34 775 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018

C VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 maart 2018

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 6 februari 2018 een brief gestuurd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan.

De Minister heeft op 20 maart 2018 gereageerd.

De Kamer brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 6 februari 2018

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan. In verband met het aantreden van het nieuwe kabinet maak ik graag van de gelegenheid gebruik om u – eenmalig – ter informatie een volledig overzicht aan te bieden van de openstaande of deels voldane toezeggingen die door uw ambtsvoorganger zijn gedaan. Ook toezeggingen met een onbepaalde termijn zijn in dit overzicht opgenomen.

Doordat de portefeuilles van de bewindspersonen bij het aantreden van het nieuwe kabinet opnieuw zijn vastgesteld, kan het voorkomen dat een toezegging niet correct is geadresseerd. Indien dit het geval is, verneemt de Kamer dit uiteraard graag.

Daarnaast treft u ter verificatie het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht aan van de openstaande en deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2018 is verstreken.

Beide overzichten, die deels samen kunnen vallen, zijn terug te vinden via de volgende links:

Totaaloverzicht: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vklmjfvrtsrf&ministerie=vghyngkof7kn

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen, graag vóór vrijdag 16 maart 2018. Deze prognose betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden en is er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s, wetsvoorstellen en dergelijke, waarin aan een toezegging aan de Eerste Kamer wordt voldaan, rechtstreeks naar deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het registratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2018

In reactie op uw brief van 6 februari jl. over het halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen, ontvangt u hierbij, mede namens de Staatssecretaris, een geactualiseerd overzicht.

Daarin is de stand van zaken vermeld van:

  • 1. Rappelabele toezeggingen SZW (rappel januari 2018)

  • 2. Rappelabele toezeggingen SZW (totaaloverzicht januari 2018)

Bij nog openstaande toezeggingen is een prognose gegeven voor de status van verzending naar uw Kamer.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Rappelabele toezeggingen SZW EK (rappel januari 2018)

1. Toezegging Bijzondere bijstand (33 716) (T01981)

De Minister van SZW zegt de Kamer, n.a.v. opmerkingen van diverse leden, toe het beroep op de bijzondere bijstand als gevolg van de gewijzigde regelgeving in het overgangsjaar te monitoren en te bezien of eventuele aanvullende middelen na 2015 nodig zijn. Beide Kamers zullen hierover tijdig worden geïnformeerd.

Stand van zaken: Afgehandeld met brief aan de Eerste Kamer d.d. 14-09-2016, Kamerstuk I, 2016–2017, 33 716, nr. J en brief aan de Eerste Kamer d.d. 12-02-2018, Kamerstuk I, 2017–2018, 33 716, nr. L.

2. Toezegging Zelfstandigen (33 981) (T02134)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Backer, toe om – samen met cliëntenbelangenorganisaties – de belemmeringen die mensen met een arbeidsbeperking ondervinden als zij zich zelfstandig willen vestigen, in kaart te brengen en te bezien hoe de problemen kunnen worden opgelost.

Stand van zaken: Op 10 juni 2015 heeft SZW een bijeenkomst met een aantal experts georganiseerd over het onderwerp arbeidsbeperkten en zelfstandig ondernemerschap. Aanwezig waren vertegenwoordigers van Iederin, het Landelijk Platform GGD, de Landelijke Cliëntenraad, UWV en SZW.

Alle aanwezige organisaties waren het erover eens dat zelfstandig ondernemerschap juist ook een mogelijkheid biedt voor mensen met een arbeidsbeperking. Elke beginnende ondernemer loopt tegen problemen aan en dat geldt ook zeker voor deze groep.

De focus in de bespreking lag op twee onderwerpen: hoe kun je mensen hulp bij de start geven en in hoeverre ondersteunen de verschillende regelingen een goede start.

Uit de bespreking bleek dat er informatie beschikbaar is, maar dat die informatie vaak uitsluitend digitaal beschikbaar is. Deze vorm van informatievoorziening voldoet vaak niet. Gezamenlijke bijeenkomsten voor de doelgroep zijn een betere manier en kunnen stimulerend werken.

