U bekijkt een publicatie met

Toon versie van document

Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 8 september 2023, nr. WJZ/ 27590052, tot wijziging van de Omgevingsregeling in verband met de actualisatie van de erkende maatregelenlijst

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van afdeling 4.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

AFDELING 4.4 ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN TER VERDUURZAMING VAN HET ENERGIEGEBRUIK MET BETREKKING TOT MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

B

Artikel 4.14 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 4.14 (energiebesparende maatregelen)(maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik)

De maatregelen, bedoeld in artikel 5.15, vierde lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn de maatregelen in bijlage VII.

  • 1.

    Bij het verrichten van de milieubelastende activiteiten, bedoeld in tabel 4.14, wordt in ieder geval voldaan aan artikel 5.15, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, als door degene die de activiteit verricht de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, die voor die activiteit zijn opgenomen in het onderdeel van bijlage VII waar in de tabel naar wordt verwezen.

  • 2.

    Bij het verrichten van milieubelastende activiteiten die een of meer van de in tabel 4.14 aangewezen activiteiten functioneel ondersteunen, wordt in ieder geval voldaan aan artikel 5.15, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, als door degene die de activiteit verricht de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, die voor die activiteit zijn opgenomen in bijlage VII, onderdeel 16.

  • 3.

    In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is een energiebesparende maatregel uit bijlage VII die betrekking heeft op een stookinstallatie, een persluchtinstallatie, een elektromotor of een pomp niet van toepassing, als deze maatregel voornamelijk betrekking heeft op het verwarmen, koelen, ventileren, de warm tapwatervoorziening, het bevochtigen of ontvochtigen van een gebouw of de elektriciteitsopwekking ter plaatse ten behoeve van het gebouw.

    Tabel 4.14 Energiebesparende maatregelen

    Globale omschrijving activiteiten

    Milieubelastende activiteiten als bedoeld in:

    Energiebesparende maatregelen opgenomen in:

    Metaalproductenindustrie en metaalrecyclingbedrijf

    De artikelen 3.103 en 3.163 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 1

    Autoschadeherstelbedrijven

    Artikel 3.276 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 2

    Ziekenhuizen

    Artikel 3.256 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 3

    Datacentra

    Artikel 3.235 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 4

    Rubberindustrie en kunststofindustrie

    Artikel 3.134 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 5

    Voedingsmiddelenindustrie

    Artikel 3.128 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 6

    Agrarische sector

    De artikelen 3.200, 3.208 en 3.211 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 7

    Mobiliteitssector

    De artikelen 3.253 en 3.280 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 8

    Sport en recreatie sector

    De artikelen 3.308, 3.314 en 3.317 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 9

    Papierindustrie en grafische industrie

    De artikelen 3.122 en 3.140 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 10

    Minerale producten industrie

    Artikel 3.111 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 11

    Chemische producten industrie

    Artikel 3.118 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 12

    Autowasstraat en tankstation

    De artikelen 3.276 en 3.296 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 13

    Houtindustrie

    Artikel 3.122 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 14

    Opslag- en transportbedrijf

    De artikelen 3.285 en 3.229 van het Besluit activiteiten leefomgeving

    Bijlage VII, onderdeel 15

C

Het opschrift van paragraaf 5.1.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

§ 5.1.4 Energiebesparende maatregelenMaatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met betrekking tot gebouwen

D

Artikel 5.28 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 5.28 (toepassingsbereik)

De regels in deze paragraaf zijn van toepassing op het treffen van energiebesparende maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik als bedoeld in artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

E

Artikel 5.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 5.29 (energiebesparende maatregelen)(maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik)

De maatregelen, bedoeld in artikel 3.84, vijfde lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving, zijn de maatregelen in bijlage XIV.

  • 1.

    Aan artikel 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt in ieder geval voldaan als de energiebesparende maatregelen zijn getroffen die voor de gebruiksfunctie zijn opgenomen in het in tabel 5.29 genoemde onderdeel van bijlage XIV.

  • 2.

    Een in bijlage XIV opgenomen energiebesparende maatregel voor een stookinstallatie, een persluchtinstallatie, een elektromotor of pompen hoeft niet te worden getroffen als deze niet voornamelijk betrekking heeft op het verwarmen, koelen, ventileren, de warm tapwatervoorziening, het bevochtigen of ontvochtigen van een gebouw of de elektriciteitsopwekking ter plaatse ten behoeve van het gebouw.

    Tabel 5.29

    Gebruiksfunctie

    Energiebesparende maatregelen opgenomen in:

    Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang

    Bijlage XIV, onder 1.a

    Andere bijeenkomstfunctie

    Bijlage XIV, onder 1.b

    Celfunctie

    Bijlage XIV, onder 2

    Gezondheidszorgfunctie

    Bijlage XIV, onder 3

    Industriefunctie

    Bijlage XIV, onder 4

    Kantoorfunctie

    Bijlage XIV, onder 5

    Logiesfunctie

    Bijlage XIV, onder 6

    Onderwijsfunctie

    Bijlage XIV, onder 7

    Sportfunctie

    Bijlage XIV, onder 8

    Winkelfunctie

    Bijlage XIV, onder 9

F

Bijlage VII wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

BIJLAGE VII BIJ ARTIKEL 4.14 VAN DEZE REGELING (ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN TER VERDUURZAMING VAN HET ENERGIEGEBRUIK MET BETREKKING TOT MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN)

De in deze bijlage opgenomen energiebesparende maatregelen vallen in drie categorieën uiteen:

  • A)

    maatregelen die betrekking hebben op het gebouw;

  • B)

    maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten; en

  • C)

    maatregelen die betrekking hebben op processen.

Het merendeel van de energiebesparende maatregelen dat betrekking heeft op het gebouw is opgenomen in bijlage XVIIIa. Echter, verlichting die kan worden aangemerkt als niet-ingebouwde verlichting (zoals buitenverlichting en reclameverlichting) en bepaalde maatregelen aan de gebouwschil of technische bouwsystemen die direct het gevolg zijn van het proces (zoals de aanwezigheid van een zwembad of van dierenverblijven) zijn in deze bijlage opgenomen.

Inhoudsopgave

Onderdeel Code

Categorie Code

Categorie Omschrijving (onderwerp)

F

A

Perslucht

F

B

Stoom

F

C

Aandrijvingen

F

D

Productkoeling

F

E

Grootkeukenapparatuur

F

F

Ovens

F

G

Terreinverlichting

F

H

Zwembad

F

I

Serverruimte

F

J

Roltrap

F

K

Zonnepanelen

 
 
 

P

A

Natlakspuitcabines

P

B

Drogen

P

C

Procesbaden

P

D

Procesapparatuur

P

E

Proceswarmte

P

F

Proceskoeling

P

G

Veehouderijen

P

H

Datacentrum

Onderdeel 1 Faciliteiten:

Categorie: Perslucht

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA1

Toe te passen maatregel

Vergroot de persluchtbuffer.

Door het aansluiten van een (extra) buffervat op het bestaande persluchtnet kan meer perslucht opgeslagen worden, waardoor het aantal starts en stops van de compressor wordt beperkt.

Huidige situatie

Er is een persluchtcompressor met aan/uit-schakelaar aanwezig zonder buffervat of met een te klein buffervat. Hierdoor draait de persluchtinstallatie minimaal 15 minuten per bedrijfsuur in nullast. Bij vergroting van de buffer is het uitgangspunt om maximaal 5 minuten aaneengesloten in nullast te draaien.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte nabij de persluchtcompressor om een persluchtbuffervat te plaatsen.

De persluchtvraag is gemiddeld gezien variabel gedurende een bedrijfsuur.

De persluchtcompressor heeft een vermogen van minimaal 10 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA2

Toe te passen maatregel

Plaats een afsluiter met tijdschakelaar om verlies van perslucht buiten bedrijfstijden te beperken.

Door het toepassen van een afsluiter met tijdschakelaar op het persluchtnet of delen daarvan kunnen apparaten en machines worden losgekoppeld van de perslucht. Zo hoeft de compressor niet onnodig perslucht te comprimeren buiten bedrijfstijden.

Huidige situatie

Er is een centraal persluchtnet aanwezig dat geheel of deels onder druk staat buiten gebruikstijden.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De op het persluchtnet aangesloten apparaten en machines zijn geschikt om zonder persluchtdruk buiten bedrijf stil te staan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig op persluchtlekkages en verhelp deze.

Controleer regelmatig de instelling van de tijden dat het persluchtnet buiten bedrijf is en zorg dat deze bij veranderende bedrijfstijden (zoals bij zomer- en wintertijd) worden bijgewerkt.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA3

Toe te passen maatregel

Pas een flow-drukregelaar toe in het persluchtnet.

Door integratie van een flow-drukregelaar (regelklep direct na het buffervat) in een persluchtnet kunnen schommelingen in de persluchtvraag worden uitgebalanceerd. Om de schommelingen op te vangen is de persdruk vaak hoger ingesteld dan nodig. Door toepassing van een flow-drukregelaar kan de persdruk in het buffervat worden verlaagd. De verlaging in persdruk zorgt voor een besparing op het energiegebruik van de compressor.

Daarbij zal door lagere druk het persluchtgebruik per gebruiker afnemen en lekt er minder perslucht weg. Door minder persluchtgebruik of -lekkage zal de compressor ook energie besparen.

Huidige situatie

Er is een persluchtnet met een centrale toerengeregelde persluchtcompressor(en) en buffervat aanwezig, waarbij een flow-drukregelaar ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.700 bedrijfsuren van het persluchtnet per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de compressor is ten hoogste 45 kW en het persluchtgebruik is maximaal 7 m3/min.

In het persluchtnet vinden hoge drukvallen plaats door grote persluchtafname.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verlaag de persluchtdruk na plaatsing van de schakelaar en controleer regelmatig de ingestelde waarde.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA4

Toe te passen maatregel

Plaats een luchtkanaal zodat de persluchtcompressor (koude) buitenlucht aanzuigt.

Plaats een luchtkanaal voor het aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte. Als de persluchtcompressor koudere lucht aanzuigt kan er energiezuiniger perslucht worden gemaakt.

Huidige situatie

Er is een centraal persluchtnet aanwezig met een persluchtcompressor van ten minste 7,5 kW die warme lucht aanzuigt vanuit de ruimte waarin deze is opgesteld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.000 bedrijfsuren van de persluchtcompressor per jaar.

Technische randvoorwaarden

De compressor staat binnen 5 m van een buitenmuur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA5

Toe te passen maatregel

Gebruik zuinige persluchtgereedschappen.

Door gebruik te maken van nieuwe en energiezuinige perslucht aangedreven gereedschappen, zoals blaaspistolen, wordt er minder perslucht gebruikt en energie bespaard.

Huidige situatie

Er wordt gebruik gemaakt van 'conventionele' persluchtgereedschappen, zoals blaaspistolen, met een nominaal gebruik van meer dan 120 l/min.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gereedschappen die meer dan 1.800 uur per jaar worden gebruikt.

Technische randvoorwaarden

De persluchtcompressoren hoeven niet te worden aangepast door het verminderde gebruik van perslucht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Onderhoud de perslucht aangedreven gereedschappen zodat er geen onnodige perslucht verloren gaat en houd ze schoon.

Controleer regelmatig op persluchtlekkages aan gereedschap, koppelingen en leidingen en verhelp deze.

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA6

Toe te passen maatregel

Gebruik elektrisch handgereedschap als vervanging voor pneumatisch aangedreven gereedschap.

Door waar mogelijk elektrisch handgereedschap toe te passen en perslucht aangedreven gereedschap alleen te gebruiken wanneer er geen elektrisch alternatief is, kan het persluchtgebruik worden beperkt. Het opwekken van perslucht voor het aandrijven van gereedschap is minder efficiënt dan het gebruiken van elektrisch aangedreven gereedschap.

Huidige situatie

Persluchtaangedreven handgereedschap wordt gebruikt voor toepassingen waar een elektrisch alternatief voor kan worden gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gebruik van het gereedschap van meer dan 6 u/wk.

Technische randvoorwaarden

Er is een geschikt elektrisch alternatief beschikbaar dat voldoet aan de specifieke eisen van de werkzaamheden zoals voldoende koppel en een handzaam gewicht en formaat.

De gereedschappen worden niet in een ATEX omgeving gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA7

Toe te passen maatregel

Gebruik een blower voor het schoonblazen in plaats van perslucht.

