4 Formele Raad Buitenlandse Zaken Handel

Formele Raad Buitenlandse Zaken Handel

Aan de orde is het tweeminutendebat Formele Raad Buitenlandse Zaken Handel (CD d.d. 24/05).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat over de Formele Raad Buitenlandse Zaken Handel. Ik heet mevrouw Schreinemacher, de minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking, welkom. De eerste spreker namens de zijde van de Kamer is de heer Boutkan van Volt.

De heer Boutkan (Volt):

Dank, voorzitter. Ik wil de minister bedanken voor de toezegging over de update van het addendum. Ik wil dan ook vragen om meteen na de Raad waarin de Commissie de update geeft, met deze appreciatie van het addendum te komen.

Dan heb ik nog twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er als gevolg van het EU-Mercosur-verdrag producten met andere, vaak lagere kwaliteitsstandaarden op de Europese markt ingevoerd kunnen worden, zonder extra tarieven;

overwegende dat dit de concurrentiepositie van Europese producenten, die moeten voldoen aan hoge standaarden op het gebied van klimaat, milieu en gezondheid, verzwakt;

overwegende dat het inbouwen van een zogenoemde spiegelclausule ervoor zorgt dat producten aan dezelfde standaarden zullen moeten voldoen;

constaterende dat de Franse president Macron dit in februari als harde eis stelde voor het ratificeren van het EU-Mercosur-verdrag en dat ook Oostenrijk hier al toe opgeroepen heeft;

verzoekt de regering zich bij Frankrijk en Oostenrijk aan te sluiten en de Europese Commissie op te roepen tot het opnemen van een spiegelclausule in het EU-Mercosur-verdrag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boutkan.

Zij krijgt nr. 2652 (21501-02).

Een ogenblik. U krijgt nog een interruptie, of in ieder geval een vraag, van Mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik heb een korte vraag over de motie. Is de motie wel uitvoerbaar, als we kijken naar de WTO-regels? De WTO-regels stellen immers: je mag wel eisen stellen aan de productvoorwaarden, dus het eindproduct, voordat je het importeert. Of geldt het ook voor productiestandaarden? Die vraag stel ik omdat ik graag wil weten of deze motie problemen als ontbossing ook echt gaat voorkomen.

De heer Boutkan (Volt):

Naar wat ik heb begrepen, is dat wel het geval.

De voorzitter:

Dank u wel. Uw tweede motie.

De heer Boutkan (Volt):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er grote zorgen zijn over de mogelijke gevolgen van het EU-Mercosur-verdrag voor de effecten op klimaat, milieu, mens en dier;

constaterende dat de Nederlandse regering samen met Frankrijk een non-paper uitbracht in 2020, waarin Nederland pleit voor het afdwingbaar maken van de duurzaamheidscriteria in handelsverdragen, evenals het opnemen van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs als essentieel onderdeel van EU-handelsverdragen;

van mening dat dit ook zou moeten gelden voor handelsverdragen die momenteel in onderhandeling zijn;

verzoekt de regering niet in te stemmen met een EU-Mercosur-verdrag waarin duurzaamheidsstandaarden, zoals het Parijsakkoord, de ILO-conventies en mensenrechten, niet juridisch afdwingbaar zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boutkan.

Zij krijgt nr. 2653 (21501-02).

Dank u wel, meneer Boutkan.

De heer Boutkan (Volt):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Amhaouch, die spreekt namens de fractie van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter, kort. We hebben net een goed debat gehad met de minister over de aanstaande Raad Buitenlandse handel en soevereiniteit. Europa heeft immers eerder méér dan minder partnerschappen nodig. Dat zijn de woorden van bondskanselier Scholz van Duitsland, onze buren. Hij zei dat onlangs, en daar ben ik het wel mee eens. Het is allemaal spannend wat er in de wereld gebeurt, en het vergt diplomatie, een handelsstrategie, maar voornamelijk ook een goede samenwerking in Europa, vanuit gezamenlijke belangen en gezamenlijke waarden. Die oproep wil ik ook graag meegeven aan de minister. Het is niet altijd makkelijk om te kiezen met welke landen we willen onderhandelen. Maar laten we hier ook nuchter blijven, de ratio behouden en alle handelsverdragen goed bekijken, met alle plussen en minnen, en niet continu tussendoor allerlei nieuwe eisen stellen, want dan komen we als Europa gezamenlijk, met 27 lidstaten, niet verder.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Amhaouch. Dan is het woord aan de heer Klink, die spreekt namens de fractie van de VVD.

