Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 28753 nr. 47 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 28753 nr. 47 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2023
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, over de voortgang van de versterking van de Publiek Private Samenwerking (PPS) op het terrein van internationale innovatie- en handelsbevordering. Deze brief bouwt voort op de beleidsreactie die u op 21 oktober 2022 heeft ontvangen over de uitkomsten van het evaluatierapport van de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) over dit beleidsterrein.1 2 Ook wordt met deze brief invulling gegeven aan de motie van de leden Klink en Amhouch, die de regering verzoekt «om verdere integratie van het innovatie- en handelsinstrumentarium van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken en Klimaat te bewerkstelligen en voor de zomer van 2023 concrete stappen te zetten».3
In het tweede deel van de brief wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Romke de Jong c.s. over expliciet aandacht besteden aan de belemmeringen voor het mkb en hoe deze met het nieuwe beleid worden weggenomen en zal wat gezegd worden over de bereikbaarheid van de dienstverlening voor ondernemers en de samenwerking mede n.a.v. schriftelijke vraag op 23 februari tijdens het EKV 2 minuten debat van de VVD-fractie «over de integratie en samenwerking tussen de Atradius Dutch State Business, RVO, Invest NL, Invest International en de departementen Financiën, Economische Zaken en Klimaat en Buitenlandse Zaken».4
Het doel van de versterking van de Publiek Private Samenwerking is het nog beter signaleren, ondersteunen en verzilveren van internationale kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en relevante kennisinstellingen. In deze brief wordt een onderscheid gemaakt tussen specifiek en generiek handelsbeleid. Het specifieke handelsbeleid sluit aan op het missiegedreven innovatie- en topsectorenbeleid en richt zich met name op strategische, collectieve, meerjarige marktbewerking van de Unique Selling Points (USPs) van het Nederlandse bedrijfsleven op met name prioritaire markten in PPS-verband. Het is van belang dat er vanuit dit beleid gewerkt wordt aan het versnellen van transities op het gebied van duurzaamheid, energie en digitalisering en het opbouwen van cruciale technologieposities om het duurzame verdienvermogen van Nederland op peil te houden en bij te dragen aan het bereiken van meer open strategische autonomie en economische weerbaarheid. Dit vraagt om meer regie en daadkracht.
We zullen in deze brief eerst ingaan op de versterking van het specifieke handelsbeleid: het beter op elkaar aansluiten van het innovatie- en handelsinstrumentarium, de oprichting van het PPS Regieteam, meerjarig programmeren en recente ontwikkelingen m.b.t. de PPS-uitvoeringsorganisaties NL Works en Trade and Innovate NL (TINL).
Vervolgens zal aandacht worden besteed aan het generieke handelsbeleid. Het generieke handelsbeleid richt zich op de basisondersteuning van ondernemers met internationale ambities, in het bijzonder het mkb, en een breed scala aan inzetbare instrumenten van de Rijksdient voor Ondernemend Nederland (RVO), Invest International en Atradius Dutch State Business. Wat betreft het generieke handelsbeleid wordt in deze brief in het bijzonder ingegaan op: het «no-wrong door» beleid; de overdracht van het Netherlands in Business (NLIB) digitale platform naar de stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk! (NLOM!, gelieerd aan VNO-NCW) per 1 januari 2024; de Richtlijnen voor de samenwerking tussen posten en bilaterale handelskamers wereldwijd; de dienstverlening aan het mkb en samenwerking tussen financiële loketten.
Handel en innovatiebeleid: nauwe samenwerking BHOS en EZK
Het kabinet staat voor de uitdaging de economische weerbaarheid van Nederland te versterken in een wereld die complexer wordt en met grote maatschappelijke vraagstukken wordt geconfronteerd. Om deze weerbaarheid te vergroten en maatschappelijke vraagstukken te kunnen oplossen, heeft een relatief klein land als Nederland internationale afzetmarkten en samenwerkingsverbanden meer dan ooit nodig. De bilaterale en multilaterale inzet van ons handelsbeleid is daarom inherent gericht op het vergroten van wederzijdse markttoegang en het verminderen van handelsbarrières.5 6 De Nederlandse en Europese concurrentiepositie staat in deze multipolaire wereld onder druk. Behoud en versterking van ons verdienvermogen is noodzakelijk om de transities op gebied van digitalisering en verduurzaming mogelijk te maken en open strategische autonomie binnen Europa te verstevigen, onze publieke voorzieningen mogelijk te maken en te zorgen voor werkgelegenheid. BHOS, EZK en de betrokken vakdepartementen zullen daarom nauw blijven samenwerken; ook in de mogelijke aanscherping van prioritaire thema’s om onze internationale concurrentiepositie op lange termijn te kunnen borgen.7
Focus in het gezamenlijke beleid ligt op het versterken van de positie van de strategische en duurzame industrie en op sleuteltechnologieën. Hierover is de Kamer met het verschijnen van de Kamerbrief Strategisch en groen industriebeleid in juli 2022 geïnformeerd.8 In de Kamerbrief Voortgang acquisitie met meer focus van april 2023 benadrukten EZK en BHOS verder de rol van een solide vestigingsklimaat in het behouden en uitbreiden van ons verdienpotentieel.9
Daarnaast wordt nadere invulling gegeven aan het versterken van onze positie op het terrein van open strategische autonomie onder andere door het uitwerken van een grondstoffenstrategie, die inzet op het vergroten van leveringszekerheid van kritieke grondstoffen, in samenhang met versterking van de circulaire economie. Hierover bent u in december 2022 geïnformeerd.10 Na het verschijnen van het voorstel van de Europese Commissie voor een Critical Raw Materials Act heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet middels een BNC-fiche.11
Specifiek beleid: voortgang oprichting Regieteam
De complexe internationale context en de groeiende uitdagingen van deze tijd vereisen een meer gefocuste aanpak en vaak internationale inzet van Publiek Private Samenwerking rond prioritaire thema’s en handelsrelaties. Om die reden zetten BHOS en EZK zich in om de Publiek Private Samenwerking op het vlak van innovatie en handel te versterken.12 Voorbeelden hiervan zijn het Innovatie en Technologie pact met Duitsland en het tijdens het recente bezoek van President Macron gesloten pact voor Innovatie en Duurzame Groei met Frankrijk.13,14 Er wordt intensief ingezet op het verwezenlijken van de afspraken in deze pacten.