De regelingen die voor de groep met een arbeidsbeperking het meest voorkomen zijn de Wajong en de Bbz-regeling van de bijstand. Starten vanuit de bijstand is niet altijd mogelijk op fulltime basis. Dit geldt zeker voor mensen met een beperking. Binnen de Participatiewet heeft de gemeente de mogelijkheid om mensen (tijdelijk) parttime ondernemen toe te staan en daarbij begeleiding te bieden. Niet alle gemeenten bieden deze mogelijkheid aan, maar er zijn gemeenten die een regeling hebben ontworpen waarbij dit wel mogelijk is.

Om de uitvoering beter te informeren over de mogelijkheid om mensen vanuit de uitkering via parttime-ondernemerschap aan de slag te helpen, heeft Divosa in december 2016 de eerste versie van de werkwijzer «Aan de slag met parttime ondernemen» gepubliceerd. In december 2017 is de werkwijzer geüpdatet en uitgebreid met een hoofdstuk over parttime ondernemen in een sociale coöperatie. Deze werkwijzer is als onderdeel van het kennisprogramma Effectiviteit & Vakmanschap ontwikkeld, dat mede gefinancierd is door het Ministerie van SZW. In de Verzamelbrief van 31 maart 2017 heeft SZW de uitvoering (gemeenten, UWV en sw-bedrijven) over de werkwijzer geïnformeerd.

3. Toezegging Btw-behandeling (34 117/34 320) (T02240)

De Staatssecretaris van SZW zal, naar aanleiding van opmerkingen van diverse leden, de wens van de Kamer om een gelijke btw-behandeling toe te passen ten aanzien van de beheerskosten voor DC en DB-regelingen, na ommekomst van de bevindingen van de advocaat-generaal in maart 2016, meenemen in de afwegingen van het kabinet hierover. De conclusie van het kabinet zullen zo spoedig mogelijk ter bespreking aan beide Kamers worden voorgelegd.

Stand van zaken: De Staatssecretaris van Financiën heeft de Eerste Kamer en Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de uitspraak van de Hoge Raad en aangegeven dat hij geen mogelijkheid ziet om het onderscheid voor de btw tussen DB- en DC-regelingen te laten vervallen of een onafhankelijk extern onderzoek hiernaar in te stellen (Kamerstuk I, 2016/17, 34 552, nr. L). De Staatssecretaris van FIN heeft de Kamer in de brieven van 28 juni 2017 en 13 oktober 2017 voorts geïnformeerd over de uitvoering van de motie Omtzigt. Dit betreft een brief in reactie op de voortang van het onderzoek over het opleggen van btw voor beleggingen bij pensioenfondsen en bijbeheersdiensten (Kamerstuk 21 501-07-1449) en antwoorden naar aanleiding van een schriftelijk overleg over het arrest van de Hoge Raad inzake DB-pensioenregelingen (Kamerstuk 21 501-07 nr. 1464).

In die brieven is ook aangegeven dat de Staatssecretaris van FIN geen mogelijkheid ziet om het onderscheid voor de btw tussen DB- en DC-regelingen te laten vervallen en is hierin gesteund door de Europese Commissie. Nederland heeft dit onderwerp bovendien geagendeerd voor het btw-comité van 1 december 2017 en ook hier is de zienswijze van de Europese Commissie niet tegengesproken. Tot slot is de Staatssecretaris van FIN op dit moment bezig met de beantwoording van nieuwe schriftelijke vragen over (onder andere) dit onderwerp.

Aangezien het zwaartepunt van de discussie zich richt op de fiscale behandeling, gegeven de beleidsverantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Financiën voor belastingzaken en aangezien daarom eerdere correspondentie met de Kamers over dit onderwerp alleen via de Staatssecretaris van Financiën is gelopen, vragen wij de Eerste Kamer om eventuele vervolgvragen te richten aan de Staatssecretaris van Financiën.

4. Toezegging Stappenplan objectieve methodiek sociaal minimum Caribisch Nederland (34 550-IV) (T02383)

De Staatssecretaris van SZW zegt, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe de Kamer vóór 1 maart 2017 een stappenplan toe te sturen hoe te komen tot geobjectiveerde ijkbedragen voor het noodzakelijk levensonderhoud op de drie eilanden in Carabisch Nederland. Op basis van de uitkomsten van de benadering in het stappenplan zal de regering nader besluiten of het sociaal minimum gebaseerd blijft op het wettelijk minimumloon, dan wel dat gekozen moet worden voor een andere geobjectiveerde basis. In de tussentijd zal de regering zich inzetten voor de verdere verbetering van de levensomstandigheden in Caribisch Nederland, onder meer door zowel de bijzondere onderstand als de overige uitkeringen zo veel mogelijk omhoog te brengen.