De heer Klink (VVD):

Dank u, voorzitter. We hebben net een goed debat gehad over vele onderwerpen die met handel te maken hebben. Bizar snel hebben we nu al direct het tweeminutendebat. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland nog steeds een groeiende problematische afhankelijkheid ten opzichte van China heeft op het gebied van kritieke grondstoffen (zoals lithium, kobalt en gallium) chips, halfgeleiders en hightechproducten;

overwegende dat juist deze producten in toenemende mate belangrijk zijn voor de klimaattransitie, onze defensie en de economie van de toekomst;

overwegende dat de concrete acties, ambities en tijdslijnen van het kabinet nog niet bekend zijn om strategische afhankelijkheid van China af te bouwen;

overwegende dat we lessen moeten trekken uit de eerdere afhankelijkheid van Russische grondstoffen en rekening dienen te houden met een verslechtering van de verhoudingen tussen China en Nederland;

verzoekt het kabinet om de percentages van afhankelijkheid van kritieke grondstoffen, chips, halfgeleiders en hightechproducten met afbouwpad en doelpercentage in kaart te brengen, en hierover vanaf het derde kwartaal van 2023 jaarlijks aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klink, Romke de Jong, Boutkan, Van der Lee, Van der Graaf en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 2654 (21501-02).

Gezien de ondertekening zal die motie het wel halen, denk ik dan. Het woord is aan de heer Romke de Jong namens D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ook ik wil de minister graag bedanken voor het prettige debat, vlak voordat zij weer op weg gaat naar Brussel. Ik ben blij dat de minister ook in alle grote internationale zaken die spelen aandacht heeft voor ons eigen nationale mkb. Dat geeft zij ook aan in de beleidsnotitie die de minister naar de Kamer heeft gestuurd.

Voorzitter. Het is belangrijk dat we de Nederlandse bedrijven die in de wereld veel problemen kunnen oplossen, ook echt ondersteunen. Zeker het mkb heeft nog weleens moeite om de sprong te maken naar alle kansen die export kan bieden. Daarom dien ik één motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister in de beleidsnota Doen waar Nederland goed in is het mkb benoemt als focusgroep voor handelsbevordering;

overwegende dat veel Nederlandse mkb'ers internationale ambities hebben, maar te maken krijgen met drempels of versnipperde informatie;

overwegende dat de minister voor de zomer komt met informatie over nieuwe vormen van publiek-private samenwerking;

verzoekt de minister in deze brief expliciet aandacht te besteden aan de belemmeringen voor het mkb en hoe deze met het nieuwe beleid worden weggenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Romke de Jong, Klink en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 2655 (21501-02).

Dank u wel, meneer De Jong. Tot slot van de zijde van de Kamer is het woord aan mevrouw Teunissen, die spreekt namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De minister noemt de motie over Mercosur steeds prematuur. Zij zegt dat het kabinet nog geen standpunt inneemt tot alle stukken er liggen, maar dat is niet handelen in de geest van de motie. Een verdrag blokkeren met landbouw erin, betekent feitelijk dat zij handelt tegen het verdrag in zoals het nu voorligt. "Actief steun vergaren bij andere lidstaten voor dit standpunt en de Kamer daarover informeren" is echt wat anders. Mijn vraag aan de minister is: erkent zij dat met dit kabinetsstandpunt de voorliggende motie níét wordt uitgevoerd?