De regierol op concrete meerjarige internationaliseringsinitiatieven rond specifieke sterktes van Nederland en prioritaire transities en technologieën zal worden versterkt. Zoals reeds aangekondigd in onze beleidsreactie op de IOB-evaluatie van 21 oktober jl. wordt daarvoor door BHOS, EZK en VNO-NCW een Publiek Privaat Regieteam opgezet. Het Regieteam heeft als doel het verdienvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven door Publiek Private Samenwerking te versterken en haar Unique Selling Points (USPs) in de internationale context nog beter te positioneren. Dit gaan we doen door internationale strategieën via publiek private meerjarige programmering uit te werken in roadmaps, waarin overheid en bedrijfsleven elkaar versterken: zichtbaarheid en matchmaking via missies en strategische beurzen en expo’s; uitbreiding van netwerken en verbetering van markttoegang door inzet van economische diplomatie en kennissamenwerking (o.a. G2G/K2K) en ondersteuning van sectorale business development (van «contacten tot contracten»). Kortom: meer regie voeren op het internationale specifieke handels- en innovatiebeleid.
De werkzaamheden van het Regieteam vinden plaats binnen het beleidskader van dit kabinet ten aanzien van handel en innovatie. Prioritaire thema’s hierin zijn de transities gericht op duurzaamheid en digitalisering, circulaire economie, toekomstbestendige mobiliteit, sleuteltechnologieën en het maatschappelijk verdienvermogen, m.n. binnen aangewezen prioritaire markten (o.b.v. BHOS-nota en Industriebrief).15,16 De focus van het Regieteam zal liggen op private partijen die de meeste waarde kunnen genereren.
Het Regieteam zal, mede o.b.v. de IOB-evaluatie, zowel op strategisch als operationeel niveau bijeenkomen. Zo valt er een brug te slaan tussen strategische besluitvorming en uitvoering, wat noodzakelijk is voor een effectieve inzet van middelen.
Inzet is om het Regieteam minimaal vier maal per jaar fysiek bijeen te laten komen met een goede borging op bestuurlijk niveau. Het Regieteam zal haar werkwijze vaststellen en waar nodig andere relevante partijen bij haar overleggen laten aanschuiven. Om handen en voeten te geven aan het werk van het Regieteam wordt een publiek privaat secretariaat ingesteld. Op dit moment vindt de werving plaats door kwartiermakers van BHOS, EZK en VNO-NCW en worden de scope en mandaat van het regieteam vastgesteld. Streven is in het najaar te beginnen met het Regieteam.
Structurele financiële middelen voor specifiek beleid gericht op handel en innovatie
Het budget van BHOS voor Publiek Private Samenwerking bedraagt EUR 10 mln. per jaar. Met de doorlopende bijdrage aan het GlobalStars programma, het te borgen digitale platform bij de stichting NLOM!, gelieerd aan VNO-NCW (zie onder generiek), de financiering van NLWorks en TINL resteert van dit budget vanaf 2024 jaarlijks een bedrag van ongeveer EUR 3 mln. voor nieuw instrumentarium op het gebied van specifieke innovatie- en handelsbevordering door het Regieteam.17 Het nieuwe instrumentarium voor ondersteuning van specifieke internationaliseringsvoorstellen van Topsectoren en branches wordt thans uitgewerkt door de RVO en zal aan het Regieteam worden voorgelegd. Dit instrumentarium zal gericht zijn op de ondersteuning van het organiserend vermogen van de private sector en meerjarig programmeren.
Vanuit EZK wordt jaarlijkse een structurele bijdrage vanuit het Topsectorenbudget van EUR 450k geleverd in aanvulling op de volgende incidentele financiële middelen:
• incidentele bijdragen aan de financiering van relevante projectvoorstellen uit de jaarlijkse budgetten van de Topsectoren (EUR 200k);
• de reeds aan het EZK pilot-initiatief besteedde middelen (zie kader).18
De uitdagingen van vandaag vragen veelal om een internationale aanpak. Daarom zetten BHOS en EZK zich in om de PPS op het gebied van handel en innovatie op internationaal terrein te versterken. In dat kader is vorig jaar begonnen met een pilot met als doel de internationale inzet van de Topsectoren meer te focussen op beleidsprioriteiten van BHOS en EZK en actiever bij te dragen aan Topsector-overstijgende maatschappelijke, ecologische en economische vraagstukken. Vanuit Topsector Holland High Tech Systemen en Materialen (HTSM) is het pilotproject «Smart & Sustainable Mobility» geïnitieerd. Dit project richt zich op het innemen van posities door Nederlandse bedrijven in de waardeketen van vliegtuigproducenten en vrachtwagenproducenten die zich richten op duurzame mobiliteit, zoals waterstof en elektrisch rijden/vliegen. Verder is er vanuit de Topsector Water & Maritiem begonnen aan het pilotproject «Vergroenen van de Noordzee». Dit project beoogt het onderhoud van windparken op zee te verduurzamen door de inzet van fossielvrije onderhoudsboten. De effectiviteit van de pilots zal op termijn geëvalueerd worden.