Stand van zaken: In maart 2017 heeft de Eerste Kamer het stappenplan (waarin het onderzoek is aangekondigd) ontvangen (brief aan de Eerste Kamer d.d. 03-03-2017, Kamerstuk I, 2016–2017, 34 550 IV, nr. I).

Het onafhankelijk onderzoek naar de kosten van levensonderhoud (de zogeheten «bare essentials», o.a. voeding, kleding, wonen en transport) loopt. De geplande oplevering van het rapport is tweede kwartaal 2018. Wanneer het onderzoek is afgerond, zal politieke besluitvorming volgen over hoe om te gaan met de bevindingen.

5. Toezegging Uitbreiding participatieverklaringstraject (34 584) (T02478)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, toe om gemeenten – via de Verzamelbrief – te attenderen op de mogelijkheid om het participatieverklaringstraject op vrijwillige basis aan te bieden aan EU-onderdanen en overige niet-inburgeringsplichtige migranten, zodat gestimuleerd en gefaciliteerd wordt dat alle nieuwkomers een participatietraject volgen en een Participatieverklaring gaan tekenen.

Stand van zaken: Gemeenten zijn in de verzamelbrief van 24 oktober 2017 geattendeerd op de mogelijkheid om het participatieverklaringstraject aan te bieden aan niet- inburgeringsplichten. Beide Kamers ontvangen afschriften van iedere Verzamelbrief gemeenten.

Rappelabele toezeggingen SZW EK (totaal overzicht januari 2018)

1. Toezegging Anticiperen op totstandkoming wetgeving (32 701-I) (T01590)

De Staatssecretaris geeft aan na afloop van de juridische procedures een brief te sturen naar de Eerste Kamer over de lering die uit het proces kan worden getrokken t.a.v. het overgangsrecht. Hij zegt toe deze brief in afschrift aan de Tweede Kamer te willen zenden en ontraadt de motie in zijn huidige vorm

Stand van zaken: Naar aanleiding van de uitspraak van het gerechtshof 's-Gravenhage van 5 juni 2012 over het ontbreken van overgangsrecht in het wetsvoorstel Intrekking Wet werk en inkomen kunstenaars (32 701) heeft toenmalig Staatssecretaris De Krom bij brief van 24 september 2012 toegezegd er bij toekomstige wetgevingstrajecten rekening mee te houden dat vooraankondiging gedurende de parlementaire behandeling geen reden kan zijn om een overgangsmaatregel achterwege te laten. Daarnaast heeft hij in deze brief naar aanleiding van dit wetsvoorstel toegezegd de beoogde datum van inwerkingtreding niet langer vast te leggen in een wetsvoorstel om eventuele uitloop van de plenaire behandelding van een toekomstig wetsvoorstel te kunnen ondervangen.

Met beide toezeggingen wordt rekening gehouden in het huidige wetgevingsproces. Aan de toezeggingen is derhalve voldaan.

Afgehandeld met brief aan de Eerste Kamer d.d. 24-09-2012, Kamerstuk I, 32 701, nr. 3.

2. Toezegging Monitoren bestuursmodellen (33 182) (T01780)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, n.a.v. een vraag van het lid Postema, toe om het gebruik van de modellen te monitoren en de Eerste Kamer van de resultaten op de hoogte te stellen.

Stand van zaken: Afgehandeld met brief aan de Eerste Kamer d.d. 8 maart 2018, Kamerstuk I, 2017–2018, 33 182, nr. K en bijlage.

3. Toezegging jaarlijkse rapportage aan het parlement over de premieontwikkeling bij de pensioenfondsen (33 610/33 847) (T01964)

De staatsecretaris van SZW zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (CU), toe de Kamer jaarlijks te zullen rapporteren over de premieontwikkeling van de pensioenfondsen.

