19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1532 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2012

Op 22 februari 2011 stuurde ik uw Kamer de beleidsvisie «Stroomlijning Toelatingsprocedures» (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 19 637, nr. 1400). In deze brief treft u een nadere uitwerking aan van de maatregelen die in de brief van 22 februari 2011 op hoofdlijnen zijn geschetst. Met deze brief wordt tevens tegemoetgekomen aan de motie Knops en Van der Staaij en enkele toezeggingen die ik uw Kamer heb gedaan1.

In de achterliggende periode is veel discussie geweest over lang hier verblijvende (ex-)asielzoekers en ben ik alleen maar meer overtuigd geraakt van de noodzaak om procedures te stroomlijnen. Door de soms (te) lange duur van procedures, maar meer nog het keer op keer opnieuw starten van procedures, kunnen situaties ontstaan waarin vreemdelingen dusdanig lang in Nederland verblijven dat zij, en met name hun kinderen, enerzijds geïntegreerd raken in de Nederlandse samenleving, terwijl zij anderzijds niet volledig kunnen meedoen in de maatschappij. Dit leidt in individuele zaken tot bijzonder moeilijke situaties als het oordeel blijft dat de vreemdeling niet wordt toegelaten tot Nederland. Deze problematiek is urgent en vraagt om een daadkrachtige aanpak die zo snel mogelijk wordt ingezet. Ieder uitstel hiervan heeft immers een direct effect op de situatie van vreemdelingen en op het draagvlak voor het vreemdelingenbeleid.

Hoewel de positie van partijen in en buiten de Kamer over de asielproblematiek op onderdelen sterk verschilt, ben ik van mening dat er wel een zeer brede consensus is over: snelle duidelijkheid in zorgvuldige procedures waarbij het stapelen van onnodige procedures wordt voorkomen. Hoewel ik besef dat mij vanwege de demissionaire status van het kabinet enige terughoudendheid past waar het gaat om onderdelen van het beleid die niet van urgent belang zijn, verzoek ik uw Kamer, juist vanwege de urgentie van deze problematiek, in overweging te nemen deze brief verder in behandeling te nemen. Bijgaand treft u dan ook een pakket van maatregelen aan dat tot doel heeft de toelatingsprocedures te stroomlijnen2. In dit pakket is de herschikking van de asielgronden in overeenstemming met de Europese richtlijnen opgenomen. Daarnaast maken aanpassingen van de asielprocedures en de invoering van het no cure, no fee-principe ten aanzien van rechtsbijstand hier deel van uit. Ook worden maatregelen voorgesteld om de doorlooptijden te versnellen.

Medio 2011 zijn de aangekondigde voornemens nader uitgewerkt met alle betrokken partijen. Vervolgens is deze uitwerking getoetst in een «ex ante uitvoeringstoets» (EAUT). Op basis van de bevindingen van deze EAUT, die u als bijlage bij deze brief aantreft, is het hele pakket aan maatregelen vastgesteld2. Op onderdelen betekent dit dat naar aanleiding van de EAUT de maatregelen zijn bijgesteld of extra maatregelen zijn genomen om gesignaleerde risico’s te ondervangen, of om tegemoet te komen aan benoemde randvoorwaarden.

Met de maatregelen wordt voortgebouwd op met name de verbeterde asielprocedure die op 1 juli 2010 in werking is getreden en al bijzonder succesvol is gebleken in het steeds vaker afdoen van asielverzoeken in korte tijd. Het verlengen van verblijf, enkel door steeds door te procederen, zonder dat daaraan nieuwe feiten en omstandigheden ten grondslag liggen, zal zoveel mogelijk worden beperkt. Het uitgangspunt blijft, zoals nu reeds het geval is, dat reguliere aanvragen alleen vanuit het buitenland mogen worden opgestart. Toch zien wij dat er mvv-plichtige vreemdelingen in Nederland zijn, die reguliere aanvragen indienen. Deze aanvragen worden in beginsel dan ook onder verwijzing naar de mvv-verplichting afgewezen. Dit zal niet het geval zijn als internationale verplichtingen (bijvoorbeeld artikel 8 EVRM – recht op gezinsleven) of de aard van het verblijfsdoel (bijvoorbeeld «medisch») hieraan in de weg staan. Het gaat dan om reguliere verblijfsdoelen met een humanitaire karakter. Met andere woorden, voor de humanitaire reguliere gronden geldt dat op het moment dat wordt voldaan aan het gevraagde verblijfsdoel, automatisch vrijstelling van het mvv-vereiste volgt.