Voor werkzaamheden zoals schoonblazen van vloeren en machines waarbij met perslucht wordt geblazen kan een decentrale blower worden gebruikt. Dit is energiezuiniger dan blazen met perslucht.

Huidige situatie

Blazen gebeurt met perslucht van ten minste 6 bar.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij gebruik van perslucht voor schoonblazen van meer dan 6 u/wk.

Technische randvoorwaarden

Het proces moet toestaan dat er met een lagere druk en groter luchtvolume schoongeblazen wordt.

De blower is binnen 10 m van de toepassing te plaatsen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Perslucht

Nummer maatregel

FA8

Toe te passen maatregel

Vervang de regelklepbediening op basis van perslucht door elektrische aandrijvingen.

Door het op perslucht aangedreven besturend element (actuator) van de regelklep te vervangen door een servo- of stappenmotor, kan energie worden bespaard. Bij een perslucht aangedreven actuator moet het gehele jaar lucht op druk worden gehouden. Daarom is een elektrische aandrijving efficiënter.

Huidige situatie

Er is een regelklep met een door perslucht aangedreven actuator (besturend element) aanwezig die is aangesloten op het centrale persluchtnet. De actuator kan separaat worden vervangen.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij processen die het hele jaar continu in bedrijf zijn.

Technische randvoorwaarden

Er is een elektrische voedingskast beschikbaar binnen 10 m.

De regelklep bevindt zich niet in een ATEX-omgeving.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Stoom

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB1

Toe te passen maatregel

Verlaag de stoomdruk van het centrale stoomnet.

Een verlaging van de stoomdruk zorgt voor lagere (stoom)temperaturen en voor een lagere schoorsteentemperatuur. Daardoor verliest de ketel minder warmte en wordt het warmteverlies door de schoorsteen kleiner. Bovendien neemt het verlies in het (stoom)distributienet en het flashverlies in condenspotten af. De mate van verlaging van de stoomdruk wordt bepaald door de stoomafnemer die om de hoogste stoomdruk vraagt om te kunnen blijven opereren.

Huidige situatie

Er is een stoomketel aanwezig die is gekoppeld aan een centraal stoomnet en de druk op het stoomnet is hoger dan voor de aangesloten apparaten vereist is.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het stoomnet is meer dan 2.300 uur per jaar op druk.

Technische randvoorwaarden

Voor de verlaging van het stoomdruksetpoint zijn geen verdere veranderingen aan het systeem nodig.

De stoomafnemers kunnen functioneren met de verlaagde stoomdruk.

De huidige leidingen en appendages dienen geschikt te zijn voor een verhoging van de stromingssnelheden van de stoom.

De stoomdruk bedraagt minimaal 4 bar.

De stoomdruk kan met ten minste 10% worden verlaagd.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de stoomdruk in het stoomnet.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB2

Toe te passen maatregel

Gebruik een economiser om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten.

Door het uitkoelen van rookgas met een economiser kan de restwarmte uit de rookgassen worden benut om het ketelvoedingwater voor te verwarmen.

Huidige situatie

Er is een stoomketel aanwezig en de warmte uit de rookgassen wordt niet benut.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 vollasturen van de stoomketel per jaar.

Technische randvoorwaarden

De klep voor het ketelvoedingswater moet modulerend zijn om een constante flow in de economiser te garanderen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verricht regelmatig metingen aan de in- en uitgaande temperaturen om vast te stellen of de economiser goed werkt.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB3

Toe te passen maatregel

Gebruik een rookgascondensor om warmte uit de rookgassen van de stoomketel nuttig in te zetten.

Door het condenseren van rookgas met een RVS-condensor kan de restwarmte uit de rookgassen nuttig worden ingezet. Toepassing van de maatregel vereist dat de brander van de stoomketel opnieuw wordt afgesteld.

Huidige situatie

Er is een stoomketel met economiser aanwezig en de rookgassen verlaten de schoorsteen (na de economiser) met een temperatuur van 130 °C of hoger.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is redelijk koud suppletiewater aanwezig (10 - 20°C).

Het suppletiewaterdebiet is relatief hoog (meer dan 80% van de massastroom stoom), of er is warmtevraag aanwezig zoals water voor centrale verwarming of schoonmaakwater.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Onderhoud de warmtewisselaar volgens de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB4

Toe te passen maatregel

Vervang stoom als middel voor ruimteverwarming.

Door stoom als middel voor ruimteverwarming te vervangen voor een efficiënter alternatief wordt energie bespaard. Mogelijke alternatieven zijn een indirect gestookte heater, een direct gestookte hoogrendement (HR)-heater of donkere stralers.

Huidige situatie

De ruimteverwarming gebeurt met een met stoom gevoede luchtverhitter.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is een aansluitpunt voor gas aanwezig binnen een afstand van 50 m van de te verwarmen ruimte.

De huidige constructie en de elektriciteitsaansluiting kunnen worden hergebruikt (één-op-één vervanging van de huidige heaters).

Er zweeft geen brandbaar stof (zoals houtstof of andere organische stoffen) in de ruimte.

De rookgasafvoer kan direct door het dak gerealiseerd worden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB5

Toe te passen maatregel

Isoleer ongeïsoleerde warme delen van de stoomketel.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 1,0 m2K/W bij ongeïsoleerde mangaten, ketel-achterfronten en voedingswaterregelkleppen van stoomketels, kan warmteverlies worden voorkomen.

Huidige situatie

Bepaalde delen van de stoomketel, zoals mangaten, het ketel-achterfront en de voedingswaterregelklep zijn niet of onvoldoende geïsoleerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB6

Toe te passen maatregel

Isoleer stoomleidingen en appendages.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W rondom stoomleidingen en appendages wordt warmteverlies tegengegaan.

Huidige situatie

De stoomleidingen zijn niet of onvoldoende geïsoleeerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB7

Toe te passen maatregel

Pas een omgekeerde osmose (RO)-installatie toe om de ketelwaterkwaliteit te verbeteren.

Met een omgekeerde osmose-installatie kan de waterkwaliteit voor een gasgestookte stoomketel worden verbeterd. Hierdoor is er minder toevoeging van nieuw water nodig en wordt er ook minder water ververst (spui). Dit verlaagt het watergebruik en daardoor hoeft er minder water te worden opgewarmd in de stoomketel.

Huidige situatie

Er is een stoomketel zonder waterbehandeling of met enkel een eenvoudige ontharder zoals een harskolom aanwezig. De waterverversing (spui) is ten minste 10%.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende opstelruimte in het ketelhuis voor een omgekeerde osmose-installatie.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer jaarlijks op lekkages en voer zo nodig

onderhoud uit aan de reverse osmose-installatie.

Onderwerp

Stoom

Nummer maatregel

FB8

Toe te passen maatregel

Plaats een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces om het suppletiewater voor te verwarmen met warmte uit te lozen water.

Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgang van een heetwaterproces kan het suppletiewater van de stoomketel worden voorverwarmd met warmte uit te lozen afvalwater. Voorbeelden van dergelijke warmteterugwinning zijn een kratten- of gereedschapwasser.

Huidige situatie

Er is een heetwaterproces aanwezig (bijvoorbeeld een kratten- of gereedschapwasser) waarbij het warme afvalwater wordt geloosd op het vuilwaterriool zonder dat daar warmte uit is teruggewonnen.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van het heetwaterproces per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het heetwaterproces verbruikt ten minste 500 m3 water per jaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Inspecteer en reinig elke twee jaar de warmtewisselaar.

Categorie: Aandrijvingen

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC1

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling toe op machines.

Met de toepassing van een frequentieregelaar op de elektromotor welke een machine of machinedeel aandrijft kan de motor optimaal worden ingezet in de bedrijfsvoering.

De aandrijving door de elektromotor kan middels de frequentieregelaar optimaal worden ingeregeld, waarbij de snelheid van de elektromotor zodanig wordt gekozen dat de aandrijving zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen.

Deze maatregel beslaat directe en indirecte aandrijvingen, zoals via as, snaar, riem, ketting en dergelijke.

Huidige situatie

Er is een machine aanwezig met een aandrijving via elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8 kW. De efficiëntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 800 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de motor is goed toegankelijk, waardoor de frequentieregelaar nabij de elektromotor kan worden geplaatst.

De functionaliteit van de machine moet een variabel of verlaagd toerental toestaan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling op pompen toe.

Door het toepassen van een frequentieregelaar op de pomp kan de pomp optimaal worden ingeregeld. Daarbij wordt het werkpunt van de pomp zodanig gekozen dat de pomp zijn functie goed kan vervullen met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Bij veel toepassingen kan een eenvoudige debiet- of drukregeling worden ingesteld, waarbij de pomp altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld.

Huidige situatie

Er is een variabele flow of een overcapaciteit welke wordt gesmoord met een regel- of smoorklep.

Er is een pomp van ten minste 4 kW aanwezig, die wordt aangedreven door een elektromotor van efficiencyklasse IE2 of hoger.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 4.100 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC3

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregeling toe op compressoren van onder andere de koel-, vries- en persluchtinstallaties.

Door het toepassen van de frequentieregelaar wordt het toerental van de compressor optimaal ingeregeld, zodanig dat de compressor de gewenste druk en debiet kan leveren met een zo laag mogelijk opgenomen vermogen. Daarnaast kan bij veel toepassingen een eenvoudige druk- of temperatuurregeling worden ingesteld, waarbij de compressor altijd naar het optimale werkpunt wordt geregeld. Bij een installatie waarin meerdere compressoren parallel opereren moet alleen de compressor met het grootste regelvermogen van een frequentieregelaar worden voorzien.

Huidige situatie

Er is een compressor zonder frequentieregeling aanwezig, aangedreven door een elektromotor met een elektrisch vermogen van ten minste 8 kW. De efficiëntieklasse van de elektromotor is ten minste IE2.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 draaiuren per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte in de regelkast om de frequentieregelaar te kunnen plaatsen, óf de frequentieregelaar kan nabij de elektromotor worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC4

Toe te passen maatregel

Vervang elektromotoren met efficiëntieklasse IE2 of lager door een motor met efficiëntieklasse IE4 of hoger.

Elektromotoren met een hogere efficiëntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiëntieklasse. Door het vervangen van elektromotoren met efficiëntieklasse IE2 of lager door elektromotoren met efficïëntieklasse IE4 of hoger wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiëntieklasse IE2 of lager. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er geen IE-klasse, klasse IE1 of IE2 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de motoren is ten minste 0,75 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Aandrijvingen

Nummer maatregel

FC5

Toe te passen maatregel

Vervang IE3-elektromotoren door efficiëntieklasse IE4 of hoger.

Elektromotoren met een hogere efficiëntieklasse, zoals IE4 gebruiken minder elektriciteit dan elektromotoren met een lagere efficiëntieklasse. Door het vervangen van IE3-elektromotoren door IE4-elektromotoren of hoger wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er zijn elektromotoren aanwezig met efficiëntieklasse IE3. Deze motoren zijn herkenbaar doordat er IE3 op het typeplaatje van de motor staat.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.900 draaiuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vermogen van de motoren is meer dan 0,75 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Test en controleer regelmatig de lagers en de weerstand van de wikkelingen volgens leveranciersvoorschriften.

Categorie: Productkoeling

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD1

Toe te passen maatregel

Gebruik een alternatief voor elektrische verwarming aan de binnenzijde van de glazen deur van een verticaal vriesmeubel.

Door anti-condensfolie of een coating aan de binnenkant van de glazen deur aan te brengen is er geen elektrische verwarming meer nodig en kan deze verwijderd worden. Dit geeft een besparing op het elektriciteitsgebruik van het vriesmeubel en de koelinstallatie, omdat de koelinstallatie de ontstane warmte dan niet weg hoeft te koelen.

Huidige situatie

Er is een verticaal vriesmeubel aanwezig waarbij gebruik wordt gemaakt van elektrische (rand)verwarming op de glazen deur voor het voorkomen van condensvorming.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het vriesmeubel is meer dan 1.800 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer dat de ruitverwarming is uitgeschakeld nadat een folie of coating is aangebracht.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD2

Toe te passen maatregel

Plaats deuren voor verticale koelmeubels.

Door het plaatsen van glazen deuren voor verticale koelmeubels is er minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn verticale koelmeubels aanwezig die niet of alleen 's nachts worden afgedekt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 4.400 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD3

Toe te passen maatregel

Pas nachtafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels.