Stand van zaken: Er is een onderzoeksrapport van DNB over de premieontwikkeling bij pensioenfondsen op 19 maart 2015 aan de Eerste Kamer aangeboden (Kamerstuk I, 33 847, nr. K). Het overzicht van DNB in 2018 over premieontwikkeling bij 25 grote pensioenfondsen wordt in het tweede kwartaal van 2018 naar de Eerste Kamer verzonden. In die brief zal ook worden voorgesteld om de toezegging hiermee als voldaan aan te merken. De relevantie van het periodiek versturen van het jaarlijks overzicht van de DNB is immers na 2015 sterk afgenomen. Dit wordt verder in de komende brief toegelicht.

4. Toezegging bijzondere bijstand (33 716) (T01981)

De Minister van SZW zegt de Kamer, n.a.v. opmerkingen van diverse leden, toe het beroep op de bijzondere bijstand als gevolg van de gewijzigde regelgeving in het overgangsjaar te monitoren en te bezien of eventuele aanvullende middelen na 2015 nodig zijn. Beide Kamers zullen hierover tijdig worden geïnformeerd.

Stand van zaken: Afgehandeld met brief aan de Eerste Kamer d.d. 14-09-2016, Kamerstuk I, 2016–2017, 33 716, nr. J en brief aan de Eerste Kamer d.d. 12-02-2018, Kamerstuk I, 2017–2018, 33 716, nr. L.

5. Toezegging Bij de evaluatie van het wetsvoorstel wordt effect op gezinnen van aangescherpt begrip «passende arbeid» betrokken (33 818) (T02028)

De Minister van SZW zegt de Kamer, n.a.v. opmerkingen van diverse leden, toe het beroep op de bijzondere bijstand als gevolg van de gewijzigde regelgeving in het overgangsjaar te monitoren en te bezien of eventuele aanvullende middelen na 2015 nodig zijn. Beide Kamers zullen hierover tijdig worden geïnformeerd.

Stand van zaken: De evaluatie is vanaf 2016 gestart na inwerkingtreding van het gewijzigde begrip passende arbeid o.g.v. de WWZ. Beide Kamers worden in het 4e kwartaal van 2019 nader geïnformeerd.

6. Toezegging Taalbeheersing bijstandsgerechtigden (33 975, (T02092)

De staatsecretaris van SZW is voornemens de taalbeheersing van bijstandsgerechtigden te laten monitoren; De Kamer zal hierover vier jaar – met evaluatie van de wet – worden geïnformeerd.

Stand van zaken: CBS monitort de uitvoering van de Wet Taaleis. Eerste rapport in januari 2018 opgeleverd en aan de Kamers gestuurd. Definitieve evaluatie volgt in de tweede helft van 2019. Het onderzoek wordt in het 3e kwartaal van 2018 aanbesteed.

7. Toezegging Evaluatie Wet aanpassing financieel toetsingskader (33 972) (T02107)

De Staatssecretaris van SZW ondersteunt de motie-Ester om de wet over drie jaar te evalueren.

Stand van zaken: Afgehandeld met brief aan de Eerste Kamer d.d. 8 maart 2018, Kamerstuk I, 2017–2018, 33 972, AC en bijlage.

8. Toezegging Evaluatie quotumheffing (33 981) (T02130)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, n.a.v. een opmerking van het lid Elzinga, toe het instrument «quotumheffing» twee jaar na de inwerkingtreding te evalueren en de Kamer over de uitkomsten ervan te informeren.

Stand van zaken: De quotumregeling is vanaf 1 januari 2018 voor de overheidswerkgevers geactiveerd. 2018 is een overgangsjaar, omdat het kabinet heeft besloten om over de eventuele quotumtekorten over 2018 geen heffing op te leggen aan de werkgevers die niet de afgesproken aantallen hebben gehaald. Dat betekent dat eind 2020 twee jaren met quotumheffing zijn verstreken. De resultaten over 2020 zijn in het derde kwartaal van 2021 bekend. Dat betekent dat vanaf oktober 2021 een evaluatie kan worden gestart. Beide Kamers worden in het eerste kwartaal van 2022 nader geïnformeerd over de evaluatie.