Om zo vroeg mogelijk vast te stellen of er sprake is van zo’n humanitaire situatie, en te voorkomen dat daar nieuwe procedures over moeten worden gestart, zullen voortaan bij een eerste asielprocedure, en bij een eerste humanitaire reguliere procedure, alle relevante elementen mee worden getoetst. Tevens is een belangrijk bijkomend voordeel van het integraal meetoetsen in de eerste procedure van alle inhoudelijke aspecten die op dat moment aan terugkeer in de weg staan, dat bij eventuele vervolgaanvragen er reeds een zorgvuldig opgebouwd en volledig dossier is, op basis waarvan snel een beoordeling kan worden gemaakt over de merites van de vervolgaanvraag. De beoordeling van de vervolgaanvraag zal in één dag gebeuren. Slechts als er langer onderzoek nodig is, en er dus relevante nieuwe feiten en omstandigheden zijn die niet in één dag kunnen worden beoordeeld, zal de beoordeling langer duren. Door de integrale eerste beoordeling, en de zeer snelle beoordeling van eventuele vervolgaanvragen, zal het uitgangspunt dat reguliere aanvragen vanuit het buitenland moeten worden gestart nog helderder en beter handhaafbaar worden.

De werkprocessen van de overheid, en met name van alle bij de vreemdelingenketen betrokken partners, zullen nog meer dan nu het geval worden ingericht om de procedures efficiënt en snel te laten verlopen. Daarbij is sneller niet altijd beter: ten eerste omdat de zorgvuldigheid niet in het geding mag komen, maar ook omdat de optimale snelheid altijd vanuit het ketenperspectief moet worden gezien. Werkprocessen van bijvoorbeeld de IND mogen niet leiden tot knelpunten bij andere partners van de keten, zoals de rechterlijke macht.

De maatregelen hebben uiteraard niet tot doel alle mogelijkheden tot (door)procederen af te sluiten. Dat is niet mogelijk omdat er sprake kan zijn van nieuwe feiten en omstandigheden. Het zou ook niet wenselijk zijn: voorop staat dat iedere vreemdeling die bescherming nodig heeft, die bescherming ook moet krijgen.

Na invoering van dit pakket aan maatregelen zal worden gemonitord of de bedoelde effecten gerealiseerd worden. De volledige effecten zullen in de loop der jaren zichtbaar worden. Daarnaast is aan de uitvoeringsorganisaties gevraagd voortdurend in de gaten te houden of er (ex-)asielzoekers te lang in de opvang, of anderszins in een vreemdelingrechtelijke procedure, verblijven. Als dit wordt gesignaleerd, zal er waar mogelijk met prioriteit worden ingegrepen, om snel duidelijkheid te geven aan de betreffende vreemdeling.

Ik ga ervan uit dat dit pakket aan maatregelen in de eerste helft van 2013 zal kunnen worden ingevoerd. Randvoorwaardelijk hiervoor is dat de voorbereiding van de uitvoering (inclusief ICT-systemen) en de wet- en regelgeving op tijd gereed zijn. De maatregelen op het gebied van rechtsbijstand zijn volgend en zullen niet voor medio 2013 in werking kunnen treden. Sommige onderdelen van het pakket betreffen praktische verbeteringen in de uitvoeringspraktijk, gebaseerd op staand beleid. Deze onderdelen, die in de bijlage ook staan aangeduid, zijn reeds opgepakt en zoveel mogelijk ingevoerd.

De maatregelen die zien op een herschikking van de asielgronden zijn vervat in een wetsvoorstel, dat binnenkort bij uw Kamer wordt ingediend. In de bijlage bij de brief wordt de inhoud van dat wetsvoorstel op hoofdlijnen geschetst.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

Motie Knops en Van der Staaij (33 000 VII, nr. 43) die de regering verzoekt sneller te besluiten over verblijfsaanvragen.

Toezegging gedaan in Algemeen Overleg over Vreemdelingen- en asielbeleid op 8 juni 2011, waarin werd toegezegd de Tweede Kamer nader te informeren over hoe nareis onder regulier gebracht zal worden en daarbij de motie Voordewind (geen drempels bij nareis) in acht te nemen.

Toezegging gedaan in brief aan de Tweede Kamer d.d. 19 december 2011 inzake reactie amendement Spekman (Kamerstuk 33 000 VII, nr. 31), waarin is toegezegd dat de Tweede kamer begin 2012 wordt geïnformeerd over de uitkomsten van Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures.

Toezegging gedaan in Verantwoordingsdebat op 19 mei 2011, waarin werd toegezegd dat het kabinet een samenhangend pakket aan maatregelen zou indienen bij de Tweede Kamer om procedurestapelen tegen te gaan.

Toezegging bij behandeling Begroting Immigratie en Asiel op 30 november 2010, waarin een brief werd toegezegd over welke criteria er gelden voor nareizigers.

Toezegging gedaan bij Algemeen overleg over Wijzigingen Asielprocedures, waarin werd toegezegd schriftelijk te zullen reageren op de vraag of er met de overheveling van nareizigers naar regulier extra drempels worden opgeworpen.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven