jaar onnodig aan.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD9.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen is voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD10.

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag ten minste 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van spuitcabine beperken door automatisch over te schakelen van ventilatiestand naar circulatiestand.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische omschakeling op basis van persluchtafname toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatisch omschakelmodule op basis van persluchtverbruik ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Voldoende afvoer van vervuilde lucht alvorens over te schakelen naar circulatiestand.

Economische randvoorwaarden

Debiet tijdens ventilatie dat kan worden gecirculeerd in plaats van geventileerd is ten minste 1.200.000 m3/jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande ventilatielucht is ten minste 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig open brandersysteem bij spuitcabine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Open brandersysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel brandersysteem is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is ten minste 13.500 m3/jaar.

Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is ten minste 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig droogsysteem toepassen voor spotreparaties.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood droogsysteem (IR-A) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Spuitcabine wordt gebruikt voor spotreparaties.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is ten minste 16.000 m3/jaar.

Ten minste 50% van uitgevoerde reparaties zijn spotreparaties.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

In werking hebben van een verf- en laksysteem.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van verfspuiten die werken zonder perslucht (Airless).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er wordt een perslucht gedreven verf- of lakspuit toegepast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Er wordt ten minste 200 uur/jaar gebruik gemaakt van deze spuit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Onderdeel 3 (Energiebesparende maatregelen ziekenhuizen):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spouwmuur van de zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van spouwmuurisolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembadruimte is niet-geïsoleerde (spouw)muur aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van zwembadruimte via dak beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Oud dak vervangen en isoleren met een Rc-waarde van ten minste 3,5 [m2K/W].

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zwembadruimte heeft onvoldoende geïsoleerd dak.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Zwembadruimte heeft dubbele beglazing in kozijnen.

b) Zwembadruimte heeft enkele beglazing in kozijnen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC5.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het DWARS-systeem, met hoger rendement toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in een technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a)

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b en c)

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC6.

Omschrijving maatregel

Verlies warmte via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur met recirculatieklepsturing.

b) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is afwezig).

b) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is aanwezig).

Technische randvoorwaarden

Toe- en afvoerkanalen en andere onderdelen zijn 100% gecoat en chloorbestendig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC7.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met toerenregeling.

b) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met frequentieregelaars met difuusinblaas.

c) Luchtdebiet beperken op basis van het drogen van buitenlucht met frequentieregelaar.

d) Energie onttrekken uit de afblaaslucht met een warmtepomp in combinatie met temperatuur en vochtregeling, frequentieregelaars om debiet te beperken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

a) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling.

b) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie.

c en d) Kasten moeten passen in de technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b)

Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

c)

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

d)

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte.

Nummer maatregel

GD2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-ketel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE3.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensoren, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE4.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als ten minste 5 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaand of nieuw armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen, halogeenlampen of neonverlichting zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA5.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater).

c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 1.500 MWhthermisch/jaar.

a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA9.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is ten minste 250 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE4.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE5.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen, -appendages en -flenzen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages en/of flenzen ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FF2.

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FF3.

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig. Spui is meer dan 10%.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf. Gasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ1.

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ2.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling inclusief compartimenteren en liftback-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampings-koeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv. het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ4.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimte werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ5.

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FJ6.

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op volledige snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening.

Nummer maatregel

FK1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin.

Nummer maatregel

FL1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik pompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Badwatercirculatiepompen met toerenregelaar- en tijdschakelaar voor optimalisatie werkpunt buiten gebruikstijden toepassen.

b) Badwatercirculatiepomp met toerenregelaar toepassen voor optimalisatie werkpunt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele circulatiepomp is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

a) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar en 100% overstroomgoot.

b) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met toerenregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin.

Nummer maatregel

FL2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden bassin beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bassinwanden isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie bassinwanden ontbreekt in zwembad.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin.

Nummer maatregel

FL3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies zwembadwater via leidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

(Aanvoer)leidingen zwembadwater voorzien van isolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

(Aanvoer)leidingen zijn niet geïsoleerd.

Technische randvoorwaarden

(Aanvoer)leidingen zijn eenvoudig bereikbaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een zwembassin.

Nummer maatregel

FL4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spoelwater beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning uit spoelwater (thermisch) spoelbufferkelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen warmteterugwinning aanwezig in zwembad.

Technische randvoorwaarden

Spoelwaterbufferkelder van ten minste 55 m³ is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FM1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 4 (Energiebesparende maatregelen datacentra):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD2.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van en informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur werken door warme en koude lucht in zaal te scheiden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen toepassen (compartimenteren).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur werken door menging van warme en koude lucht bij ongebruikte posities in racks te voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blindplaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD5.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD6.

Omschrijving maatregel

Hogere koeltemperaturen realiseren om efficiëntie van compressiekoelinstallatie te verhogen en om meer gebruik te maken van vrije koeling (beneden 12/13°C buitenluchttemperatuur).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Zaalkoelers met hogetemperatuurkoeling toepassen (ter indicatie: koelwater is ten minste 18°C).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zaalkoelers met lagetemperatuurkoeling zijn aanwezig.

Seizoensgemiddelde COP van bestaande compressiekoelinstallatie is maximaal 3,5 bij groot datacenter en maximaal 5,0 bij klein datacenter.

Technische randvoorwaarden

Gescheiden koude en warme gangen met vrije koeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD7.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling toepassen om bedrijfstijd van compressiekoelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Droge koeler(s) via bypass toepassen.

b) Verdampingskoeler(s) via bypass toepassen.

c) Kunststof kruisstroomwarmtewisselaar en verdampingskoeler aan buitenzijde toepassen (indirecte lucht/luchtkoeling).

d) Open koelsysteem (directe vrije luchtkoeling) met additionele indirecte adiabatische koeler toepassen.

a) en b) Als zaalkoelers met water of een ander niet-vorstbestendig koelmiddel werken, dan vrije koeling in een gescheiden vorstbestendig circuit opnemen en platenwarmtewisselaars en pompen opnemen zodat koelers vorstbestendig kunnen opereren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling in de situatie met gescheiden koude en warme gangen.

a) Klein datacenter met compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,0.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten ten minste 40% vrije koeling mogelijk maken.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten ten minste 80% vrije koeling mogelijk maken.

c en d) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3,0.

Temperatuur in koude gang moet nagenoeg altijd vrije koeling mogelijk maken.

Flexibele operatie van temperatuur en vochtigheid is mogelijk binnen de grenzen van ASHRAE recommended envelope en SLA’s.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c en d) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FD8.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv Het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De Motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 5 (Energiebesparende maatregelen rubberindustrie en kunststofindustrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD2.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

– Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en / of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en / of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Voor lampen in bestaande armaturen geldt dat de technische staat van de bestaande armaturen volgens de installateur voldoende is.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvaten (waarin spuiwater in druk wordt verlaagd) toepassen.

b) Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het betreft een stoominstallatie van ten minste 3 MW, die gedurende ten minste 1.500 uur/jaar in gebruik is; Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

 

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizers toepassen.

b) Rookgascondensor toepassen.

c) Luchtvoorverwarmer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkokers vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA9.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het betreft een stoominstallatie van ten minste 3 MW die gedurende ten minste 500 uur/jaar in gebruik is in nieuwe situaties.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA10.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen automatisch regelen op basis van koelwatertemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Pompregeling op centrale pomp van koelwatervoorziening (veelal in ringleiding) én thermostaat op retourleiding toepassen.

b) Klep- of pompregeling én thermostaat op retourleiding toepassen per machine.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Hoeveelheid koelwater wordt niet geregeld.

a) Centraal koelsysteem is aanwezig.

b) Iedere machine heeft eigen koeling.

Technische randvoorwaarden

Er is een gescheiden matrijs- en oliekoelsysteem.

Economische randvoorwaarden

Temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourkoelwater is meer dan 5°C.

a) Elektriciteitsverbruik van te koelen machines is meer dan 400.000 kWh/jaar.

b) Elektriciteitsverbruik van te koelen machines is meer dan 1.500.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen automatisch regelen op basis van koelwatertemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentieregeling op koelwaterpomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde koelwaterpomp met asynchrone motor is aanwezig in centraal koelwatersysteem met een wisselende koelvraag.

Technische randvoorwaarden

Regelingen op temperatuurverschil en/of druk is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd koelwaterpomp is ten minste 2.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

– Nullast uren ≥ 35% van de totale inschakelduur.

– Vollast uren compressor ≥ 3.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtgekoelde compressor is aanwezig.

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

– Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

– Aantal vollasturen compressor is ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

– Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Persluchtverbruik beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtuitblaasappendages met een laminaire luchtstroom of vortexstroming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Appendages ontbreken of nozzles en blaaspistolen zijn meer dan 10 jaar oud.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet toepasbaar voor mobiele installaties met bedrijfstijd minder dan 100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars met overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD6.

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blowers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

– Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

– Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

– Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10.000.000 kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen en -appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

– Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert.

– Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Het in werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FE3.

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig.

Spui is meer dan 10%.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf.

Gasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompen met toerenregelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pompen worden geregeld met smoorregelingen.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Warme lucht van vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanalen met ventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsystemen ontbreken voor vacuümsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is ten minste 250 uur per stookseizoen.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en vacuüminstallatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Luchtdebiet en luchttemperatuur in conventionele droger met elektrische verwarmde luchtcirculatie ten behoeve van drogen van grondstof voor spuitgieten of extrusie automatisch regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vochtsensor is aanwezig in de uitgaande drogerlucht.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vochtsensor ontbreekt in de uitgaande drogerlucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd droger is ten minste 2.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energiegebruik spuitgietmachine minimaliseren door procesoptimalisatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Energiemonitor toepassen bij spuitgietmachine die per processtap het energiegebruik meet. Vervolgens worden procesparameters van spuitgietmachine zodanig ingesteld, dat bij gelijkblijvende productkwaliteit de spuitgietmachine een minimaal energiegebruik heeft.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Energiemonitor bij spuitgietmachine ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen spuitgietmachine is ten minste 50 kW.

Bedrijfstijd spuitgietmachine is ten minste 3.000 uur/jaar.

Maximale druk van spuitgietmachine is hoger dan benodigde druk voor sluiten van de matrijs.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwerken van rubber of thermoplastisch kunststof.

Nummer maatregel

PA3.

Omschrijving maatregel

Warmte van folieblazen nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van dichtbij gelegen productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal en ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme lucht van folieblazen wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Er is geen gebruik van geurafgevende additieven (bijvoorbeeld styreen of acryl).

Economische randvoorwaarden

Afstand extrusiehal (folieblazen) tot productieruimte of magazijn is minder dan 50 m.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en extrusiehal (folieblazen).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Wegen of mengen van rubbercompounds of het verwerken van rubber.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies vulkanisatie zoutbad beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie afgewerkt met beplating toepassen (Rc-waarde is ten minste 5 [m2K/W]).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om zoutbad ontbreekt of is slecht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Wegen of mengen van rubbercompounds of het verwerken van rubber.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van autoclaaf beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie afgewerkt met beplating of isolatiematrassen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie is beschadigd en/of beplating ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd autoclaaf is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 6 (Energiebesparende maatregelen voedingsmiddelenindustrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Voor lampen in bestaande armaturen geldt dat de technische staat van de bestaande armaturen volgens de installateur voldoende is.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD9.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD10.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA2.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

c en d) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

 

a en b) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal ontgasser).

c en d) Warmtevrager aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

 

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 2.100 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 3.400 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 2.100 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA3.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

c en d) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a en b) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

c en d) Economizer is aanwezig.

Rookgascondensor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.150 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.650 vollasturen per jaar.

c en d) Voor te verwarmen water heeft vóór rookgascondensor een temperatuur van maximaal 25°C.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.150 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA4.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigsopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 150 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA5.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig.

b) Stoomketelinstallatie met economizer zonder luchtovermaat regeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectieregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Capaciteit stoomketel is ten minste 750 kg/uur.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 2.400 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 6.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik brander stoominstallatie beperken door verbeterde regeling.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laag/uit- of aan/uitregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 750 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 500 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als brander geschikt is voor modulerende regeling.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies warmwater- en/of stoomdistributiesysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om leidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Temperatuur leiding is ten minste 60°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd warme onderdelen is ten minste 450 uur/jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd warme onderdelen is ten minste 750 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator toepassen voor koelinstallaties van koel- en/of vriescellen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamper-ventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamper-ventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensor-ventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

b) Condensor-ventilator voor vriezen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

c) Verdamper-ventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 60 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is ten minste 2.600 vollasturen per jaar.

c) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.100 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakelingen toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluizen en deurschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakelingen van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen en toerenregelingen ontbreken op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

– Vermogen pomp is ten minste 1 kW.

– Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is ten minste 3.300 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen om condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Productkoeling met een vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronische expansieventielen zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

– Condensortemperatuur wordt jaargemiddeld 5°C lager dan de huidige condensortemperatuur.

– Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is ten minste 160.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB5.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronische expansieventielen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in koelinstallatie.

b) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in vriesinstallatie.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is ten minste 900 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB6.

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is ten minste 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik voor (droog) blazen beperken door gebruik blower.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

(Droog) blazen gebeurt met perslucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Persluchtdruk voor (droog) blazen is lager dan 1.0 bar(o).

Bedrijfstijd compressor t.b.v. (droog) blazen is ten minste 900 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Gebruik blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullast uren is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullast uren is ten minste 1.800 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC5.

Omschrijving maatregel

Warmte van de persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) en b) Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

b) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 2.450 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC6.

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door leidingen en appendages van de stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen en -flenzen.

b en c) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. Bij stoomgebruikers zijn machinedelen soms bewust ongeïsoleerd om juiste stoomcondities in het productieproces te kunnen garanderen.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 1.600 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is ten minste 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 2.450 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

b) Retourleiding naar ontgasser of voedingswatertank van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen of kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompen met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pompen worden geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 5.700 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig oven opwarmen door gebruik warme lucht uit ruimte bovenin.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Kanaalwerk aanbrengen tot dichtbij luchtaanzuigsopening van brander.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toevoer van warme lucht naar de brander ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Voer deze maatregel niet uit als leverancier een goede werking van het brandproces niet garandeert.

Voldoende en schone luchttoevoer in de ruimte is noodzakelijk.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Energieverbruik oven is ten minste 3.100.000 kWhthermisch/jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is ten minste 1.000.000 m3/jaar. Energieverbruik oven is ten minste 3.500.000 kWhthermisch/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Warmte uit proceswater nuttig gebruiken voor andere doeleinden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) en b) Stoomketel of conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) of hoogrendementsketel (HR-ketel) is aanwezig voor Cleaning In Place (CIP) en/of opwarmen tapwater.

c) Elektrische warmteopwekking is aanwezig voor het opwarmen van tapwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Hoeveelheid proceswater is ten minste 1.500 m3/jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is ten minste 170.000 m3/jaar. Hoeveelheid proceswater is ten minste 2.200 m3/jaar.

c) Bedrijfstijd elektrische warmteopwekking is ten minste 650 uur/jaar.

Benodigde hoeveelheid tapwater is ten minste 1.050 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA3.

Omschrijving maatregel

Verdampingswarmte CO2 nuttig gebruiken in gekoeld waternet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verdampingswarmte CO2 wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Gekoeld waternet met koelinstallatie met koelvermogen van ten minste 100 kW is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Verbruik van CO2 bedraagt ten minste 6.000.000 kg/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA4.

Omschrijving maatregel

Restwarmte uit blancheerproces nuttig inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Suppletiewater blancheurs worden met stoom opgewarmd.

Technische randvoorwaarden

Meerdere blancheurs kunnen op één warmtewisselaar worden aangesloten.

Economische randvoorwaarden

Hoeveelheid verversingswater blancheurs is ten minste 5.500 m3/jaar waarbij het temperatuurverschil tussen in- en uitgaande water ten minste 60°C is.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA5.

Omschrijving maatregel

Koelen met ijswater beperken door leidingwater te gebruiken voor voorkoelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Extra warmtewisselaars en koelcircuits met aansluiting op leidingwater.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Volledige koeling met ijswater.

Technische randvoorwaarden

Het koelproces is te splitsen in een voor- en nakoelproces, dat direct na elkaar plaatsvindt.

Economische randvoorwaarden

Hoeveelheid ijswater is ten minste 22 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA6.

Omschrijving maatregel

Volledig opwarmen en/of afkoelen van water in het batchsterilisatieproces voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte- en koudevaten met leidingwerk en pompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Buffers ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Meerdere sterilisators op combinatie van een warmte- en koudevat mogelijk.

Economische randvoorwaarden

– Ten minste 7.000 batches per jaar.

– Totale inhoud sterilisator(s) is ten minste 0,5 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA7.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies uit oven door rookgaskanaal beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rookgaskleppen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Rookgaskleppen ontbreken in bestaande ovens.

Technische randvoorwaarden

Elektronische ontstekingen zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Energieverbruik brander is ten minste 2.800.000 kWhthermischper jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is ten minste 1.000.000 m3/jaar.

Energieverbruik brander is ten minste 3.100.000 kWhthermisch/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA8.

Omschrijving maatregel

Beperken aardgasverbruik bij direct gestookte charge- en/of continu ovens zonder elektronische ontsteking.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronische ontsteking toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektronische ontsteking ontbreekt in bestaande oven.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA9.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden van industriële ovens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie vervangen of extra aanbrengen om oven.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatiemateriaal is afwezig of verouderd (ouder dan 20 jaar) in bestaande oven.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Asbest is niet aanwezig voor isolatie van de oven.

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Energieverbruik brander is ten minste 2.400.000 KWhthermisch/jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA10.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik brander indirect gestookte oven beperken door verbeterde regeling.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Modulerende brander met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bestaande oven heeft een hoog/laag of aan/uit brander.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is ten minste 70 kW.

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Energieverbruik brander is ten minste 3.500.000 kWhthermisch/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen of bewerken van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA11.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater voor gereedschap- en/of krattenwasmachine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

b) Leidingen aanbrengen om warm water uit warmtewisselaar te gebruiken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gereedschap- en/of krattenwasmachine is aangesloten op koud water.

a) Niet van toepassing.

b) Warmtewisselaar die leidingwater verwarmt is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Gereedschap en/of krattenwasmachine is geschikt voor aansluiting op warm water.

Economische randvoorwaarden

a) Warmwaterverbruik machine is ten minste 500 m3/jaar.

b) Warmwaterverbruik machine is ten minste 150 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Industrieel vervaardigen van voedingsmiddelen of dranken.

Nummer maatregel

PA12.

Omschrijving maatregel

Gebruik stoom voorkomen door temperatuur automatisch te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische kleppenregelingen op blancheurs, Cleaning In Place (CIP), pasteurs en andere apparatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische kleppenregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is ten minste 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 5.000 m3/jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is ten minste 170.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 8.200 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Betere warmte- en koude-overdracht van platenwarmtewisselaars toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitbreiding van warmtewisselaar met meerdere platen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Platenwisselaar voor indirecte procesverwarming is aanwezig.

b) Platenwisselaar voor indirecte proceskoeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Warmtewisselaar is uit te breiden met ten minste 20% platen.

Temperatuurverschil van ingaand en uitgaand medium is ten minste 6°C.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd indirecte procesverwarming is ten minste 700 uur/jaar.

b) Bedrijfstijd indirecte proceskoeling is ten minste 2.300 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een kneed- of mengmachine.

Nummer maatregel

PC1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van motoren in kneed- en/of mengmachine beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling toepassen op motor van kneed- en/of mengmachines.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling ontbreekt in bestaande kneed- of mengmachine.

Technische randvoorwaarden

Kneed- en/of mengmachine zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik machine is ten minste 200.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als de machine voor langere periode niet in gebruik is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 7 (Energiebesparende maatregelen agrarische sector):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GA1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door lekkages in ventilatiekanaal bij een varkenshouderij beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtdicht maken van ventilatiekanalen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiekanaal is niet luchtdicht bij een varkenshouderij.

Technische randvoorwaarden

Centraal ventilatiekanaal is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GA2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via vloer van een dierenverblijf beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vloeren van dierverblijven isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie bij een verwarmde vloer van een dierenverblijf ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GA3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via buitenmuur van verwarmde dierenverblijven beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren van dierverblijven isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren van verwarmde dierenverblijven ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GA4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via schuin dak beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Daken aan binnenzijde isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie van schuine daken ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Ruimte onder de schuine daken wordt verwarmd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB1.

Omschrijving maatregel

Debiet van ventilator beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Frequentieregelaars voor ventilatoren voor ventilatie en circulatie.

b) Ethyleengestuurde ventilatie met frequentieregelaars.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Frequentieregelaars ontbreken.

b) Ethyleenanalysers ontbreken.

Technische randvoorwaarden

a) Klimaatcomputers zijn aanwezig.

b) Klimaatcomputers zijn aanwezig in een tulpenbedrijf.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte.

Nummer maatregel

GC1.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van infraroodlampen (IR-lampen) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Halveringsschakelaars op infraroodlampen (IR-lampen) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halveringsschakelaars op de infraroodlampen (IR-lampen) ontbreken in een varkenshouderij.

Technische randvoorwaarden

Vloerverwarming is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD1.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting in dierverblijven beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met dimbare ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn in een pluimveehouderij aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Kleur lampen is 5.700 Kelvin.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avonden/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door uitgaande ventilatielucht naar de buitenlucht voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte met een warmtepomp uit de ventilatielucht terugwinnen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmtevoorziening op basis van vloerverwarming en gasgestookte verwarmingsketel in een varkenshouderij en/of het houden van (vlees-)kuikens.

Technische randvoorwaarden

Warmtepompsystemen hebben een coëfficiënt of performance (COP) van ten minste 5.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door uitgaande ventilatielucht van de luchtwasser naar de buitenlucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaars in ventilatielucht toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Het gaat om een varkenshouderij en/of het houden van (vlees-)kuikens waarbij:

– Warmteterugwinsystemen in de luchtwassers ontbreken;

– De ventilatielucht na centrale afzuiging en de luchtwassers naar buiten wordt afgeblazen;

– Luchtwassers aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Restwarmte afkomstig van de condensors van de koelinstallatie nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Restwarmte condensors nuttig gebruiken voor verwarmingsdoeleinden.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Restwarmte van condensors is onbenut, ondanks wel een warmtebehoefte is.

Technische randvoorwaarden

Vermogen van de koelinstallaties is ten minste 1.400 kW.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanzuiging van koellucht scheiden van afgegeven warme lucht vanuit koelinstallaties.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallaties hebben geen gescheiden luchtaanzuiging bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen van melk.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Voorkoeler in de melktank toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorkoeler in melktank ontbreekt bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Melkproductie is ten minste 1.000.000 kg/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies door koelcelwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Koelcelwanden volledig isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie van koelcelwanden ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De koelcellen zijn overwegend het gehele jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcellen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakelaars in celprogramma’s toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakelaars ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcellen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitschakelen van verlichting met bewegingsschakelaars in koelcellen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsschakelaars ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD5.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig bewaren van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regelingen voor temperatuurvariatie in de dag- en nachtperiode toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regelingen voor temperatuurvariatie in de dag- en nachtperiode ontbreken bij een akkerbouwbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Bewaarcomputers zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Producten moeten tolerantie bieden in bewaartemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD6.

Omschrijving maatregel

Beperken ijsvorming op de verdampers van koelinstallaties.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regelingen voor ventilatieontdooiing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regelingen voor ventilatieontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaten ontbreken bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD7.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige verlichting in koelcellen toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig bij een akkerbouw-, bollenteelt-, paddenstoelenteeltbedrijf.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Vollasturen draaistroommotoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE2-motor met frequentieregeling of beter toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

IE2-motoren of lager zijn aanwezig.

Frequentieregelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Draaistroommotoren hebben een wisselende belasting of overcapaciteit.

Economische randvoorwaarden

Pompen warmwatercircuit: Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar. Aanpassingen aan driewegkleppen van het regelsysteem zijn onnodig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Op vollast aanstaan van vacuümpompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentieregelaars op vacuümpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregelaars op vacuümpompen ontbreken bij een melkveehouderij.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en/of appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages in het productieproces ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd van de installatie waartoe de leidingen en appendages behoren is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 8 (Energiebesparende maatregelen mobiliteit sector):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD1.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Zelfstandig moment: ja, als bestaande armaturen zijn uitgerust met conventionele voorschakelapparaten.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

– Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtinginstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig opwekking van perslucht met schroefcompressoren.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Koude buitenlucht gebruiken.

b) Binnenlucht uit onverwarmde ruimten gebruiken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroefcompressoren zuigen warme lucht uit de ruimte aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik schroefcompressoren is ten minste 73.000 kWh/jaar.

 

a) Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Nullasturen perslucht schroefcompressor beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Perslucht schroefcompressor met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere schroefcompressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Energieverbruik compressor is ten minste 27.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Warmte van perslucht schroefcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte transporteren via luchtkanaal.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van schroefcompressor wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Compressor staat minder als 3 m van een verwarmde ruimte.

Aantal vollasturen is ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB5.

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10.000.000 kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag ten minste 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een hefbruginstallatie.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Branden van hefbrugverlichting (in lage stand en in pauzes) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Hefbrugverlichting zonder schakeling.

Technische randvoorwaarden

Hefbrugverlichting is apart schakelbaar.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 270 W verlichtingsinstallatie per schakeling.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 9 (Energiebesparende maatregelen sport en recreatie sector):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via dak van het zwembad beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dakisolatie met een Rc-waarde van ten minste 3,5 [m2K/W] toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is niet-(voldoende)geïsoleerd dak is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) en b) In zwembad is enkele of dubbele beglazing in kozijnen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement.

b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het dwars-systeem, met hoger rendement toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is luchtbehandeling met twincoil systeem als warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in één technische ruimte is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b en c) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculatieklepsturing om ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur te recirculeren toepassen.

b) Regeling om ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur te recirculeren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig. Zwembadafdekking ontbreekt.

b) In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig. Zwembadafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Uitsluitend toepassen bij 100% goed gecoate chloorbestendige toe- en afvoerkanalen en onderdelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling om luchtdebiet op basis van vocht en temperatuur te beperken toepassen.

b) Toeren gestuurde frequentie-regelaars met difuusinblaas om luchtdebiet op basis van vocht en temperatuur te beperken toepassen.

c) Toerenregeling en debietregeling met toerengestuurde frequentieregelaars om luchtdebiet op basis van het drogen van buitenlucht te beperken toepassen.

d) Warmtepomp in combinatie met warmteterugwinning en temperatuur-, vocht- en debietregeling met toerengestuurde frequentieregelaars om energie uit de afblaaslucht te onttrekken. toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Motoren geschikt voor toerenregeling zijn aanwezig.

b) Motoren geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie zijn aanwezig.

c en d) Kasten passen in de aanwezige technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a, b, en d) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, gelden ook bovenstaande eisen voor zwembaden. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte.

Nummer maatregel

GD1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-ketel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF5.

Omschrijving maatregel

Veldverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakeling voor verlichting per sportveld toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Sportveldverlichting is niet per veld schakelbaar.

Standaard HQI- of halogeenverlichting is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Ten minste 20% vermogensreductie door schakeling moet mogelijk zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen moet volgens de installateur voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie.

Nummer maatregel

FA2.

Omschrijving maatregel

Verlies warmtapwater douches beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Spaardouchekoppen toepassen.

b) Afgiftetijd met drukknop beperken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele douchekoppen zijn aanwezig.

b) Drukknop ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Verlies van koude door koelcelwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledige wandisolatie wand koelcel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatiemateriaal ontbreekt of is beschadigd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bewegingsmelder of deurschakeling om verlichting in koelcel uit te schakelen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelder of deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Voorkomen dat ijs de verdamper isoleert.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ventilatieontdooiing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ventilatieontdooiing en ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren toe op de werkplek.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik badwaterpompen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Badwatercirculatiepompen met frequentie- en tijdschakelaar voor optimalisatie werkpunt buiten gebruikstijden toepassen.

b) Badwatercirculatiepomp met frequentieregelaar toepassen voor optimalisatie werkpunt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is conventionele circulatiepomp aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met een frequentieregelaar en 100% overstroomgoot.

b) Circulatiepomp is geschikt voor sturing met een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b)

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via wanden bassin beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bassinwanden zijn niet geïsoleerd.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad ontbreekt isolatie bassinwanden.

Technische randvoorwaarden

Bassinwanden zijn eenvoudig bereikbaar.

Installaties in de aanliggende ruimten zijn geïsoleerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin.

Nummer maatregel

FE3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies zwembadwater via leidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

(Aanvoer)leidingen zwembadwater voorzien van isolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad zijn (aanvoer)leidingen niet geïsoleerd.

Technische randvoorwaarden

(Aanvoer)leidingen zijn eenvoudig bereikbaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin.

Nummer maatregel

FE4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spoelwater beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning uit spoelwater (thermisch) spoelbufferkelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad ontbreekt warmteterugwinning.

Technische randvoorwaarden

Spoelwaterbufferkelder van ten minste 55 m3 is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een zwembassin.

Nummer maatregel

FE5.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via waterglijbaan, die (gedeeltelijk) buiten de gebouwschil loopt, beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hogere isolatiewaarde glijbaan toepassen.

b) Openingen van glijbaan dichten met samendrukbare ballen of klep.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde waterglijbaan (diameter 1,2 m) is aanwezig.

b) Openingen waterglijbaan zijn aan beide zijden niet afgedekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a)

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b)

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een grootkeuken.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Debiet afzuigsystemen in keuken beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 10 (Energiebesparende maatregelen papierindustrie en grafische industrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB5.

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GD1.

Omschrijving maatregel

Koelinstallatie van de drukpers inzetten voor koeling gebouw.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vrijkoeler voor klimaat in gebouw toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Natte koeltoren als condensor voor koelinstallatie is aanwezig.

b) Droge koeler als condensor voor koelinstallatie is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Insteltemperatuur is ten minste 18°C. Vermogen klimaatkoeling (in kW elektrisch) maal aantal vollasturen (in uren per jaar) is ten minste 30.000 (kWh/jaar).

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensor, schemer-en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

b) Natuurlijk moment.

a) Zelfstandig moment: ja.

b) Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE7.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s-nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

b) Economizer is aanwezig. Rookgascondensor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is ten minste 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA9.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Technische randvoorwaarden

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

a) Capaciteit stoomketel is ten minste 750 kg stoom per uur. Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 4.400 vollasturen per jaar.

Activiteit

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Nummer maatregel

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA10.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullasturen is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 30 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC5.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b, c en d) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 600 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 1.800 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 3.300 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is ten minste 1.000.000 m3/jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 4.400 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a, en b) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

c en d) Retourleiding naar ontgasser of voedingswatertank van stoomketel toepassen voor condensaat.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a, en b) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

a en b) Hogedruk condensaat (ten minste 15 bar(o)) is beschikbaar.

c en d) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Ten minste 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Leidinglengte condensaatnet is ten minste 200 m.

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 950 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 1.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.050 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.700 vollasturen per jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar. Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Verbeteren van de kwaliteit van het ketelvoedingswater.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbehandeling door middel van omgekeerde osmose.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is geen waterbehandeling aanwezig. Spui is meer dan 10%.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stoominstallatie is volcontinu in bedrijf. Gasverbruik is minder dan 170.000 m3per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een luchtbevochtigingssysteem.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor bevochtiging beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Waterbevochtiging toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoombevochtiging is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Efficiënte motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4 elektro motoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met een energie efficiency op niveau IE3 of lager.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Motoren van ten minste 4 kW met 90 vollasturen per week.

Elektriciteitsgebruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Warme lucht van solitair vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal met ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor vacuümsysteem.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is ten minste 250 uur per stookseizoen.

Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en vacuüminstallatie.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is ten minste 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 9.000 m3/jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 1.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 12.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Warmte voor droogproces energiezuinig opwekken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische verwarming van drooglucht is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Afvoer van warme lucht door snipperafzuiger beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Filterinstallatie op snipperafzuiger toepassen waardoor recirculatie van warme lucht mogelijk is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen nuttig gebruik van warmte uit afblaaslucht snipperafzuiger.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton.

Nummer maatregel

PB3.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor drogen op pers beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte IR-droger toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische IR-droger is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Aardgasverbruik is hoger dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton.

Nummer maatregel

PB4.

Omschrijving maatregel

Warmte in drooglucht nuttig toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bestaande naverbrander voor voorverwarmen drooglucht toepassen.

b) Warmtewisselaar voor voorverwarmen drooglucht toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte in te zetten voor drooglucht is niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

a) Hulpenergie is niet nodig.

b) Aan- en afvoerkanalen van drooglucht liggen dicht bij elkaar.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PC1.

Omschrijving maatregel

Hogere temperatuur vochtwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Vochtwatertoevoegingsmiddel toepassen waardoor temperatuur koelwater van circa 12°C mogelijk is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vochtwater met een temperatuur van circa 8 tot 10°C is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 11 (Energiebesparende maatregelen minerale producten industrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan drie m.

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Groepsafsluiter en schakelklok bij drukvat toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 20.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en de rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

b) Aantal nullasturen is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC5.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 12 (Energiebesparende maatregelen chemische producten industrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklamp zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilamp, halogeenlamp of neonverlichting is aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Aantal nullast uren is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullast uren is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen te regelen op basis van vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 5.700 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is ten minste 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 9.000 m3/jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 10.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 13.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 13 (Energiebesparende maatregelen autowasstraat en tankstation):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen, halogeen breedstralers voor buitenverlichting (niet zijde luifelverlichting en/of overkapping) zijn aanwezig.

c) Hogedrukkwiklampen voor buitenverlichting (niet zijde luifelverlichting en/of overkapping) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

c) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen luifel- of overkappingverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met halogeen breedstralers zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal branduren is ten minste 4.200 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als hoogwerker aanwezig is.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja als armaturen met conventionele voorschakelapparaten zijn uitgerust.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of buiten openingstijden tankstation en pompautomaten tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD9.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten openingstijden tankstation en pompautomaten tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koel- of vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluis en deurschakeling ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Verlichting in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Uitschakelen van verlichting in koelcel met bewegingsschakelaar.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelder en deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal (VC2, VC3) koelmeubel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Dagafdekking met strokengordijn toepassen.

b) Dagafdekking met deuren met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met deuren met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Verticaal koelmeubel zonder dagafdekking is aanwezig.

b en c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Nachtafdekking en warmteterugwinning van het koelsysteem zijn niet aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD5.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via semi-verticaal (VC1) koelmeubel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Nachtafdekking toepassen.

b) Afdekking met enkele beglazing toepassen.

c) Afdekking dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Semi-verticaal koelmeubel (VC1) zonder nachtafdekking is aanwezig.

b) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

c) Koelmeubels is op een centraal koelsysteem aangesloten. Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Ten minste 30 uur per week nachtafdekking.

b) Niet van toepassing.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b en c) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD6.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking horizontaal koelmeubel met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) zonder nachtafdekking is aanwezig.

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD7.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal vriesmeubel (HF1; HF3; HF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal vriesmeubel (HF1; HF3; HF4) zonder dagafdekking is aanwezig.

Geldt niet voor stekkerklaarmeubel met nachtafdekking.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD8.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal vriesmeubel (VF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticaal vriesmeubel (VF4) toepassen met dubbele beglazing afdekken, label C of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal vriesmeubel (VF4) met afdekking met dubbele beglazing is aanwezig.

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Bouwjaar huidig koelmeubel is voor het jaar 2010.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FD9.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige anti-condensvorming op raam vriesmeubel (VF4) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van anti-condensfolie op vriesmeubel (VF4) en elektrische raamverwarming uitschakelen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Raam met elektrische verwarming voor anti-condenswerking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Warmte van compressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal vollasturen is ten minste 1.000 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 30.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 5.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF4.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en overige op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Aantal nullasturen is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullasturen is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 25 kW.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stofzuiger.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van de stofzuiger voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Makkelijk bereikbare stopknop installeren voor de stofzuiger voor het inkorten van de timertijd.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Een permanent opgestelde (de-)centrale stofzuiger die is voorzien van een timer, wordt gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Stofzuiger kan ten minste 2 uur per dag minder worden gebruikt

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

In werking hebben van een autowasinstallatie.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van sproeipomp beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de motor van de sproeipomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling ontbreekt op de sproeipomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een autowasinstallatie.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van kettingmotor beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de kettingmotor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling ontbreekt op de kettingmotor.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een autowasinstallatie.

Nummer maatregel

PA3.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van centrale stofzuigermotor beperken door vermogen te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op de centrale stofzuigermotor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling op de centrale stofzuigermotor ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 14 (Energiebesparende maatregelen houtindustrie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB4.

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten openingstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlamp toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Zelfstandig moment: ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD10.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of buiten openingstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

b) Economizer zonder rookgasconcensor is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is ten minste 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Stoomketelinstallatie zonder economizer en zonder regeling voor luchtovermaat is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectie.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 4.400 vollasturen per jaar.

a) Capaciteit stoomketel is ten minste 750 kg stoom per uur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingwater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA10.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Het vervormen van hout door wisselende vochtigheid en luchttemperatuur is toegestaan bij uitschakelen persluchtsysteem.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast-/nullastschakeling is aanwezig.

Vollast-/nullast-/uitschakeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Aantal nullasturen is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullasturen is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 25 kW.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FC5.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces daarom niet meer garandeert.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 300 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 1.800 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen.

b) Retourleiding naar ontgasser voor condensaat toepassen.

c) Retourleiding naar voedingswatertank van stoomketel voor condensaat toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Hogedruk condensaat (ten minste 15 bar(o)) is beschikbaar.

Technische randvoorwaarden

Het condensaat mag niet verontreinigd zijn.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

Leidinglengte condensaatnet is ten minste 200 m.

a)

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 800 vollasturen per jaar.

b en c)

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.700 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Spuitcabine kan op overdruk blijven.

Ventilatie pas afschakelen na tijdsduur benodigd om te voldoen aan vereisten verfsysteem door brandveiligheid en aan minimale grenswaarde voor gevaarlijke stoffen voor veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Te vermijden ventilatiedebiet door uitschakelen pomp is ten minste 600.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van hout en kurk.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking bij spuitcabine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Open brandersysteem of infraroodverwarming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel brandersysteem is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is ten minste 13.500 m3/jaar.

Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is ten minste 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gasgestookte hoogrendementsketel 102 (HR102-ketel) of lager is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Als retourtemperatuur lager is dan 65°C.

Economische randvoorwaarden

Droogkamer heeft een minimale bruto vloeroppervlak van 25 m2.

Droogkamer is ten minste 300 dagen/jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Ventileren van droogkamer beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling of andere vermogensregeling op ventilatielucht ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Ventilator is geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

Droogkamer is ten minste 300 dagen/jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer.

Nummer maatregel

PB3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en appendages in onverwarmde ruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

De droogkamer is ten minste 300 dagen/jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een droogkamer.

Nummer maatregel

PB4.

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmteterugwinning met een kruisstroomwarmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinning op ventilatielucht ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Luchttoevoer en luchtafvoer liggen dichtbij elkaar en worden niet door bouwkundige elementen gescheiden.

Economische randvoorwaarden

Drogen van hout met vochtigheid van circa 60% tot 80% naar circa 10% tot 20%.

Droogkamer heeft een bruto vloeroppervlak van ten minste 25 m2.

Droogkamer is ten minste 300 dagen/jaar in gebruik.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 15 (Energiebesparende maatregelen opslag- en transportbedrijf):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB5.

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt.

Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Schemerschakelaars toepassen.

b) Tijdschakelaar.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Aanvullend een bewegingssensor toepassen is mogelijk als sprake is van schrikverlichting in verband met veiligheid.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of buiten gebruikstijden tussen 23.00 en 06.00 uur aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlamp en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD9.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Zelfstandig moment: ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswater of tapwater).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Warmteterugwinsysteem voor rookgassen ontbreekt.

b) Economizer zonder rookgascondesor is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd is ten minste 1.350 equivalenten vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander is geschikt voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA9.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

Niet van toepassing.

Technische randvoorwaarden

De brander is geschikt voor zuurstofcorrectie.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 4.400 vollasturen per jaar

Capaciteit stoomketel is ten minste 750 kg stoom per uur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA11.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks gasverbruik is minder dan 170.000 m3. Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Warmte van condensor koelinstallatie nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte condensor met extra kleine condensor, warmtepomp, persgaskoeler, warmwaterbuffer en/of extra parallelle condensor gelijktijdig benutten voor ruimteverwarming en/of warmtapwater.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van condensor koelinstallatie wordt niet benut.

Technische randvoorwaarden

Koelinstallatie van ten minste 100 kW is aanwezig.

Warmtevraag is aanwezig.

Voor de toepassing van lage temperatuurverwarming is de temperatuur van het retourwater lager dan 30°C.

Voor de toepassing van warm tap water is de koelinstallatie aangesloten op het waterleidingcircuit.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling en toerenregeling ontbreekt op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is ten minste 3.700 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC4.

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen om condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronisch expansieventiel is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Condensortemperatuur wordt jaargemiddeld ten minste 5°C lager dan huidige condensortemperatuur.

Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is ten minste 190.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC5.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via leidingen en appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie van koel- en vriesleidingen toepassen.

b) Isolatie van appendages toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde koel- en vriesleidingen zijn in verwarmde omgeving aanwezig.

b) Ongeïsoleerde appendages zijn in verwarmde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC6.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronisch expansieventiel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in koelinstallatie.

b) Thermostatisch expansieventiel is aanwezig in vriesinstallatie.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 3.600 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is ten minste 1.500 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FC7.

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is ten minste 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

 

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 3.100 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is ten minste 4.800 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aan te zuigen (buiten)lucht scheiden van afgegeven lucht vanuit koelinstallatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallatie heeft geen gescheiden luchtaanzuiging.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Warmte bij grote warmteproducerende apparaten afzuigen, zodat minder gekoeld hoeft te worden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Afzuiginstallatie met afvoerend kanaal naar buiten installeren met afzuigkap boven warmteproducerende apparatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteproducerende apparatuur zonder afzuiginstallatie in een gekoelde ruimte.

Technische randvoorwaarden

Warmteproducerende installatie bestaat uit een apparaat of een cluster van apparaten die met één installatie is af te zuigen. Staat opgesteld in ruimte die grenst aan buitenlucht.

Economische randvoorwaarden

Vermogen warmteproducerende apparatuur is meer dan 10 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Lucht- en vochttransport door geopende deur van koel- of vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tochtsluis en deurschakeling ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en/of vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FE3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FE4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator toepassen voor koel- of vriesinstallaties bij koel- en/of vriescellen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamperventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamperventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensor-ventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

b) Condensor-ventilator voor vriezen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

c) Verdamper-ventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 60 W per kWthermisch.

d) Verdamper-ventilator voor vriezen heeft vermogen van ten minste 75 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd

koelinstallatie is

ten minste 3.100

vollasturen per

jaar.

b) Bedrijfstijd

vriesinstallatie is

ten minste 3.600

vollasturen per

jaar.

c) Bedrijfstijd

koelinstallatie is

ten minste 2.900

vollasturen per

jaar.

d) Bedrijfstijd

vriesinstallatie

is ten minste

3.600

vollasturen

per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FE5.

Omschrijving maatregel

Aanstaan verdamperventilator in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Regeling ventilatoren op basis van meerdere temperatuursensoren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koel- en vriescel waarin verdamperventilator continu aanstaat om temperatuurverschillen in de koel- en vriescel te voorkomen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen ventilatoren is ten minste 8.600 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aantal vollasturen is ten minste 1.500 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 10 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF3.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen.

b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelingen met de standen voor vollast en nullast zijn aanwezig en/of schakelingen met de standen vollast, nullast en uit zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal nullasturen is ten minste 1.300 uur/jaar.

b) Aantal nullasturen is ten minste 1.800 uur/jaar.

Vermogen compressor is ten minste 25 kW.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF4.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF5.

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen. Voor reiniging stofzuigers gebruiken (ook vanuit Arbo-oogpunt).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FF6.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh. Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies stoominstallatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen.

b, c en d) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om stoom- en condensaatleidingen en/of stoomafsluiters ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Isoleer deze machines niet als leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert (bijvoorbeeld thermische condenspotten).

Economische randvoorwaarden

a) Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 700 vollasturen per jaar.

b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 1.800 vollasturen per jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 3.300 vollasturen per jaar.

d) Aardgasverbruik is ten minste 10.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 5.000 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FG2.

Omschrijving maatregel

Condensaat of condensaatwarmte nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd (naar atmosferische druk).

b) Retourleiding naar ontgasser van stoomketel toepassen voor condensaat.

c) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat.

Technische randvoorwaarden

a en b) Condensaat mag niet verontreinigd zijn.

c) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomgebruiker (waarbij het condensaat verloren gaat) wordt gemodificeerd, of stoom- en condensaatleidingnet voor meer dan 50% wordt gewijzigd.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FG3.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor bevochtiging beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hogedrukbevochtiging toepassen.

b) Centrifugaal bevochtiging toepassen.

c) Ultrasoon bevochtiging toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische stoombevochtiging is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De verwarmingscapaciteit van de naverwarming dient voldoende capaciteit te hebben.

Economische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FG4.

Omschrijving maatregel

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Ten minste 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt.

a) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd stoomketel is ten minste 1.200 vollasturen per jaar.

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een vacuümsysteem.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Warme lucht van vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal met ventilator toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor vacuümsysteem.

De afgezogen lucht is schoon.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd vacuüminstallatie is ten minste 250 uur per stookseizoen.

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FJ1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FK1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraaggestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht.

Technische randvoorwaarden

Temperatuurverschil in- en uitgaande water is ten minste 25°C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 9.000 m3/jaar.

b) Aardgasverbruik is ten minste 10.000.000 m3/jaar.

Hoeveelheid koelwater is ten minste 13.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van producten en/of procesbaden.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking voor het verwarmen van procesbaden toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met warmtewisselaar voor procesbaden toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ketels voor verwarming bedrijfshal verzorgen verwarming procesbaden.

Technische randvoorwaarden

Warmtewisselaar(s) in procesbaden is (zijn) geschikt voor lage temperatuurverwarming.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 16 (Energiebesparende maatregelen functioneel ondersteunende activiteiten en bruidsschat):

I) Kantoren:
A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE1.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is ’s nachts ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE2.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei- of halogeenlampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG2.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG4.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG5.

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG6.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in datacenter toepassen om bedrijfstijd van compressiekoelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Droge koeler(s) via bypass toepassen.

b) Verdampingskoeler(s) via bypass toepassen.

c) Kunststof kruisstroomwarmtewisselaar en verdampingskoeler aan buitenzijde toepassen (indirecte lucht/luchtkoeling).

d) Open koelsysteem (directe vrije luchtkoeling) met additionele indirecte adiabatische koeler toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

a) Klein datacenter met compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,0.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten ten minste 40% vrije koeling mogelijk maken.

b) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat moeten ten minste 80% vrije koeling mogelijk maken.

c en d) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3,0.

Temperatuur in koude gang moet nagenoeg altijd vrije koeling mogelijk maken.

Flexibele operatie van temperatuur en vochtigheid is mogelijk binnen de grenzen van ASHRAE recommended envelope en SLA’s.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepsasing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c en d) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG7.

Omschrijving maatregel

Hogere koeltemperaturen in datacenter realiseren om efficiëntie van compressiekoelinstallatie te verhogen en om meer gebruik te maken van vrije koeling (beneden 12/13°C buitenluchttemperatuur).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Zaalkoelers met hogetemperatuurkoeling toepassen (ter indicatie: koelwater is ten minste 18°C).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zaalkoelers met lagetemperatuurkoeling zijn aanwezig.

Seizoensgemiddelde COP van bestaande compressiekoelinstallatie is maximaal 3,5 bij groot datacenter en maximaal 5,0 bij klein datacenter.

Technische randvoorwaarden

Gescheiden koude en warme gangen met vrije koeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG8.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in datacenter werken door menging van warme en koude lucht bij ongebruikte posities in racks te voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Blindplaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blindplaten ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG9.

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in datacenter beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

II) Onderwijsinstellingen:
A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE2.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE3.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors en schemerschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en/of ‘nachts aan.

Technische randvoorwaarden

a) Aanwezige lampen zijn snel startend en geschikt voor schrikverlichting.

b) Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als er ten minste 50 armaturen zijn.

Natuurlijk moment: nee.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE4.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is ten minste 250 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD4.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FD5.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Inzet van fysieke servers in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft een opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG2.

Omschrijving maatregel

Vrije koeling in serverruimten toepassen om bedrijfstijd van koelinstallatie te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en back-up door koelinstallatie toepassen.

b) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen.

c) Verdampingskoeler(s), adiabatische of hybride koeler(s) via (vorstbestendige) bypass toepassen inclusief compartimenteren en plaatsen van zaalkoelers die werken op hogere temperaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 95% vrije koeling mogelijk.

b en c) Compressiekoelinstallatie verzorgt de volledige koeling.

b) De koelinstallatie en de zaalkoelers zijn geschikt om met hogere temperaturen te werken.

Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 4 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig.

Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken ten minste 50% vrije koeling mogelijk.

Technische randvoorwaarden

Bouwkundig moet het mogelijk zijn. Bv. het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige koelinstallatie voor koeling serverruimten toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Airconditioning of direct expansie- (DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 met rackkoeling toepassen.

b) Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van ten minste 5,5 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Airconditioning of direct expansie- (DX) koelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,3 is aanwezig.

b) CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

c) Compressiekoelinstallatie met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

 

a en b) Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 50.000 kWh.

c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG4.

Omschrijving maatregel

Met hogere koeltemperatuur in serverruimten werken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Volledig gescheiden koude- en warme gangen (compartimenteren) en blindplaten op ongebruikte posities in racks toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warme en koude gangen en blindplaten zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

ICT-apparatuur in racks moet aan één zijde van apparatuur lucht aanzuigen.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG5.

Omschrijving maatregel

Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren.

b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte.

Nummer maatregel

FG6.

Omschrijving maatregel

Inzet van servers in serverruimten afstemmen op de vraag.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Powermanagement op servers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De CPU (central processing unit) draait continu op maximale snelheid.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van ten minste 5 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een noodstroomvoorziening.

Nummer maatregel

FH1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige uninterrupted system (UPS) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Efficiënt UPS-systeem (bij dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Inefficiënte UPS (efficiëntie in deellast is maximaal 91%) is aanwezig in datacenter of serverruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FI1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

III) Hotels en restaurants:
A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing (naar buitenlucht) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In zwembad is dubbele blanke beglazing in metalen kozijnen aanwezig.

b) In zwembad is enkele blanke beglazing in metalen kozijnen aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies door ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculeren van ventilatielucht op basis van vocht en temperatuur.

b) Debietregeling met frequentieregeling toepassen op motoren op basis van vocht en temperatuur.

c) Debietregeling met frequentieregeling toepassen op motoren op basis van drogen van aan te zuigen buitenlucht (Hemmesprincipe).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembad is mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht met warmteterugwinning aanwezig.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b en c) Motoren geschikt voor frequentieregeling zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

a) Toevoerkanaal is chloorbestendig.

b en c) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE1.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF1.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Halogeen- en/of gloeilampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF7.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Verlichting in de nacht is ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking zwembadwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

b) Verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuur stralingspanelen) verhinderen dat niet.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is ten minste 250 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een grootkeuken.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FG1.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar voor het verwarmen of grillen van producten inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

IV) Detailhandel:
A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE1.

Omschrijving maatregel

Warmte bij grote warmteproducerende apparaten afzuigen, zodat minder gekoeld hoeft te worden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Afzuiginstallatie met afvoerend kanaal naar buiten installeren met afzuigkap boven warmteproducerende apparatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteproducerende apparatuur zonder afzuiginstallatie in een gekoelde ruimte.

Technische randvoorwaarden

Warmteproducerende installatie bestaat uit een apparaat of een cluster van apparaten welke met één installatie is af te zuigen.

Economische randvoorwaarden

Vermogen warmteproducerende apparatuur is meer dan 10 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF2.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de verlichting eenvoudig bereikbaar is

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF3.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Zelfstandig moment: ja, als bestaand armatuur is uitgerust met conventioneel voorschakelapparaat (VSA)

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeen-, gloei- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensors, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ten minste 20 armaturen zijn aanwezig.