9. Toezegging Sociaal ondernemen (33 981) (T02132)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, n.a.v. een vraag van het lid Terpstra, toe de onderzoeksresultaten die voortvloeien uit de Tweede Kamermotie over de prestatieladder sociaal ondernemen zo mogelijk bij de evaluatie van voorliggende wet te betrekken.

Stand van zaken: De toezegging zal worden afgehandeld bij de evaluatie van de wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. In het 2e kwartaal van 2020 worden beide Kamers nader geïnformeerd.

10. Toezeggingen zelfstandigen (33 981) (T02134)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Backer, toe om – samen met cliëntenbelangenorganisaties – de belemmeringen die mensen met een arbeidsbeperking ondervinden als zij zich zelfstandig willen vestigen, in kaart te brengen en te bezien hoe de problemen kunnen worden opgelost.

Stand van zaken: Op 10 juni 2015 heeft SZW een bijeenkomst met een aantal experts georganiseerd over het onderwerp arbeidsbeperkten en zelfstandig ondernemerschap. Aanwezig waren vertegenwoordigers van Iederin, het Landelijk Platform GGD, de Landelijke Cliëntenraad, UWV en SZW.

Alle aanwezige organisaties waren het erover eens dat zelfstandig ondernemerschap juist ook een mogelijkheid biedt voor mensen met een arbeidsbeperking. Elke beginnende ondernemer loopt tegen problemen aan en dat geldt ook zeker voor deze groep.

De focus in de bespreking lag op twee onderwerpen: hoe kun je mensen hulp bij de start geven en in hoeverre ondersteunen de verschillende regelingen een goede start.

Uit de bespreking bleek dat er informatie beschikbaar is, maar dat die informatie vaak uitsluitend digitaal beschikbaar is. Deze vorm van informatievoorziening voldoet vaak niet. Gezamenlijke bijeenkomsten voor de doelgroep zijn een betere manier en kunnen stimulerend werken.

De regelingen die voor de groep met een arbeidsbeperking het meest voorkomen zijn de Wajong en de Bbz-regeling van de bijstand. Starten vanuit de bijstand is niet altijd mogelijk op fulltime basis. Dit geldt zeker voor mensen met een beperking. Binnen de Participatiewet heeft de gemeente de mogelijkheid om mensen (tijdelijk) parttime ondernemen toe te staan en daarbij begeleiding te bieden. Niet alle gemeenten bieden deze mogelijkheid aan, maar er zijn gemeenten die een regeling hebben ontworpen waarbij dit wel mogelijk is.

Om de uitvoering beter te informeren over de mogelijkheid om mensen vanuit de uitkering via parttime-ondernemerschap aan de slag te helpen, heeft Divosa in december 2016 de eerste versie van de werkwijzer «Aan de slag met parttime ondernemen» gepubliceerd. In december 2017 is de werkwijzer geüpdatet en uitgebreid met een hoofdstuk over parttime ondernemen in een sociale coöperatie. Deze werkwijzer is als onderdeel van het kennisprogramma Effectiviteit & Vakmanschap ontwikkeld, dat mede gefinancierd is door het Ministerie van SZW. In de Verzamelbrief van 31 maart 2017 heeft SZW de uitvoering (gemeenten, UWV en sw-bedrijven) over de werkwijzer geïnformeerd.

11. Toezegging Mogelijke verdringingseffecten (34 053) (T02148)

De Minister van SZW streeft ernaar om, met de evaluatie van de werking van de wet over de eerste twee jaar na inwerkingtreding, de nodige kwantitatieve gegevens te vergaren om de mogelijke verdringingseffecten te kunnen nagaan en zal het CBS, n.a.v. opmerkingen van de leden Elzinga, Ester en Lintmeijer, verzoeken om daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de verdringingseffecten voor de groep kwetsbare oudere werkzoekenden. De uitkomsten van de evaluatie zullen met de Kamer worden gedeeld.

Stand van zaken: Deze zaak zal worden betrokken bij de evaluatie over de werking van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd over de eerste twee jaar na inwerkingtreding. Deze zal in het najaar van 2018 gereed zijn, waarna er een brief in oktober 2018 naar de Eerste Kamer wordt gestuurd.