Een semi-verticaal koelmeubel heeft schappen die van onder naar boven minder diep worden. Nachtafdekking bestaat vaak uit een of meer rolgordijnen die aan het koelmeubel kunnen worden vastgemaakt en eenvoudig met de hand open en dicht kunnen worden gemaakt. Hierdoor is er buiten openingstijden minder koudeverlies vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder nachtafdekking.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het koelmeubel is meer dan 2.100 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Het koelmeubel is geschikt voor het plaatsen van nachtafdekking.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Dek de koelmeubels af na sluitingstijd.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD4

Toe te passen maatregel

Plaats dagafdekking op horizontale vriesmeubels.

Door schuifdeuren of andere dagafdekking toe te passen op horizontale vriesmeubels vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn horizontale vriesmeubels aanwezig zonder dagafdekking.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD5

Toe te passen maatregel

Isoleer koel- en vriesleidingen.

Door het aanbrengen van isolatie om koel- en vriesleidingen wordt koudeverlies naar de omgeving beperkt. Hierdoor zal het energiegebruik van de koelinstallatie afnemen. Gebruik vanwege condensvorming FEF (flexibel elastomeric foam) of een ander isolatiemateriaal met een structuur van gesloten cellen, een hoge dampdiffusieweerstand en een laag warmtegeleidingsvermogen.

Huidige situatie

De gekoelde koel- of vriesleidingen zijn niet of onvoldoende geïsoleerd. Het gaat hierbij om de leidingen van de koelmachine naar het afgiftesysteem.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD6

Toe te passen maatregel

Koppel de verdamperventilator aan de vriesceldeur.

Door het koppelen van de verdamperventilator aan de vriesceldeur gaat deze uit op het moment dat de deur wordt geopend. Dit voorkomt onnodig koudeverlies bij het openen van de deur. Bovendien vindt minder ijsvorming plaats op de verdamper.

Huidige situatie

Er is een vriescel aanwezig, waarbij de verdamperventilator en de vriesceldeur niet zijn gekoppeld, waardoor de verdamperventilator blijft draaien als de deur wordt geopend.

De deur is niet voorzien van lamellen of een snelsluitdeur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De grenswaarden voor de maximale temperatuur van de producten in de vriescel moeten gewaarborgd kunnen blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD7

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van koelcellen om warmte buiten te houden.

Door het isoleren van de koelcelwanden wordt koudeverlies naar de omgeving voorkomen en de temperatuur in een koelcel behouden. Pas isolatiemateriaal toe met een Rd-waarde van ten minste 6 m2K/W. Hierdoor daalt het elektriciteitsgebruik van de koelinstallatie.

Huidige situatie

Er is een niet of onvoldoende geïsoleerde koelcel aanwezig. De isolatiedikte is ten hoogste 15 mm (Rd-waarde is 0,5 m2K/W of lager).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de isolatie op beschadigingen en vochtproblemen volgens de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD8

Toe te passen maatregel

Regel de verdamperventilatoren van koelcellen op basis van meerdere temperatuursensoren.

In de koelcellen draait continu een ventilator bij de verdamper om temperatuurverschillen in de koelcel te voorkomen. Door de verdamperventilator te regelen op basis van meerdere temperatuursensoren kan energie worden bespaard.

Huidige situatie

Er is een koelcel aanwezig, waarbij de verdamperventilator niet wordt geregeld op basis van meerdere temperatuursensoren.

De verdamperventilator is voorzien van een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de koelcel is meer dan 4.800 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

De oppervlakte van de koelcel is ten minste 100 m2.

In de koelcel wordt geen groenten en/of fruit opgeslagen, vanwege gevaar van ethyleenophoping.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD9

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het circulatievoud te regelen bij gekoelde opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten (levend product).

Het circulatievoud van de lucht is het aantal malen per uur dat een ruimte-inhoud wordt doorspoeld met geconditioneerde lucht uit een luchtbehandelingsinstallatie. Tijdens de bewaarperiode is het niet nodig de volledige ventilatiecapaciteit van de koeling te benutten. Door te sturen op de ethyleenconcentratie kan het ventilatievoud worden geoptimaliseerd door middel van frequentieregeling van de ventilatoren.

Huidige situatie

Er is een koelcel aanwezig voor de opslag van groente, fruit of andere plantaardige producten, waarbij het ventilatievoud niet wordt geregeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 4.500 draaiuren van de circulatieventilatoren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De circulatieventilatoren zijn geschikt voor frequentieregeling.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD10

Toe te passen maatregel

Scheid de luchttoevoer naar de koelinstallatie van de warme lucht uit de koelinstallatie.

Wanneer een condensor binnen staat wordt de warmte van de condensor overgedragen aan de te koelen lucht. Door het plaatsen van een apart aanzuigkanaal vanuit de buitenlucht of een onverwarmde ruimte kan de te koelen lucht worden gescheiden van de warme afgegeven lucht van de condensor. Hierdoor verbruikt de koelinstallatie minder elektriciteit.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de luchttoevoer en de afgegeven warme lucht van de condensor in dezelfde ruimte terechtkomen, waardoor deze opwarmt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De condensor staat binnen en de buitenlucht kan worden aangezogen met een aanzuigkanaal korter dan 5 m.

De maatregel is niet toepasbaar bij stekkerklare koelmeubels.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD11

Toe te passen maatregel

Pas een condensordrukregeling op buitenluchttemperatuur toe op de koelinstallatie.

Door het toepassen van een automatische condensordrukregeling op basis van de buitenluchttemperatuur, zal de condensortemperatuur op jaarbasis gemiddeld dalen. Hierdoor werkt de koelinstallatie efficiënter.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie met een vermogen van ten minste 20 kWth aanwezig, die is voorzien van een elektronisch expansieventiel en die werkt met een vaste condensordruk gedurende het gehele jaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De bestaande software kan worden aangepast met een variabel condensorsetpoint.

De regelkast van de koelinstallatie is bereikbaar en geschikt voor de toevoeging van een buitentemperatuursensor.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD12

Toe te passen maatregel

Gebruik de restwarmte van de condensors van de koelinstallatie.

Door middel van een extra warmtewisselaar in het persgascircuit kan de restwarmte uit de condensors nuttig worden gebruikt.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de warmte van de condensors niet nuttig wordt gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: de beschikbare warmte kan ten minste 1.000 uur per jaar nuttig worden ingezet.

Technische randvoorwaarden

Er is ten minste 50 kWth aan warmte van de condensor beschikbaar.

Het moet technisch mogelijk zijn om de warmte nuttig te gebruiken.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD13

Toe te passen maatregel

Pas dagafdekking toe bij semi-verticale koelmeubels.

Door het toepassen van dagafdekking bij een semi-verticaal koelmeubel vindt er minder koudeverlies plaats vanuit het meubel naar de ruimte. Dit vermindert het energiegebruik voor koeling en het energiegebruik voor ruimteverwarming.

Huidige situatie

Er zijn semi-verticale koelmeubels aanwezig zonder dagafdekking.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het koelmeubel is meer dan 7.200 uur per jaar in gebruik.

Technische randvoorwaarden

Het semi-verticale koelmeubel moet geschikt zijn voor het plaatsen van dagafdekking.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD14

Toe te passen maatregel

Plaats LED-armaturen in gekoelde cellen.

Door het vervangen van TL verlichting in gekoelde ruimten door LED-armaturen wordt het vermogen van de verlichting beperkt. Naast de beperking van het elektrische vermogen wordt ook de warmtelast verlaagd waardoor er minder koeling nodig is.

Huidige situatie

In de gekoelde cellen zijn armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8 of TL5) aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de verlichtingsarmaturen schoon.

Onderwerp

Productkoeling

Nummer maatregel

FD15

Toe te passen maatregel

Pas heetgasontdooiing toe op de vriesinstallatie.

Om een goede koeling mogelijk te maken dient ijsvorming voorkomen te worden. Door het toepassen van heetgasontdooiing bij plaatsing van een nieuwe vriesinstallatie kan energie bespaard worden.

Huidige situatie

Er is een vriesinstallatie aanwezig waarbij een regeling voor ontdooiing ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de werking van de heetgasontdooiing. Er mag in principe geen ijsaangroei op de verdamper zichtbaar zijn.

Categorie: Grootkeukenapparatuur

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE1

Toe te passen maatregel

Vervang de infrarood-salamander door een salamander met automatische pan/bord detectie.

Door het vervangen van de infrarood-salamander door een salamander met pan/bord detectie kan worden voorkomen dat deze onnodig aanstaat wanneer deze niet in gebruik is.

Huidige situatie

Er zijn één of meer infrarood-salamanders aanwezig waarbij een aan/uit- of tijdschakelaar ontbreekt.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.700 gebruiksuren van de salamander per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE2

Toe te passen maatregel

Pas hot-fill toe bij bestaande vaatwasapparatuur in grootkeukens.

Door het toepassen van warmwater uit een bestaande warmwateraansluiting in vaatwasapparatuur (hot-fill) wordt warm water gebruikt dat op een efficiëntere manier is geproduceerd. Dit is bijvoorbeeld het geval als het water is opgewarmd met een warmtepomp, een zonneboiler en/of restwarmte.

Huidige situatie

Er is een horeca vaatwasser aanwezig die is aangesloten op een koudwaterleiding.

Het warme tapwater wordt op een efficiënte manier opgewekt zoals bijvoorbeeld met restwarmte van de koeling, een zonneboiler of een warmtepomp.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar.

Technische randvoorwaarden

De warmwaterleiding ligt nabij de vaatwasser.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE3

Toe te passen maatregel

Pas een dubbelwandige vaatwasser toe in grootkeukens.

Door het toepassen van een energiezuinige dubbelwandige horecavaatwasser vindt minder warmteverlies plaats door de wanden van de vaatwasser. Daardoor wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er is een enkelwandige horeca vaatwasser aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 400 gebruiksuren van de vaatwasser per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE4

Toe te passen maatregel

Pas een laagdebiet afzuigkap toe bij grootkeukens.

In een laagdebiet afzuigkap zijn luchttoevoercompartimenten aangebracht voor het inblazen van lucht aan de onder- en/of binnenzijde van de luifelranden. Dit leidt tot betere afvangprestaties dan bij een conventionele afzuigkap, waardoor de afzuigkap met een lager debiet kan werken. Dat zorgt voor energiebesparing.

Huidige situatie

Er is een conventionele afzuigkap aanwezig zonder extra luchttoevoercompartimenten.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 3.200 draaiuren van de afzuigkap per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig de afzuigkap volgens het interval zoals aangegeven in de leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE5

Toe te passen maatregel

Pas een elektrisch frituurtoestel toe in plaats van een gasgestookt toestel.

Door het vervangen van het huidige frituurtoestel op gas door een elektrisch frituurtoestel wordt het warmteverlies naar de omgeving verminderd. Hierdoor neemt de efficiëntie toe.

Huidige situatie

Er is een gasgestookt frituurtoestel aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000 kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Grootkeukenapparatuur

Nummer maatregel

FE6

Toe te passen maatregel

Pas een elektrische combisteamer toe in plaats van een gasgestookte variant.

Door het toepassen van een elektrische combisteamer in plaats van een gasgestookte combisteamer kan op aardgas worden bespaard.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte combisteamer aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: het elektriciteitsgebruik is ten minste 50.000 kWh en het aardgasgebruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Ovens

Onderwerp

Ovens

Nummer maatregel

FF1

Toe te passen maatregel

Pas een rookgasklep toe in het rookgaskanaal van de gasgestookte oven om warmteverlies te beperken.

Toepassen van rookgaskleppen bij ovens om warmteverlies als gevolg van thermische trek te voorkomen, wanneer de brander van de oven uitgeschakeld is en de oven nog warm is. Met deze maatregel koelt de oven minder snel af, waarmee energie wordt bespaard.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte oven aanwezig, waarbij het rookgaskanaal niet is voorzien van een rookgasklep.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de oven per jaar en een aardgasgebruik van ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige ontsteking van de brander is geschikt om een rookgasklep te kunnen besturen.

De oven heeft een thermisch vermogen van ten minste 40 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Ovens

Nummer maatregel

FF2

Toe te passen maatregel

Pas modulerende branders in ovens toe.Door het toepassen van modulerende branders in ovens wordt het brandervermogen beter geregeld op basis van de warmtevraag, waardoor minder stilstands- en opstartverliezen plaatsvinden.