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GF9.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal koelmeubel (VC2, VC3) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Dagafdekking met strokengordijn toepassen.

b) Dagafdekking met deuren met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met deuren met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal koelmeubel zonder dagafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b en c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: nachtafdekking en warmteterugwinning van het koelsysteem zijn niet aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via semi-verticaal koelmeubel (VC1) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Nachtafdekking toepassen.

b) Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

c) Dagafdekking met dubbele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Semi-verticaal koelmeubel (VC1) zonder nachtafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

c) Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten.

Zelfstandig moment: Er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking horizontaal koelmeubel (HC4, eiland) met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontale koelmeubel (HC4, eiland) zonder afdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Zelfstandig moment: er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem aanwezig.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via horizontaal vriesmeubel (HF1, HF3, HF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dagafdekking met enkele beglazing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Horizontaal vriesmeubel (HF1, HF3, HF4) zonder dagafdekking is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De maatregel geldt niet voor een stekkerklaar meubel met nachtafdekking.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB5.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via verticaal vriesmeubel (VF4) beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticaal vriesmeubel (VF4) toepassen met afdekking met dubbele beglazing, label C of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verticaal vriesmeubel (VF4) met afdekking met dubbele beglazing is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelmeubel is op een centraal koelsysteem aangesloten. Zelfstandig moment: er is geen warmteterugwinning van het koelsysteem. Bouwjaar huidige koelmeubel is van voor het jaar 2010.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB6.

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via leidingen en appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Isolatie van koel-/vriesleidingen toepassen.

b) Isolatie van appendages in koel/vriesleidingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeïsoleerde koel-/vriesleidingen in verwarmde omgeving zijn aanwezig.

Ongeïsoleerde appendages in koel/vriesleidingen in verwarmde omgeving zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB7.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige anti-condensvorming op ramen vriesmeubels (VF4) toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Anti-condensfolie op vriesmeubelen (VF4) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektrische randverwarming is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB8.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig expansieventiel bij verdamper toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Elektronisch expansieventiel in vriesmeubel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Thermostatisch expansieventiel is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB9.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ontdooiing van verdampers toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verdampers in koelmeubelen en koelcellen ontdooien door toevoer van het koudemiddel te stoppen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Tijd-gestuurde elektrische ontdooiing is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB10.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsschakelaar ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is ten minste 250 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB11.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB12.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL5 of TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB13.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aan te zuigen (buiten)lucht scheiden van afgegeven lucht vanuit koelinstallatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Koelinstallatie heeft geen gescheiden luchtaanzuiging.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB14.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB15.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van pomp koelmedium beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling van pomp toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling en toerenregeling ontbreekt op pomp.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen pomp is ten minste 1kW.

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen pomp is ten minste 3.400 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB16.

Omschrijving maatregel

Condensordruk automatisch regelen door condensortemperatuur aan te passen aan de buitenluchttemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Condensordrukregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vaste condensordruk gedurende het hele jaar.

Technische randvoorwaarden

Elektronisch expansieventiel is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik koel- of vriesinstallatie is ten minste 180.000 kWhthermisch/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB17.

Omschrijving maatregel

Temperatuurverschil bij condenseren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Groter condensoroppervlak toepassen zodat temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur maximaal 10°C wordt.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Temperatuurverschil tussen condensor en buitentemperatuur is ten minste 20°C.

Koeltemperatuur is lager of gelijk aan 2°C.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch. Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FB18.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige condensor- en/of verdamperventilator voor koelinstallaties van koel- en/of vriescellen toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a en b) Condensorventilator voor koelen en vriezen met vermogen van maximaal 20 W per kWthermisch toepassen.

c) Verdamperventilator voor koelen met vermogen van maximaal 30 W per kWthermisch toepassen.

d) Verdamperventilator voor vriezen met vermogen van maximaal 40W per kWthermisch toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Celtemperatuur is maximaal 2°C.

a) Condensorventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

b) Condensorventilator voor vriezen heeft vermogen van ten minste 50 W per kWthermisch.

c) Verdamperventilator voor koelen heeft vermogen van ten minste 60 W per kWthermisch.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Koelvermogen is maximaal 250 kWthermisch.

a) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

b) Bedrijfstijd vriesinstallatie is ten minste 2.700 vollasturen per jaar.

c) Bedrijfstijd koelinstallatie is ten minste 2.200 vollasturen per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar voor het verwarmen of grillen van producten inzetten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

G

Bijlage XIV wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

BIJLAGE XIV BIJ ARTIKEL 5.32a, EERSTE LID,5.29 VAN DEZE REGELING (ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN TER VERDUURZAMING VAN HET ENERGIEGEBRUIK MET BETREKKING TOT GEBOUWEN)

Inhoudsopgave

Onderdeel Code

Categorie Code

Categorie Omschrijving (onderwerp)

G

A

Energiebeheersysteem

G

B

Isolatie van de schil

G

C

Ruimteverwarming

G

D

Ruimteventilatie

G

E

Warm tapwater

G

F

Binnenverlichting

G

G

Buitenverlichting

G

H

Zonnepanelen

 
 
 

De in deze bijlage opgenomen energiebesparende maatregelen vallen in twee categorieën uiteen:

  • A)

    maatregelen die betrekking hebben op het gebouw;

  • B)

    maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten.

Een maatregel met betrekking tot stookinstallaties, persluchtinstallaties, elektromotoren en pompen hoeft op grond van artikel 5.32a, tweede lid, alleen te worden genomen als deze voornamelijk betrekking heeft op het verwarmen, koelen, ventileren, de warm tapwatervoorziening, het bevochtigen of ontvochtigen van een gebouw, of de elektriciteitsopwekking ter plaatse ten behoeve van het gebouw.

Onderdeel 3 Gebouwen:

Categorie: Energiebeheersysteem

Onderwerp

Energiebeheersysteem

Nummer maatregel

GA1

Toe te passen maatregel

Pas een automatisch energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie toe, waarbij gas- en warmte- (per uur) en elektragebruik (per kwartier) van het gebouw wordt geregistreerd.

Voor het beheren van het gas-, elektriciteits- en warmtegebruik is een automatisch energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie (voor inzicht in het energiegebruik per uur, dag, maand en jaar) een belangrijk middel. Door de geregistreerde data minimaal halfjaarlijks te controleren en instellingen zo nodig aan te passen, kan hiermee een optimale energiezuinige in- en afstelling van klimaatinstallaties worden geborgd.

Huidige situatie

Er is geen energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) met rapportagefunctie aanwezig, waarmee het gebruik van gas, warmte en elektriciteit wordt gemonitord.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Analyseer de gemonitorde data eenmaal aan het begin van het stookseizoen en eenmaal direct na het stookseizoen en stel de energiegebruikers zo optimaal mogelijk in.

Wijs iemand aan die verantwoordelijk is voor het optimaliseren van de instellingen van de energiegebruikers.

Categorie: Isolatie van de schil

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB1

Toe te passen maatregel

Isoleer spouwmuren van gebouwen.Door het aanbrengen van isolatie in spouwmuren wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt.

Voor het aanbrengen van spouwisolatie kunnen beperkingen van toepassing zijn door de aanwezigheid van bijvoorbeeld dampdichte lagen aan de buitenzijde, een waterdoorlatende buitenmuur of de aanwezigheid van niet verwijderbare vervuiling in de spouw. Win voor het aanbrengen van spouwisolatie eerst deskundig advies in over de mogelijkheden in uw situatie.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde spouwmuren aanwezig met een spouwbreedte van ten minste 5 cm en het gebouw wordt verwarmd (tot ten minste 18 °C ).

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is geen steiger nodig voor het aanbrengen van de isolatie.

Er is in het kader van de Wet natuurbescherming geen nieuw onderzoek naar nestelplaatsen van beschermde diersoorten (zoals vleermuizen) nodig.

De maatregel is niet van toepassing in winkels en in andere gebouwen die slechts beperkt bijverwarmd hoeven te worden (bijvoorbeeld omdat er veel warmte vrijkomt van aanwezige processen en/of apparatuur)

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB2

Toe te passen maatregel

Isoleer platte daken (bovenop de dakbedekking).

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 2,1 m2K/W op ongeïsoleerde daken wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt. Dit kan worden aangebracht bovenop de dakbedekking (omgekeerd dak).

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde daken aanwezig in verwarmde gebouwen (18 °C of hoger).

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het dak heeft voldoende draagkracht voor het isolatiemateriaal en de benodigde ballast.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB3

Toe te passen maatregel

Pas een automatisch sluitmechanisme toe bij overheaddeuren.

Door het toepassen van een automatisch sluitmechanisme bij een overheaddeur sluit deze zodra iemand de deur is gepasseerd . Dit voorkomt warmteverlies, doordat de deur een kortere tijd openstaat.

Huidige situatie

Er is een overheaddeur aanwezig zonder automatisch sluitmechanisme die gemiddeld ten minste 1 uur per dag open staat.

De ruimte wordt matig verwarmd (ten minste 15 °C).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Stel de sensor goed in en zorg er daarbij voor dat de deur niet te snel (automatisch) open gaat.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB4

Toe te passen maatregel

Isoleer platte daken (onder de dakbedekking).

Door het aanbrengen van isolatie met een Rd-waarde van ten minste 3,7 m2K/W op ongeïsoleerde daken wordt het warmteverlies in het stookseizoen beperkt. Breng de isolatie aan onder de dakbedekking en boven de dakconstructie (warm dak) op het moment dat de dakbedekking aan vervanging toe is. Doe dit zo nodig in combinatie met een dampremmende laag.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde daken aanwezig in verwarmde gebouwen (18 °C of hoger).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB5

Toe te passen maatregel

Vervang in bestaande kozijnen en ramen het enkelglas door HR++ glas.

Door in bestaande kozijnen en ramen het enkelglas door HR++ glas te vervangen wordt warmteverlies in het stookseizoen beperkt.

Huidige situatie

Er zijn kozijnen of ramen met enkelglas aanwezig in verwarmde gebouwen (ten minste 15 °C).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB6

Toe te passen maatregel

Vervang in bestaande kozijnen en ramen dubbelglas door HR++ glas.

Door in bestaande kozijnen en ramen het dubbel glas door HR++ glas te vervangen wordt warmteverlies in het stookseizoen beperkt.

Huidige situatie

Er zijn kozijnen of ramen met dubbelglas aanwezig in verwarmde gebouwen (ten minste 18 °C).

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB7

Toe te passen maatregel

Gebruik opblaasbare luchtkussens bij een vrachtwagendocking.

Door een afsluitvoorziening met opblaasbare luchtkussens te plaatsen bij een docking voor vrachtwagens wordt het warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

Er zijn dockings voor vrachtwagens aanwezig met of zonder flappen en zonder opblaasbare luchtkussens.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: de docking wordt gemiddeld genomen ten minste 10 u/wk gebruikt voor het laden en of lossen.

Technische randvoorwaarden

De ruimte wordt matig verwarmd (ten minste 15 °C).

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Onderwerp

Isolatie van de schil

Nummer maatregel

GB8

Toe te passen maatregel

Plaats een loopdeur in overheaddeuren.

Door het plaatsen van overheaddeuren met een loopdeur voor personen wordt warmteverlies voorkomen, omdat de gehele deur dan minder vaak open gaat.

Huidige situatie

Er is een overheaddeur in een matig verwarmde ruimte (ten minste 15 °C) aanwezig zonder aparte loopdeur of naastgelegen deur en deze wordt gebruikt voor personentoegang.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De ruimte wordt ten minste matig verwarmd (15°C of hoger).

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verminder het warmteverlies via naden, kieren en andere openingen in muren en gevels.

Categorie: Ruimteverwarming

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC1

Toe te passen maatregel

Pas een klokregeling toe en regel deze in.

Pas voor het centrale verwarmingssysteem een klokregeling of klokthermostaat toe en regel deze zo in dat de werkelijke gebruikstijden zo nauw mogelijk worden gevolgd. Dit voorkomt energiegebruik buiten bedrijfstijd.

Huidige situatie

Er is een verwarmingssysteem aanwezig waarbij automatische regeling voor verlaging van de temperatuur in de nacht, het weekend en/of de vakanties ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks de klokinstellingen van het verwarmingssysteem en zorg dat deze nauw aansluiten bij de werkelijke gebruikstijden van het gebouw. Regel naast de gebruikelijke openingstijden van het pand ook de vakanties in. Voor deze controle kan gebruik worden gemaakt van de data uit het energiebeheersysteem.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC2

Toe te passen maatregel

Pas naast de bestaande verwarmingsketel een elektrische warmtepomp toe.

Door naast de bestaande verwarmingsketel een elektrische lucht/water warmtepomp toe te passen kan een groot gedeelte van het jaar de warmte uit de buitenlucht en/of ventilatielucht worden onttrokken voor de warmteopwekking. De warmteopwekking is met gebruik van deze zogenoemde hybride warmtepomp efficiënter dan met een verwarmingsketel.

Huidige situatie

Er is een verwarmingsketel aanwezig met een vermogen van ten minste 70 kW en een afgiftesysteem via radiatoren, convectoren en/of vloerverwarming. Het gebouw wordt verwarmd tot ten minste 18 °C.

Het gebouw voldoet aan de eisen uit het bouwbesluit van 1 oktober 1992. Vanaf dit moment hebben gebouwen dubbelglas en geldt voor de isolatie van vloer, gevel en dak een Rc-waarde van ten minste 2,5 m2K/W.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van de warmtepomp.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks de instelling van de stooklijn en het functioneren van de regeling.

Controleer minimaal jaarlijks de effectieve en efficiënte werking van de warmtepomp.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC3

Toe te passen maatregel

Pas een weersafhankelijke regeling toe.

Gebruik voor de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater een automatische regeling op basis van de buitentemperatuur. Hierdoor kan de warmte uit het rookgas teruggewonnen worden en krijgt de verwarmingsketel een hogere efficiëntie. Ook zijn de verliezen in het distributiesysteem kleiner.

Huidige situatie

Er is een verwarmingsketel aanwezig in een verwamd gebouw (ten minste 18 °C) en de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater wordt niet geregeld op basis van de buitentemperatuur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Bij een gecombineerd opweksysteem voor verwarming en warm tapwater is het technisch mogelijk om het tapwater in een aparte groep tot ten minste 65 °C te verwarmen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks de instelling van de stooklijn.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC4

Toe te passen maatregel

Isoleer de verwarmingsleidingen en appendages in onverwarmde ruimtes.

Door het toepassen van buisisolatie met een Rd-waarde van ten minste 0,5 m2K/W om de verwarmingsleidingen en appendages wordt het warmteverlies in onverwarmde ruimtes beperkt.

Huidige situatie

Er ontbreekt isolatie om verwarmingsleidingen en appendages in niet of beperkt verwarmde ruimtes, waaronder stookruimtes en vorstvrij gehouden ruimtes.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond leidingen en appendages in onverwarmde ruimtes, zorg dat het goed bevestigd is en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC5

Toe te passen maatregel

Isoleer ventilatiekanalen in onverwarmde ruimtes.

Door het toepassen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 0,7 m2K/W om de ventilatiekanalen wordt het warmteverlies in onverwarmde ruimtes beperkt.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde ventilatiekanalen in onverwarmde ruimtes (ten hoogste 14 °C in het stookseizoen) aanwezig. De ventilatiekanalen zijn aangesloten op een luchtbehandelingskast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond de ventilatiekanalen, zorg dat het goed bevestigd is en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC6

Toe te passen maatregel

Pas een individuele regeling van de temperatuur per ruimte toe.

Door per ruimte een individuele (na)regeling van de temperatuur met een thermostatische radiatorkraan of andere temperatuurregeling toe te passen, hoeft deze niet onnodig te worden verwarmd.

Huidige situatie

Er zijn radiatoren of convectoren aanwezig in een verwarmde ruimte, maar de temperatuur van de ruimte is niet apart (na) te regelen met een lokale regeling of thermostatische radiatorkranen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de instellingen van de individuele regeling en/of de stand van de themostatisch radiatorkranen.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC7

Toe te passen maatregel

Pas frequentiegeregelde circulatiepompen toe.

Door toepassing van frequentiegeregelde circulatiepompen in het verwarmingssysteem kan het debiet worden aangepast aan de warmtevraag, waardoor de pomp efficienter werkt. Pas de frequentiegeregelde pompen toe op zowel bij de hoofdcirculatiepomp als bij de groepenpompen.

Huidige situatie

Er is een centraal verwarmingssysteem aanwezig waarbij de circulatiepompen niet zijn voorzien van een frequentieregeling.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het verwarmingssysteem laat een variabel debiet toe.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de instellingen van pompen en controleer of het afgiftesysteem nog goed werkt.

Onderwerp

Ruimteverwarming

Nummer maatregel

GC8

Toe te passen maatregel

Vervang directgestookte gasheaters in bedrijfshallen door directgestookte HR-gasheaters.

Door in bedrijfshallen een directgestookte conventionele gasheater te vervangen door een directgestookt hoog rendement (HR) toestel wordt energie bespaard.

Huidige situatie

De bedrijfshal wordt met een of meer directgestookte gasheaters matig verwarmd (ten minste 15 °C).

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het aardgasgebruik is ten hoogste 1.000.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

In de ruimte is een rioolaansluiting aanwezig voor het aansluiten van de condensafvoer(en).

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de temperatuurinstellingen van de regeling en onderhoud de gasheater volgens leveranciersvoorschriften.

Categorie: Ruimteventilatie

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD1

Toe te passen maatregel

Pas een klokregeling toe op het ventilatiesysteem.

