3 Raad Buitenlandse Zaken

Raad Buitenlandse Zaken

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD d.d. 12/03).

De voorzitter:

We gaan vandaag meer doen dan alleen zwijgen; we gaan ook luisteren en spreken. Dat doen we als eerste bij het tweeminutendebat van de RBZ, waarvan gisteren het commissiedebat was. Ik heb begrepen dat u daarbij alleen de eerste termijn heeft gedaan. Toch heeft u slechts twee minuten voor dit debat. Ik richt een hartelijk welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Bruins Slot. Welkom aan de acht deelnemers die ik op de lijst heb zien staan. De eerste daarvan is de heer Dassen, die zal spreken namens de fractie van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering al dan niet in Europees verband op te roepen tot een duurzaam staakt-het-vuren in Gaza,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Van Baarle, Piri, Dobbe en Paternotte.

Zij krijgt nr. 2844 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Israëlische premier Netanyahu aangekondigd heeft hoe dan ook over te gaan tot een grondoffensief in Rafah, ondanks de vele internationale oproepen;

overwegende dat een offensief in Rafah tot een ongekende humanitaire catastrofe zal leiden;

verzoekt de regering tot het zowel in nationaal als Europees verband verkennen van de opties voor het instellen van sancties tegen de Israëlische regering, teneinde een Israëlisch grondoffensief in Rafah te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen, Piri, Dobbe en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2845 (21501-02).

De heer Dassen (Volt):

Voorzitter. Dan zou ik graag nog enkele vragen aan de minister willen stellen. Kan de minister de Kamer informeren over alle ondernomen stappen vanuit de verschillende ministeries omtrent de stopzetting van de F-35-onderdelen? Hoe is dat mogelijk gemaakt? Welke andere communicatie heeft er daarover binnen de ministeries plaatsgevonden?

Daarnaast had ik gisteren nog de vraag gesteld of het kabinet van plan is zich aan te sluiten bij de oproep van Von der Leyen voor een duurzaam staakt-het-vuren.

Ik ben ook benieuwd wat de minister nu doet tegen de regering-Netanyahu met betrekking tot het nederzettingenbeleid. Dat betreft dus niet alleen de kolonisten. Wat onderneemt de minister nu richting de regering van Israël zelf?

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Dobbe, die namens de Socialistische Partij spreekt.

Mevrouw Dobbe (SP):

Goedemorgen. Ik heb vier moties, dus ik begin snel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de VN een oproep hebben gedaan voor 4,1 miljard dollar om een humanitaire ramp in Sudan te voorkomen, waarvan tot nu toe slechts 4% is toegezegd;

overwegende dat we, buiten de conflicten in Oekraïne, Israël en Gaza, ook aandacht moeten houden voor conflicten waar minder publieke aandacht voor is;

verzoekt de regering tegemoet te komen aan de oproep van de VN en zich actief in te zetten om te zorgen dat de benodigde humanitaire hulp beschikbaar komt voor Sudan, door te zorgen dat Nederland zijn proportionele deel bijdraagt en aan te dringen bij andere landen om dat ook te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Piri, Van Baarle en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2846 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering de financiering voor UNRWA heeft opgeschort;

overwegende dat dit bijdraagt aan de almaar erger wordende rampzalige humanitaire situatie in Gaza;

overwegende dat de EU, Zweden en Canada financiering van UNRWA weer hebben hervat;

verzoekt de regering de opschorting van besluiten over de financiering van de UNRWA op te heffen en extra geld beschikbaar te stellen voor humanitaire hulp naar Gaza om een humanitaire ramp te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Piri en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2847 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat noodgrepen moeten worden ondernomen, zoals de bouw van een haven bij Gaza voor de levering van humanitaire hulp aan de Gazaanse bevolking;

overwegende dat de toelating van humanitaire hulp via land noodzakelijk is om een humanitaire ramp te voorkomen;

constaterende dat Israël de levering van hulp via land tegenhoudt;

verzoekt de regering bij de Israëlische regering aan te dringen op het doorlaten van humanitaire hulp over land en bij weigering van de Israëlische regering over te gaan tot bilaterale sancties en zich in te spannen voor multilaterale sancties voor Israël,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Dassen, Piri en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2848 (21501-02).

Mevrouw Dobbe (SP):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vrouwen en meisjes in conflictgebieden extra kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld in het ontvangen van humanitaire hulp, het inzetten van seksueel geweld als wapen, gedwongen uithuwelijking en uitbuiting;

verzoekt de regering bij het verstrekken van alle vormen van steun of humanitaire hulp in conflictgebieden altijd bijzondere aandacht te hebben voor de positie en veiligheid van vrouwen en meisjes en dit te omschrijven;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de toepassing van deze bijzondere aandacht in Oekraïne, Israël en Gaza in het bijzonder,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Piri, Paternotte, Van Baarle en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2849 (21501-02).