12. Toezegging Risicogestuurd toezicht (34 053) (T02172)

De Minister van De Minister van SZW zegt de Kamer, n.a.v. opmerkingen van de leden Jorritsma-Lebbink en Rinnooy Kan, toe om het risicogestuurd toezicht te betrekken bij de wetsevaluatie, die drie jaar na inwerkingtreding zal plaatsvinden, en dan te bekijken of op deze vorm van toezicht kan worden overgegaan.

Stand van zaken: Het betreft hier het toezicht op de jeugdverblijven, waarvan de uitvoering en handhaving bij het Ministerie van VWS is belegd. De Eerste Kamer zal in het eerste kwartaal van 2019 worden geïnformeerd door VWS.

13. Toezegging Btw-behandeling (34 117/34 320) (T02240)

De Staatssecretaris van SZW zal, naar aanleiding van opmerkingen van diverse leden, de wens van de Kamer om een gelijke btw-behandeling toe te passen ten aanzien van de beheerskosten voor DC en DB-regelingen, na ommekomst van de bevindingen van de advocaat-generaal in maart 2016, meenemen in de afwegingen van het kabinet hierover. De conclusie van het kabinet zullen zo spoedig mogelijk ter bespreking aan beide Kamers worden voorgelegd.

Stand van zaken: De Staatssecretaris van Financiën heeft de Eerste Kamer en Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de uitspraak van de Hoge Raad en aangegeven dat hij geen mogelijkheid ziet om het onderscheid voor de btw tussen DB- en DC-regelingen te laten vervallen of een onafhankelijk extern onderzoek hiernaar in te stellen (Kamerstuk I, 2016/17, 34 552, nr. L). De Staatssecretaris van FIN heeft de Kamer in de brieven van 28 juni 2017 en 13 oktober 2017 voorts geïnformeerd over de uitvoering van de motie Omtzigt. Dit betreft een brief in reactie op de voortang van het onderzoek over het opleggen van btw voor beleggingen bij pensioenfondsen en bijbeheersdiensten (Kamerstuk 21 501-07-1449) en antwoorden naar aanleiding van een schriftelijk overleg over het arrest van de Hoge Raad inzake DB-pensioenregelingen (Kamerstuk 21 501-07 nr. 1464).

In die brieven is ook aangegeven dat de Staatssecretaris van FIN geen mogelijkheid ziet om het onderscheid voor de btw tussen DB- en DC-regelingen te laten vervallen en is hierin gesteund door de Europese Commissie. Nederland heeft dit onderwerp bovendien geagendeerd voor het btw-comité van 1 december 2017 en ook hier is de zienswijze van de Europese Commissie niet tegengesproken. Tot slot is de Staatssecretaris van FIN op dit moment bezig met de beantwoording van nieuwe schriftelijke vragen over (onder andere) dit onderwerp.

Aangezien het zwaartepunt van de discussie zich richt op de fiscale behandeling, gegeven de beleidsverantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Financiën voor belastingzaken en aangezien daarom eerdere correspondentie met de Kamers over dit onderwerp alleen via de Staatssecretaris van Financiën is gelopen, vragen wij de Eerste Kamer om eventuele vervolgvragen te richten aan de Staatssecretaris van Financiën.

14. Toezegging Evaluatie van de wt (34 255) (T02343)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, n.a.v. een opmerking van het lid Lintmeijer, toe de werking van de standaardoptie (default-optie), de meerwaarde van het wetsvoorstel en de begrijpelijkheid voor de deelnemers te betrekken bij de evaluatie.

Stand van zaken: In het najaar van 2018 is de aanbesteding van de onderzoeksopdracht voor de evaluatie gepland. In de eerste helft van 2019 zal het onderzoek worden uitgevoerd. In de zomer 2019 worden beide Kamers geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie.

15. Toezegging Stappenplan objectieve methodiek sociaal Caribisch Nederland (34 550 IV) (T02383)

De Staatssecretaris van SZW zegt, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe de Kamer vóór 1 maart 2017 een stappenplan toe te sturen hoe te komen tot geobjectiveerde ijkbedragen voor het noodzakelijk levensonderhoud op de drie eilanden in Carabisch Nederland. Op basis van de uitkomsten van de benadering in het stappenplan zal de regering nader besluiten of het sociaal minimum gebaseerd blijft op het wettelijk minimumloon, dan wel dat gekozen moet worden voor een andere geobjectiveerde basis. In de tussentijd zal de regering zich inzetten voor de verdere verbetering van de levensomstandigheden in Caribisch Nederland, onder meer door zowel de bijzondere onderstand als de overige uitkeringen zo veel mogelijk omhoog te brengen.