Voorzitter. Dan heb ik nog een motie over het EU-Nieuw-Zeelandverdrag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het EU-Nieuw-Zeelandhandelsverdrag voorligt ter goedkeuring bij de Europese Raad;

constaterende dat dit verdrag de import van onder andere zuivel, vis en kiwi's uit Nieuw-Zeeland zal doen toenemen;

overwegende dat het met containerschepen en vrachtvliegtuigen verslepen van landbouwproducten van de andere kant van de wereld, terwijl we die ook zelf produceren of van dichtbij kunnen halen, slecht is voor onze boeren en ons milieu;

verzoekt de regering om in de Europese Raad tegen het EU-Nieuw-Zeelandverdrag te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 2656 (21501-02).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Dan schors ik de vergadering voor vijf minuten, zodat mevrouw Schreinemacher de moties kan appreciëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering voor de appreciatie van de vijf ingediende moties. Ik geef het woord aan mevrouw Schreinemacher.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de leden voor het zojuist gevoerde debat over de RBZ Handel, waarvoor ik zo meteen naar Brussel vertrek. Het was een goede discussie. Het is ook een belangrijk onderwerp. We verdienen een derde van ons inkomen met handel, dus het is een heel belangrijk onderwerp om te bespreken. Daarmee betalen we immers ook onze zorg, onderwijs en veiligheid. Het is dus met recht een belangrijk onderwerp.

Gezien de tijd zal ik snel overgaan tot de appreciatie van de moties.

Ik begin bij de motie op stuk nr. 2652 van de heer Boutkan van Volt. Hier hebben we het vanmorgen al uitgebreid over gehad in het debat, dus daar verwijs ik naar. Deze motie ontraad ik. Dat doe ik omdat de EU en de Mercosur-landen op dit moment onderhandelen over aanvullende afspraken bij het onderhandelingsakkoord. De inzet van de EU is om het onderhandelingsakkoord niet verder open te breken. Dat zouden we wel doen als we spiegelmaatregelen zouden willen opnemen. Zo'n spiegelmaatregel zou betekenen dat de EU aanvullende tariefliberalisering aan productiestandaarden wil koppelen. Dat is op dit moment niet aan de orde. We werken als EU natuurlijk wel aan productievoorwaarden, zoals de ontbossingsverordening, die voor alle producten op de EU-markt gelden. Met die verordening wordt een belangrijke zorg ondervangen die speelt met betrekking tot de Mercosur-landen. Ik wil er wel op aandringen, ook in dat addendum, om zo concreet mogelijke afspraken over ontbossing, arbeidsrechten en inheemse volken te maken. Dat zeg ik de heer Boutkan graag toe. Dat ten aanzien van de eerste motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2652: ontraden.

Minister Schreinemacher:

Ja, de motie op stuk nr. 2652 is ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 2653, ook van de heer Boutkan. Ook deze motie ontraad ik. Ook hierin wordt gevraagd of het kabinet nu een standpunt wil innemen over het EU-Mercosur-verdrag. Ik heb in het debat van vanmorgen al aangegeven dat het kabinet pas een afweging zal maken ten aanzien van dit verdrag wanneer alle stukken ter besluitvorming zijn voorgelegd. Dat is inclusief het additioneel instrument. Daarvan staat de inhoud dus ook nog niet vast, omdat daar nog over wordt onderhandeld. Ik kan wel zeggen dat bij de uiteindelijke afweging een integrale weging wordt gemaakt waarin alle voor- en nadelen worden meegenomen, dus ook die waar de heer Boutkan op doelt.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2653: ontraden. Mevrouw Teunissen heeft er toch nog een vraag over.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Misschien loop ik een beetje vooruit op het antwoord van de minister, maar erkent zij dus dat zij de motie nu niet uitvoert?