Bijna een puntlanding, mevrouw Dobbe. Dank u wel voor uw bijdrage. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans namens de VVD-fractie.

De heer Brekelmans (VVD):

Voorzitter. Ik dank de minister nogmaals voor de beantwoording gisteren. In een heel korte tijd hebben we heel veel conflicten in de wereld besproken. Ik zou voor nu graag één motie willen indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Belarus een vazalstaat vormt van Rusland en een belangrijke rol speelt in de Russische agressie tegen Oekraïne;

overwegende dat er indicaties zijn voor de betrokkenheid van Belarus en president Loekasjenko bij de deportaties van kinderen uit Oekraïne en andere oorlogsmisdaden;

van mening dat het wenselijk zou zijn als naast Poetin ook Loekasjenko zou worden aangeklaagd voor het Internationaal Strafhof (ICC);

verzoekt de regering zich in de EU in te zetten voor meer bewijsgaring voor de betrokkenheid van Belarus bij oorlogsmisdaden tegen Oekraïne, zodat het ICC deze informatie zou kunnen gebruiken voor een eventuele zaak tegen president Loekasjenko en andere verantwoordelijken uit het regime van Belarus,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans, Paternotte, Piri, Tuinman, Boswijk en Veldkamp.

Zij krijgt nr. 2850 (21501-02).

Dank u wel. Uw naam werd al genoemd, meneer Tuinman. Het is uw beurt.

De heer Tuinman (BBB):

Voorzitter. In het commissiedebat RBZ hebben we gisteren een constructief debat gevoerd over de situatie in Gaza. De humanitaire situatie is onmenselijk, hemeltergend en onnodig. Massale humanitaire hulp over land, door de lucht en over zee zijn nodig. De zorg van mijn fractie blijft de rol van Hamas in Gaza en het lot van de Israëlische gijzelaars. Mijn fractie tekent mee met de motie-Boswijk die zo meteen ingediend gaat worden, omdat de hongersnood in Gaza nooit mag leiden tot de hongerdood. Ik ga ervan uit dat de minister maximale zorg ervoor draagt dat de noodhulp niet in handen van Hamas komt.

Daarnaast heb ik een motie over UNRWA. Er loopt een onderzoek. Daarnaast wordt er over en weer met modder gegooid over de banden tussen UNRWA en Hamas. Het parlement moet vooraf geïnformeerd worden op het moment dat het kabinet erover denkt om de donaties aan UNRWA te hervatten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een lopend VN-onderzoek is naar banden tussen UNRWA-medewerkers en Hamas voor de aanval op 7 oktober 2023;

overwegende de gevoeligheid rond UNRWA-financiering in de Nederlandse samenleving;

verzoekt de regering om de Kamer voorafgaand te informeren over mogelijke voornemens tot betaling of hervatting van hulpgeld aan UNRWA, om dergelijke uitgaven vooraf te kunnen wegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tuinman en Stoffer.

Zij krijgt nr. 2851 (21501-02).

Dank u wel, meneer Tuinman. Dat brengt ons bij de bijdrage van meneer Boswijk namens het CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de humanitaire situatie in Gaza snel verslechtert en de hongersnood snel toeneemt;

constaterende dat de Verenigde Staten een humanitaire corridor willen opzetten via zee, mede door middel van een tijdelijke haven;

overwegende dat de humanitaire corridor via de zee nooit een vervanging kan zijn voor een humanitaire corridor via land en Israël niet mag ontslaan van zijn internationaalrechtelijke verplichtingen;

constaterende dat de regering reeds politieke steun uitgesproken heeft voor de humanitaire corridor via de zee;

verzoekt de regering naast deze politieke steun te bezien op welke wijze Nederland kan bijdragen aan de humanitaire corridor via de zee, bijvoorbeeld financieel of operationeel, en deze vervolgens te leveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Paternotte, Veldkamp, Dassen, Piri, Brekelmans, Tuinman, Dobbe en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2582 (21501-02).

Dank u wel. Meneer Paternotte namens de fractie van D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. De BBC kwam gisteren met het bericht dat Israëlische militairen bij de aanval op het Nasser-ziekenhuis, ziekenhuismedewerkers, Palestijnse ziekenhuismedewerkers, dagenlang hebben vastgehouden. Zij moesten urenlang knielen, kregen emmers ijskoud water over hen heen gegooid en zijn geslagen en vernederd. David Cameron, de minister van Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk, heeft gezegd dat hij dit zeer zorgwekkende berichten vindt en dat antwoorden van Israël nodig zijn. Ik wil een oproep doen aan het kabinet om bij de gesprekken die de komende weken met de Israëlische regering gaan plaatsvinden, ook in Israël zelf, de regering hierop aan te spreken en het Verenigd Koninkrijk te ondersteunen in het vragen van antwoorden op deze berichten en deze beelden.