Stand van zaken: Het onafhankelijk onderzoek naar de kosten van levensonderhoud (de zogeheten «bare essentials», o.a. voeding, kleding, wonen en transport) loopt. De geplande oplevering van het rapport is tweede kwartaal 2018. Wanneer het onderzoek is afgerond, zal politieke besluitvorming volgen over hoe om te gaan met de bevindingen.

16. Toezegging Evaluatie Inburgering (34 584) (T02477)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Nooren en Schalk, toe in de evaluatie van de Wet inburgering, die tevens naar de Eerste Kamer zal worden gestuurd, de volgende punten mee te nemen: de manier waarop gemeenten hun rol in de dagelijkse praktijk vervullen (bereikbaarheid en aanpak van de activiteiten die de gemeente organiseert of laat organiseren voor nieuwkomers), de mogelijkheden en het vermogen van inburgeraars (inclusief een reflectie van de regering op hoe in de inburgering rekening gehouden kan worden met de implicaties van het WRR-rapport «Weten is nog geen doen»), en de stand van zaken omtrent de participatieverklaringen en de opgelegde sancties.

Stand van zaken: Het onderzoeksbureau zal uiterlijk juni 2018 de definitieve evaluatie opleveren. Beide Kamers worden voor het zomerreces van 2018 nader geïnformeerd.

17. Toezegging Uitbreiding participatieverklaringestraject (34 584) (T02478)

De Staatssecretaris van SZW zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, toe om gemeenten – via de Verzamelbrief – te attenderen op de mogelijkheid om het participatieverklaringstraject op vrijwillige basis aan te bieden aan EU-onderdanen en overige niet-inburgeringsplichtige migranten, zodat gestimuleerd en gefaciliteerd wordt dat alle nieuwkomers een participatietraject volgen en een Participatieverklaring gaan tekenen

Stand van zaken: Gemeenten zijn in de verzamelbrief van 24 oktober 2017 geattendeerd op de mogelijkheid om het participatieverklaringstraject aan te bieden aan niet- inburgeringsplichten. Beide Kamers ontvangen afschriften van iedere Verzamelbrief gemeenten.

18. Toezegging onderzoeken en rapporteren aan de Kamer wat de omvang van deze groep is (mensen die ná 1 januari 2016 vervroegd met pensioen zijn gegaan, en te maken krijgen met een stijging van de AOW-leeftijd vanaf 2022) en welke mogelijkheden zij hebben om een eventueel inkomensgat op te vangen (34 674) (T02483)

Stand van zaken: De Eerste Kamer ontvangt in maart 2018 een brief waarin nader wordt ingegaan op deze toezegging.

19. Toezegging Armoede bij kinderen (34 775) (T02494)

De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe in het eerste kwartaal van 2018 te reageren op het SER-advies en het rapport van de Kinderombudsman over armoede bij kinderen, en daarbij tevens te reageren op de suggestie een resultaatsverplichting voor de overheid in te voeren

Stand van zaken: Beide Kamers ontvangen eind maart, begin april 2018 een brief waarin nader wordt ingegaan op de onderwerpen in deze toezegging.

20. Toezegging Arbeidsparticipatie kwetsbare groepen (34 775) (T02495) 7

De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Strik (GroenLinks), toe het dictum van de gewijzigde motie Strik c.s. over te nemen en maximaal drie jaar na invoering een evaluatie te houden van de effecten van de maatregelen om de arbeidsparticipatie te verbeteren van mensen met een beperking, arbeidsongeschikten en Wajongers op de feitelijke inkomenspositie en de arbeidsparticipatie van deze groepen.

Stand van zaken: Drie jaar na de invoering van de wet zal de evaluatie plaatsvinden. Een inventarisatie vindt plaats om in kaart te brengen in hoeverre de effecten van de in de motie genoemde maatregelen op de feitelijke inkomenspositie en de arbeidsparticipatie van mensen in een kwetsbare positie meelopen in de huidige monitoring en evaluatie.

Naar boven