Door het ventilatiesysteem van een gebouw te voorzien van een klokregeling kan deze buiten bedrijfstijden uit of naar een veel lager debiet worden gezet. Er geldt hier een dubbel besparingseffect. De ventilatoren maken minder draaiuren en doordat er minder luchtverversing is, verdwijnt er ook minder verwarmde, gekoelde en/of bevochtigde lucht uit het gebouw. In de zomerperiode kan de klokregeling worden benut om juist in de nachturen met koele buitenlucht te ventileren, waardoor overdag minder koeling nodig is.

Huidige situatie

Er is een ventilatiesysteem aanwezig waarbij geen sturing op basis van ingestelde tijden wordt toegepast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak filters, ventilatoren en luchtkanalen van het ventilatiesysteem regelmatig schoon.

Controleer jaarlijks de klokinstellingen van het ventilatiesysteem en zorg dat deze nauw aansluiten bij de werkelijke gebruikstijden van het gebouw.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD2

Toe te passen maatregel

Pas warmteterugwinning toe op een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer.

Door in een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer warmteterugwinning met een twincoilsysteem toe te passen worden warmteverliezen door ventilatie beperkt. Er zijn verschillende systemen op de markt zoals een kruisstroomwisselaar, een warmtewiel of een twincoilsysteem. Welk systeem het beste kan worden toegepast is afhankelijk het aanwezige ventilatiesysteem en de beschikbare ruimte.

Huidige situatie

Er is een ventilatiesysteem met mechanische toevoer en afvoer aanwezig zonder warmteterugwinning.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het twincoilsysteem is inpasbaar in de luchtbehandelingskast of de luchtkanalen.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak filters, ventilatoren en luchtkanalen van het ventilatiesysteem regelmatig schoon.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD3

Toe te passen maatregel

Vervang ventilatoren van klasse IE1 door ventilatoren van klasse IE4 of hoger.

Door IE1-ventilatoren door ventilatoren van klasse IE4 of hoger te vervangen, neemt de efficiëntie van de ventilatie toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik.

Huidige situatie

Er is een ventilator met efficientieklasse IE1 of lager aanwezig. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er geen IE-klasse of dat er klasse IE1 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.700 draaiuren van de ventilator per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak ventilatoren regelmatig schoon.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD4

Toe te passen maatregel

Vervang indirect gedreven IE1-slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren.

Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE1-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) neemt de efficiëntie van de ventilatoren toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik.

Huidige situatie

Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE1-motor aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.900 draaiuren van de ventilator per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak ventilatoren regelmatig schoon.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD5

Toe te passen maatregel

Vervang indirect gedreven IE2-slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren.

Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE2-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) wordt de efficiëntie van de ventilatoren verbeterd. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik.

Huidige situatie

Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE2-motor aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.300 draaiuren van de ventilator per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak ventilatoren regelmatig schoon.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD6

Toe te passen maatregel

Vervang indirect gedreven IE3 slakkenhuisventilatoren door direct gedreven ventilatoren.

Door in de luchtbehandelingskast (LBK) de ventilatorsectie met indirect gedreven IE3-slakkenhuisventilatoren te vervangen door een ventilatorsectie met direct gedreven ventilatoren (plugfans) wordt de efficientie van de ventilatoren verbeterd. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik.

Huidige situatie

Er zijn in de LBK één of meerdere indirect gedreven slakkenhuisventilatoren met IE3-motor aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 draaiuren van de ventilator per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak ventilatoren regelmatig schoon.

Onderwerp

Ruimteventilatie

Nummer maatregel

GD7

Toe te passen maatregel

Vervang ventilatoren van klasse IE2 of IE3 door ventilatoren van klasse IE4 of hoger.

Door IE2 of IE3-ventilatoren door ventilatoren van klasse IE4 of hoger te vervangen, neemt de efficiëntie van de ventilatie toe. IE staat voor International Efficiency en is een aanduiding van de energiezuinigheid van een elektromotor. Hoe hoger het getal, hoe zuiniger de motor. Het toepassen van energiezuinigere motoren van ventilatoren bespaart op het elektriciteitsgebruik.

Huidige situatie

Er is een ventilator met efficientieklasse IE2 of IE3 aanwezig. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er er klasse IE2 of IE3 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren van de ventilator per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak ventilatoren regelmatig schoon.

Categorie: Warm tapwater

Onderwerp

Warm tapwater

Nummer maatregel

GE1

Toe te passen maatregel

Isoleer warmwaterleidingen en appendages.

Met het aanbrengen van isolatie met een Rd-waarde van ten minste 0,5 m2K/W rondom de circulatieleidingen en appendages van het warme tapwater wordt warmteverlies tegengegaan.

Isoleer alleen de circulatieleidingen. De uittapleidingen van het tapwater mogen vanwege de kans op legionella niet worden geïsoleerd.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde circulatieleidingen en appendages voor transport van warm tapwater aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De leidingen zijn goed bereikbaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks het isolatiemateriaal rond leidingen en appendages en herstel deze bij eventuele schade.

Onderwerp

Warm tapwater

Nummer maatregel

GE2

Toe te passen maatregel

Gebruik waterbesparende douchekoppen.

Door in douches waterbesparende douchekoppen toe te passen wordt er minder warm tapwater gebruikt.

Huidige situatie

De douches hebben geen waterbesparende douchekop.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij een gemiddeld gebruik van meer dan 6 douchebeurten per week.

Technische randvoorwaarden

Door toepassing van de waterbesparende douchekop komt het tapdebiet bij systemen zonder voorraadvat niet onder de tapdrempel van het tapwatertoestel.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de instellingen van het warmtapwatersysteem en voer regelmatig onderhoud uit aan kranen, kleppen en warmtapwaterinstallaties.

Onderwerp

Warm tapwater

Nummer maatregel

GE3

Toe te passen maatregel

Vervang bij een indirect verwarmd voorraadvat de bestaande ketel door een HR-ketel.

Door in een warm tapwatersysteem met een indirect verwarmd voorraadvat een hoogrendementsketel (HR) toe te passen in plaats van een verbeterd rendementsketel of conventionele ketel wordt het warm tapwater energiezuiniger opgewekt.

Huidige situatie

Er is een hoge tapwatervraag voor onder meer douchen en dit warm tapwater wordt opgewekt met een verbeterd rendement (VR) of conventionele ketel en opgeslagen in een buffervat.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de instellingen van het warmtapwatersysteem en voer regelmatig onderhoud uit aan kranen, kleppen en warmtapwaterinstallaties.

Categorie: Binnenverlichting

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF1

Toe te passen maatregel

Pas een regeling toe op de verlichting, zodat deze buiten gebruikstijden niet onnodig brandt.

Door gebruik van een regeling wordt het onnodig branden van verlichting buiten gebruikstijden voorkomen. Er zijn diverse regelingen die hiervoor kunnen worden toegepast, zoals aanwezigheidsdetectie per ruimte, een tijdgestuurde veegschakeling, een centrale regeling met overwerktimers of een regelbord bij de ingang van het gebouw.

Huidige situatie

De verlichting brandt onnodig buiten gebruikstijden.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer dagelijks bij het verlaten van het pand of alle verlichting die uit kan ook is uitgezet.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF2

Toe te passen maatregel

Vervang TL8-buizen door LED-buizen.

Door het vervangen van TL-buizen (TL8) in de armaturen door LED-buizen wordt het energiegebruik beperkt. Het wisselen van de buizen door LED-buizen met een vergelijkbare lichtopbrengst en lichtkleur is voldoende. Soms moet ook de starter worden vervangen.

Huidige situatie

Armaturen met TL8-buizen, met of zonder starter zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.600 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande armaturen zijn geschikt voor toepassing van LED-buizen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF3

Toe te passen maatregel

Vervang TL5-fluorescentiebuizen door LED-buizen.

Door het vervangen van TL5-buizen in de armaturen door LED-buizen wordt het energiegebruik beperkt. Het wisselen van de buizen door LED-buizen met een vergelijkbare lichtopbrengst en lichtkleur is voldoende.

Huidige situatie

Er zijn armaturen met TL5-buizen aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 6.100 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande armaturen zijn geschikt voor de toepassing van LED-buizen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF4

Toe te passen maatregel

Vervang gloei-, halogeen- en spaarlampen door LED-lampen.

Door gloei-, halogeen- en spaarlampen in de bestaande armaturen te vervangen door LED-lampen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Armaturen met gloei-, halogeen- of spaarlampen zijn aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 600 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande armaturen zijn geschikt voor LED-lampen, waardoor de lampen één-op-één vervangbaar zijn.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF5

Toe te passen maatregel

Vervang gasontladingslampen door LED-lampen.

Vervang gasontladingslampen in de armaturen door LED-lampen. Dit beperkt het energiegebruik.

Huidige situatie

Er zijn armaturen met één van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande armaturen zijn geschikt voor LED-lampen, waardoor de lampen één-op-één vervangbaar zijn.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF6

Toe te passen maatregel

Vervang montagebalken en lichtlijnen met TL8-buizen door LED-armaturen.

Door bij montagebalken en lichtlijnen de armaturen met TL8-buizen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn montagebalken of lichtlijnen met TL8-armaturen aanwezig. Dit kunnen zowel opbouwarmaturen als zwevende armaturen zijn.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.100 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF7

Toe te passen maatregel

Vervang plafondspots met spaarlampen door LED-spots.

Door plafondspots met spaarlampen (CFL of PL) te vervangen door spots met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn plafondspots met spaarlampen (CFL of PL) aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.300 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF8

Toe te passen maatregel

Vervang wandarmaturen met spaarlampen door LED-wandarmaturen.

Door wandarmaturen met spaarlampen te vervangen door LED-wandarmaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn wandarmaturen met spaarlampen aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF9

Toe te passen maatregel

Vervang wandarmaturen met halogeenlampen door LED-wandarmaturen.

Door wandarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-wandarmaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn wandarmaturen met halogeenlampen aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.100 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF10

Toe te passen maatregel

Vervang spots met halogeenlampen door LED-spots.

Door spots met halogeenlampen te vervangen door spots met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn spots met halogeenlampen aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.400 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF11

Toe te passen maatregel

Vervang railspots met halogeenlampen door LED-railspots.

Door railspotarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-railspots wordt het energiegebruik beperkt. De bestaande spanningsrail/contactrail blijft bewaard.

Huidige situatie

Er zijn railspotarmaturen met halogeenlampen op een spannings/contactrail aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 3.200 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande spanningsrail/contactrail is geschikt voor toepassing van de LED-railspots.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF12

Toe te passen maatregel

Vervang railspots met gasontladingslampen door LED-railspots.

Door railspots met gasontladingslampen te vervangen door LED-railspots wordt het energiegebruik beperkt. De bestaande spanningsrail/contactrail blijft bewaard.

Huidige situatie

Er zijn railspots met een van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 5.200 branduren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 2.000 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande spanningsrail/contactrail is geschikt voor toepassing van de LED-railspots.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF13

Toe te passen maatregel

Vervang pendelarmaturen en opbouwarmaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door pendelarmaturen en opbouwarmaturen ("high bay") met gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn pendelarmaturen en opbouwarmaturen met één van de volgende gasontladingslampen aanwezig: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF14

Toe te passen maatregel

Vervang ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen door LED-armaturen.

Door de ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn ingebouwde plafondarmaturen met TL8-buizen, met of zonder starter aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Binnenverlichting

Nummer maatregel

GF15

Toe te passen maatregel

Vervang vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen door LED-armaturen.

Door vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen te vervangen door vluchtwegsignaleringsarmaturen met LED-verlichting wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn vluchtwegsignaleringsarmaturen met TL-buizen of spaarlampen aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Buitenverlichting

Onderwerp

Buitenverlichting

Nummer maatregel

GG1

Toe te passen maatregel

Vervang armaturen met TL8-buizen door LED-armaturen.

Door ingebouwde en opgebouwde armaturen met TL8-buizen (die niet op een mast zitten) te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik verlaagd.

Huidige situatie

Er zijn armaturen met TL8-buizen voor buitenverlichting aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Buitenverlichting

Nummer maatregel

GG2

Toe te passen maatregel

Vervang wandarmaturen met halogeenlampen door LED-armaturen.

Door wandarmaturen met halogeenlampen te vervangen door LED-armaturen, wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn wandarmaturen met halogeenlampen voor buitenverlichting aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Buitenverlichting

Nummer maatregel

GG3

Toe te passen maatregel

Vervang wandarmaturen met spaarlampen door LED-armaturen.

Door wandarmaturen met spaarlampen te vervangen door LED-armaturen, wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn wandarmaturen met spaarlampen voor buitenverlichting aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Buitenverlichting

Nummer maatregel

GG4

Toe te passen maatregel

Vervang armaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door ingebouwde en opgebouwde armaturen (die niet op een mast zitten) met gasontladingslampen (Kwiklampenkwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) door LED-armaturen te vervangen, wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er zijn armaturen met gasontladingslampen (kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) voor buitenverlichting aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Categorie: Zonnepanelen

Onderwerp

Zonnepanelen

Nummer maatregel

GH1

Toe te passen maatregel

Plaats zonnepanelen op het dak.

Door de plaatsing van zonnepanelen wordt duurzame elektriciteit opgewekt. Daarmee wordt bespaard op de inkoop van elektriciteit via het elektriciteitsnet.

Huidige situatie

Er is ten minste 2.000 m2 aan geschikt dakoppervlak beschikbaar voor het plaatsen van minimaal 300 kWp aan zonnepanelen.

Er is sprake van een grootverbruikaansluiting voor elektriciteit (meer dan 3x80 A).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het dak heeft voldoende vrije draagkracht voor de plaatsing van zonnepanelen en bijbehorende ballast.

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Het dak hoeft de komende 10 jaar niet te worden gerenoveerd.

De verzekeraar gaat akkoord met plaatsen van de zonnepanelen zonder dat dit tot een significante prijsstijging van de verzekeringspremie leidt.

Bij een installatie van 300 kWp kan alle opgewekte energie direct in het gebouw worden gebruikt.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en ondeoud

Maak de zonnepanelen jaarlijks schoon.

Controleer regelmatig of de verwachte productie gehaald wordt of laat dit monitoren.

Onderdeel 1 (energiebesparende maatregelen bijeenkomstfunctie):

1.a energiebesparende maatregelen bijeenkomstfunctie voor kinderopvang:
A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiksmanager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ketel aanwezig is.

Natuurlijk moment: ja. als hoogrendementsketel 100 of 104 (HR 100- of HR 104-ketel) aanwezig is.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks ten minste 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Condensafvoer is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als bruto vloeroppervlakte meer is dan 10.000 m2.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks elektriciteitsverbruik minder is dan 50.000 kWh.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

1.b energiebesparende maatregelen andere bijeenkomstfunctie:
A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

- een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koude verlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

In gebouwen met een tennishal met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een sporthal met ten minste een energielabel D of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, geldt bovenstaande vanaf het meest ambitieuze energielabel of het meest recente bouwjaar. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmte-afgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is ten minste 1.500 uur/jaar.

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd ventilatie ten minste 2.700 uur/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar of tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklok met of zonder overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelklok met of zonder overwerktimer ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. Vocht en warmte moet weg kunnen als dat nodig is voor behoud van goede staat en werking.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Vloeroppervlakte per thermostaatkraan is ten minste 25 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als vloeroppervlakte per thermostaatkraan ten minste 50 m2 is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel HR107 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuur stralingspanelen) verhinderen dat niet.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen.

In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om warmtapwaterleidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik door verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 2 (energiebesparende maatregelen celfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks ten minste 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cascaderegeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Cascaderegeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bruto vloeroppervlak is meer dan 300 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Twincoilsysteem toepassen.

b) Warmtewiel toepassen.

c) Tegenstroom warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b en c) Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik ten minste 1.000.000 m3/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC8

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele TL zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De technische staat van de aanwezige armaturen moet voldoende zijn en de verlichtingssterkte in de nieuwe situatie moet voldoen aan de geldende norm.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder dan 1.000.000 m3/jaar is en bruto vloeroppervlak meer is dan 300 m2.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder is dan 1.000.000 m3/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater).

c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 1.500 MWhthermisch/jaar.

a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

d) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik ruimteverwarming is ten minste 200.000 kWhthermisch/jaar.

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 m van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen zijn aanwezig.

b) Halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FM1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 3 (energiebesparende maatregelen gezondheidszorgfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks ten minste 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cascaderegeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Cascaderegeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bruto vloeroppervlak is meer dan 300 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Twincoilsysteem toepassen.

b) Warmtewiel toepassen.

c) Tegenstroom warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b en c) Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik ten minste 1.000.000 m3/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC8

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele TL zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De technische staat van de aanwezige armaturen moet voldoende zijn en de verlichtingssterkte in de nieuwe situatie moet voldoen aan de geldende norm.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder dan 1.000.000 m3/jaar is en bruto vloeroppervlak meer is dan 300 m2.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als aardgasverbruik minder is dan 1.000.000 m3/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gezondheidszorggebouwen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Bijzondere omstandigheden

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Activiteit

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA6

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater).

c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA7

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA8

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 1.500 MWhthermisch/jaar.

a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA9

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA10

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA11

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

d) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik ruimteverwarming is ten minste 200.000 kWhthermisch/jaar.

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 m van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FE5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FG2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen zijn aanwezig.

b) Halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FH1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FM1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 4 (energiebesparende maatregelen industriefunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA2

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GA3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde transportdeuren toepassen.

b) Luchtkussens toepassen.

c) Tochtslabben toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeuren zijn aanwezig.

b) Transportdeuren met ontbrekende luchtkussens zijn aanwezig.

c)Transportdeur waar tochtslaben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hal wordt verwarmd tot boven de 10 °C.

Economische randvoorwaarden

a) Aardgasverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

b) Deur is dagelijks ten minste 4 uur open door het laden en lossen.

Aardgasverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 1.000.000 m3/jaar.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

c) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar.

– Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is ten minste 40 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) IE3 motor of beter met toerenregeling toepassen. toepassen.

b) toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Motor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. Benodigd luchtdebiet is constant.

b) Motor zonder toerenregeling is aanwezig. Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling.

Economische randvoorwaarden

a) Motorvormogen is ten minste 2,8 kW. Bedrijfstijd ventilator is ten minste 2.200 uur/jaar.

b) Motorvormogen is ten minste 2,8 kW. Bedrijfstijd ventilator is ten minste 3.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh.

Aardgasverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd ventilatie is ten minste 2.700 uur/jaar.

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

c) CO2-meter toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GB5

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien van centrale ventilatoren voorkomen in verwarmde hal.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gerichte puntafzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Een verwarmde hal wordt (deels of geheel) extra geventileerd om vervuilde lucht af te voeren.

– Ventilatievoud van de bestaande installatie is ten minste 4 keer per uur.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Ventilatievoud wordt verlaagd naar 1 keer per uur met bestaande installatie.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ondersteuningsventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorzieningen voor luchtcirculatie ontbreken in de bedrijfshallen waar werkplekken zijn met een warmtevraag.

Technische randvoorwaarden

– Geen vervuilende gassen (zoals lasdampen, lijmdampen of uitlaatgassen) zijn substantieel aanwezig.

– Hoogte bedrijfshallen en/of showrooms is ≥ 8 m.

– Kraanbanen en ondersteuningsventilatoren hinderen elkaar niet.

Economische randvoorwaarden

– Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

– Ruimtetemperatuur ≥ 15°C.

– Temperatuur boven in de hoge ruimtes is ten minste 4 °C hoger dan temperatuur op werkplekken.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren en/of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pomp automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pompen met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp bedrijfshal ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Warmteopwekkings- en afgiftesysteem laat een variërend debiet toe.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen of ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten bedrijfshal ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding door ramen en daklichten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakelingen voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling of -regeling ontbreekt in bedrijfshal.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is ten minste 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is ten minste 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is ten minste 30% van vloeroppervlak.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Aanstaan basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Meerdere schakelgroepen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Te grote schakelgroep aanwezig waardoor verlichting onnodig brandt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Te vermijden energieverbruik door uitschakelen verlichting door extra schakelgroep is ten minste 1.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in magazijnen en opslagruimten beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidschakelingen ontbreken in magazijnen en opslagruimten.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is ten minste 0,42 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneel inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen op groepen of direct op de cv-ketel.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen of op cv-ketel met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Energieverbruik ketel is ten minste 42.000 kWhthermisch/jaar.

Meerdere verblijfsruimten met totaal bruto vloeroppervlakte van ten minste 150 m2 met verschillende warmtebehoefte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

b) Tijdschakelaars (met of zonder overwerktimer) toepassen.

a) Tijdschakelaars met weekschakeling (met of zonder overwerktimer toepassen).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken in bedrijfshal.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen.

b) Hoogrendementslucht-verhitters (HR- luchtverhitter) toepassen.

c) Gasgestookte donkerstralers toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) zijn aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar) in bedrijfshal.

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in bedrijfshal.

c) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in de bedrijfshal

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

 

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketels 107 (HR 107-ketels) met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

b) Warmtepompen met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen.

c) Direct gasgestookte hoogrendementsluchtverhitters (HR-luchtverhitters) toepassen.

d) Hoogrendementsketels 107 (HR 107-ketels) met luchtbehandelingskasten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Stoomketels met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketels met stoom/waterwarmtewisselaars en radiatoren en/of luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

– Het betreft een ruimteverwarming die gedurende ten minste 2.000 uur/jaar een warmtevraag heeft.

– Het benodigde warmtevermogen bedraagt ten minste 100 kWhthermisch.

 

a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 m van te verwarmen ruimte.

c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 m van te verwarmen ruimte.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isoleren van leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages van het warmtapwatersysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB2

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakelingen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB3

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB4

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FB5

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen

Nummer maatregel

FG1 Rubber- en kunststofindustrie

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 5 (energiebesparende maatregelen kantoorfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of- Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklok toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren beperken door afschakelen van ventilatoren bij lager ventilatiedebiet.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Cascaderegeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Cascaderegeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht bij gebalanceerd ventilatiesysteem.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmtewiel, kruisstroomwarmtewisselaar of twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt in luchtbehandelingskast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE5

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele TL zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

De technische staat van de aanwezige armaturen moet voldoende zijn en de verlichtingssterkte in de nieuwe situatie moet voldoen aan de geldende norm.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast.

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja. Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In kantoorgebouwen met ten minste een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv of op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 6 (energiebesparende maatregelen logiesfunctie):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

 

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koude verlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: Ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Frequentie-geregelde draaistroom-motor met (CO2) regeling toepassen.

b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine, weinig gebruikte ruimten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) In hotels is draaistroommotor zonder frequentieregeling aanwezig, altijd aan tijdens openingstijden.

b) Kleine, weinig gebruikte ruimten zonder aanwezigheidsschakelaar zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Geschakeld vermogen is ten minste 40 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmte-afgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is ten minste 1.500 uur/jaar.

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd ventilatie ten minste 2.700 uur/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Debiet cv-pompen automatisch regelen op basis van warmtebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

CV-pomp met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Frequentieregeling op cv-pomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere, parallel geschakelde, pompen uitvoeren bij (ten minste) één pomp. Tevens uitvoeren bij enkele, niet parallel geschakelde, pompen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Vollasturen pomp vloerverwarming beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pompschakelaar toepassen op circulatiepomp.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelaar op circulatiepomp ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik pomp is ten minste 240 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren. Vocht en warmte moet weg kunnen als dat nodig is voor behoud van goede staat en werking.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen buiten bereik voor publiek toepassen in ruimten.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vloeroppervlakte per thermostaatkraan is ten minste 25 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als vloeroppervlakte per thermostaatkraan ten minste 50 m2 is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF3

Omschrijving maatregel

Branden van basisbinnenverlichting bij wisselend ruimtegebruik beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling op verlichting (geen nood- of veiligheidsverlichting) in openbare en/of besloten ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar per (deel van de) ruimte.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is ten minste:

– voor een hotel: 1,2 kW;

– voor een restaurant met dag- en avondopening: 1,8 kW;

– voor een restaurant met dag- of avondopening: 3,6 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF9

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel HR107 toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuur stralingspanelen) verhinderen dat niet.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen.

In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklok met of zonder overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakelklok met of zonder overwerktimer ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op groep als dit op ketel onmogelijk is door warmtapwater-voorziening.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verbeterdrendementsboiler (VR-boiler) is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In hotelgebouwen met ten minste een energielabel D, of hotelgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In een restaurant met ten minste een energielabel A met een energie index ≤ 0,70 of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie

Nummer maatregel

FB1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om warmtapwaterleidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik door verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 7 (energiebesparende maatregelen onderwijsfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt: Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Twincoilsysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ketel aanwezig is.

Natuurlijk moment: ja. als hoogrendementsketel 100 of 104 (HR 100- of HR 104-ketel) aanwezig is.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 2.700 uur is.

Natuurlijk moment: ja, als de jaarlijkse bedrijfstijd ten minste 1.500 uur is.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige ventilator toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE3-elektromotor of beter met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig zonder frequentieregelaar.

Benodigd luchtdebiet varieert.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks ten minste 1.825 draaiuren.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE6

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmaturen toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GE7

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Gasgestookte hoogrendementsboiler (HR-boiler) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Condensafvoer is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) of verbeterdrendementsketel (VR-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

b) Hoogrendementsketel 100 (HR 100-ketel) is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur/jaar).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als bruto vloeroppervlakte meer is dan 10.000 m2.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In onderwijsgebouwen met ten minste een energielabel C, of onderwijsgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen.

b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD2

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD3

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie

Nummer maatregel

FD5

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks elektriciteitsverbruik minder is dan 50.000 kWh.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FE2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gloei- en/of halogeenlampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FI1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 8 (energiebesparende maatregelen sportfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– Jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– Jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– Een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur van het zwembad en/of sporthal beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren van het zwembad en/of sporthal ontbreekt.

Gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een tennishal met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een sporthal met ten minste een energielabel D of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, geldt bovenstaande vanaf het meest ambitieuze energielabel of het meest recente bouwjaar. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC4

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar of tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC5

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande ventilatielucht voor voorverwarmen ingaande ventilatielucht bij gebalanceerd ventilatiesysteem toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Dubbele kruisstroomwisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In sporthal ontbreekt warmteterugwinsysteem in luchtbehandelingskast.

Technische randvoorwaarden

Aanwezige aan- en afvoerleidingen bepalen additionele kosten voor aanpassingen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC6

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

- Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

- Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Jaarlijks elektriciteitsverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 10.000.000 kWh.

Bedrijfstijd ventilatie is ten minste 1.500 uur/jaar.

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd ventilatie ten minste 2.700 uur/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelklokken, met of zonder overwerktimer, gebouwbeheerssysteem (GBS) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schakeling, met of zonder overwerktimer, ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

CV-installatie is in gebruik voor de basislast (en pieklast).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD4

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Weersafhankelijke regeling toepassen op cv-groepen als dit op ketels onmogelijk is door warmtapwatervoorzieningen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD5

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om verwarmingsleidingen en appendages aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Als fabrikant voor leidingen en appendages voorschrijft dat vocht of warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD6

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD7

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Klokthermostaten en overwerktimers toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in verblijfsruimten met radiatoren of verwarmingsgroepen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Het regelelement van de radiator beschikt over een motorbediende afsluitklep.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte

Nummer maatregel

GE1

Omschrijving maatregel

Energiezuinig koelen door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Scheiding tussen aan te zuigen (buiten)lucht en afgegeven lucht vanuit koelinstallatie aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Gescheiden luchtaanzuiging van koelinstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF1

Omschrijving maatregel

Branduren binnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Standaard TL-D schakeling of standaard PL schakeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Aansluiting op bestaande installatie(s) en bekabeling is mogelijk.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met een tennishal met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een sporthal met ten minste een energielabel D of gebouwen met een bouwjaar van 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In gebouwen met een zwembad met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner dan of gelijk aan 0,7 of gebouwen met een bouwjaar van 2015 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een zwembad, sporthal of tennishal, geldt bovenstaande vanaf het meest ambitieuze energielabel of het meest recente bouwjaar. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in nieuwe inbouwarmatuur toepassen.

Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF8

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen toepassen in bestaande armatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een warmtapwatervoorziening, niet zijnde een stookinstallatie

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van warmtapwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages warmtapwatersysteem.

.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In warmtapwatersysteem ontbreekt isolatie.

Technische randvoorwaarden

Als fabrikant van de leidingen en appendages voorschrijft dat vocht of warmte weg moet kunnen in verband met garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren

Nummer maatregel

FF1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 9 (energiebesparende maatregelen winkelfunctie):

A) maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Gebruiken van een energieregistratie- en -bewakingssysteem

Nummer maatregel

GA1

Omschrijving maatregel

Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van klimaatinstallaties door het automatisch laten registeren en analyseren van energieverbruiken met een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Slimme meter met een energieverbruiks-manager toepassen voor elektriciteit, aardgas (a.e.) en/of warmte.

b) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen.

c) Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbeheersysteem (GBS).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektriciteit- en gas- en/of warmtemeters die op afstand kunnen worden uitgelezen (de zogenaamde slimme meters) ontbreken.

b) EBS ontbreekt.

c) Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 25.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 88.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2.

b) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 75.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik meer dan 265.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 4.400 m2.

c) Voor het bedoelde gebouw geldt:

– jaarlijkse warmteverbruik is meer dan 170.000 m3 (a.e.); of

– jaarlijkse elektriciteitsverbruik is meer dan 1.000.000 kWh; of

– een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Alternatieve erkende maatregelen

Niet van toepassing.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB1

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Spouwmuren isoleren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie in spouwmuren ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB2

Omschrijving maatregel

Warmte- en koudeverlies via transportdeur beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Geïsoleerde, niet-openbare transportdeur toepassen.

b) Snelsluitende transportdeur toepassen.

c) Luchtkussens toepassen

d) Tochtslabben toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Ongeïsoleerde transportdeur toepassen.

b) Handmatig bediende transportdeur met elektromotor toepassen.

c) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken.

d) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a en b) Niet van toepassing.

c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Ten minste 4 uur laden en lossen per dag.

d) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

c en d) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Nummer maatregel

GB3

Omschrijving maatregel

Warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in de gevels beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren toepassen.

b) Loopdeuren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Handmatig bediende bedrijfsdeuren zijn aanwezig.

b) – Voor personendoorgang vanuit verwarmde ruimten (anders dan vorstvrij houden) naar buiten.

– Personendoorgang waarbij de gehele rol-, sectionaal- en/of kanteldeuren worden geopend.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Handmatig bediende deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC1

Omschrijving maatregel

Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimten waar geen warmte-afgifte nodig is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

– Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt.

– Luchttoevoerkanalen en/of afzuigkanalen zijn verbonden met een recirculatie- of warmteterugwinsystemen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd ventilatie is ten minste 1.500 uur/jaar.

Temperatuur kanaal is ten minste 10°C hoger dan omgevingstemperatuur.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd ventilatie ten minste 2.700 uur/jaar is.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitregeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

Ventileren van een ruimte

Nummer maatregel

GC3

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar.

Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepasing.

Economische randvoorwaarden

Geschakeld vermogen is ten minste 40 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In gebouwen met ten minste een energielabel C, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Voor wat betreft het bouwjaar geldt dat nieuwbouw in ieder geval aan de EPC-eisen van 2003 behoort te voldoen (Bouwbesluit).

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD1

Omschrijving maatregel

Temperatuur per ruimte naregelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Thermostatische radiatorkranen en/of ruimtethermostaten toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Individuele naregeling in ruimten ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik van de gebruiksfuncties op hetzelfde bouwwerkperceel of het aangrenzende bouwwerkperceel van dezelfde eigenaar of gebruiker is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte

Nummer maatregel

GD2

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen en appendages.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen en appendages ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

In verwarmde ruimten alleen de ringleiding isoleren.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd van installatie behorende bij leidingen en appendages is ten minste 1.250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE2

Omschrijving maatregel

Aanstaan van koelpomp beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling die koelpomp uitschakelt wanneer er geen koudevraag is.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakeling is afwezig.

Koelpompen draaien continu.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Koelen van een ruimte.

Nummer maatregel

GE3

Omschrijving maatregel

Koudeverlies via koudwaterleidingen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om leidingen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF1

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF4

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Armaturen met conventionele fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Armaturen met PL-lampen (spaarlampen) zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 1.200 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 2.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF6

Omschrijving maatregel

Binnenverlichting automatisch beperken op basis van daglichttoetreding

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen.

b) Daglichtafhankelijke schakeling voor schakelen van verlichting toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Daglichtafhankelijke schakeling is afwezig.

a) Hoogfrequente (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) of LED verlichting parallel aan ramen en/of lichtkoepel zijn aanwezig.

b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,4 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF7

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in sociale ruimten, kantoren, opslagruimten en magazijnen beperken bij wisselend ruimtegebruik.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanwezigheidschakelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Aanwezigheidsschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is ten minste 0,7 kW.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie

Nummer maatregel

GF10

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen basisbinnenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ledlampen in nieuwe inbouwarmatuur toepassen.

b) Ledlampen in nieuwe opbouwarmatuur toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Conventionele inbouwarmaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

b) Conventionele fluorescentielampen (TL) in montagebalken zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Aantal branduren is ten minste 5.000 uur/jaar.

b) Aantal branduren is ten minste 3.500 uur/jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA1

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA2

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) toepassen.

b) Hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) CR-ketel of VR-ketel is aanwezig voor basislast.

b) Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b.) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja, als aantal vollasturen van de Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) ten minste 750 uur per stookseizoen is of aantal vollasturen van de verbeterdrendementsketel (VR-ketel) ten minste 1.050 uur per stookseizoen is, én aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: Ja

Bijzondere omstandigheden

In warenhuizen met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,7, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

In supermarkten en overige winkels met ten minste een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of gebouwen met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA3

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersafhankelijke regelingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersafhankelijke regeling ontbreekt op cv-groepen met hogetemperatuurverwarming.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA4

Omschrijving maatregel

Opstarttijd cv-installatie regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Optimaliserende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Optimaliserende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Nummer maatregel

FA5

Omschrijving maatregel

Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van weersvoorspelling

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Weersvoorspellende regeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Weersvoorspellende regeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Met internet verbonden gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FC1

Omschrijving maatregel

Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen als lift niet in gebruik is.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Stand-by schakeling op liftbesturing toepassen.

b) Aanwezigheidsdetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Verlichting en ventilatie cabine zijn continu in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een liftinstallatie

Nummer maatregel

FC2

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen verlichting liftcabine beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilamp is aanwezig.

b) Halogeenlamp is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een roltrapsysteem

Nummer maatregel

FD1

Omschrijving maatregel

Energiezuinige roltrapbesturing toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of onderbrekende besturing toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Roltrap is zonder aanbodafhankelijke regeling uitgevoerd en draait continu tijdens gebruikstijden.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op een bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 september 2023

De Minister voor Klimaat en Energie,

R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt de Omgevingsregeling. In de bijlages VII en XIV zijn de erkende maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik opgenomen, waarmee invulling kan worden gegeven aan de verplichting tot verduurzaming van het energiegebruik zoals opgenomen in artikel 5.15 van het Besluit activiteiten leefomgeving (hierna: Bal) en artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl). De geactualiseerde energiebesparingsplicht verplicht degene die de milieubelastende activiteit verricht en de eigenaar van een gebouw of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen (hierna: de gebouweigenaar) vanaf een jaarlijkse gebruiksgrens, om alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren.