Onderzoek nauwere samenwerking tussen NLWorks, Invest International en RVO
NL Works voert het secretariaat van de Werkgroep Meerjarig Programmeren. In 2019 is gestart met de ontwikkeling van 3 publiek private meerjarenstrategieën: Golf(regio), Duitsland, en energie(sector). In aanvulling hierop is in 2020, na publieke en private consultaties en validatie, verder opgeschaald naar in totaal 15 markt-thema combinaties.19 De Werkgroep Meerjarig Programmeren (MJP) is verantwoordelijk voor het monitoren van de voortgang van deze markt-thema combinaties. Na de start van het Regieteam zal de Werkgroep MJP regelmatig rapporteren over de voortgang van de meerjarige programmering aan het Regieteam.
De BHOS-nota en recente EZK-beleidsbrieven geven verdere focus aan de inzet gericht op meerjarig programmeren: meer nadruk op duurzaamheid, de energietransitie, digitalisering en innovatie (m.n. HTSM, fotonica, Artificial Intelligence en cybersecurity) en de 25 prioritaire landen uit de BHOS-nota.
Voortbouwend op de conclusies uit de IOB-evaluatie ten aanzien van het PPS-beleid 2017–2022 en zoals aangekondigd in de beleidsreactie van 21 oktober 2022 hebben externe consultants de afgelopen periode onderzocht hoe de activiteiten van NLWorks, Invest International en RVO nauwer op elkaar kunnen aansluiten ten aanzien van de ontwikkeling en uitvoering van internationale programma’s voor transitievraagstukken.
Op basis van interviews met de onderzoekspartijen en verschillende stakeholders uit de publieke en private sector is onderzocht hoe de activiteiten van NLWorks, Invest International en RVO onderling samenhangen en wat de stand van zaken is van de huidige samenwerking tussen de partijen. In de afrondende fase van het onderzoek wordt momenteel bekeken welke stappen gezet kunnen worden om tot een transparante sturing, uitvoering en doelbepaling te komen. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden meegenomen in de voorbereiding van de oprichting van het regieteam. Na de zomer zal het Regieteam besluiten welke stappen gezet zullen worden om de publieke middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten voor het specifieke handelsbeleid.
Meer aandacht voor een publiek private aanpak van internationalisering door de regio’s
In de beleidsreactie van 21 oktober 2022 is aangekondigd dat de financiering van het Trade Relations Programma (TRP) voor de komende jaren structureel wordt voortgezet en dat daarbij beoogd wordt de benodigde capaciteit voor de gesprekken van het TRP doelgerichter in te inzetten.20 Ook wordt onderzocht hoe de outbound internationalisering (de ontwikkeling van Nederlandse bedrijven in het buitenland) van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) structureel kan worden versterkt en beter kan aansluiten op het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid van EZK en het outbound internationaliseringsbeleid van BHOS. Ook is het van belang betere publiek private bundeling in de regio te krijgen.
In de afgelopen periode is binnen het Trade & Innovate NL netwerk van ROM’s, RVO en steden in kaart gebracht welke rol zij kunnen spelen in het nog beter laten aansluiten van regionale internationaliseringsinitiatieven bij de beleidsprioriteiten van EZK en BHOS; zowel in termen van thematiek als markten waarop wordt ingezet.21 In de komende periode worden gezamenlijk de thema’s en markten bepaald waarop zowel Rijk als regio het verschil kunnen maken.
Generiek handelsbeleid
In de volgende passages wordt aandacht besteed aan het generieke PPS beleid, in het bijzonder de overdracht van het door de stichting NL International Business (NLiB) ontwikkelde digitale platform, inclusief een kleine thuisbasis voor een netwerk van Nederlandse bilaterale handelskamers, naar VNO-NCW per 1 januari 2024. Ook wordt ingegaan op de samenwerking tussen posten en bilaterale private handelskamers wereldwijd. Tot slot zal aandacht worden besteed aan het advies m.b.t. Dienstbare Dienstverlening, de dienstverlening aan het mkb en de samenwerking tussen financiële loketten.
In het generieke PPS beleid staat het «no wrong door» uitgangspunt centraal: ongeacht het (fysieke of digitale) loket waar het bedrijf aanklopt, krijgt een Nederlandse ondernemer duidelijke en begrijpelijke informatie over de dienst die wordt gezocht of waar behoefte aan is of wordt gericht doorverwezen naar degene die de informatie kan geven. Dit vergt een nauwe samenwerking tussen publiek (zoals posten) en privaat (zoals handelskamers) ten aanzien van de ondersteuning van Nederlandse ondernemers met internationale ambities.
Doorontwikkeling van het mkb ondernemersplatform voor internationaal zakendoen door VNO-NCW per 1 januari 2024
Zoals in de beleidsreactie van 21 oktober jl. is opgenomen, stopt de subsidie aan de stichting NLiB na afloop van de huidige subsidieperiode (december 2023). In de beleidsreactie is in verband hiermee opgenomen dat het digitale platform van NLiB wordt ondergebracht bij de projectuitvoeringsorganisatie die is gelieerd aan VNO-NCW.
Eind vorig jaar is gestart met een werkgroep voor het bespreken van de juridische, financiële, technische en administratieve aspecten van de overdracht van het platform naar de projectuitvoeringsorganisatie NLOM!, welke is gelieerd aan VNO-NCW en MKB-Nederland. Doel is de overdracht voor het zomerreces zodanig geregeld te hebben dat in de tweede helft van dit jaar de genoemde aspecten ingeregeld kunnen worden en per 1 januari 2024 de overdracht een feit kan zijn. Onderdeel daarvan is het indienen van een subsidieaanvraag bij BHOS voor de doorontwikkeling van het private mkb-ondernemersplatform voor internationaal zakendoen, inclusief de digitale aansluiting van de handelskamers en een kleine «thuisbasis» ten behoeve van informatie-uitwisseling.
Het digitale platform moet de ondernemer digitaal beter internationaal op weg helpen. Belangrijk uitgangspunt is dat zowel de publieke als private stakeholders goed worden aangesloten op het platform. Kerntaak van het digitale platform is het faciliteren en verbinden van alle voor het internationale zakendoen relevante publieke en private partijen. Ook bij het digitale platform staat het «no wrong door» uitgangspunt centraal: streven naar soepele doorverwijzing tussen publieke en private informatievoorziening, ongeacht het digitale loket waar de ondernemer aanklopt krijgt het mkb-bedrijf duidelijke en begrijpelijke informatie over de dienst die het zoekt of waar het behoefte aan heeft of wordt het gericht doorverwezen naar degene die deze informatie kan geven.
Dit vereist een nauwe samenwerking tussen publiek en privaat ten aanzien van de ondersteuning van Nederlandse ondernemers in het buitenland. Teneinde de betrokkenheid van zowel publieke als private stakeholders bij de vormgeving van het digitale platform bij VNO-NCW te borgen zal er tijdens de looptijd van de subsidie structureel overleg worden georganiseerd door NLOM! (Nederland Onderneemt Maatschappelijk!; een stichting gelieerd aan VNO-NCW) met MinBHOS en RVO. Daar wordt dan ook de digitale dienstverlening van RVO besproken zodat er geen dubbeling is en zaken elkaar aanvullen.
Samenwerking tussen posten en private bilaterale handelskamers wereldwijd
Voor bedrijven die willen internationaliseren is een zachte landing in het buitenland belangrijk. Nederlandse bedrijven kunnen daarom terecht bij ons wereldwijde netwerk van posten.22 Posten bieden Nederlandse bedrijven onder andere algemene informatie en advies over lokaal zakendoen en bieden toegang tot een netwerk van potentiële partner en relevante dienstverleners. Zoals aangegeven in de beleidsreactie van 21 oktober 2022 zien wij dat, in aanvulling op het wereldwijde postennetwerk, de inzet van private bilaterale Nederlandse handelskamers in het buitenland overwegend goed verloopt.23 Het hebben van een goed functionerende en florerende private handelskamer met relevante leden kan waarde toevoegen aan de zichtbaarheid en impact van het Nederlandse bedrijfsleven in zowel nabije als verre markten. Daarnaast kunnen private handelskamers allerlei diensten aanbieden die geen onderdeel (kunnen) uitmaken van de dienstverlening van de posten om marktverstoring te voorkomen.
Door duidelijke afspraken tussen een post en een private handelskamer zorgen we er voor dat de publieke en private dienstverlening elkaar aanvult en versterkt. Om de samenwerking tussen posten en private handelskamers wereldwijd te stroomlijnen en eerlijke concurrentie te waarborgen hebben wij richtlijnen voor de posten over samenwerking met handelskamers opgesteld. In deze richtlijnen hebben wij algemene uitgangspunten en common practices geformuleerd. De richtlijnen bieden ook ruimte voor maatwerk; de samenwerking en rol- en taakverdeling tussen een post en een private handelskamer kunnen verschillen afhankelijk van de behoefte op de betreffende markt. Daarnaast is de aansluiting van private handelskamers op het digitale mkb-ondernemersplatform voor internationaal zakendoen van belang, alsmede een kleine «thuisbasis» die zorgt voor kennisuitwisseling en een verbonden netwerk van private kamers.
Ondersteuning mkb met internationale ambities
Het mkb is de motor van de Nederlandse economie en draagt in grote mate bij aan de welvaart en werkgelegenheid van Nederland. Ca. 99,8% van alle bedrijven in Nederland behoort tot het mkb en meer dan 70% van alle Nederlanders is er werkzaam.24 Zo’n drie op de tien Nederlandse bedrijven handelt momenteel internationaal, waarvan ca. 94% behoort tot het mkb.25 Deze internationaal actieve mkb’ers zijn vaak de koplopers binnen het mkb en belangrijk voor de innovatiekracht Nederland. Gezien het belang van het internationaal actieve mkb voor de Nederlandse economie en ter invulling van motie van het lid Romke de Jong c.s. informeren wij u met deze brief ook over het beleid waarmee het kabinet tracht de belemmeringen voor het mkb met internationale ambities te verminderen dan wel, waar mogelijk, weg te nemen.26
Omdat de belemmeringen die bij internationaal ondernemen ervaren worden sterk afhankelijk zijn van verschillende factoren zoals: de sector waarin het bedrijf actief is; de grootte van het bedrijf en het land waarmee men zaken wil doen – is maatwerk vanuit de overheid geboden. Het kabinet hecht dan ook veel waarde aan nauw contact met (belangenorganisaties van) het mkb. Aan de hand van dit contact wordt regulier geëvalueerd of de dienstverlening voldoet aan de verwachtingen van het mkb en of aanpassingen benodigd zijn.
Hieruit blijkt dat het betreffende mkb het meest te maken krijgt met de volgende categorieën belemmeringen: het kost moeite om lokale partners te vinden, het ontbreekt aan marktkennis, of bedrijven ervaren belemmeringen bij het vinden van (export)financiering.27 Na een aantal algemene opmerkingen over handelsbevordering, worden hieronder per categorie belemmeringen uiteengezet, hoe het mkb wordt ondersteund en welke stappen door dit kabinet worden gezet. Ook wordt ingegaan op de mogelijkheden om het mkb ook via Europese kanalen te ondersteunen.
Handelsbevordering
Handelsbevordering is a priori gericht op het ondersteunen van en wegnemen van belemmeringen voor mkb met internationale ambities. Via (digitale) informatievoorziening, evenementen en handelsmissies, en met verschillende (financiële) regelingen krijgt het Nederlands bedrijfsleven een steun in de rug. Ondernemers kunnen hiervoor terecht bij de RVO. Uit registratiecijfers komt naar voren dat de dienstverlening door RVO voor minimaal 90% op het mkb gericht is. Dit aandeel verschilt per instrument. Zo ligt voor vraagbeantwoording het percentage rond de 85%, terwijl de regelingen Support International Business (SIB) en Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Investeringsvoorbereidingsprojecten (DHI) uitsluitend toegankelijk zijn voor het mkb. Over het geheel genomen waarderen bedrijven de door RVO aangeboden dienstverlening over de jaren heen met een rapportcijfer 8. Door voortdurende evaluatie en intensief contact met bedrijven zorgt RVO voor nauwe aansluiting van de dienstverlening op de behoeften van het mkb met internationale ambities. Zie ook de Handelsmonitor 2022en de TINL Internationaliseringsrapportage.28,29
Daarnaast stimuleert het kabinet het Nederlandse bedrijfsleven om onderdeel te zijn van de transities op verduurzaming en digitalisering. Daarbij past een verdere vergroening van het handels- en exportinstrumentarium en de economische dienstverlening door de overheid zelf, waaronder via het Nederlandse ambassadenetwerk. In dat proces zijn de drie uitvoerders op het gebied van handelsbevordering (RVO, Invest International en Atradius DSB) nauw betrokken.
Een goed voorbeeld van deze ingezette vergroening voor het mkb is de vergroening van de SIB regeling. Via de SIB-regeling kan het mkb een subsidie ontvangen voor activiteiten waarmee zij zakelijke kansen kunnen vergroten in een specifiek doelland. Wanneer een mkb-onderneming subsidie aanvraagt voor deelname aan een «groene» beurs of missie, kan het meer subsidie ontvangen dan voor deelname aan een «niet-groene» beurs of missie.30 Op deze wijze wordt het mkb aangemoedigd om verder te verduurzamen en worden koplopers beloond voor de bijdrage die zij al leveren aan deze transitie.
Verschillende eerder in deze brief genoemde elementen van het publiek private samenwerkingsbeleid, zoals het Trade Relations Programma van TINL, de doorontwikkeling van het digitale mkb-ondernemersplatform voor internationaal zakendoen, en de samenwerking van posten met bilaterale private handelskamers, dragen vanzelfsprekend ook bij aan de internationalisering en wegnemen van belemmeringen voor het Nederlandse mkb.
Kennis en informatie
Om zaken te doen in het buitenland is het belangrijk dat een ondernemer weet wat speelt op de markt waar men zaken wil doen. Denk daarbij aan wet- en regelgeving, maar ook bijvoorbeeld de culturele aspecten van zakendoen in dat specifieke land. De overheid kan een belangrijke rol spelen bij het vinden van de juiste informatie voor het mkb, bijvoorbeeld via de Exportwijzer van de RVO. Met deze tool worden ondernemers geholpen de juiste informatie te vinden over de beoogde exportmarkt en over de relevante wet- en regelgeving. Tevens kunnen ondernemers bij specifieke vragen telefonisch contact opnemen met de RVO klantadviseurs. In het buitenland staan de Nederlandse ambassades, consulaten en NBSO’s klaar met informatie over de lokale manier van zakendoen. Bij eventuele problemen kunnen deze vertegenwoordigingen ook een rol spelen bij het wegnemen van obstakels. Via het eerder genoemde, vergroende SIB instrument kan – bijvoorbeeld – via een externe deskundige fiscale en juridische informatie ingewonnen worden. In de huidige kabinetsperiode is de SIB-regeling op basis van een evaluatie aangepast om beter aan de behoeften van het mkb te voldoen.
Op basis van het advies «Dienstbare Dienstverlening», uitgebracht door het Nederlands Comité voor Ondernemerschap, wordt momenteel door EZK gewerkt aan het verbeteren van toegang van het bredere mkb tot de dienstverlening van de overheid op het gebied van ondernemerschap.31 Het doel van dit proces is dat informatie toegankelijk en advies beschikbaar moet zijn voor ondernemers, en dat zij daartoe zo nodig goed worden doorverwezen, het eerder genoemde «no wrong door» principe. Hiervoor is per 1 januari een kwartiermaker Dienstverlening aangesteld zoals toegelicht in de Kamerbrief bij Jaarbericht Staat van het mkb 2022 van 17 november 2022.32 In de Kamerbrief over financiering en digitalisering mkb van 6 april jl. is opgenomen dat het Actieprogramma mkb ondernemersdienstverlening medio dit jaar wordt gepresenteerd.33 Conform de gezamenlijke EZK-BZ Kamerbrief «Gezamenlijke internationaal-economische samenwerking BZ en EZK», dd. 17 juni 2022, is BHOS aangehaakt bij dit proces.34 De inhoudelijke reactie op het advies zal in het najaar aan uw Kamer worden gestuurd.
De Nederlandse overheid verwacht van alle bedrijven in Nederland dat zij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) in lijn met de OESO-richtlijnen. Zoals bekend heeft het kabinet in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77)afgesproken dat Nederland in de EU de internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen wetgeving (IMVO) bevordert en nationale IMVO-wetgeving invoert die rekening houdt met een gelijk speelveld met de omringende landen en implementatie van mogelijke EU-regelgeving. Het steunpunt IMVO dat tijdens deze kabinetsperiode bij RVO is opgericht, geeft voorlichting aan bedrijven over, en ondersteunt bij, het toepassen van gepaste zorgvuldigheid aan de hand van de OESO-richtlijnen. Het IMVO-steunpunt zal ook ondersteuning bieden voor bedrijven die op termijn onder IMVO-wetgeving gaan vallen. Het steunpunt draagt zo bij aan het beperken van de regeldruk voor bedrijven.
Netwerken en contacten
De overheid helpt ondernemers met internationale ambities op verschillende manieren aan netwerken en contacten. Zodra het mkb kennis en informatie heeft ingewonnen en verdere concrete stappen wil zetten bij internationalisering wordt ook daarvoor specifieke ondersteuning aangeboden. Een belangrijk instrument daarbij is de handelsmissie. Door middel van handelsmissies wordt het mkb in staat gesteld bestaande contacten te verdiepen en uit te breiden, alternatieve markten te verkennen en nieuwe netwerken aan te boren. Dat is goed voor het Nederlandse verdienvermogen en voor onze economische weerbaarheid. Dit kabinet besteedt hieraan extra aandacht door een scherpere prioritering op verdienmarkten en een actievere inzet van de bewindspersonen tijdens handelsmissies.
De klantwaardering en de effecten van handelsmissies zijn hoog. Dat geldt voor de opbrengst van een missie, totaalbedragen van verwachte overeenkomsten, netwerk en contacten, rol van bewindspersonen maar ook voor de ondersteuning door RVO, Nederlandse ambassades, consulaten en NBSO’s. Deelnemers aan handelsmissies geven een gemiddeld rapportcijfer van 8,1. In 2022 betrof 59% van de deelnemende bedrijven aan handelsmissies mkb. Onze recente (jaarlijkse) Kamerbrief evaluatie handelsmissies en de effectmeting over 2022, geeft een goed overzicht hoe het mkb wordt geholpen bij handelsmissies.35,36
Financiering
Met de oprichting per 1 oktober 2021 van Invest International heeft het kabinet ervoor gekozen om één loket te creëren op het gebied van financiering vanuit de overheid voor Nederlandse bedrijven die impactvolle projecten in het buitenland willen uitvoeren. Hiermee heeft het kabinet er bewust voor gekozen bestaande regelingen van de FMO en RVO samen met een impuls van EUR 833 miljoen aan extra kernkapitaal onder te brengen in één organisatie. Om bedrijven goed te kunnen bereiken en maximale synergie met uitvoerders van andere overheidstaken te bereiken heeft Invest International samenwerkingsovereenkomsten gesloten met exportkredietverzekeraar Atradius Dutch State Business, RVO en de ROM’s, met als doel het mkb actief en in alle regio’s goed te bedienen.
Voor het mkb in het bijzonder is het soms lastig financiering en verzekeringen te krijgen bij commerciële partijen, waaronder banken, en met name voor kleinere bedragen. Dit hangt onder meer samen met de kosten die banken moeten maken (o.a. op gebied van compliance) in verhouding tot de baten die zij ontvangen op de leningen. Daarnaast zijn de risico’s voor het mkb op internationale markten, en in het bijzonder ontwikkelingslanden, relatief groot. Vanwege deze knelpunten worden bij Invest International en Atradius Dutch State Business extra mogelijkheden gecreëerd voor het mkb, onder andere vanuit de (revolverende) regelingen Dutch Good Growth Fund (DGGF) en Dutch Trade and Investment Fund (DTIF), van waaruit wereldwijde financieringsdekking aan het mkb wordt verstrekt wanneer banken financiering te risicovol achten.
De samenwerking op het gebied van financiering heeft tot dusver tot een aantal concrete resultaten geleid: een gezamenlijke investering van EUR 20 mln. met InvestNL en OostNL in het opzetten van een mkb exportfaciliteit voor kleine leningen met OHV Vermogensbeheer en Atradius Dutch State Business; het Internationale Handelsfonds: een cofinanciering met de ROM’s gericht op start-ups, scale-ups en het innovatieve mkb; en het klimaatadaptatie- en stedelijk watermanagement project Water as Leverage Cartagena met RVO. De eerste projecten onder de pilot binnen Invest International om mkb-fondsen flexibeler in te zetten zullen naar verwachting na de zomer starten. Via het jaarverslag van BHOS zal verder over deze pilot worden gerapporteerd, waarbij eerste inzichten in de resultaten in 2023 worden verwacht. Via de exportkredietverzekering zijn extra ruimere mogelijkheden gecreëerd voor ondernemers die kansen willen pakken in het kader van de energietransactie, onder andere via introductie van de groendekking in 2022. Zie hiervoor ook de Kamerbrief met flankerend groen beleid naar aanleiding van ondertekening en implementatie van de COP26-verklaring.37
Mkb ondersteuning via Europese kanalen
Ook in Europees verband maakt de overheid zich sterk voor het mkb met internationale ambities. Zo is het mkb een belangrijke doelgroep van het «Betere Regelgeving»-beleid dat door de Europese Commissie, in samenwerking met lidstaten, wordt gevoerd om de kwaliteit van EU regelgeving te verbeteren en onnodige regeldruk en belemmeringen weg te nemen. Eén van de elementen van het Betere Regelgevings-beleid is het zogenaamde «fit for future»-platform. Vertegenwoordigers van lidstaten en diverse maatschappelijke belanghebbenden werken hierin samen om de Europese Commissie te adviseren over de aanpak van belemmeringen in concrete onderdelen van EU regelgeving. Zo heeft de Commissie vorig jaar een advies van het platform overgenomen over het knelpunt van late betalingen van rekeningen, waarvan vooral het mkb veel last heeft. Nederland was penvoerder en coördinator van dit advies. In 2023 is Nederland nauw betrokken bij het opstellen van een advies over hoe bij de totstandkoming van EU regelgeving systematisch rekening zou moeten worden gehouden met de te verwachten effecten van regelgeving op het mkb.
Voor de internationale opschaling van het hightech mkb neemt Nederland deel aan het Eureka programma, waarbij 47 landen zijn aangesloten. Hiermee worden mkb innovatieprojecten waarin universiteiten en grotere bedrijven samenwerken wereldwijd gestimuleerd. Daarnaast bestaan Eureka clusters om de innovatie ecosystemen op het gebied van semicon en ICT te versterken. Met het Eureka Eurostars programma zijn in 2022 56 innovatiesamenwerkingsprojecten met 81 Nederlandse deelnemers, waarvan 61 mkb, gestimuleerd. Met een Nederlandse subsidiebijdrage van EUR 21 mln (waarvan 25% top-up financiering van de Europese Commissie) is voor EUR 44 mln aan Nederlandse R&D gerealiseerd in projecten met een totale waarde van EUR 94 mln. Voornaamste partnerlanden zijn Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en het VK, maar ook projecten met bijvoorbeeld Canada, Zuid-Korea en Singapore worden gefinancierd.
Nederland was de initiatiefnemer om ook ondersteuning van projecten in prioritaire markten buiten het Eureka netwerk via het Globalstars programma mogelijk te maken. Hiermee zijn in afgelopen jaren calls for proposals opgezet op thema’s als fotonica, innovaties in de gezondheidszorg en duurzame landbouw met India, Singapore, Taiwan en Brazilië. In 2022 is binnen het Globalstars programma EUR 1,8 mln toegekend voor 7 projecten met 11 Nederlandse deelnemers, waarvan 9 mkb. Met deze projecten is voor EUR 9 mln aan internationale R&D samenwerking gerealiseerd.
Conclusie en vooruitblik
In deze brief is uiteengezet hoe gevolg wordt gegeven aan het verder versterken en integreren van het specifieke en generieke beleid ten aanzien van Publiek Private Samenwerking. Ten aanzien van het specifieke handelsbeleid is er in de afgelopen periode gewerkt aan het beter laten aansluiten van het innovatie- en handelsinstrumentarium. Het Regieteam, dat zowel een strategische als operationele rol zal innemen op het terrein van de internationale Publiek Private Samenwerking, is thans in oprichting en zal in de toekomst significant bijdragen aan het stroomlijnen van het instrumentarium dat vanuit BHOS en EZK ter beschikking is gesteld voor het realiseren van de gedeelde internationale innovatie- en handelsagenda.
Ten aanzien van meerjarig programmeren zal het aanbrengen van nadere focus op de thema’s duurzaamheid, de energie- en digitaliseringstransitie en innovatie binnen de 25 prioritaire markten leiden tot meer commitment van betrokken uitvoerende publieke en private partijen en deze in staat stellen significantere resultaten te realiseren. Met het lopende onderzoek naar de samenwerking tussen NLWorks, Invest International en RVO – in samenhang met de oprichting van het Regieteam – wordt gewerkt aan het verder optimaliseren van de operationele praktijk van een drietal belangrijke uitvoeringsorganisaties binnen het publiek private domein. Tenslotte is voortgang geboekt om de inzet van het regionale netwerk verbonden in Trade & Innovate NL te stroomlijnen met beleidsprioriteiten van BHOS, EZK en de betrokken vakdepartementen. TINL zal in dat kader meer inzetten op initiatieven die bijdragen aan het realiseren van onder meer de verduurzamings- en digitaliseringstransities.
Binnen het generieke PPS-beleid zal het digitale mkb-ondernemersplatform de ondernemer digitaal beter internationaal op weg helpen en Nederland blijft zich ook de komende jaren sterk inzetten op het ondersteunen van het internationaal geïnteresseerde mkb en mkb dat reeds internationaal actief is, juist in een tijd van maatschappelijke en geopolitieke uitdagingen. Een sterk, internationaal gericht mkb is essentieel voor de Nederlandse welvaart. Het komende jaarverslag BHOS 2023 zal op hoofdlijnen informeren over alle activiteiten en inzet op het gebied van handelsbevordering van het mkb.
Bovengenoemde zaken dragen bij aan het verder versterken van internationale innovatie- en handelsbevordering en geven concrete invulling aan de motie van de leden Klink en Amhouch.38 De Publiek Private Samenwerking op internationaal handel- en innovatiegebied is en blijft daarmee een belangrijk middel voor BHOS en EZK om haar ambities op internationaal terrein te realiseren.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Voor het boeken van voortgang en resultaten is het van belang dat het Regieteam een goede plaats inneemt in het bestaande publiek private ecosysteem. De secretaris van het Regieteam (geworven door VNO-NCW en gefinancierd door BHOS met ondersteuning van RVO) fungeert als spin in het web richting deze partijen. Daarnaast wordt van de drie partijen in het Regieteam (BHOS, EZK en VNO-NCW) verwacht dat zij actief hun achterban consulteren en informeren over relevante internationale activiteiten in het Regieteam en zij, waar relevant, andere departementen (m.n. LNV, I&W, OCW en VWS) actief aanhaken. Hierbij zal effectief gebruik worden gemaakt van bestaande overleggen:
• Stuurgroep Economische Diplomatie (SED): interdepartementaal overleg (LNV, BZ, EZK, I&W, OCW en VWS). Concreet zal de timing van het Regieteam en de SED op elkaar worden afgestemd, zodat andere vakdepartementen voldoende meegenomen kunnen worden in strategische agenda- onderwerpen die in het Regieteam worden besproken. Vakdepartementen zullen agenda-lid kunnen worden van het Regieteamoverleg en indien relevant worden uitgenodigd bij specifieke agenda-onderdelen.
• Werkgroep Trekkers Internationaal Topsectoren (WTIT): georganiseerd door VNO-NCW, brengt de Topsectoren en relevante brancheorganisaties bijeen. Aangezien de Topsectoren gevraagd zullen worden voorstellen bij het Regieteam in te dienen, zal de secretaris van het Regieteam bij dit overleg aansluiten.
Rapport – Evaluatie publiek-private samenwerking van 12 juli 2022; IOB evaluatie (Bijlage bij Kamerstuk 28 753, nr. 46)
Kamerstuk 26 485, nr. 419 ingediend tijdens het 2MD Exportkredietverzekeringen/ Handelsinstrumentarium d.d. 6 april 2023 (Handelingen Ii 2022/23, nr. 71, item 9).
Kamerstuk 21 501-02, nr. 2655 ingediend tijdens CD RBZ/Handel d.d. 24 mei 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 84, item 4).
Het NL/DUI Innovatie en Technologie Pact is in januari 2021 afgesloten en kent vier focusthema’s: de energietransitie, de gezondheidstransitie, smart industry en duurzame mobiliteit.
Het NL/FRA Innovatie en Duurzame Groeipact is op 12 april 2023 gesloten en versterkt de publiek-private samenwerking tussen Nederlandse en Franse bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het gebied van bijvoorbeeld halfgeleiders, kwantum, kritieke grondstoffen, duurzame mobiliteit en energie-infrastructuur.
Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 18 mei 2022, nr. WJZ/ 22197773, tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met openstelling van de subsidiemodules Internationaal innoveren en Opschaling supportprogramma’s startups en scale-ups; Stcrt. 2022, nr. 13696
Betreft 200k voor het vanuit Topsector Holland High Tech (HTSM) geïnitieerde project «Smart & Sustainable Mobility» en 130k voor het vanuit Topsector Water & Maritiem geïnitieerde project «Vergroenen van de Noordzee».
Duitsland: Energietransitie, Gezondheidstransitie, Smart Industry, Duurzame mobiliteit; Frankrijk: HTSM; België: Circulaire Economie; VS: Agri & Food Tech, LSH en Cybersecurity; China: Zero waste Agro Food; India: Nexus Water/Agri/Health; ASEAN-5: Agro-food en LSH; Golf regio: Nexus Water, Food, Energie; Japan: Wind op Zee.
Thema’s waarop EZK en BHOS inzetten betreffen: circulaire economie; transities verduurzaming en digitalisering; toekomstbestendige mobiliteit; sleuteltechnologieën; maatschappelijk verdienvermogen. Markten waarop wordt ingezet betreffen met name de 25 prioritaire markten: Duitsland; België; Frankrijk; Verenigd Koninkrijk; Ierland; Italië; Spanje; Polen; Zweden; Zwitserland; Turkije; Verenigde Staten; Canada; Mexico; Brazilië; Saoedi-Arabië; Verenigde Arabische Emiraten; China; India; Japan; Indonesië; Zuid-Korea; Taiwan; Vietnam; Singapore.
Nederland Handelsland 2022, export, import en investering, CBS, Nederland Handelsland 2022, export, import en investeringen (cbs.nl)
Hiernaar is veel onderzoek geweest. Zie bijvoorbeeld IOB Evaluatie, «Smalle marges van economische diplomatie, What you see is not always what you get», effectevaluatie economische diplomatie 2010 – 2018 (Bijlage bij Kamerstuk 34 952, nr. 86)
Te weten, een beurs of missie waarbij het hoofdthema gaat over het aanpakken van tenminste één van de categorieën van de vergroeningsdoelen uit het «Toetsingskader groene missies of beurzen».
Rapport – Dienstbare Dienstverlening van 1 juni 2022; «Dienstbare Dienstverlening» (Bijlage bij Kamerstuk 32 637, nr. 498)
Effectmonitoring internationale handelsmissies 2022 van 31 maart 2023; Effectmonitoring internationale handelsmissies 2022 (Bijlage bij Kamerstuk 36 200 XVII, nr. 57)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28753-47.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.