Bij een gastoevoerdruk van meer dan 50 mbar zijn een apart gasfilter en een aparte drukregelaar nodig.

Huidige situatie

Er is een gasgestookte oven met een brandervermogen van tenminste 100 kW aanwezig zonder modulerende branders.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.100 gebruiksuren van de oven per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Terreinverlichting

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG1

Toe te passen maatregel

Plaats een tijdklok samen met een daglichtregeling als de verlichting op vaste tijden moet branden terwijl het donker is.

Door het gebruik van een tijdklok samen met een daglichtregeling staan lampen die op vaste uren moeten branden niet onnodig aan.

Huidige situatie

De buitenverlichting heeft geen tijdklok en/of geen daglichtregeling op plaatsen waar de verlichting op vaste uren moet branden terwijl het donker is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon en controleer jaarlijks de instellingen van de tijdklok.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG2

Toe te passen maatregel

Plaats een bewegingssensor op plaatsen waar de lampen niet altijd aan hoeven te zijn.

Door het plaatsen van een bewegingssensor op plaatsen waar de terreinverlichting alleen aan hoeft te zijn als er mensen aanwezig zijn, staan lampen niet onnodig aan.

Huidige situatie

Er zijn lampen zonder een bewegingssensor aanwezig op plaatsen waar alleen verlichting nodig is als er mensen aanwezig zijn.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.100 onnodige branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing bij verlichting die om veligheidsredenen de gehele nacht aan moet blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak regelmatig de sensoren van de verlichtingsregeling schoon.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG3

Toe te passen maatregel

Plaats extra schakelaars voor de veldverlichting per veld.

Door het plaatsen van extra schakelaars om de veldverlichting per veld te kunnen schakelen, die na een gekozen tijd automatisch uit gaan, worden velden niet onnodig verlicht.

Huidige situatie

De veldverlichting kan alleen voor meerdere velden tegelijkertijd worden geschakeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 11 kW aan verlichting per veld.

Technische randvoorwaarden

Per veld zijn al aparte kabels voor de stroomvoorziening aanwezig.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG4

Toe te passen maatregel

Vervang op een lichtmast de armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door op een lichtmast armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt. De lichtmast blijft behouden.

Huidige situatie

Er zijn lichtmasten met armaturen met spaarlampen of gasontladingslampen (kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI) aanwezig, waarbij het armatuur kan worden vervangen zonder de mast te vervangen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het LED-armatuur kan worden toegepast op de bestaande lichtmast.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Onderwerp

Terreinverlichting

Nummer maatregel

FG5

Toe te passen maatregel

Vervang bij terreinverlichting zonder mast de armaturen met gasontladingslampen door LED-armaturen.

Door bij terreinverlichting, die niet op een mast staat, het armatuur met gasontladingslampen te vervangen door LED-armaturen wordt het energiegebruik beperkt.

Huidige situatie

Er is terreinverlichting die niet op een mast staat aanwezig met armaturen met een van de volgende gasontladingslampen: kwiklampen, SON, HPL, HQL of HPI.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Categorie: Zwembad

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH1

Toe te passen maatregel

Vervang in bestaande kozijnen en ramen in de zwembadruimte het enkelglas door HR++ glas.

Door het bestaande enkel glas te vervangen door HR++ glas wordt warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

Er zijn ramen of kozijnen met enkel glas aanwezig in de verwarmde zwembadruimtes.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

HR++ glas kan in het bestaande kozijn of raam worden geplaatst.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH2

Toe te passen maatregel

Pas isolatie toe op ongeïsoleerde zwembadwaterleidingen in een zwembad.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,4 m2K/W rondom zwembadwaterleidingen, flenzen en appendages wordt het warmteverlies verminderd.

Huidige situatie

Er zijn ongeïsoleerde zwembadwaterleidingen en appendages aanwezig, die zich bevinden in een binnenopsteling.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De leidingen zijn goed bereikbaar.

De gemiddelde temperatuur van het water in de leidingen is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de leidingen en appendages zich bevinden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Voer eenmaal per 5 jaar een warmtemeting uit.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH3

Toe te passen maatregel

Dek het zwembad af met zwembadafdekking buiten de openingstijden.

Door het afdekken van een rechthoekig zwembad na sluitingstijd wordt warmteverlies via verdamping tegengegaan.

Huidige situatie

Er is een rechthoekig zwembad aanwezig dat onafgedekt achterblijft wanneer het zwembad gesloten is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Afdekking buiten gebruikstijden mag niet leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor vluchtige stoffen in het zwembadwater.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH4

Toe te passen maatregel

Plaats een glijbaanafsluiter op de uitgang van de waterglijbaan, die deels buiten de gebouwschil loopt.

Door aan de uitgang onderaan de glijbaan een glijbaanafsluiter te plaatsen, wordt warmteverlies voorkomen. De afkoeling van de lucht blijft beperkt tot de inhoud van de glijbaan.

Huidige situatie

Er is bij een verwamd en overdekt zwembad een ongeïsoleerde waterglijbaan aanwezig, die gedeeltelijk buiten de gebouwschil loopt.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het aardgasverbruik is ten hoogste 170.000 m3 per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Plaats de glijbaanafsluiter als de glijbaan buiten bedrijf is.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH5

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van het zwembassin.

Door het plaatsen van isolatieplaten met een Rd-waarde van ten minste 1,8 m2K/W wordt warmteverlies door de wanden van het zwembassin beperkt.

Huidige situatie

Er is een verwarmd zwembassin aanwezig met ongeïsoleerde wanden.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De gemiddelde temperatuur van het zwembadwater is hoger dan de gemiddelde temperatuur van de omgeving waarin de wanden van het zwembassin zich bevinden.

De wanden van het zwembassin zijn goed bereikbaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH6

Toe te passen maatregel

Win warmte terug uit het spoelwater door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer.

Door gebruik te maken van een spoelwaterbuffer kan warmte uit het spoelwater van het zwembad worden teruggewonnen met een warmtewisselaar.

Huidige situatie

Er is een verwarmd zwembad aanwezig waarbij het warme spoelwater wordt geloosd op het riool.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte voor het plaatsen van een spoelwaterbuffer van tenminste 5 m3.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH7

Toe te passen maatregel

Pas een HR-ketel toe voor zwembadwaterverwarming.

Door de bestaande ketel te vervangen door een hoogrendement HR-107 ketel wordt de efficiëntie van de verwarming van het zwembadwater verhoogd.

Huidige situatie

Er wordt gebruik gemaakt van een conventionele of verbeterde rendementketel voor het verwarmen van het zwembadwater.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.300 bedrijfsuren van het zwembad per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH8

Toe te passen maatregel

Verbeter de isolatie van het dak van het zwembad.

Een zwembad heeft over het algemeen een hoge binnentemperatuur. Door het dak (verder) te isoleren tot een Rc-waarde van 6,3 m2K/W wordt het warmteverlies beperkt en is er minder energie nodig om het zwembad te verwarmen. De isolatie kan worden aangebracht bovenop of onder de dakbedekking (omgekeerd dak of warm dak).

Huidige situatie

Het dak van de zwembadruimte is niet of onvoldoende geïsoleerd (Rc-waarde kleiner dan 2,0 m2K/W).

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Zwembad

Nummer maatregel

FH9

Toe te passen maatregel

Pas een efficiënte warmtewisselaar toe op de balansventilatie van het zwembad.

Door een dubbele kruisstroomwarmtewisselaar toe te passen in de balansventilatie van het zwembad wordt het warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

In het zwembad is mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht zonder warmteterugwinning, of met warmteterugwinning door middel van een twincoilsysteem aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De luchttoevoer- en afvoerkanalen liggen in elkaars nabijheid.

De warmte uit de ventilatielucht wordt niet met behulp van een warmtepomp teruggewonnen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Categorie: Serverruimte

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI1

Toe te passen maatregel

Pas virtualisatie en consolidatie toe bij servers.

Door middel van virtualisatie en consolidatie (het intern of extern samenvoegen van werklast) wordt het aantal in gebruik zijnde servers teruggebracht.

Huidige situatie

Er zijn meerdere fysieke servers aanwezig met een totaal opgesteld vermogen ten minste 5 kW, waarbij de beschikbare verwerkingscapaciteit groter is dan de actuele behoefte aan verwerkingscapaciteit.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De door de virtualisatie en consolidatie gereduceerde servercapaciteit is voldoende om pieken in de vraag naar capaciteit op te vangen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI2

Toe te passen maatregel

Stel geautomatiseerd energiebeheer in op servers.

Door het instellen van geautomatiseerd energiebeheer (power management) past de server zijn energiegebruik aan op de actuele vraag naar verwerkingscapaciteit. Het afstemmen kan door het instellen van een passend dynamisch power management profiel (balanced mode). De instellingen op het niveau van de hardware (BIOS) en het operating system moeten zodanig zijn dat de server alle mogelijkheden voor het aanpassen van het energiegebruik kan benutten.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW. Er is sprake van een gemiddelde CPU-belasting van minder dan 80%.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De op de server geplaatste applicaties zijn niet zodanig vertragingsgevoelig dat vertragingen van enkele microseconden problematisch zijn.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI3

Toe te passen maatregel

Neem een laagbelaste Uninterrupted Power Supply (UPS) uit bedrijf.

Door de belasting van UPS-en (Batterijen) te optimaliseren kan een maximale conversie efficiëntie worden bereikt. Door het uit bedrijf nemen van laagbelaste UPS-en (<30%) en/of het gebruik van modulaire UPS-en kan de belasting van de UPS-en zodanig worden verhoogd dat een conversie efficiëntie van tenminste 96% wordt bereikt.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW en deze is aangesloten op meerdere UPS-en. Ten minste één UPS wordt gemiddeld minder dan 30% belast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Er zijn voldoende UPS-en actief om de nagestreefde redundantie in de serverruimte te waarborgen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Monitor en registreer (automatisch) de UPS-efficiëntie en de geleverde vermogens en analyseer de uitkomsten.

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI4

Toe te passen maatregel

Pas een buitenluchtklep toe voor koeling van de serverruimte.

Bij kleine serverruimtes die grenzen aan de buitenlucht kan een geautomatiseerde buitenluchtklep een effectieve maatregel zijn. Door het toepassen van een buitenluchtklep met sensoren voor luchtvochtigheid en temperatuur kan worden gekoeld met buitenlucht en kan de inzet van de koelinstallatie worden verminderd.

Huidige situatie

Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig voor de koeling van de serverruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De serverruimte grenst met ten minste één zijde aan een buitengevel om een gestuurde buitenluchtklep te kunnen installeren.

De aangezogen buitenlucht bevat geen stoffen die voor vervuiling of schade aan de installaties kan zorgen. Indien aangezogen lucht voor de installatie schadelijke stoffen bevat moet er een filterinstallatie geplaatst kunnen worden.

Het opgestelde vermogen in de serverruimte is ten minste 5 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de vocht- en temperatuursensoren van de buitenluchtklep volgens leveranciersvoorschriften en reinig deze indien nodig.

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI5

Toe te passen maatregel

Pas een energiezuinige koelinstallatie toe voor de koeling van serverruimten.

Vervang bestaande directe expansie koelinstallaties door nieuwe efficiëntere koelinstallaties. Door lagere condensatietemperaturen in tussenseizoen en winter verbetert de efficiëntie substantieel en wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Er is een serverruimte aanwezig met een opgesteld vermogen aan ICT-apparatuur van ten minste 5 kW. Voor het koelen van deze ruimte wordt gebruik gemaakt van een koelinstallatie met directe expansiekoeling.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De COP (Coefficient of performance) van de huidige koelinstallatie is 3,5 of lager.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Serverruimte

Nummer maatregel

FI6

Toe te passen maatregel

Breng een scheiding aan tussen de koude aanvoerlucht en de warme afvoerlucht in de datazaal.

Door het aanbrengen van gangafdekking, deuren en blindplaten worden koude en warme compartimenten gecreëerd. Dat voorkomt vermenging van koude aanvoerlucht waarmee de apparatuur wordt gekoeld, en de warme lucht die naar buiten wordt afgevoerd. Hierdoor neemt de efficiëntie van de koeling toe.

Huidige situatie

Er vindt vermenging plaats van aan- en afvoerlucht in de serverruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de afdichting van de compartimenten en de plaatsing van de blindplaten.

Categorie: Roltrap

Onderwerp

Roltrap

Nummer maatregel

FJ1

Toe te passen maatregel

Pas aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of met onderbrekende roltrapbesturing toe.

Door het toepassen van een aanbodafhankelijke regeling met twee snelheden of een onderbrekende roltrapbesturing, wordt de roltrap stilgezet of vertraagd als er geen aanbod is van personen.

Huidige situatie

Er is een roltrap aanwezig die continu in bedrijf is en die niet is uitgevoerd met een aanbodafhankelijke regeling.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.600 bedrijfsuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De roltrap moet geschikt zijn voor een aanbodsafhankelijke regeling of onderbrekende roltrapbesturing.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Zet de roltrap uit buiten openingstijden.

Categorie: Zonnepanelen

Onderwerp

Zonnepanelen

Nummer maatregel

FK1

Toe te passen maatregel

Plaats zonnepanelen op het dak.

Door de plaatsing van zonnepanelen wordt duurzame elektriciteit opgewekt. Daarmee wordt bespaard op de inkoop van elektriciteit via het elektriciteitsnet.

Huidige situatie

Er is een grootverbruikaansluiting voor elektriciteit (meer dan 3x80 A).

Er is ten minste 2.000 m2 aan geschikt dakoppervlak beschikbaar voor het plaatsen van minimaal 300 kWp aan zonnepanelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het dak heeft voldoende vrije draagkracht voor de plaatsing van zonnepanelen en bijbehorende ballast.

De bestaande elektriciteitsaansluiting heeft voldoende capaciteit en er is voldoende transportcapaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet.

Het dak hoeft de komende 10 jaar niet te worden gerenoveerd.

De verzekeraar gaat akkoord met plaatsen van de zonnepanelen zonder dat dit tot een significante prijsstijging van de verzekeringspremie leidt.

Indien het gebouw een monument is, wordt de monumentale status niet door de maatregel aangetast.

Bij een installatie van 300 kWp kan alle opgewekte energie direct in het gebouw worden gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Maak de zonnepanelen jaarlijks schoon.

Controleer regelmatig of de verwachte productie gehaald wordt of laat dit monitoren.

Onderdeel 2 Processen:

Categorie: Natlakspuitcabines

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA1

Toe te passen maatregel

Pas een omschakelmodule toe om de ventilatiestand van de spuitcabine automatisch van ventilatie- naar circulatie te schakelen.

Tijdens het spuitproces moet er voldoende ventilatie met verse buitenlucht zijn. Na de nadraaitijd kan de spuitcabine daarom worden geschakeld naar circulatiestand, zodat er minder koude buitenlucht opgewarmd hoeft te worden. Dit kan door het toepassen van een omschakelmodule gekoppeld aan het persluchtsysteem van de spuitcabine. De recirculerende lucht wordt weer opgewarmd in de luchtbehandelingskast. Tijdens het drogen is er niemand aanwezig in de spuitcabine.

Huidige situatie

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 600 gebruiksuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het luchtbehandelingssysteem kan worden omgebouwd voor recirculatie (kanaalwerk van de afvoerlucht koppelen aan luchtbehandelingskast, aanbrengen recirculatiekleppen, et cetera).

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA2

Toe te passen maatregel

Win de warmte terug uit de ventilatielucht van de spuitcabine.

Bij warmteterugwinning uit ventilatielucht bij een spuitcabine wordt de verse buitenlucht voorverwarmd met restwarmte uit de afgezogen ventilatielucht. Door warmte terug te winnen is er minder energie nodig om buitenlucht te verwarmen. Er zijn verschillende systemen op de markt zoals een kruisstroomwisselaar of een twincoilsysteem. Welk systeem het beste kan worden toegepast is afhankelijk het aanwezige ventilatiesysteem en de beschikbare ruimte.

Huidige situatie

Er wordt geen warmte teruggewonnen uit de ventilatielucht van de spuitcabine.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie met luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd door de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Controleer de filters regelmatig en vervang deze tijdig.

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA3

Toe te passen maatregel

Pas een openbrandersysteem toe voor de verwarming van de spuitcabine.

Door het toepassen van een openbrandersysteem bij spuitcabines worden de rookgassen van de brander(s) gemengd met de ventilatielucht en worden deze niet eerst naar buiten afgevoerd. Hierdoor wordt het warmteverlies van het systeem beperkt, doordat er geen warmte-overdracht hoeft plaats te vinden.

Huidige situatie

Er is een conventioneel brandersysteem aanwezig bij de spuitcabine, waarbij de rookgassen en de warmte daaruit direct naar buiten worden afgevoerd.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 800 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 600 uur droogtijd in de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige schakelkast is geschikt voor de ombouwing.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA4

Toe te passen maatregel

Gebruik hangschakelaars voor het spuitpistool om de afzuiging van de spuitcabine te beperken.

Tijdens spuitwerkzaamheden is een grote hoeveelheid verse lucht van ten minste 20 °C nodig. Door gebruik te maken van hangschakelaars wordt de afzuiging automatisch in debiet verminderd wanneer het handspuitpistool wordt opgehangen aan deze schakelaar. Zo wordt er alleen op hoog debiet afgezogen wanneer er daadwerkelijk wordt gespoten. Hiermee wordt het energiegebruik van de ventilatoren en de luchtverwarming verminderd.

De afzuiging moet zodanig worden teruggeregeld dat de over- of onderdruk van de spuitcabine behouden blijft.

Huidige situatie

De spuitcabine beschikt over debietregeling, maar is niet voorzien van automatische (hang)schakelingen.

Er is een spuitcabine van 10 m2 of groter aanwezig voorzien van mechanische ventilatie inclusief luchtbehandeling. De verwarming van de lucht gebeurt door een gasgestookte ketel.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 700 bedrijfsuren van de spuitcabine per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Natlakspuitcabines

Nummer maatregel

PA5

Toe te passen maatregel

Pas infrarooddrogers toe als droogsysteem voor spotreparaties.

spotreparaties (zoals een kleine deuk, kras of buts) is het toepassen van infrarooddrogers een energiezuiniger alternatief voor het gebruik van de spuitcabine, doordat hiermee niet de gehele cabine hoeft te worden verwarmd.

Huidige situatie

Er is een spuitcabine van 10m2 of groter aanwezig en bij het uitvoeren van spotreparaties wordt de droogfunctie van deze cabine gebruikt.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Drogen

Onderwerp

Drogen

Nummer maatregel

PB1

Toe te passen maatregel

Pas vermogensregeling toe op de ventilatietoevoer naar de droogkamer.

Door het toepassen van toerenregeling of andere vermogensregeling op de ventilatietoevoer naar de droogkamer kan het ventileren worden beperkt. Hierdoor neemt het energiegebruik van de ventilatie af.

Huidige situatie

Er is een droogkamer aanwezig, waarbij een toerenregeling of andere vermogensregeling ontbreekt op de ventilatietoevoer naar de droogkamer.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.500 bedrijfsuren van de droogkamer per jaar.

Technische randvoorwaarden

De ventilatoren zijn geschikt voor toepassing van een vermogensregeling.

De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang.

In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Drogen

Nummer maatregel

PB2

Toe te passen maatregel

Pas een vochtsensor inclusief regeling toe in de uittredelucht van droogprocessen.

Door toepassing van een vochtsensor, inclusief regeling op basis van het vochtgehalte van de uittredelucht, kan het recirculatiedebiet van de drooglucht worden verhoogd. Dat zorgt voor energiebesparing door de vermindering van verse luchttoevoer op lage temperatuur.

Door toepassing van de vochtsensor kan tot 95 % van de uittredelucht worden gerecycled.

Huidige situatie

Er is een droogproces aanwezig zonder vochtsensor en bijbehorende regeling voor het recirculeren van drooglucht.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 2.000 gebruiksuren van het droogproces.

Technische randvoorwaarden

Het thermisch vermogen van de luchtverhitter is ten minste 50 kWth.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Procesbaden

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC1

Toe te passen maatregel

Pas een warmtepomp toe voor de verwarming van een procesbad.

De bestaande externe elektrische verwarming (heater) van een procesbad wordt vervangen door een externe hoge temperatuur (HT) warmtepomp. Het toepassen van een warmtepomp is energie-efficiënter.

Huidige situatie

Er is een procesbad aanwezig dat wordt verwarmd met een extern elektrisch verwarmingselement bij een aanvoertemperatuur tot 80 °C en met een minimaal thermisch vermogen van 25 kW.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 5.000 bedrijfsuren van het procesbad per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is een warmtebron beschikbaar op minimaal 35 °C vloeistoftemperatuur (bijvoorbeeld koelwater). De warmtebron heeft een voldoende hoge flow om te voorzien in de warmtevraag wanneer deze circa 5 graden wordt afgekoeld.

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor plaatsing van de warmtepomp.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer minimaal jaarlijks de effectieve en efficiënte werking van de warmtepomp.

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC2

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van een verwarmd procesbad.

Door het toepassen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van tenminste 1,5 m2 K/W en kunststof of roestvrijstalen (RVS) beplating wordt warmteverlies door de badwanden verminderd bij verwarmde procesbaden.

Huidige situatie

Er is een procesbad aanwezig waarvan de wanden niet zijn geïsoleerd. Het procesbad wordt verwarmd tot een temperatuurverschil van ten minste 20 °C ten opzichte van de omgeving.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Voer jaarlijks een (visuele) controle uit naar de staat van de isolatie.

Onderwerp

Procesbaden

Nummer maatregel

PC3

Toe te passen maatregel

Dek warme procesbaden af om het warmteverlies te beperken.

Door het afdekken van warme procesbaden buiten bedrijfstijden wordt verdampingsverlies tegengegaan.

Huidige situatie

Het procesbad, gevuld met warm (ongeveer 80 °C) water of waterige vloeistof voor reinigen, spoelen of fluxen, wordt niet afgedekt buiten bedrijfstijden.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: het is mogelijk om het verwarmde procesbad meer dan 900 uur per jaar af te dekken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer minimaal jaarlijks of de afdekking nog van goede kwaliteit is en of deze beschadigd is.

Categorie: Procesapparatuur

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD1

Toe te passen maatregel

Optimaliseer de procesparameters van procesapparatuur.

Bepaal de optimale procesparameters zoals opwarmtijd, koeltijd, draaiuren, druk en temperatuur van de procesapparatuur en regel deze in, zodat er minimaal energiegebruik is met een gelijkblijvende productkwaliteit.

Huidige situatie

Er is procesapparatuur met een vermogen van ten minste 100 kW aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.800 gebruiksuren van de procesapparatuur per jaar.

Technische randvoorwaarden

De apparatuur is al voorzien van aansturingssoftware met energiemonitoringsfunctionaliteit, maar deze is nog niet ingeregeld.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD2

Toe te passen maatregel

Zuig warme lucht af bij grote warmteproducerende apparaten zodat de ruimte minder hoeft te worden gekoeld.

Door de warme afblaaslucht van de warmteproducerende installaties naar buiten af te voeren blijft de warmte niet in de geconditioneerde ruimte. Dit vermindert de vraag naar koude, waardoor de koelmachine minder hard hoeft te werken. Dit bespaart op het gebruik van elektriciteit.

Huidige situatie

Er zijn warmteproducerende installaties aanwezig, bestaande uit een apparaat of een cluster van apparaten met een totaal vermogen van ten minste 10 kW, waarvan de warme afblaaslucht met één installatie is af te zuigen.

De ruimte waarin de warmteproducerende apparaten staan opgesteld wordt actief gekoeld.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.200 gebruiksuren van het apparaat per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van het buisrooster voor afzuiging bij de apparatuur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Verplaats warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimte.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD3

Toe te passen maatregel

Regel het luchtafzuigdebiet bij droog- en moffelovens op basis van de bezettingsgraad.

Door een droog- of moffeloven uit te rusten met een bezettingsgraadmeter en een frequentieregelaar kan de hoeveelheid ventilatie worden geminimaliseerd bij een lagere bezetting. Hierdoor hoeft er minder buitenlucht te worden opgewarmd.

Huidige situatie

Er is een droog- of moffeloven aanwezig, waarbij de ventilator van de droogoven niet wordt geregeld en bij gebruik altijd op een vaste capaciteit draait.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De ventilator is geschikt voor toepassing van een frequentieregelaar.

In de bestaande regelkast is voldoende ruimte voor het plaatsen van een frequentieregelaar.

De bestaande besturing beschikt over een analoge uitgang.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD4

Toe te passen maatregel

Pas een hoogfrequente HR-lader toe voor het opladen van tractiebatterijen.