Op grond van artikel 5.15, eerste lid, van het Bal en artikel 3.84, eerste lid, van het Bbl zijn degene die de activiteit verricht en/of de gebouweigenaar wanneer er sprake is van een energiegebruik gelijk aan of groter dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m3 aardgasequivalenten verplicht alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik te treffen die binnen vijf jaar zijn terug te verdienen. Op grond van artikel 5.15, vierde lid, van het Bal en artikel 3.84, vijfde lid, van het Bbl kan aan deze verplichting worden voldaan door alle toepasselijke maatregelen te treffen die bij ministeriële regeling zijn aangewezen en daarover te rapporteren (artikel 5.15a van het Bal en artikel 3.84a van het Bbl). De bij ministeriële regeling vastgestelde maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik waarnaar wordt verwezen is de erkende maatregelenlijst (hierna: EML). Deze regeling strekt tot het vaststellen van deze lijst van erkende maatregelen. Wanneer alle op de milieubelastende activiteit en/of de gebruiksfunctie van toepassing zijnde erkende maatregelen getroffen zijn, wordt aangenomen dat de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar voldaan heeft aan de verplichting tot het verduurzamen van het energiegebruik.

Bij de introductie van de erkende maatregelen1 is aangekondigd dat de EML regelmatig wordt geactualiseerd. Onderhavige wijzigingsregeling vloeit hieruit voort en draagt er zo aan bij dat de EML qua stand van de techniek, investeringskosten en energieprijzen actueel blijft. De geactualiseerde EML is eerder opgenomen in bijlage 10, behorend bij artikel 2.16 van de Activiteitenregeling milieubeheer (Activiteitenregeling) met de regeling tot wijziging van de Activiteitenregeling in verband met de actualisatie van de lijst met erkende maatregelen (wijzigingsregeling Activiteitenregeling EML).2 Vanwege het vervallen van de Activiteitenregeling in verband met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet, wordt de geactualiseerde lijst met onderhavige wijzigingsregeling ook opgenomen in de Omgevingsregeling. Deze wijziging hangt eveneens samen met de actualisatie van de energiebesparingsplicht, zoals opgenomen in de wijzigingsbesluiten Bal3 en Bbl4 in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht en het wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht5 (wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit) zoals per 1 juli 2023 in werking getreden en opgenomen in Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit). Met de aanpassingen van het Bal en Bbl is de verplichting tot het treffen van energiebesparende maatregelen verbreed naar de verplichting tot het treffen van maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik. Maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik betreffen energiebesparende maatregelen, maatregelen voor de productie van hernieuwbare energie op de eigen locatie en maatregelen voor het vervangen van een energiedrager die leiden tot een lagere emissie van CO2. Ook is de doelgroep van de verplichting uitgebreid. Deze uitbreiding gebeurt onder andere door de eerder bestaande uitzondering voor glastuinbouwbedrijven die deelnemen aan het systeem kostenverevening reductie CO2-emissies (hierna: glastuinbouw) en inrichtingen die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (hierna: EU ETS deelnemers) te verwijderen. Daarnaast wordt de doelgroep uitgebreid door de geactualiseerde energiebesparingsplicht ook van toepassing te verklaren op vergunningplichtige bedrijven.

Bij de actualisatie van de EML is rekening gehouden met de actualisatie van de energiebesparingsplicht en de wijzigingen die hieruit voortvloeien. Zo zijn er ook maatregelen voor de productie van hernieuwbare energie betrokken bij het proces van de actualisatie, is er gekeken of de maatregelen daadwerkelijk CO2 reduceren en wordt er, door middel van de opgenomen randvoorwaarden, rekening gehouden met de toepasbaarheid van maatregelen voor de aangepaste doelgroep. Voor bepaalde milieubelastende activiteiten, zoals opgenomen in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 van het Bal, waarbij het energiegebruik van de milieubelastende activiteit in enig kalenderjaar groter is dan 10.000.000 kWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgasequivalenten geldt dat een onderzoek moet worden uitgevoerd naar alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik gericht op de milieubelastende activiteit. Deze verplichting is opgenomen in artikel 5.15b van het Bal. De uitvoerder van een dergelijke milieubelastende activiteit met een groot energiegebruik kan ten aanzien van de activiteiten en processen niet aan de geactualiseerde energiebesparingsplicht en zijn rapportageplicht voldoen door gebruik te maken van de erkende maatregelen zoals opgenomen in bijlage VII. Voor de gebouwmaatregelen geldt de rapportageverplichting, zoals opgenomen in artikel 3.84a, van het Bbl en wordt aangenomen dat de gebouweigenaar aan zijn verplichting heeft voldaan als hij alle toepasselijke erkende gebouwmaatregelen, zoals opgenomen in bijlage XIV, heeft getroffen. Bij de actualisatie is ook rekening gehouden met de systematiek van het stelsel van de Omgevingswet. De gevolgen hiervan worden hieronder ook toegelicht. Tot slot wordt opgemerkt dat de bij onderhavige regeling opgenomen bijlagen niet zien op de erkende maatregelen voor de glastuinbouwsector. De EML voor deze sector worden bij een separate wijziging van de Omgevingsregeling vastgesteld.

2. Hoofdlijnen van het voorstel

Op het proces van actualisatie van de erkende maatregelenlijst is uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 2 van de toelichting bij de wijzigingsregeling Activiteitenregeling EML. Hieronder worden in aanvulling daarop kort de aanpassing van de artikelen en de bijlagen gericht op de Omgevingsregeling, de werking van de EML en het doelmatig beheer en onderhoud van maatregelen toegelicht.

2.1 Aanpassing opzet artikelen en bijlagen

Om aan te sluiten bij de systematiek van de Omgevingswet en om het systeem van de EML, ook met het oog op toekomstige actualisaties, robuuster te maken, is er voor gekozen de bedrijfstak-specifieke indeling van de EML, zoals die gehanteerd werd in de EML die tussen 1 april 2019 en 1 juli 2023 van toepassing was, los te laten.6 Op de lijst van erkende maatregelen die tussen 1 april 2019 en 1 juli 2023 van toepassing was, is een uitgebreide inhoudelijk analyse uitgevoerd met als doel het in kaart brengen van de belangrijkste verbeterpunten. Deze EML bestond uit negentien lijsten met maatregelen. Verschillende branches hadden een specifieke lijst gericht op hun eigen bedrijfstak. Op de in 2019 gepubliceerde EML zijn ongeveer 800 maatregelen terug te vinden die vervolgens terug te brengen zijn naar ongeveer 150 individuele maatregelen. Het onderscheid naar bedrijfstak is onnodig gebleken, omdat veel maatregelen voor meerdere bedrijfstakken van toepassing waren. De erkende maatregelen zijn dit keer zodanig geformuleerd dat ze allemaal voor alle bedrijfstakken van toepassing kunnen zijn. Eventuele accenten, zijn daarbij in de ‘huidige situatie’ of ‘randvoorwaarden’ opgenomen. Met de komst van de Omgevingswet is er onderscheid gemaakt tussen gebouwgebonden en activiteitgebonden maatregelen.

De EML bestaat nu uit bijlage VII, behorend bij artikel 4.14 van de Omgevingsregeling en bijlage XIV, behorend bij artikel 5.29 van de Omgevingsregeling. In bijlage VII zijn de erkende maatregelen in twee onderdelen opgenomen waarbij onderdeel 1 ziet op de faciliteiten en onderdeel 2 ziet op de processen. De erkende maatregelen voor gebouwen zijn opgenomen in bijlage XIV. Deze aanpassingen in de opzet van de erkende maatregelenlijsten hebben ook geleid tot de in deze wijzigingsregeling opgenomen wijzigingen van de artikelen 4.14 en 5.29 van de Omgevingsregeling en het laten vervallen van de eerder bij deze artikelen opgenomen tabellen (tabel 4.14 en tabel 5.29).

Vanuit het stelsel van de Omgevingswet lag een expliciete koppeling tussen de milieubelastende activiteiten en de individuele maatregelen voor de hand. Een koppeling tussen deze opzet, zowel op maatregel- als categorieniveau, en de individuele milieubelastende activiteiten bleek niet eenvoudig sluitend te maken. Bij een milieubelastende activiteit kunnen verschillende mogelijke combinaties van categorieën erkende maatregelen voorkomen. Er is daarom gekozen om de maatregelen te categoriseren zodat het voor de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar duidelijk is van welke maatregelen de toepasbaarheid beoordeeld moet worden. Als de uitvoerder van de milieubelastende activiteit bijvoorbeeld een spuitcabine voor natlakken heeft, moet hij de toepasbare maatregelen uit deze categorie treffen. In het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kan de onderneming aangeven welke categorieën van toepassing zijn. Bij de volgende actualisatie van de EML voor het jaar 2027 wordt onder andere de opzet van de EML geëvalueerd.

2.2 Werking EML

De uitvoerder van een milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar kan op verschillende manieren aan de verplichting tot verduurzaming van het energiegebruik voldoen. Namelijk door zelf te onderzoeken welke maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik een terugverdientijd hebben van vijf jaar of minder en vervolgens al deze maatregelen te treffen. Daarnaast is, ter vermindering van de lastendruk voor zowel het bevoegd gezag, als voor degene op wie de geactualiseerde energiebesparingsplicht rust, de EML in het leven geroepen. Het gebruik maken van de EML-systematiek zorgt ervoor dat de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar geen eigen onderzoek hoeft te doen naar de voor de milieubelastende activiteit of het gebouw van toepassing zijnde maatregelen. Daarnaast kan door het gebruik van de EML ook op een eenvoudiger manier aan de informatieplicht (opgenomen in artikel 5.15a van het Bal en artikel 3.84a van het Bbl) worden voldaan. Doorgaans kiest de uitvoerder van een milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar er dus voor om de EML-systematiek te volgen. In dat geval moeten alle op de EML opgenomen en van toepassing zijnde maatregelen worden getroffen. Voor de gebouweigenaar gaat dat om de van toepassing zijnde gebouwmaatregelen (bijlage XIV) en voor de uitvoerder van een milieubelastende activiteit om de van toepassing zijnde maatregelen die zijn opgenomen in de onderdelen 1 en 2 van bijlage VII die zien op de faciliteiten en de processen.

Of een maatregel van toepassing is, valt te bepalen aan de hand van een aantal factoren. Deze factoren zijn opgenomen in het zogenaamde maatregelformat en zien onder andere op de kenmerken van het gebouw en het aanwezig zijn van een proces of faciliteit. Een voorbeeld hiervan is het aanwezig zijn van een persluchtinstallatie. Daarnaast zien deze factoren op het zich al dan niet voordoen van een natuurlijk moment, de uitgangssituatie ter plekke en de technische en economische randvoorwaarden zoals deze bij de erkende maatregelen zijn opgenomen. Zo is de terugverdientijd van een maatregel tot het treffen van LED-verlichting afhankelijk van de economische randvoorwaarde die ziet op het aantal branduren. Bij de economische randvoorwaarden is in het maatregelformat in zo’n geval het minimaal aantal branduren opgenomen waarbij de maatregel zich in vijf jaar terugverdient. Een technische randvoorwaarde, zoals ‘Het vermogen van de ventilator is ten minste 5,5 kilowatt’, bepaalt of de maatregel technisch uitgevoerd kan worden. Als een maatregel in een specifiek geval niet uitvoerbaar is, bijvoorbeeld vanwege de technische vereisten van de maatregel, zoals opgenomen is in de randvoorwaarde van een maatregel, kan de uitvoerder van een milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar dit aangeven in de rapportage voor de informatieplicht. Een voorbeeld hiervan is een bedrijfsspecifieke situatie waarin er zeer kostbare aanpassingen nodig zijn om de uitvoering van een specifieke maatregel mogelijk te maken. Het is vervolgens aan het bevoegd gezag om te bepalen of de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar de EML-systematiek afdoende volgt en of het aannemelijk is dat de organisatie voldoet aan de plicht tot verduurzaming van het energiegebruik. Dat alsnog wordt voldaan aan de verplichting tot verduurzaming van het energiegebruik, omdat alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik zijn getroffen, moet in dat geval door de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar aannemelijk worden gemaakt.

Het is aan de uitvoerder van een milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar om, aan de hand van de verschillende categorieën van maatregelen en de randvoorwaarden, de toepasbaarheid van elke erkende maatregel te beoordelen. In artikel 5.15, vierde lid, van het Bal en artikel 3.84, vijfde lid, van het Bbl is opgenomen dat aan de aangescherpte energiebesparingsplicht in ieder geval is voldaan als alle van toepassing zijnde bij ministeriële regeling vastgestelde maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik zijn getroffen.7 Een maatregel ter verduurzaming van het energiegebruik is van toepassing als voor de milieubelastende activiteit of de gebruiksfunctie aan de in bijlage VII of bijlage XIV bij de maatregel vastgestelde voorwaarden wordt voldaan. Voor de doelgroep waarvoor de EML geldt, kiest de uitvoerder van een milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar om óf alle van toepassing zijnde erkende maatregelen te treffen óf zelf aan het bevoegd gezag aannemelijk te maken dat alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met een terugverdientijd van vijf jaar of minder zijn getroffen. Een uitvoerder van een milieubelastende activiteit of een gebouweigenaar die voor het voldoen aan de verplichting van artikel 3.84 van het Bbl en artikel 5.15 van het Bal wel de EML-systematiek volgt, maar voor een specifieke maatregel een vergelijkbare maatregel wil treffen die tot meer energiebesparing of CO2-besparing leidt, kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag.

2.2.1 Monumenten

De gebouwmaatregelen bestaan uit één generieke lijst. Dit zijn maatregelen die voor alle gebruiksfuncties van toepassing zijn, behalve voor gebouwen met een woonfunctie en bouwwerken die geen gebouw zijn, dit omdat de geactualiseerde energiebesparingsplicht uit het Bbl daar niet op van toepassing is. De geactualiseerde energiebesparingsplicht is ook van toepassing op erkende monumenten. De meeste maatregelen op de EML kunnen getroffen worden zonder aantasting van de monumentale waarde. Maatregelen die de monumentale waarde aantasten, hoeven niet genomen te worden. Dit kunnen maatregelen zijn in het gebouw of aan de buitenzijde. Daarom is bij de gebouwmaatregelen een randvoorwaarde toegevoegd specifiek voor monumenten. Deze randvoorwaarde is: ‘Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast’. Alleen gebouweigenaren die in het informatieplichtformulier hebben aangegeven in een erkend monument te zijn gevestigd, krijgen deze specifieke randvoorwaarde te zien. Het bevoegd gezag kan controleren of een gebouw daadwerkelijk een erkend monument is waar de maatregel niet kan worden uitgevoerd.

2.2.2 Energiegebruik bij gebouwen

Vanwege de introductie van paragraaf 3.2.0, getiteld ‘Energiegebruik bij gebouwen’ en de daarin opgenomen in artikel 3.3a van het Bal aangewezen milieubelastende activiteiten, kan het voorkomen dat een gebouweigenaar een ruimte verhuurt waar een ander milieubelastende activiteiten verricht. In sommige gevallen is er naast de gebouwmaatregelen slechts een beperkt aantal procesmaatregelen van toepassing. In de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit Bal in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht wordt verder ingegaan op de rapportageplicht en het van toepassing zijnde overgangsrecht in dergelijke gevallen.

2.3 Doelmatig beheer en onderhoud

Als onderdeel van de actualisatie van de EML is ook aandacht gegeven aan maatregelen die zien op het doelmatig beheer en onderhoud (hierna DBO-maatregelen). Een eerdere lijst van dergelijke DBO-maatregelen was gebaseerd op de zorgplicht, zoals opgenomen in artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit. Deze lijst met DBO-maatregelen, te vinden via Infomil van Rijkswaterstaat, gaf aan hoe het onderhoud en het inregelen van maatregelen zou moeten plaatsvinden.8 Dit is namelijk noodzakelijk om daadwerkelijk het energiebesparingspotentieel van de maatregel te realiseren. Om de gebruiksvriendelijkheid en het effect van deze DBO-maatregelen te verbeteren, is ervoor gekozen om deze maatregelen bij de actualisatie van de EML te koppelen aan individuele maatregelen. Met de actualisatie van de energiebesparingsplicht is in het Activiteitenbesluit een elfde lid toegevoegd ter verduidelijking van de verplichting tot het uitvoeren van doelmatig beheer en onderhoud. In het stelsel van de Omgevingswet is deze verplichting gekoppeld aan de specifieke zorgplicht in artikel 2.11 Bal en artikel 2.6 van het Bbl. Dit is verder uiteengezet in de nota van toelichting bij het eerdergenoemde wijzigingsbesluit van het Bal in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht.

3. Verhouding tot hoger en overig recht

De EML is een instrument om invulling te geven aan de geactualiseerde energiebesparingsplicht zoals opgenomen in artikel 5.15 van het Bal en artikel 3.84 van het Bbl. De terugverdientijdmethodiek is vastgelegd in bijlage XV behorend bij artikel 4.14a en artikel 5.30 van de Omgevingsregeling. De actualisatie van de EML hangt nauw samen met de actualisatie van de energiebesparingsplicht in het Bal en het Bbl. De actualisatie van de energiebesparingsplicht is in paragraaf 1 kort toegelicht en is uitgebreid toegelicht in de nota van toelichting behorend bij de wijzigingsbesluiten Bal en Bbl.

4. Gevolgen van de wijziging

De actualisatie van de EML leidt tot aanvullende investeringen voor de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar. De uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar moeten vanwege de hogere gehanteerde energieprijs mogelijk meer maatregelen treffen dan voorheen. Dit brengt aanvullende lasten met zich mee. De EML is een instrument waarmee invulling kan worden gegeven aan de bestaande plicht tot verduurzaming van het energiegebruik zoals opgenomen in de artikelen 5.15 van het Bal en 3.84 van het Bbl. De kosten van het hanteren en uitvoeren van de aangepaste EML vloeit dus indirect voort uit deze verplichting. Een verdere uitwerking van de lastendruk is te vinden in hoofdstuk 8 van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit Bal.

De EML wordt door een grotere doelgroep gebruikt. Het treffen van de op de EML toegevoegde maatregelen kost tijd, maar daar kan geen schatting van worden gegeven omdat de tijd die daarmee gepaard gaat sterk verschilt per milieubelastende activiteit of per gebouw. Het voldoen aan de rapportageplicht vergt gemiddeld 6 uren en is nader gespecificeerd in de regeldrukparagraaf, opgenomen in hoofdstuk 8, van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit Bal.

Voor het bevoegd gezag vergemakkelijkt de EML toezicht op en handhaving van de plicht, terwijl tegelijkertijd ook de naleving voor de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar simpeler wordt gemaakt. Dit omdat bij gebruikmaking van de lijst geen individuele berekening van de terugverdientijd van mogelijk te treffen maatregelen meer noodzakelijk is. Het treffen van de maatregelen op de EML leidt op termijn tot een kostenreductie voor de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar omdat verduurzaming van het energiegebruik uiteindelijk tot kostenbesparing leidt. De toegelichte wijzigingen in de indeling van de EML leveren door vereenvoudiging en verduidelijking een minder grote toename van de lastendruk voor zowel het bevoegd gezag als de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar op. Deze vermindering is verder niet gekwantificeerd.

5. Mkb-toets

Brancheverenigingen en bevoegde gezagen zijn via klankbordgroepen betrokken bij de actualisatie. Ook hebben alle branches en bevoegde gezagen de mogelijkheid gekregen om geïnformeerd te worden en vragen te stellen tijdens een voorlichtingsbijeenkomst. De internetconsultatie is ook een belangrijk instrument om reacties te krijgen op individuele maatregelen.

De wijzigingen in verband met de aanpassing van de energiebesparingsplicht waren onderdeel van de wijzigingsbesluiten Bal en Bbl in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht. In dit traject heeft MKB-Nederland twee keer een mkb-toets georganiseerd. Er bleken echter beide keren geen deelnemers uit het mkb-bedrijfsleven geïnteresseerd of beschikbaar. MKB-Nederland heeft destijds aangegeven dat dit mogelijk komt doordat de relevante brancheorganisaties in het hele traject zijn meegenomen en geen grote problemen voorzien voor het mkb.

Naar aanleiding van het advies van het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) en om de EML te verbeteren is er in november 2022 alsnog een mkb-toets georganiseerd om de belangen van het mkb mee te nemen. Tijdens deze mkb-toets is onder andere de uitvoerbaarheid en de duidelijkheid van de EML besproken. Ook bespraken de ondernemers het loslaten van de branchelijsten. Uit dit gesprek kwam naar voren dat begrippen als spuitcabine of droogcabine, verduidelijkt moeten worden. In verschillende sectoren hebben deze begrippen verschillende betekenissen. Daarnaast werd aangegeven dat de categorieën die onder de processen-, faciliteiten- en gebouwenlijst vallen moeten worden verduidelijkt. De suggestie werd gedaan om een korte beschrijving per categorie toe te voegen. Daarnaast hebben de deelnemers aangegeven dat het maatregelformat verduidelijkt kan worden door de verschillende randvoorwaarden van elkaar te splitsen. Bij sommige maatregelen kwam het voor dat de economische en technische randvoorwaarden in één zin werden genoemd. Dit leverde onduidelijke situaties op voor ondernemers en daarom is dit aangepast. Daarnaast was het advies om zoveel mogelijk bij elke maatregel DBO-maatregelen toe te voegen. Ook kwam ter sprake dat het begrip ‘zelfstandig moment’ mogelijk niet door elke mkb’er wordt begrepen.

Vanwege de hogere energieprijs die is gehanteerd naar aanleiding van het advies van TNO is ook een viertal nieuwe maatregelen voorgelegd aan de bedrijven. De mkb’ers hebben enkele suggesties gedaan ter verbetering van deze maatregelen. Over de maatregel gericht op het installeren van zonnepanelen ontstond veel discussie over de in bepaalde situaties (mogelijke) onuitvoerbaarheid van de maatregel en de verschillende randvoorwaarden. Daarbij kan gedacht worden aan voldoende ruimte op het dak, voldoende netcapaciteit, voldoende sterke dakconstructie en verzekerbaarheid. Tot slot kwam ter sprake dat de energieprijzen momenteel erg volatiel zijn en dat er voor de EML mogelijk is gerekend met te hoge prijzen. Bij het vaststellen van de energieprijzen is rekening gehouden met de volatiele energiemarkt. De volatiele situatie van de energieprijzen wordt samen met de brancheverenigingen in de gaten gehouden.

6. Advies Adviescollege toetsing regeldruk

Onderhavige wijzigingsregeling is in verband met de actualisatie van de erkende maatregelenlijst voor advisering aan het ATR toegezonden. In het advies geeft het ATR aan dat nut en noodzaak van het voorstel voldoende zijn onderbouwd. Het voorstel kiest voor de minst belastende wijze van toepassing, omdat de maatregelen kunnen worden terugverdiend. Op het gebied van de werkbaarheid heeft het college vragen gesteld over de wijze waarop de doelgroep is betrokken. Naar aanleiding van dit advies is een mkb-toets georganiseerd, zoals toegelicht in de vorige paragraaf, waarbij aan mkb’ers werd gevraagd of de EML duidelijk en uitvoerbaar is. Deze bedrijven werden onder andere gevraagd om hun mening te geven over enkele aangepaste maatregelen en over de nieuwe EML die nog maar uit drie onderdelen bestaat. De uitkomsten uit de mkb-toets zijn in hoofdstuk 5 besproken.

De regeldrukeffecten zijn volgens het ATR in zijn advies op de wijzigingen van de Omgevingsregeling niet (volledig en juist) in kaart gebracht. De passage bevatte een aantal tekortkomingen. Daarom is de passage aangepast zodat de lasten die voortvloeien uit het toepassen van de EML en de energiebesparingsplicht verduidelijkt worden. Het ATR geeft daarnaast aan dat de wijzigingsbesluiten Bal en Bbl, waarin de regeldrukeffecten beter onderbouwd zijn naar aanleiding van de internetconsultatie en de reactie van de ATR op deze besluiten, nog niet publiek zijn. Deze wijzigingsbesluiten zijn inmiddels gepubliceerd en daarmee openbaar.

7. Internetconsultatie

De wijziging van de Omgevingsregeling waarin de actualisatie van EML is opgenomen heeft ter consultatie gelegen tussen 12 augustus 2022 en 23 september 2022. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste onderwerpen waarover reacties zijn ontvangen. Alle ontvangen reacties van bedrijven, instellingen, consultants, overheden en andere experts zijn gelezen en beoordeeld. Vanwege de grote hoeveelheid reacties was het niet mogelijk om op elke ingezonden reactie afzonderlijk te reageren. Enkele partijen zijn na de internetconsultatie benaderd om gemaakte opmerkingen te verduidelijken.

Uit de internetconsultatie kwam naar voren dat er een toegankelijke en heldere EML moet komen. Met deze actualisatie wordt daar naar gestreefd. De EML is op basis van de internetconsultatie verduidelijkt. Om maatregelen te verduidelijken wordt een informatiebank opgezet waar maatregelen uitgebreid worden uitgelegd. In het informatieplichtformulier in het eLoket, waar de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar moeten rapporteren, kunnen categorieën die niet van toepassing zijn eenvoudig worden verwijderd. Ook werd gevraagd om begrippen te verduidelijken, zoals de begrippen infrarood-salamander, IBC-container, spuitcabine en spuistroomwasser. Dit is naar aanleiding van de reacties gebeurd.

Daarnaast zijn er diverse randvoorwaarden op basis van de ontvangen reacties aangepast. Een randvoorwaarde toevoegen heeft als voordeel dat een maatregel concreter toepasbaar wordt gemaakt, maar het toevoegen van een randvoorwaarde heeft ook nadelen. Niet alle individuele omstandigheden kunnen uitputtend in randvoorwaarden opgenomen worden en meer randvoorwaarden, zorgen voor minder flexibiliteit. Tegelijkertijd is het ook lastiger voor het bevoegd gezag om bepaalde voorgestelde randvoorwaarden, zoals isolatiewaardes en bedrijfsuren, te meten. Waar mogelijk zijn randvoorwaarden verduidelijkt. Ook is gevraagd om ‘natuurlijk’ en ‘zelfstandig moment’ beter te omschrijven. Daarom is dit aangepast naar ‘natuurlijk moment’ en ‘direct uitvoerbaar’.

Verder zijn op categorieniveau enkele reacties binnengekomen. Deze reacties zijn verwerkt. Zo zijn de categorieën van maatregelen verduidelijkt door een omschrijving per categorie toe te voegen. Uit de internetconsultatie kwam naar voren dat het onduidelijk is wanneer iets hoort tot een ICT/Serverruimte of een datacenter. Dezelfde situatie gold voor productkoeling en proceskoeling. Daarnaast is er besloten om verschillende LED-verlichtingsmaatregelen te bundelen tot één maatregel. Bij het onderdeel ruimteverwarming wordt nu ook rekening gehouden met andere warmtebronnen. Voor de productkoeling wordt met de actualisatie aangesloten bij Richtlijn 2009/125/EG (de Ecodesign-richtlijn)9 voor koeldeuren. Ook kwam uit de consultatie naar voren dat het beter is om zonnepanelen op de gebouwenlijst op te nemen in plaats van het onderdeel dat ziet op de faciliteiten. Dit om te verduidelijken dat in een huursituatie de gebouweigenaar de juiste partij is om de maatregel met betrekking tot zonnepanelen uit te voeren, in samenspraak met de huurder. Dit is ook doorgevoerd.

De specifieke koppeling tussen het onderdeel Processen en de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 van het Bal is na de consultatie losgelaten, omdat niet volledig uitgesloten kon worden dat deze maatregelen alleen van toepassing zijn voor deze activiteiten. Het is aan de uitvoerder van activiteiten om de toepasbaarheid van deze erkende maatregelen te beoordelen. In onderdeel 2.1 van deze toelichting is aangegeven dat voor de volgende actualisatie van de EML de huidige opzet opnieuw geëvalueerd wordt, waarbij ook gekeken wordt naar de koppeling tussen activiteiten en individuele maatregelen en specifiek naar de relevantie van het onderdeel Processen voor activiteiten die niet vallen onder de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 van het Bal.

Uit enkele reacties kwam naar voren dat de tijd tussen inwerkingtreding en wanneer er gerapporteerd moet worden te kort is. De geactualiseerde energiebesparingsplicht en de geactualiseerde EML zijn per 1 juli 2023 in werking getreden en opgenomen in respectievelijk het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Met onderhavige wijzigingsregeling wordt de geactualiseerde EML die opgenomen is in de Activiteitenregeling omgezet naar de Omgevingsregeling die per 1 januari 2024 inwerking treedt. Vanaf 1 juli konden bedrijven zelf aan de slag met de geactualiseerde EML. Als vanwege externe factoren, zoals grondstoffentekort of netcongestie, niet volledig voldaan kan worden aan de plicht dan is het advies aan de uitvoerder van de milieubelastende activiteit of de gebouweigenaar om in overleg te treden met het bevoegd gezag van de desbetreffende vestiging.

Op de EML staan ook enkele maatregelen die gas besparen, maar nog wel gas verbruiken. In de toelichting bij de wijzigingsregeling Activiteitenregeling EML (paragraaf 2.6) is naar aanleiding van de reacties uit de consultatie verduidelijkt hoe hiermee omgegaan moet worden wanneer er aantoonbaar binnen afzienbare termijn overgestapt wordt naar een gasloos alternatief.

De reacties uit de internetconsultatie bestonden ook uit enkele vragen over hoe met de EML moet worden omgegaan in de relatie tot monumentale panden. Dit is verduidelijkt in de toelichting. In de informatiebank wordt meer informatie voor monumenten gegeven. Op de RVO-website is daarnaast inmiddels een webpagina opgezet over de verduurzaming van monumenten.

Een aantal indieners vroegen ook aandacht voor de energiebesparingsplicht en de samenhang met ander beleid zoals de Label-C verplichting voor kantoren en het Energy Performance of Buildings Directive (EPBD).10 In de kennisbank wordt bij de maatregel benoemd of er ook een samenhang is met ander beleid zoals de Label-C verplichting en het EPBD.

8. Code interbestuurlijke verhoudingen

Deze regeling is voorgelegd aan de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Het IPO geeft in de reactie aan dat ze zich nauw betrokken voelt bij de uitwerking en dat dit heeft geleid tot een zeer goed resultaat. De actualisatie van de EML voorziet in een aantal aanpassingen die door provincies als een grote verbetering worden beschouwd, zoals het toevoegen van CO2-besparende maatregelen, het updaten van maatregelen naar de huidige stand der techniek, extra nadruk op isolatiemaatregelen en het verankeren van doelmatig beheer en onderhoud van de maatregelen. Het IPO geeft ook een aantal opmerkingen mee. Gezien de urgentie en het belang van energiebesparing, niet alleen in het licht van de klimaatverandering, maar ook de onafhankelijkheid van Russisch gas, vinden de provincies het gelegitimeerd om met de huidige hoge energieprijzen te rekenen voor de komende vier jaar. Besloten is te rekenen met de prijs zoals geadviseerd door TNO, zie hiervoor ook paragraaf 2.4 van de toelichting bij de wijzigingsregeling Activiteitenregeling EML.

Daarnaast geeft het IPO aan dat er gesprekken worden gevoerd met de grootste energiegebruikers om hen te compenseren voor de hogere energieprijzen. Het IPO geeft een aantal aanbevelingen mee voor deze compensatieregeling. Dit valt buiten de scope van de actualisatie van de EML. Tot slot pleit het IPO ervoor om de geactualiseerde energiebesparingsplicht en de nieuwe EML, ongeacht de daadwerkelijke invoering van de Omgevingswet, zo snel als mogelijk dan wel uiterlijk 1 december 2023 te laten ingaan. Hieraan is gehoor gegeven met de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit Activiteitenbesluit en de wijzigingsregeling Activiteitenregeling op 1 juli 2023.

De VNG heeft in een reactie vragen gesteld over zowel de opzet van de EML als enkele specifieke maatregelen. De VNG vraagt zich daarbij af hoe het bevoegd gezag af kan dwingen dat alle maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar worden uitgevoerd in het geval dat de EML-systematiek niet wordt gevolgd. De drijver van de inrichting moet in het loket van RVO rapporteren dat de maatregelen zijn uitgevoerd. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid om op basis van de rapportage en bevoegdheden af te dwingen dat maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder worden uitgevoerd.

De VNG vraagt ook aandacht voor de situatie dat er maatregelen kunnen zijn die niet zijn geconsulteerd, maar vervolgens, vanwege de hoge energieprijzen, wel op de definitieve EML worden opgenomen. Deze maatregelen zouden dan niet zijn geconsulteerd. Op deze situatie is geanticipeerd door bij de samenstelling van de EML, zoals deze voor internetconsultatie is gepubliceerd, rekening te houden met de hoge energieprijzen.

Daarnaast vraagt de VNG zich af of er een discrepantie ontstaat tussen het toevoegen van zonnepanelen op de EML en het verplichten van zonnepanelen op daken van de inrichting. Het kabinetsbeleid ten aanzien van de rol van zonne-energie in de energietransitie is uiteengezet in de brief van de Minister voor Klimaat en Energie van 20 mei 2022 (Kamerstuk 32 813, nr. 1046).

Ook dringt de VNG erop aan om op korte termijn energiegebruiksgegevens voor het bevoegd gezag beschikbaar te stellen. Dit valt buiten de reikwijdte van deze wijzigingsregeling. De Minister voor Klimaat en Energie heeft op 4 juli 2022 aangegeven om in samenwerking met zijn collega voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een traject te starten om in de Omgevingswet een grondslag op te nemen, voor het op verzoek van de toezichthouder delen van de verbruiksgegevens door netbeheerders (Kamerstuk 30 196, nr. 793). Een daartoe strekkende bepaling is inmiddels via een amendement opgenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers. Dit wetsvoorstel is in behandeling bij de Eerste Kamer (Kamerstuk 35 594, A).

Tot slot heeft VNG een aantal verbetervoorstellen en vragen opgesteld voor specifieke maatregelen uit de EML. Deze aanbevelingen zijn net als de andere reacties op de internetconsultatie verwerkt.

9. Inwerkingtreding

In lijn met het kabinetsbeleid over de vaste verandermomenten zal deze wijzigingsregeling op 1 januari 2024 in werking treden, gelijktijdig met het stelsel van de Omgevingswet.

De Minister voor Klimaat en Energie,

R.A.A. Jetten

Naar boven