Minister Schreinemacher:

Dit ging over een motie van de heer Boutkan over de juridische afdwingbaarheid van duurzaamheidsstandaarden. Ik wil best meteen overgaan tot de vragen van mevrouw Teunissen die zij heeft gesteld over het uitvoeren van de motie. Ik heb daar ook een brief over gestuurd, waarin ik aangeef dat ik ook zal pleiten voor het houden van één integraal EU-Mercosur-verdrag. Daarbij heb ik in de brief ook aangegeven dat het kabinet op dit moment geen standpunt inneemt en dat de motie dus prematuur is. Daarom voer ik 'm op dit moment niet uit. Ik heb namelijk ook in de brief gezet dat, als het hele verdrag met addendum wordt voorgelegd, het kabinet een standpunt in zal nemen en we een integrale weging zullen maken met voor- en nadelen, waarbij ook de motie-Ouwehand en de daarin genoemde zorgpunten worden betrokken. Dus op dit moment voer ik de motie niet uit, omdat we op dit moment nog geen standpunt innemen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dan concludeer ik dat de minister de wens van het parlement dus naast zich neerlegt.

Minister Schreinemacher:

Die conclusie laat ik voor mevrouw Teunissen. Het kabinet neemt een standpunt in zodra alles is voorgelegd, zoals we dat bij ieder handelsverdrag doen.

De voorzitter:

Maar de motie op stuk nr. 2653 wordt in ieder geval ontraden. Gaat u verder.

Minister Schreinemacher:

Ja.

Dan ga ik over naar de motie op stuk nr. 2654 van de heer Klink. Die ontraad ik ook. Dat doe ik niet uit onwil; dat hebben we tijdens het debat ook gewisseld. De strategische afhankelijkheden zijn echt complex. Het gaat om heel lange toevoerlijnen waarbij wij kritieke grondstoffen en chips niet importeren. Die worden vaak verwerkt in een heleboel producten. Importeurs weten vaak niet eens wat daarin zit. Ook de Douane houdt hierover geen gegevens bij.

Het is voor de overheid dus echt heel moeilijk om de percentages van ieder van die grondstoffen, chips en hightechproducten inzichtelijk te maken. Als u bereid zou zijn om de percentages eruit te halen maar wel erin laat staan dat we zo concreet mogelijk de afhankelijkheid van kritieke grondstoffen en chips in beeld brengen en daarover zo veel mogelijk een afbouwpad vormgeven, dan zullen we dat doen.

Natuurlijk gaat de markt uiteindelijk over welke grondstoffen zij gebruiken en waar zij die vandaan halen. Wij kunnen handelslijnen openen met handelspartners, maar uiteindelijk gaan de bedrijven daar zelf over. De CRMA, de Critical Raw Materials Act, bevat natuurlijk wel maatregelen voor toezicht op de toeleveringsketens. Grote bedrijven moeten daarbij een audit van hun toeleveringsketens uitvoeren met een stresstest op bedrijfsniveau. Dat steunen we. Wij vragen hiervoor ook aandacht bij onze bedrijven, maar dat gebeurt meer op EU-niveau.

De heer Klink (VVD):

Als ik de minister goed begrijp, dan krijgt de motie oordeel Kamer als ik de woorden "en doelpercentage" in het verzoek schrap. Klopt dat?

Minister Schreinemacher:

Ja.

De heer Klink (VVD):

Goed, dan doen we dat.

De voorzitter:

Even voor de orde. De heer Klink schrapt die woorden uit de motie. Die wordt dan gewijzigd. Die krijgt dan oordeel Kamer.

De heer Romke de Jong (D66):

Ik ben heel blij dat de minister dat toezegt aan collega Klink. Ik ben natuurlijk wel benieuwd hoe de minister zelf aankijkt tegen dit onderwerp. Ze zegt heel duidelijk waarom het op dit ogenblik niet kan. Ik kan me echter ook voorstellen dat het ministerie nadenkt hoe het wel inzicht krijgt in de grondstoffen die hier binnenkomen. We zullen de strategische afhankelijkheid uiteindelijk immers moeten afbouwen. Ik ben dus benieuwd hoe ze zicht gaat houden op de grondstoffen die hier binnenkomen.

Minister Schreinemacher:

Ik ben blij met deze vragen. Ik vind het fijn dat ik dit nog wat nader kan duiden. Ik vind die afbouw van de strategische afhankelijkheden juist goed. Vaak halen wij grondstoffen, vooral kritieke grondstoffen, allemaal uit één regio of één land. Daar zijn wij dan dus afhankelijk van. We moeten die afhankelijkheid zo snel mogelijk afbouwen. Daarin vinden wij elkaar. Daar denken veel van uw leden hetzelfde over. We zijn daar druk mee bezig. Daar hebben we de nationale grondstoffenstrategie voor geschreven. We zijn dus ook aan het kijken hoe we bilaterale partnerschappen kunnen aangaan. Dat moeten we op Europees niveau doen, maar dat moeten we ook op nationaal niveau doen. De Europese Unie heeft een lijst opgesteld, ook in de Critical Raw Materials Act, van grondstoffen, die belangrijk zijn voor de EU, waarvan we veel te afhankelijk zijn van één regio of land. Als Nederland hebben we gezegd dat we ook nog wel een aantal grondstoffen zien die daar eigenlijk nog bij horen. Dat hebben we ook opgenomen in de nationale grondstoffenstrategie. We lobbyen er op Europees niveau voor om die grondstoffen toe te voegen. Zolang dat niet gebeurt, zijn we natuurlijk binnen het kabinet bezig — dat doe ik samen met collega-minister Adriaansens — om te kijken hoe we toegang kunnen behouden tot de specifieke grondstoffen die voor Nederland heel belangrijk zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we naar de volgende motie, naar die op stuk nr. 1955, als ik het goed heb.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 1955 van de heer De Jong krijgt oordeel Kamer. Daarbij verwijs ik naar het debat.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1955: oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 1956 van mevrouw Teunissen. We hebben dit debat vanmorgen ook al gevoerd. Deze motie ontraad ik. U heeft op 11 mei een brief ontvangen met de kabinetsappreciatie van het akkoord met Nieuw-Zeeland. Daarin heeft het kabinet aangegeven positief te kijken naar het akkoord. We hebben een brede afweging gemaakt. Daarin hebben we het geopolitieke belang, de economische effecten op verschillende sectoren en de duurzaamheidsafspraken uit het akkoord meegenomen. We hebben ook gewisseld dat die duurzaamheidsafspraken in het akkoord met Nieuw-Zeeland echt héél ambitieus zijn. Er staan ook sancties in ten aanzien van de uitvoering van het Parijsakkoord en de ILO-standaarden Daarmee is het dus echt een ambitieus handelsakkoord. Het kabinet pleit ervoor om dat te steunen. Dus: ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan heeft u de appreciaties gedaan en ... O, nog een kleine interruptie van de Partij voor de Dieren. O, sorry, Volt. Aan u het woord.

De heer Boutkan (Volt):

Ik weet dat ik mooie bijen op mijn das heb staan, maar ...

De voorzitter:

Het ging er meer om dat de laatste motie van de Partij voor de Dieren was. De heer Boutkan, namens Volt.

De heer Boutkan (Volt):

Dank, voorzitter. Ik heb nog één vraag. Ik had nog gevraagd om een toezegging dat we meteen de appreciatie krijgen zodra de onderhandelingen over het addendum in de Raad zijn geweest.

Minister Schreinemacher:

Ja. Zodra wij een update hebben gekregen binnen de Raad over het addendum, zullen wij u daarover informeren.

De voorzitter:

Dank u wel voor de appreciatie en de beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Bij aanvang van de middagvergadering zullen we stemmen over deze moties. Daarna beginnen we met de aanbieding van het jaarverslag door de ombudsman.

De vergadering wordt van 13.30 uur tot 14.04 uur geschorst.

Naar boven