21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2660 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2023

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 25 mei 2023.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 25 MEI 2023

Introductie

Op donderdag 25 mei a.s. vindt de formele Raad Buitenlandse Zaken Handel plaats.

Tijdens de Raad zal allereerst worden gesproken over de handelsrelatie tussen de EU en de VS, met daarbij aandacht voor de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) en de volgende bijeenkomst van de EU-VS Trade and Technology Council (TTC). Over de IRA zal de Tweede Kamer, zoals verzocht, separaat nog een brief ontvangen. Voorts zal de stand van zaken met betrekking tot de handelsbetrekkingen met China worden besproken. Vervolgens zal de Raad worden geïnformeerd over de voorbereidingen voor de 13e Ministeriële Conferentie van de WTO (MC13), die in de week van 26 februari 2024 in Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten, plaats zal vinden.

Tijdens de lunch zal de Raad stilstaan bij de bilaterale handelsrelaties, inclusief lopende en afgeronde onderhandelingen over handelsakkoorden. Naar verwachting betreft dit onder andere de onderhandelingen met Mexico, Chili en Kenia.

Handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten

Ten aanzien van de Verenigde Staten vormen de IRA en de TTC de hoofdonderwerpen waar de bespreking van de Raad zich naar verwachting op zal richten.

Zoals ook zal worden aangegeven in de Kamerbrief die u separaat voor het aankomende Commissiedebat nog ontvangt, zijn de besprekingen tussen de EU en de VS over de IRA nog gaande. De eerste resultaten laten een gemengd beeld zien. Zo heeft de EU een betere behandeling gekregen voor elektrische bedrijfsvoertuigen die worden geïmporteerd uit de EU en wordt onderhandeld over het voldoen aan de vereisten voor een betere behandeling van elektrische consumentenauto’s uit de EU. Voor andere producten waarvoor de IRA ondersteuningsregelingen biedt zal verder gesproken worden met de VS. De Raad zal stil staan bij de uitkomsten van de besprekingen tussen de EU en de VS en het verdere EU-handelingsperspectief.

Uit de besprekingen tussen de EU en de VS naar aanleiding van de IRA zijn twee nieuwe initiatieven voortgekomen om tot meer samenwerking te komen in de groene transitie. Dit zijn het Transatlantic Initiative on Sustainable Trade (TIST) en de Clean Energy Incentive Dialogue (CEID). Het TIST is tijdens de derde bijeenkomst van de Trade and Technology Council (TTC) in december 2022 gelanceerd om groene handel tussen de EU en de VS te stimuleren en de samenwerking op dit punt te verdiepen. Het tweede initiatief, het CEID, is bedoeld om te zorgen dat beleid en overheidsinvesteringen van de EU en de VS ten bate van de groene transitie elkaar versterken. De doelstellingen van beide initiatieven zijn in lijn met de inzet van Nederland om tot meer trans-Atlantische samenwerking te komen ten behoeve van de groene transitie. Beide initiatieven zullen verder in TTC verband uitgewerkt worden. Zo wordt tijdens de aankomende TTC een concreet werkplan voor het TIST gepresenteerd.

De aankomende vierde bijeenkomst op politiek niveau van de TTC zal op 30 en 31 mei a.s. plaatsvinden in Zweden. Van de zijde van de EU zijn de Europees Commissarissen Dombrovskis en Vestager aanwezig, van de zijde van de VS schuiven de Ministers Blinken en Raimondo en US Trade Representative Tai aan. Na afloop van de bijeenkomst zal een Joint Statement worden gepubliceerd. Op het gebied van handel zal gesproken worden over beide bovengenoemde initiatieven, en daarnaast over exportcontrole en investeringsscreening. Op het gebied van technologie zal onder meer worden gesproken over kunstmatige intelligentie, 6G, online platformen, en kwantumtechnologie. Nederland steunt het bevorderen van samenwerking tussen de EU en de VS op deze onderwerpen.

Handelsbetrekkingen met China

De Raad zal spreken over de handelsbetrekkingen tussen de EU en China. In de recente speech van Commissievoorzitter Von der Leyen van 30 maart jl. over de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en China benadrukte zij op economisch vlak het belang van de-risking: geen ontkoppeling van China, maar wel een herbalancering van de economische relaties.

Von der Leyen identificeert hierbij vier actiepunten: 1) De EU-economie en -industrie meer competitief en weerbaar maken middels bijvoorbeeld de Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act; 2) het beter en sneller gebruik maken van het huidige EU-handelsinstrumentarium waaronder de verordening betreffende buitenlandse subsidies en het nieuwe anti-dwang instrument; 3) onderzoeken of er behoefte is aan aanvullende instrumenten, waaronder een mogelijk Outbound Investment Instrument, waarover de Commissie later dit jaar in een Economische Veiligheidsstrategie ideeën zal presenteren en 4) intensivering van samenwerking met partners, specifiek met G7-,G20-landen, en landen in de regio die meer geïntegreerd zijn met de Chinese economie en over expertise beschikken in relatie tot de-risking.

Het kabinet zal in de Raad het voornemen van de Commissie om met een voorstel voor een Europese Economische Veiligheidsstrategie te komen steunen. Meer Europese samenwerking en coördinatie op dit vlak zal de open strategische autonomie van de EU bevorderen en de interne markt weerbaarder maken. Voor wat betreft een mogelijk instrument voor uitgaande investeringen zal het kabinet het belang onderschrijven van het goed beschermen van sensitieve technologie, maar tegelijkertijd benadrukken dat eerst het beoogde doel, de noodzaak en de handhaafbaarheid van een dergelijk instrument zorgvuldig in kaart worden gebracht.

In haar speech over de EU-Chinarelatie bevestigde Commissievoorzitter Von der Leyen tevens dat het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI) moet worden gerevalueerd in het licht van de bredere Chinastrategie, de veranderde positionering van China op het wereldtoneel en geopolitieke ontwikkelingen. Het CAI, waarover eind 2020 een onderhandelaarsakkoord werd gesloten, ligt stil naar aanleiding van Chinese sancties tegen Europese politici en zorgen over mensenrechtenschendingen in China. Zoals bekend steunt het kabinet de beslissing van de Europese Commissie om de besluitvormingsprocedure van het CAI stil te leggen en is er wat betreft het kabinet geen aanleiding om deze procedure te herstarten.

Wereldhandelsorganisatie: voorbereidingen voor MC13

De Commissie zal de Raad informeren over de voorbereidingen voor de 13e Ministeriële Conferentie (MC13) van de WTO, die in de week van 26 februari 2024 plaatsvindt in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten. Er wordt geen discussie tussen de lidstaten voorzien tijdens de Raad, gezien de grote mate van convergentie onder lidstaten op het gebied van de EU-inzet voor MC13.

Het werk aan de EU-inzet voor MC13 loopt uiteraard door, waarbij het kabinet op de al eerder geschetste prioriteiten in blijft zetten1. Deze prioriteiten vormen het uitgangspunt voor de op te stellen Kaderinstructie die uw Kamer in de aanloop naar MC13 zal ontvangen. Het is voor het kabinet in de eerste plaats van belang opvolging te geven aan de afspraken die zijn gemaakt tijdens de 12e Ministeriële Conferentie. Het kabinet hecht in het bijzonder aan snelle ratificatie en implementatie van de overeenkomst over visserijsubsidies. Op 19 april jl. heeft het Europees Parlement ingestemd met de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van Marrakesh wat betreft de overeenkomst over visserijsubsidies. De Raad zal naar verwachting medio mei besluiten over de sluiting van het Protocol, waarna de EU het instrument ter ratificatie van het visserijsubsidieakkoord bij het WTO-secretariaat kan deponeren. Het akkoord treedt pas in werking nadat twee derde van de WTO-leden het geratificeerd hebben. Momenteel heeft slechts een handvol leden dit gedaan. Ook zet het kabinet in op totstandkoming van een vervolgakkoord op visserijsubsidies, waarin subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit worden ingeperkt.