Door de toepassing van een hoogfrequente HR-lader voor het opladen van tractiebatterijen neemt de efficiëntie van het oplaadproces fors toe. Tractiebatterijen worden gebruikt in voertuigen voor intern transport zoals vorkheftrucks.

Huidige situatie

Er is een lader voor tractiebatterijen aanwezig die niet als hoogfrequente HR-lader is uitgevoerd.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 400 laadcycli per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige accu's zijn geschikt voor hoogfrequent laden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD5

Toe te passen maatregel

Plaats een filter op de afvoerlucht van de snipperafzuiger en blaas de afgezogen lucht terug de ruimte in.

Door het plaatsen van een filterinstallatie op de snipperafzuiger kan de afgezogen lucht worden teruggeblazen in de verwarmde ruimte. Daardoor wordt de afvoer van warme lucht beperkt.

Huidige situatie

Er is een snipperafzuiger aanwezig die staat opgesteld in een verwarmde ruimte.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.000 draaiuren van de snipperafzuiger per jaar.

Technische randvoorwaarden

De gefilterde lucht mag geen vervuiling in schadelijke concentraties bevatten. Houd geldende wetgeving voor de desbetreffende locatie aan.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer en vervang de filters voordat deze verzadigd zijn.

Verminder luchtvervuilingsbronnen waardoor het ventilatievoud lager kan zijn.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD6

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe op de ventilator van de centrale stofafzuiging.

Door het toepassen van een frequentieregeling op de ventilatoren van de centrale stofafzuiging, kan het debiet beter worden geregeld op basis van de vraag.

Huidige situatie

Er is een centrale stofafzuiging aanwezig die meerdere werkplekken bedient, maar waarvan de ventilator niet frequentiegeregeld is.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.600 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.000 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er mag geen stof neerslaan in het systeem als gevolg van de verlaging van de motorsnelheid.

De frequentieregelaar kan in de bestaande regelkasten, óf nabij de elektromotor geplaatst worden.

De ventilator van de centrale stofafzuiging heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer het afzuigsysteem regelmatig op vervuiling.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD7

Toe te passen maatregel

Plaats een stopknop om het onnodig aanstaan van het centraal stofzuigersysteem te voorkomen.

Door het installeren van een stopknop binnen handbereik zal de tijd dat het centrale stofzuigersysteem in bedrijf is afnemen. Hiermee wordt het energiegebruik verminderd.

Huidige situatie

Er is een centraal stofzuigersysteem aanwezig voor bijvoorbeeld reiniging, handschuren of afstoffing van producten, waarbij geen stopknop is geïnstalleerd.

Op het centraal stofzuigersysteem is geen automatische uitschakeling of uitschakeling door een timer aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Natuurlijk moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de centrale stofafzuiging per jaar.

Technische randvoorwaarden

De stopknop moet geplaatst kunnen worden binnen 3 m afstand van de plek waar stof wordt afgezogen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD8

Toe te passen maatregel

Plaats een frequentieregelaar om het opgenomen vermogen van het centrale vacuümsysteem te beperken.

Als het centrale vacuümsysteem continu op onderdruk wordt gehouden, zorgt dit bij lage belasting (weinig afzuigvolume) dat het vacuüm lager is dan nodig. Door toepassing van frequentieregeling kan het vacuümsetpoint ook in deellast beter worden gehandhaafd en kan de vacuümmotor gemiddeld op een lager toerental draaien.

Huidige situatie

Er is een industrieel centraal vacuümsysteem aanwezig. De centrale motor is niet toerengeregeld en houdt continu het centrale vacuümsysteem op onderdruk.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 700 gebruiksuren van het centrale vacuümsysteem per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het vacuümsysteem is voorzien van afsluitbare aansluitpunten.

De centrale vacuümmotor heeft een efficiencyklasse IE2 of hoger.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig het vacuümsysteem op lekkages.

Controleer regelmatig het vacuümsetpoint en pas dit zo nodig aan.

Onderwerp

Procesapparatuur

Nummer maatregel

PD9

Toe te passen maatregel

Vervang aanwezige verlichting op of nabij procesapparatuur door LED-verlichting.

Door het vervangen van TL-buizen (TL8), spaar-, halogeen- of gasontladingslampen door LED-lampen wordt het energiegebruik van de verlichting beperkt.

Huidige situatie

Er is verlichting aanwezig op of nabij procesapparatuur die niet is voorzien van LED-lampen.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

De bestaande lampen zijn eenvoudig bereikbaar en kunnen één-op-één worden vervangen door LED-lampen.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Reinig regelmatig de lampen, armaturen, reflectoren en sensoren van de regelingen die erbij horen.

Categorie: Proceswarmte

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE1

Toe te passen maatregel

Plaats aanvullende platen in de platenwarmtewisselaar om de warmteoverdracht te vergroten.

Door uitbreiding van de warmtewisselaar met meerdere platen wordt het warmteuitwisselend oppervlak van vloeistof-vloeistof platenwarmtewisselaars vergroot en kan meer warmte worden overgedragen. De toevoerstroom hoeft daardoor minder te worden verwarmd en de afvoerstroom minder te worden gekoeld.

Huidige situatie

Er is een vloeistof-vloeistof warmtewisselaar aanwezig waarbij het huidige temperatuurverschil tussen de beide kanten van de warmtewisselaar 6 °C of meer is.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De warmtewisselaar is door het toevoegen van platen uit te breiden met ten minste 20% extra warmtewisselend oppervlak.

De extra onttrokken warmte in de uitgebreide platenwarmtewisselaar kan zonder extra aanpassingen in het proces nuttig worden toegepast.

Het thermisch vermogen van de huidige platenwarmtewisselaar is ten minste 100 kW.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE2

Toe te passen maatregel

Isoleer warme productleidingen en appendages.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5 m2K/W om leidingen en appendages waarin warme producten worden verplaatst wordt het warmteverlies beperkt.

Huidige situatie

Er zijn warme productleidingen en appendages zonder isolatie aanwezig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De leidingen en appendages zijn goed bereikbaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE3

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van hoge temperatuur procesvaten om warmteverlies te beperken.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van ten minste 0,7 m2K/W op de wanden van hoge temperatuur procesvaten wordt warmteverlies naar de omgeving beperkt. Een voorbeeld hiervan is het isoleren van een autoclaaf met een temperatuur van ten minste 60 °C.

Huidige situatie

Het procesvat is niet of beperkt geïsoleerd (minder dan 5 mm isolatie).

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 2.200 gebruiksuren van het vat per jaar.

Technische randvoorwaarden

De wanden van het hoge temperatuur procesvat zijn goed bereikbaar voor het aanbrengen van isolatiemateriaal.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE4

Toe te passen maatregel

Isoleer de wanden van verwarmde opslagtanks.

Door het aanbrengen van isolatiemateriaal met een Rd-waarde van minimaal 1,5 m2K/W rondom verwarmde tanks wordt het warmteverlies beperkt. Bij gesloten tanks moet, indien de constructie dat toestaat, ook het dak van de tank worden geïsoleerd.

Huidige situatie

Er zijn niet of onvoldoende geïsoleerde enkelwandige opslagtanks in buitenopstelling aanwezig, die worden verwarmd tot ten minste 20 °C.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: de tank wordt meer dan 500 uur per jaar verwarmd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de staat van de isolatie en herstel het materiaal bij eventuele schade.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE5

Toe te passen maatregel

Pas een elektrische verwarmingsmantel toe voor IBC-containers.

Door het toepassen van een elektrische verwarmingsmantel voor het vorstvrij houden van een IBC-container (Intermediate Bulk Container) gedurende vorstperiodes hoeft niet de hele ruimte waarin de containers zijn opgesteld te worden verwarmd en is minder energie nodig.

Huidige situatie

Er zijn IBC-containers aanwezig die met straalkachels op de gewenste temperatuur worden gehouden.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 gebruiksuren van de straalkachel per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE6

Toe te passen maatregel

Gebruik het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus van producten of goederen voor verwarming en koeling van het sterilisatiewater.

Na het steriliseren wordt het warme water in de warme buffer gepompt en na het koelen wordt het koude water naar de koudebuffer gepompt. In een nieuwe sterilisatiebatch kan het nog relatief warme water opnieuw worden gebruikt voor de verwarming en het relatief koude water opnieuw voor de koeling. Zo is voor elke sterilisatiecyclus niet de gehele opwarming en afkoeling van het sproeiwater nodig. Dit zorgt voor een besparing op het gasgebruik van de stoominstallatie en op het elektriciteitsgebruik van de elektrische koelmachine.

Huidige situatie

Er vindt een sterilisatieproces plaats, waarbij het warme en koude water uit de sterilisatiecyclus niet wordt ingezet voor verwarming en koeling.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.500 batches per jaar.

Technische randvoorwaarden

De inhoud van het sterilisatievat is ten minste 100 liter.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE7

Toe te passen maatregel

Gebruik de restwarmte uit het blancheerproces door het plaatsen van een warmtewisselaar.

Door het plaatsen van een warmtewisselaar bij de uitgaande stroom van de blancheur kan het suppletiewater worden voorverwarmd met spuiwater tot 60 °C.

Huidige situatie

Er is een blancheur aanwezig waarvan het spuiwater wordt geloosd zonder dat hieruit warmte wordt teruggewonnen.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: bij meer dan 500 gebruiksuren van de blancheerder per jaar.

Technische randvoorwaarden

Het reservoir met de warmtewisselaar (coil) kan eenvoudig worden aangesloten op het spui- en suppletiewater van de blancheur.

Er is voldoende opstellingsruimte nabij de blancheur.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceswarmte

Nummer maatregel

PE8

Toe te passen maatregel

Gebruik de warmte van folieblazen nuttig voor de verwarming van een dichtbijgelegen ruimte.

Warme lucht van de folieblaasinstallatie kan nuttig worden gebruikt voor ruimteverwarming van een aangrenzende productieruimte of een aangrenzend magazijn. Hierdoor hoeft minder energie te worden opgewekt voor verwarming van die ruimte. Het warmeluchttransport gebeurt door middel van een mechanische ventilator met flexibel kanaalwerk en een aantal meters vast leidingwerk.

Huidige situatie

Er is een folieblazer aanwezig die is voorzien van Internal Bubble Cooling, waarbij de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De lengte van het aan te leggen kanaalwerk is minder dan 50 m.

De naastgelegen ruimtes hebben ten minste gedurende 2.400 uur per jaar een warmtevraag.

Er zijn geen additieve geuren of gevaarlijke stoffen aanwezig in de afgezogen warme lucht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Proceskoeling

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF1

Toe te passen maatregel

Plaats een warmtewisselaar om de restwarmte in koelwater te benutten.

Door de restwarmte uit het koelwater met een warmtewisselaar terug te winnen, kan deze ergens anders worden ingezet en wordt energie bespaard.

Huidige situatie

Warm koelwater wordt aan de buitenlucht gekoeld in een open koeltoren, waarbij geen warmte wordt teruggewonnen uit het koelwater.

Economische randvoorwaarden

Zelfstandig moment: de restwarmte is meer dan 2.800 uur per jaar nuttig inzetbaar.

Natuurlijk moment: de restwarmte is meer dan 2.200 uur per jaar nuttig inzetbaar.

Technische randvoorwaarden

De teruggewonnen warmte uit het koelwater kan worden ingezet in een proces of toepassing met een gelijkmatige warmtevraag.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF2

Toe te passen maatregel

Pas een drycooler toe voor de koeling van procesapparatuur.

Door het toepassen van een drycooler voor de koeling van procesapparatuur kan gebruik worden gemaakt van vrij beschikbare koeling uit de buitenlucht als aanvulling op de koelmachine. De efficiëntie van een drycooler is hoger dan van een compressiekoelmachine.

Huidige situatie

De procesapparatuur vereist continu koeling (7 dagen per week), die wordt geleverd door een compressiekoelmachine met een water/glycolsysteem met een elektrisch vermogen van ten minste 10 kW en zonder vrije koelingfunctie.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.300 bedrijfsuren van de procesapparatuur per jaar.

Technische randvoorwaarden

De warmte van de compressiekoelmachine wordt niet teruggewonnen.

Er is voldoende ruimte beschikbaar voor het plaatsen van de drycoolers.

Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Regelmatig onderhouden van de drycoolers volgens leveranciersvoorschriften.

Onderwerp

Proceskoeling

Nummer maatregel

PF3

Toe te passen maatregel

Pas voorkoeling met (leiding)water toe in een proces met ijswaterkoeling.

Door in het koelproces een voorkoelstap met leidingwater toe te passen, kan het ijswatergebruik worden beperkt. IJswater wordt dan alleen nog gebruikt voor de laatste koelstap.

Huidige situatie

Het volledige koeltraject wordt uitgevoerd met ijswater, waarbij gebruik wordt gemaakt van lokale ijswaterkoelers.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 3.400 bedrijfsuren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Er is voldoende ruimte voor een extra koeler.

Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt.

Het koelproces kan in twee stappen worden uitgevoerd, met een voor- en een nakoelproces, die direct na elkaar plaatsvinden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Veehouderijen

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG1

Toe te passen maatregel

Pas een voorkoeler met koud (leiding)water toe bij het koelen van melk.

Door het voorkoelen van melk met koud (leiding)water zal de koelmachine minder energie gebruiken voor het afkoelen van de melk. Daarnaast wordt het water dat gebruikt wordt voor het schoonmaken van onder andere de melkrobot voorverwarmd, waardoor de proceswaterboiler minder energie gebruikt.

Huidige situatie

Er is een koelinstallatie aanwezig waarbij de melk niet wordt voorgekoeld en rechtstreeks naar de koelmachine wordt geleid.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Het opgewarmde (leiding)water moet nuttig kunnen worden gebruikt.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer de warmtewisselaar regelmatig en maak deze zo nodig schoon.

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de vacuümpomp van de melkinstallatie te beperken.

Door het plaatsen van een frequentieregelaar op de vacuümpomp kan het toerental van de vacuümpomp worden geregeld op basis van de (onder)druk. Daarmee wordt het opgenomen vermogen van de vacuümpomp beperkt.

Huidige situatie

Er is een melkinstallatie aanwezig waarvan de vacuümpomp niet is voorzien van een frequentieregelaar en die draait op een vast vermogen wanneer de vacuüminstallatie in bedrijf is.

Economische randvoorwaarden

Zowel natuurlijk als zelfstandig moment: bij meer dan 1.900 bedrijfsuren van de vacuümpomp van de melkinstallatie per jaar.

Technische randvoorwaarden

De huidige vacuümpomp is geschikt voor de toepassing van een frequentieregelaar.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Veehouderijen

Nummer maatregel

PG3

Toe te passen maatregel

Pas een energiezuinige regeling toe op infrarood warmtelampen.

Door het toepassen van een halveringsschakelaar of een dimmer op de infrarood warmtelampen voor het warm houden van jonge dieren, kan de brandsterkte van de lampen worden aangepast.

Huidige situatie

Er zijn infrarood warmtelampen aanwezig voor het verwarmen van jonge dieren die niet zijn voorzien van een regeling om de brandsterkte aan te passen.

Economische randvoorwaarden

Natuurlijk moment: bij meer dan 800 branduren per jaar.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Categorie: Datacentrum

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH1

Toe te passen maatregel

Stel een hogere koeltemperatuur in voor de koeling van servers.

De setpoint van de zaalkoelers is minimaal gelijk aan de bovengrens van de door ASHRAE aanbevolen temperatuur van 27 °C bij gebruik van compressiekoeling of natte koeling. Door het verhogen van de koeltemperatuur kan meer gebruik worden gemaakt van vrije koeling en werkt de koeling efficiënter.

Bij gebruik van 100% droge vrije koeling zijn lagere setpoints dan 27 °C toegestaan.

Huidige situatie

De zaalkoelers van het datacentrum werken met een lagere ruimtetemperatuur dan de maximaal aanbevolen bedrijfstemperatuur voor elektronische apparatuur.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig het ingestelde setpoint.

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH2

Toe te passen maatregel

Pas een frequentieregelaar toe om het vermogen van de zaalkoelers te beperken.

De zaalkoelers (CRAH's) worden voorzien van een frequentieregelaar waardoor het toerental van de zaalkoelers op temperatuur kan worden geregeld. De ventilatoren draaien daardoor gemiddeld op een lager vermogen, waardoor energie wordt bespaard.

Huidige situatie

Er zijn zaalkoelers aanwezig die niet zijn voorzien van een frequentieregelaar.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

De zaalkoelers kunnen frequentiegeregeld worden.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Niet van toepassing

Onderwerp

Datacentrum

Nummer maatregel

PH3

Toe te passen maatregel

Pas vrije koeling toe bij de koelinstallatie in het datacentrum.

Door vrije koeling te integreren in de koelvoorziening van het datacentrum, kan het gebruik van de compressiekoelinstallatie worden beperkt. Er bestaan verschillende systemen voor vrije koeling zoals directe vrije luchtkoeling, indirecte vrije luchtkoeling of koudwaterproductie met vrije koeling ondersteuning. Welk systeem het beste past hangt af van de specifieke situatie.

Huidige situatie

Er is een compressiekoelinstallatie aanwezig waarbij geen vrije koeling wordt toegepast.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing

Technische randvoorwaarden

Bij plaatsing op het dak moet het dak beschikken over voldoende vrije draagkracht.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Nee

Aspecten van doelmatig beheer en onderhoud

Controleer regelmatig de instellingen van het koelsysteem en optimaliseer de koelingsetpoints voor een hogere koeltemperatuur.

Onderdeel 1 (Energiebesparende maatregelen metaalproductenindustrie en metaalrecyclingbedrijf):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB1.

Omschrijving maatregel

Onnodig draaien afzuigventilator voorkomen door frequentie-gestuurde afzuigventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Frequentie-gestuurde afzuigventilator, op basis van het benodigde debiet.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er is een centraal ongeregeld afzuigsysteem aanwezig, waarbij er decentraal kleppen aanwezig zijn.

Technische randvoorwaarden

Bezinking van stof of snippers is aandachtspunt. Luchtsnelheid mag niet te ver afnemen, waardoor stof en snippers bezinken en er verstoppingen kunnen ontstaan.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD4.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de bestaande armaturen is volgens de installateur voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentieregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakelingen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen.

b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 18.000 kWh/jaar.

Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB4.

Omschrijving maatregel

Perslucht voor blazen voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Decentrale blower toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blazen gebeurt met perslucht van circa 7 bar(o).

Technische randvoorwaarden

Blazen met circa 1 bar(o) is mogelijk.

Geen aanpassingen aan proces voor blazen met groter volume lucht.

Blower is dichtbij de toepassing te plaatsen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks elektriciteitsverbruik minder dan 10.000.000 kWh bedraagt.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van informatie- en communicatietechnologie.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Centraal printen en kopiëren.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ten minste 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van pompen.

Nummer maatregel

FF1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van pompen beperken door vermogen vraag gestuurd te regelen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Pomp met toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Pomp wordt geregeld met smoorregeling.

Technische randvoorwaarden

Variabel debiet is inpasbaar in installatie.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd pomp is ten minste 1.400 uur/jaar.

Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag ten minste 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van werpstralers (werpwielen, straalmiddeltransport, rollenbaan en afzuiging) tijdens productie-onderbreking voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Bewegingsmelders op transportbanen (signaal aandrijfmotoren) of loadcellen aan straaljukken toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Bewegingsmelders of loadcellen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen motor werpstralers is ten minste 20 kW.

Takttijd is meer dan 25% van bedrijfstijd van werpstralers.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB2.

Omschrijving maatregel

Aanstaan van ventilatie van handspuitcabine of handspuitwand voor poedercoaten beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische schakeling (verbreekcontact) van afzuigingen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Cabines kunnen op onderdruk blijven.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar. Het te vermijden ventilatielucht is ten minste 600.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB3.

Omschrijving maatregel

Vollasturen ventilatoren van moffelovens beperken door automatisch regelen op basis van bezettingsgraad.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling met bezettingsgraaddetectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op doorloopoven.

b) Toerenregeling of bezettingsgraaddetectie ontbreekt op batchoven.

Technische randvoorwaarden

Toerenregeling dusdanig instellen dat er geen doorverwarming van elektromotor mogelijk is.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 2.500 uur/jaar.

 

a) Vermogen ventilator is meer dan 8 kW.

Ovenbezetting is meer dan 25% en oven is meer dan 75% van bedrijfstijd niet maximaal bezet.

b) Vermogen ventilator is meer dan 12 kW.

Ovenbezetting is meer dan 50%.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via distributieleidingen van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolatie aanbrengen om distributieleidingen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolatie om leidingen ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Energieverbruik verwarming procesbad is ten minste 100.000 kWhthermisch/jaar.

Temperatuur distributieleiding is meer dan 40oC.

Lengte ongeïsoleerde distributieleiding is meer dan 4 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB5.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via badoppervlak van procesbaden beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Isolerende drijflichamen van inerte materialen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Isolerende voorzieningen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Contact drijflichamen en product is toegestaan.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Energieverbruik procesbad is ten minste 24.000 kWh/jaar.

Temperatuur procesbad is tussen 70 en 100°C.

Oppervlakte van procesbad is meer dan 2 m2.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB6.

Omschrijving maatregel

Pompen voor badagitatie toepassen in procesbaden.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Beluchtingspompen en/of dompelpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Perslucht wordt gebruikt voor badagitatie.

Technische randvoorwaarden

Blowerlucht moet schoon zijn, zodat kwaliteit niet wordt beïnvloed.

Economische randvoorwaarden

Debiet is ten minste 3.000 m3/jaar.

Persluchtdruk is meer dan 2 bar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PB7.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking van procesbaden toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Hoogrendementsketel 107 (HR 107-ketel) met warmtewisselaar (voor) toepassen.

b) Hoogrendementsketel 100, 104 of 107 (HR 100-, HR 104-, of HR 107-ketels) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Elektrische warmteopwekking is aanwezig.

b) Conventioneelrendementsketel (CR-ketel) is aanwezig voor bad met retourtemperatuur lager dan 55°C.

Technische randvoorwaarden

a) Aansluitmogelijkheid voor cv-ketel(s) met voldoende capaciteit.

Aansluiting aardgas, rookgasafvoer en condensafvoer zijn eenvoudig realiseerbaar.

Baden zijn geschikt voor ombouw (warmtewisselaar in bad of plaats voor externe warmtewisselaar met pompen).

b) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik van de warmteopwekking is ten minste 100.000 kWh/jaar.

b) Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a) Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

b) Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC1.

Omschrijving maatregel

Warmte uit uitgaande drogerlucht gebruiken voor voorverwarmen ingaande drogerlucht.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Platenwarmtewisselaars (met rendement van ten minste 65%) toepassen.

b) Twincoilsysteem (met rendement van ten minste 65%) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Debiet drooglucht is meer dan 12.000.000 m3/jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande drogerlucht is ten minste 85°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige voorverwarming van metalen bij moffelovens toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood voorverwarming toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Voorverwarmen met warme lucht.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

Bedrijfstijd moffeloven is meer dan 3.300 uur/jaar.

Temperatuur moffelovens is meer dan 220°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Drogen van metalen.

Nummer maatregel

PC3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige branderpijpen bij doorloopgloeioven toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Hoogrendementsbranderpijpen (HR-branderpijpen) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele branderpijpen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3/jaar.

het gasverbruik van de branders is ten minste 6.000 m3/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een oven.

Nummer maatregel

PD1.

Omschrijving maatregel

Debiet koelwaterpompen voor ovenwandkoeling van kroesoven automatisch regelen op basis van koudebehoefte.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op koelwaterpompen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Parallel systeem met twee toerenregelaars is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Het energieverbruik dat is te besparen door de toerengeregelde koelwaterpomp(en) is ten minste 25.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Onderdeel 2 (Energiebesparende maatregelen autoschadeherstelbedrijven):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GB4.

Omschrijving maatregel

Debiet centrale stofafzuiging beperken door lager toerental van ventilatoren.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toerenregeling op ventilatoren toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Toerenregeling op ventlatoren ontbreekt en gebruikers kunnen afzuigingen op de werkplek dichtzetten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD5.

Omschrijving maatregel

Branden van hefbrugverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schakelaar toepassen die verlichting automatisch uitschakelt zodra hefbrug in laagste stand staat.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische schakelingen ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Hefbrugverlichting is apart schakelbaar.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen is ten minste 0,22 kW.

Hefbrugverlichting is ten minste 750 uur/jaar onnodig aan.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD6.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag en/of ‘s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande en/of nieuwe armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen zijn en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD8.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer- en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD9.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloei-, halogeen- en/of neonlampen zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen is voldoende.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GD10.

Omschrijving maatregel

Voorkomen van onnodig aanstaan spuitcabineverlichting.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatisch schakelen van verlichting in spuitcabines door middel van bewegingsmelder.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

De verlichting wordt handmatig aan- en uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De verlichting kan per dag ten minste 1 uur extra worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FB3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van elektromotoren.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige motoren toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

IE4-motoren toepassen of beter.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Motoren met vermogen minder dan 375 kW en meer dan 4 kW en met rendementsklasse IE1, IE2 of lager zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

De motor heeft ten minste 4.500 bedrijfsuren per jaar

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

C) Maatregelen die betrekking hebben op processen:

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA1.

Omschrijving maatregel

Energieverbruik van spuitcabine beperken door automatisch over te schakelen van ventilatiestand naar circulatiestand.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische omschakeling op basis van persluchtafname toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatisch omschakelmodule op basis van persluchtverbruik ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Voldoende afvoer van vervuilde lucht alvorens over te schakelen naar circulatiestand.

Economische randvoorwaarden

Debiet tijdens ventilatie dat kan worden gecirculeerd in plaats van geventileerd is ten minste 1.200.000 m3/jaar.

Temperatuurverschil tussen ingaande en uitgaande ventilatielucht is ten minste 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig open brandersysteem bij spuitcabine toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Open brandersysteem toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventioneel brandersysteem is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is ten minste 13.500 m3/jaar.

Verschil tussen ruimte- en droogtemperatuur is ten minste 20°C.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Reinigen, lijmen of coaten van metalen.

Nummer maatregel

PA3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig droogsysteem toepassen voor spotreparaties.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Infrarood droogsysteem (IR-A) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Spuitcabine wordt gebruikt voor spotreparaties.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Aardgasverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 170.000 m3/jaar.

Aardgasverbruik spuitcabine is ten minste 16.000 m3/jaar.

Ten minste 50% van uitgevoerde reparaties zijn spotreparaties.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Gebruiken van een spuitcabine.

Nummer maatregel

PB1.

Omschrijving maatregel

In werking hebben van een verf- en laksysteem.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van verfspuiten die werken zonder perslucht (Airless).

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Er wordt een perslucht gedreven verf- of lakspuit toegepast.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Er wordt ten minste 200 uur/jaar gebruik gemaakt van deze spuit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja

Natuurlijk moment: ja

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing

Onderdeel 3 (Energiebesparende maatregelen ziekenhuizen):

A) Maatregelen die betrekking hebben op het gebouw:

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB2.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via spouwmuur van de zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Toepassen van spouwmuurisolatie.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

In zwembadruimte is niet-geïsoleerde (spouw)muur aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB3.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies van zwembadruimte via dak beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Oud dak vervangen en isoleren met een Rc-waarde van ten minste 3,5 [m2K/W].

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Zwembadruimte heeft onvoldoende geïsoleerd dak.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil.

Nummer maatregel

GB4.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via beglazing zwembadruimte beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) HR++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

b) HR+++-beglazing in geïsoleerde kozijnen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Zwembadruimte heeft dubbele beglazing in kozijnen.

b) Zwembadruimte heeft enkele beglazing in kozijnen.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC5.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Enkele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

b) Dubbele kruisstroomwisselaar met hoger rendement toepassen.

c) Dubbele kruisstroomwisselaar met modulaire separate opzet conform het DWARS-systeem, met hoger rendement toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

c) Gezamenlijke opstellingsruimte van meerdere luchtbehandelingskasten in een technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a)

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

b en c)

Zelfstandig moment: ja, als het jaarlijks aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC6.

Omschrijving maatregel

Verlies warmte via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur met recirculatieklepsturing.

b) Recirculeren van ventilatiedebiet op basis van vocht en temperatuur.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is afwezig).

b) 100% ventilatie met twincoil als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte

(zwembadafdekking is aanwezig).

Technische randvoorwaarden

Toe- en afvoerkanalen en andere onderdelen zijn 100% gecoat en chloorbestendig.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Ventileren van een ruimte.

Nummer maatregel

GC7.

Omschrijving maatregel

Warmteverlies via ventilatielucht beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met toerenregeling.

b) Luchtdebiet beperken op basis van vocht en temperatuur met frequentieregelaars met difuusinblaas.

c) Luchtdebiet beperken op basis van het drogen van buitenlucht met frequentieregelaar.

d) Energie onttrekken uit de afblaaslucht met een warmtepomp in combinatie met temperatuur en vochtregeling, frequentieregelaars om debiet te beperken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Luchtbehandeling met twincoilsysteem als warmteterugwinning is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

a) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling.

b) Motoren zijn geschikt voor toerenregeling en extra regeling luchtdichte constructie.

c en d) Kasten moeten passen in de technische ruimte.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

a en b)

Zelfstandig moment: ja, als jaarlijks aardgas verbruik minder is dan 170.000 m3.

Natuurlijk moment: ja.

c)

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

d)

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Verwarmen van een ruimte.

Nummer maatregel

GD2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige warmteopwekking toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-ketel toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele cv-ketel of VR cv-ketel is aanwezig in zwembadruimte.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE3.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van buitenverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bewegingssensoren, schemer- en tijdschakelaars toepassen.

b) Schemer- en tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Buitenverlichting (niet zijnde reclame- of noodverlichting) is overdag, in de avond en / of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Buitenverlichting is in de nacht ten minste 6 uur uit.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als ten minste 50 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE4.

Omschrijving maatregel

Onnodig branden van reclameverlichting voorkomen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Schemer-, en/of tijdschakelaars toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt.

Reclameverlichting is overdag en/of ’s nachts aan.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Reclameverlichting kan in de nacht ten minste 6 uur worden uitgeschakeld.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als ten minste 5 armaturen aanwezig zijn.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE5.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaand of nieuw armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen en/of halogeen breedstralers zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- of buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE6.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen toepassen in bestaande armaturen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Gloeilampen, halogeenlampen of neonverlichting zijn aanwezig.

b) Conventionele langwerpige fluorescentielampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van het bestaande armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie.

Nummer maatregel

GE7.

Omschrijving maatregel

Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Ledlampen in bestaande armaturen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

a) Halogeenlampen of gloeilampen zijn aanwezig.

b) Hogedrukkwiklampen zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Technische staat van de armaturen moet voldoende zijn.

Economische randvoorwaarden

a) Niet van toepassing.

b) Aantal branduren is ten minste 4.000 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

B) Maatregelen die betrekking hebben op faciliteiten:

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA5.

Omschrijving maatregel

Warmte uit spuiwater stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Ontspanningsvat toepassen waarin spuiwater in druk wordt verlaagd.

b) Warmtewisselaar toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor spuiwater.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 4.500 MWhthermisch/jaar.

Ten minste 50% van voedingswater bestaat uit vers suppletiewater.

a) Stoomvrager is aanwezig die met discontinu aanbod van ontspanningsstoom kan worden gevoed (veelal de ontgasser).

b) Warmtevrager is aanwezig die met discontinu aanbod van warmte uit spuiwater kan worden gevoed (veelal suppletiewater).

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA6.

Omschrijving maatregel

Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater).

b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater).

c) Luvo (luchtvoorverwarmer) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen.

Technische randvoorwaarden

Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal ten minste 2 m vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Jaarlijks aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA7.

Omschrijving maatregel

Stoom energiezuinig produceren door warmere verbrandingslucht toevoer aan de branderventilator.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot dichtbij luchtaanzuigopening van brander toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 m vanaf vloer.

Technische randvoorwaarden

Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Temperatuur dichtbij plafond is ten minste 10°C hoger dan temperatuur dichtbij brander.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA8.

Omschrijving maatregel

Luchtovermaat stoomketel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Automatische regeling luchtovermaat op basis van temperatuurcorrectie toepassen.

b) Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt.

a) Gasgestookte stoomketel is aanwezig.

b) Stoomketel is aanwezig die wordt bijgestookt met biogas of een andere brandstof (niet zijnde aardgas).

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik stoominstallatie is ten minste 1.500 MWhthermisch/jaar.

a) Verbrandingsluchttemperatuur varieert met meer dan 35°C.

b) Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja, als bedrijfstijd stoominstallatie meer is dan 2.000 uur/jaar.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht).

Nummer maatregel

FA9.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige aardgasgestookte ventilatorbrander toepassen bij stoominstallatie.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Brander met modulerende regeling op basis van druksensor toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Brander met hoog/laagregeling is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Vermogen brander is meer dan 250 kW.

Bedrijfstijd stoominstallatie is ten minste 500 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een koelinstallatie.

Nummer maatregel

FB1.

Omschrijving maatregel

Binnentreden van warme en/of vochtige lucht in koelcel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling toepassen om verdampingsventilatoren te onderbreken.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Sensoren zijn aanwezig om koeling te onderbreken.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC1.

Omschrijving maatregel

Branden van verlichting in koel- en vriescel beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Deurschakeling of bewegingsmelder toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Deurschakeling en bewegingsmelder ontbreken.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Geïnstalleerd vermogen verlichting in koel- en vriescel is ten minste 250 W.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC2.

Omschrijving maatregel

Beperken van ijsvorming op de verdamper(s).

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Regeling voor ontdooiing en/of ontdooibeëindigingsthermostaat ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van productkoeling.

Nummer maatregel

FC3.

Omschrijving maatregel

Energiezuinige lampen in koelcel toepassen.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Armaturen met ledlampen toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FD1.

Omschrijving maatregel

Het debiet van afzuigsystemen in grootkeukens beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Rook- en/of dampdetectieapparatuur in combinatie met meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Meet- en regelapparatuur van de afzuiginstallatie ontbreekt.

Technische randvoorwaarden

Motoren zijn geschikt om frequentie te schakelen.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

Bereiden van voedingsmiddelen.

Nummer maatregel

FD2.

Omschrijving maatregel

Een infrarood salamander met aan/uit of tijd schakelaar wordt ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Automatische pan detectie, waardoor onnodig aanstaan van het grill element wordt voorkomen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Ongeregelde infrarood salamander worden ingezet voor het verwarmen of grillen van producten.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE1.

Omschrijving maatregel

Nullasturen persluchtcompressoren beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Persluchtcompressoren met frequentie- of toerenregeling toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressor heeft vollast/nullast- of vollast/nullast/uitschakeling.

Technische randvoorwaarden

Bij meerdere compressoren uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van aan/uitschakeling.

Economische randvoorwaarden

Aantal nullasturen is ten minste 1.100 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: nee.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE2.

Omschrijving maatregel

Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Luchtkanaal toepassen voor aanzuigen van buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Compressoren zuigen door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan.

Technische randvoorwaarden

Opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 m.

Economische randvoorwaarden

Energieverbruik compressor is ten minste 65.000 kWh/jaar. Elektriciteitsverbruik op de locatie waar de milieubelastende activiteit(en) wordt/worden verricht is minder dan 10.000.000 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE3.

Omschrijving maatregel

Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

Warmte gebruiken voor ruimteverwarming.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Warmte van compressoren wordt naar buiten afgevoerd.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bij een aardgasverbruik van minder dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 1.400 uur per stookseizoen.

Bij een aardgasverbruik van meer dan 170.000 m3, is het aantal vollasturen ten minste 2.200 uur per stookseizoen.

Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 m.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE4.

Omschrijving maatregel

Persluchtgebruik bij blazen beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

HR-blaaspistool of blaasmondje met nozzle met laag verbruik toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Blaaspistool ouder dan 10 jaar of blaasmondje zonder nozzle is aanwezig.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

Bedrijfstijd blaaspistool of blaasmondje is ten minste 250 uur/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een persluchtinstallatie.

Nummer maatregel

FE5.

Omschrijving maatregel

Aanstaan persluchtsysteem beperken.

Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie

a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen.

b) Schakelklok met overwerktimer toepassen.

Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek

Schroef- of zuigercompressor kan alleen handmatig worden uitgeschakeld.

Technische randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Economische randvoorwaarden

a) Energieverbruik compressor is ten minste 15.000 kWh/jaar.

b) Energieverbruik compressor is ten minste 9.500 kWh/jaar.

Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment?

Zelfstandig moment: ja.

Natuurlijk moment: ja.

Bijzondere omstandigheden

Niet van toepassing.

Activiteit

In werking hebben van een stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie.

Nummer maatregel

FF1.

<