19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1654 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2013

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij verzocht u mijn beleidsvisie op de verdere stroomlijning van de toelatingsprocedures te doen toekomen.

Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek. Tevens zet ik in deze brief uiteen hoe ik uitvoering wil geven aan de motie Schouw1, waarin de regering wordt verzocht om de wijziging van het Besluit aanpassing vergoeding vervolgaanvragen vreemdelingen in werking te laten treden eerst nadat de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) en het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb2000) in het kader van het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures uitvoerbaar is.

Op 22 februari 2011 stuurde de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel uw Kamer de beleidsvisie «Stroomlijning Toelatingsprocedures»2, waarin de maatregelen op hoofdlijnen zijn geschetst. Over de beleidsvisie heeft een schriftelijk overleg plaatsgevonden3. Tijdens twee algemene overleggen op 27 april en 17 mei 20114 bleek dat uw Kamer de uitgangspunten van de beleidsvisie ondersteunde. Bij brief van 22 mei 2012 is uw Kamer verder geïnformeerd met een nadere uitwerking van de maatregelen5. Deze brief is op 3 juli 2012 besproken tijdens een algemeen overleg6.

Het gehele pakket aan maatregelen is vervolgens opgenomen in het Regeerakkoord Rutte-Asscher, als gevolg waarvan ik tijdens de begrotingsbehandeling met uw Kamer over de stroomlijning van toelatingsprocedures heb gesproken7.

Het pakket maatregelen beslaat meerdere aanpassingen van wet- en regelgeving die ook afzonderlijk nog onder de aandacht van uw Kamer zijn gebracht. Zo is het Ontwerpbesluit aanpassing vergoeding vervolgaanvragen vreemdelingen bij brief van 21 december jl.8 bij uw Kamer alsmede bij de Eerste Kamer voorgehangen. Dit Ontwerpbesluit is op 14 februari jl. in een algemeen overleg besproken9. In het daaropvolgende verslag algemeen overleg is de eerdergenoemde motie Schouw aangenomen. Het wetsvoorstel «herschikking asielgronden» is op 6 juni jl. aan uw Kamer gezonden10 en op 31 oktober jl. aangemeld voor plenaire behandeling. Het wetgevingsoverleg is inmiddels gepland voor 15 april aanstaande.

Voor een volledig overzicht van alle maatregelen verwijs ik dan ook allereerst naar de uitwerking van het gehele pakket, de brief van 22 mei 201211. Vervolgens wil ik hier graag benadrukken dat dit pakket beoogt om onnodig lang verblijf zonder perspectief tegen te gaan, en vreemdelingen sneller duidelijkheid te geven omtrent hun verblijfsperspectief in Nederland.

Door de soms lange duur van procedures, en het keer op keer opnieuw starten van procedures, kunnen situaties ontstaan waarin vreemdelingen dusdanig lang in Nederland verblijven dat zij, en met name hun kinderen, enerzijds geïntegreerd raken in de Nederlandse samenleving, terwijl zij anderzijds niet volledig kunnen meedoen in de maatschappij. Dit kan in individuele zaken tot bijzonder moeilijke situaties leiden als het eindoordeel toch steeds is dat toelating in Nederland niet gerechtvaardigd is. Er zijn ook verschillende voorbeelden van soortgelijke situaties met uw Kamer besproken.

De maatregelen hebben tot doel om het «stapelen» van procedures onnodig te maken en tegen te gaan, procedures (verder) te stroomlijnen, en waar mogelijk de doorlooptijden te verkorten. Hierdoor wordt het verlengen van verblijf, enkel door steeds door te procederen zonder dat daaraan nieuwe feiten en omstandigheden ten grondslag liggen, zoveel mogelijk beperkt. Het doel is dat sneller dan nu het geval is, duidelijkheid wordt geboden aan de vreemdeling over zijn perspectief op terugkeer of op inburgering in Nederland. De werkprocessen van de overheid, en met name van alle bij de vreemdelingenketen betrokken partners, zullen nog meer dan nu het geval is hierop worden ingericht.

De maatregelen hebben uiteraard niet tot doel alle mogelijkheden tot (door)procederen af te sluiten. Dat is niet mogelijk omdat er sprake kan zijn van nieuwe feiten en omstandigheden, maar zou ook niet wenselijk zijn: voorop staat dat iedere vreemdeling die bescherming nodig heeft, deze bescherming ook krijgt.

Randvoorwaardelijk voor implementatie van het pakket aan maatregelen is dat de voorbereiding van de uitvoering (inclusief de ICT-systemen) en de wet- en regelgeving op tijd gereed zijn. Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd dat in 2013 ingezet zal worden op herstel en stabilisering van INDiGO12. Hierdoor is het niet mogelijk om PST als totaal pakket in 2013 in te voeren, nu dit een te groot beslag zou leggen op INDiGO.

Ondanks dat de kracht van het pakket juist zit in de samenhang van de verschillende maatregelen, die uiteindelijk tezamen tot het meest optimale resultaat zullen leiden, heb ik besloten om de maatregelen die geen of weinig impact op INDiGO hebben, maar nu al een grote winst opleveren voor de processen en de keten, wel in 2013 te implementeren. Dit betekent dat de maatregelen die zien op de asielprocedure (voor het grootste gedeelte) in het najaar 2013 al kunnen worden ingevoerd. Het Ontwerpbesluit aanpassing vergoeding vervolgaanvragen zal voor het gedeelte dat ziet op tweede en volgende asielaanvragen tegelijkertijd met deze asielmaatregelen worden geïmplementeerd. Voor zover genoemd Ontwerpbesluit ziet op tweede en volgende reguliere aanvragen, treedt dit besluit tegelijkertijd inwerking met de maatregelen die zien op de humanitaire reguliere procedure. De implementatie van deze maatregelen zal naar verwachting in de eerste helft van 2014 plaatsvinden.

Sommige onderdelen van het pakket betreffen praktische verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, gebaseerd op staand beleid. Deze onderdelen zijn reeds opgepakt en zoveel mogelijk ingevoerd dan wel zullen in de loop van 2013 worden ingevoerd.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1608

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 1400

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 1416

X Noot
4

Kamerstuk 19 637, nrs. 1428 en 1434

X Noot
5

Kamerstuk 19 637, nr. 1532

X Noot
6

Kamerstuk 19 637, nr. 1575

X Noot
7

Handelingen II 2012/13, nr. 29, item 14, blz. 33 t/m 105

X Noot
8

Kamerstuk 31 753, nr. 55

X Noot
9

Kamerstuk 19 367, nr. 1643

X Noot
10

Kamerstuk 33 293, nr. 2

X Noot
11

Kamerstuk 19 367, nr. 1532

X Noot
12

Kamerstuk 30 573, nr. 114

Naar boven