Daarnaast zet het kabinet in op een ambitieuze inzet in Genève inzake WTO-hervormingen. Hervorming en herstel van het geschillenbeslechtingssysteem per 2024 – zoals overeengekomen tijdens MC12 – is hierbij een prioriteit. Ook hecht het kabinet aan een ambitieuze inzet op aangescherpte regels voor een mondiaal gelijk speelveld, in het bijzonder op het gebied van industriële subsidies. Daarnaast is verdere integratie van duurzaamheid en milieu in de WTO-agenda een belangrijk speerpunt. Het kabinet is ook voorstander van verdere plurilaterale samenwerking in de WTO waar een multilateraal verdrag niet haalbaar is, bijvoorbeeld in de vorm van een plurilateraal akkoord op E-commerce. Ten slotte ziet het kabinet belang in het versterken van de bijdrage van WTO-afspraken aan wereldwijde voedselzekerheid, het openhouden van internationale voedselmarkten en het verduurzamen van de mondiale landbouw.

Rapport over de WTO-conformiteit van productiestandaarden

In opdracht van het kabinet is vorig jaar een onderzoeksrapport opgesteld dat de juridische haalbaarheid van productiestandaarden ten behoeve van milieubescherming en arbeidsrechten onderzoekt. Het rapport spitst zich toe op een juridische analyse van de WTO-regels en bevat een aantal conclusies en beleidsaanbevelingen. De analyse en aanbevelingen worden onder andere meegenomen bij het opstellen van de Kaderinstructie voor de dertiende Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie die ook met uw Kamer gedeeld zal worden. Het kabinet verwelkomt de ambitie van de beleidsaanbevelingen en wijst tegelijkertijd op het complexe krachtenveld binnen de WTO op dit beleidsgebied. Het rapport, een samenvatting en een reactie worden als bijlage meegezonden met deze geannoteerde agenda.

Lunch: Bilaterale handelsakkoorden

De Raad zal tijdens de lunch spreken over de stand van zaken van de in onderhandeling zijnde bilaterale handelsakkoorden. De Commissie zal naar verwachting met name stil staan bij de onderhandelingen met Australië, Indonesië, India en Kenia. Het interim-Economisch Partnerschapsakkoord met Kenia kan naar verwachting op relatief korte termijn voor besluitvorming aan de Raad worden voorgelegd. Datzelfde geldt voor twee akkoorden waarover de onderhandelingen al zijn afgerond, te weten de mogelijke akkoorden met Mexico en Chili. De Commissie zal ook stil staan bij de besprekingen met de Mercosur landen over een additioneel instrument bij het in 2019 bereikte onderhandelingsresultaat.

Een geactualiseerde versie van de voortgangsrapportage handelsakkoorden met een overzicht van de lopende onderhandelingen is bijgevoegd bij deze geannoteerde agenda. Ten aanzien van het bereikte akkoord met Nieuw-Zeeland heeft de Tweede Kamer separaat een appreciatie ontvangen op 11 mei jl.2 Zoals in de Kamerbrief met kabinetsappreciatie aangekondigd, laat het kabinet onderzoek uitvoeren naar de economische effecten van een aantal handelsakkoorden, waaronder met Nieuw-Zeeland. Het eerste deel van dit onderzoek met de voorlopige resultaten t.a.v. het akkoord met Nieuw-Zeeland is te vinden op Rijksoverheid onder de titel Expected economic effects of the EU Free Trade Agreement with New Zealand3. Dit akkoord wordt naar verwachting medio juni voorgelegd ter besluitvorming in de Raad.

Zoals bekend zet het kabinet in op een actief handelsbeleid, waarin handelsakkoorden een belangrijk instrument zijn. Handelsakkoorden kunnen bijdragen aan het vergroten van de economische weerbaarheid en slagvaardigheid van de EU en zorgen voor verbeterde markttoegang voor ondernemers. Bovendien faciliteren handelsakkoorden de diversificatie van handelspartners en mitigeren daarmee de risico’s van strategische afhankelijkheden. Het kabinet zal, conform de eerder toegezonden kamerbrief4, bepleiten dat een mogelijk EU-Mercosur akkoord een integraal associatieakkoord blijft.

Naar boven