Voorzitter, daarnaast twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Gazaoorlog vijf maanden geleden is begonnen en nog altijd een onbekend aantal Nederlandse ingezetenen in Gaza zit;

overwegende dat wie in Gaza verblijft te maken heeft met hongersnood en extreme onveiligheid;

verzoekt de regering het aantal Nederlanders dat nog in Gaza verblijft in kaart te brengen, alles in het werk te stellen om Nederlandse ingezetenen zo snel mogelijk weg te krijgen uit de Gazastrook, en de Kamer hierover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Piri.

Zij krijgt nr. 2853 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Rusland snel escaleert in de retoriek richting Moldavië;

constaterende dat Frankrijk en Moldavië een defensieovereenkomst hebben ondertekend met als doel de soevereiniteit en de veiligheid van Moldavië te versterken;

overwegende dat de stabiliteit van Europa onder druk staat als gevolg van de Russische agressie in Oekraïne;

van mening dat het van essentieel belang is voor de Nederlandse regering om internationale solidariteit te tonen en bij te dragen aan de versterking van de Europese veiligheid en stabiliteit;

verzoekt de regering om de mogelijkheid te bezien van nadere veiligheidssamenwerking met Moldavië, en de Kamer hierover te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 2854 (21501-02).

Dank u wel. Dan de fractie van GroenLinks/PvdA bij monde van mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ook ik dank de minister voor de beantwoording. Zij sprak gisteren duidelijke woorden: een eventuele Israëlische aanval in Rafah kan en zal ook politieke consequenties hebben. Ik vraag de minister graag of hetzelfde geldt voor het blijven traineren van humanitaire hulp en daarmee het niet-naleven door Israël van de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof.

Voorzitter. Het is daarnet niet genoemd door indieners van andere moties over UNRWA, maar recent heeft UNRWA zelf de berichten naar buiten gebracht dat hun medewerkers gedwongen zijn bekentenissen af te leggen onder druk van marteling en mishandeling. Aangezien wij aan eerdere serieuze aantijgingen van de kant van Israël tegen UNRWA meteen zeer zware consequenties hebben verbonden, is mijn vraag wat de consequenties zijn van de aantijgingen, die ook zeer serieus zijn, van een VN-organisatie.

Voorzitter, één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bevolking van Gaza op grote schaal onmiddellijke, veilige en ongehinderde humanitaire hulp nodig heeft en het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) cruciaal is voor de hulpvoorziening;

overwegende dat de EU, Canada en Zweden onlangs hebben besloten om financiële steun aan UNRWA te hervatten;

verzoekt het kabinet om het eerdere besluit om de financiering voor UNRWA tot nader order op te schorten, ongedaan te maken en daarmee het signaal af te geven aan internationale partners om hetzelfde te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Paternotte, Dobbe, Dassen en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2855 (21501-02).

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Piri. Dan tot slot aan de zijde van de Kamer de heer Van Baarle, die spreekt namens de fractie van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grootschalige hongersnood is in Gaza;

constaterende dat ondanks de inzet van de internationale gemeenschap de konvooien met humanitaire hulp Gaza nauwelijks binnenkomen;

verzoekt de regering om zich in te spannen voor onafhankelijke waarnemers bij de controle op toegang van humanitaire hulpmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Dassen, Piri, Dobbe en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2856 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grootschalige hongersnood is in Gaza;

constaterende dat er duizenden vrachtwagens met humanitaire hulp aan de grenzen van Gaza door Israël worden tegengehouden;

verzoekt de regering niet uit te sluiten dat er sancties tegen Israël worden genomen als er niet binnen afzienbare tijd massief humanitaire hulp in Gaza wordt toegelaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Dassen, Piri en Dobbe.

Zij krijgt nr. 2857 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Israëlische annexatie van Palestijns land in strijd is met het internationaal recht en dat het verplaatsen van de eigen bevolking naar bezet gebied een oorlogsmisdaad is;

overwegende dat onder het internationaal recht staten verplicht zijn om samen te werken om een schending van het internationaal recht te beëindigen en dat het internationaal recht andere staten de mogelijkheid biedt om tegenmaatregelen te nemen;

verzoekt de regering om te onderkennen dat zij onder internationaal recht de plicht heeft om zich internationaal in te spannen om de Israëlische annexatie van Palestijns gebied ongedaan te maken en daartoe internationaal draagvlak te zoeken voor concrete maatregelen in de richting van de Israëlische regering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Dassen en Piri.

Zij krijgt nr. 2858 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Buitenlandse Zaken heeft gezegd dat er "grote politieke consequenties" volgen als Israël besluit Rafah militair binnen te vallen;

constaterende dat het niet uitgesloten is dat Israël Rafah ieder moment binnen zou kunnen vallen;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk een brief aan de Kamer te sturen waarin de verschillende opties uiteen worden gezet voor wat de politieke consequenties zouden kunnen zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle, Dassen, Piri en Dobbe.

Zij krijgt nr. 2859 (21501-02).

De heer Van Baarle (DENK):

Ik dank u vriendelijk, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Baarle. Dat betekent dat we aan het eind zijn gekomen van de termijn van de Kamer. Ik schors voor tien minuten, zodat de minister zich kan voorbereiden op haar appreciatie van zestien moties en de antwoorden op een aantal vragen. We gaan om 10.40 uur weer verder. Tot zo.

De vergadering wordt van 10.31 uur tot 10.44 uur geschorst.

De voorzitter:

Welkom terug. We gaan verder met het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken. Ik geef het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken, minister Bruins Slot.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter, dank u wel. Er is een heleboel in het debat met elkaar gewisseld. Daarom laat ik een lange inleiding achterwege, ook omdat ik zie dat we al uit de planning lopen. Dus ik begin gelijk met de moties, en daarnaast zijn er nog een aantal vragen gesteld.

Allereerst de motie op stuk nr. 2844 over het duurzaam permanent staakt-het-vuren. Daarvan zeg ik: het kabinet is voor een onmiddellijk staakt-het-vuren en daaruit volgend een duurzame beëindiging van de vijandelijkheden. Zoals in het debat ook is gewisseld, een permanent duurzaam staakt-het-vuren is op dit moment gewoon niet mogelijk, omdat beide partijen niet bereid zijn om te stoppen met vechten. Dat een onmiddellijk staakt-het-vuren nodig is, daar ben ik het helemaal mee eens, maar deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

De eerste motie, de motie-Dassen c.s. op stuk nr. 2844, is ontraden.

Minister Bruins Slot:

Dan de tweede motie, de motie-Dassen c.s. op stuk nr. 2845, over het instellen van sancties. Inderdaad heb ik gezegd dat als er een grootschalig militair offensief in Rafah plaatsvindt, dat politieke gevolgen zou hebben. Ik heb tegelijkertijd ook gezegd dat ik niet ga vooruitlopen op wat die precies zijn. Dus deze motie ontraad ik.

De voorzitter:

De motie-Dassen c.s. op stuk nr. 2845: ontraden.

Minister Bruins Slot:

Dan de derde motie, de motie-Dobbe c.s. op stuk nr. 2846 over Sudan. Zeer goed dat de Kamer hier aandacht voor vraagt. Het is ook een dramatische situatie daar. Daarom geef ik deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie-Dobbe c.s. op stuk nr. 2846: oordeel Kamer.

De heer Brekelmans (VVD):

Het staat buiten kijf dat we ons zorgen moeten maken over de situatie in Sudan en dat daar humanitaire steun nodig is. Wat ik zelf lastig vind aan deze motie is dat er ook een financiële claim in zit. Er staat dat Nederland een evenredige bijdrage levert, van die 4,1 miljard dollar. Dat is een x-aantal miljoen. Zegt de minister dat dit binnen bestaande programma's of binnen bestaande financiële verplichtingen past? Hoe kijkt de minister hiernaar? Want we kunnen volgens mij nu niet via deze motie zo een miljoenenbedrag uitgeven.

Minister Bruins Slot:

Nee, maar het geldt per definitie dat moties geen bedragen losmaken. Wat ik in ieder geval mevrouw Dobbe zie doen in deze motie is vragen: doe wat je kan doen. Wij geven natuurlijk een vaste bijdrage aan de VN-organisaties. Er is binnenkort ook een donorconferentie in Parijs, juist gericht op Sudan. Daar gaat de minister voor Buitenlandse Handel ook naartoe. Dit wil niet zeggen dat wij nu al een bedrag gaan vrijmaken. Dat moet natuurlijk altijd binnen de begroting passen. Maar ik ben het echt met mevrouw Dobbe eens dat we moeten doen wat we kunnen en dat we daar ook de internationale gemeenschap op aanspreken.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Over de motie op stuk nr. 2847 van Dobbe c.s. over UNRWA wil ik nogmaals duidelijk maken dat Nederland zijn hele bijdrage voor dit jaar voor UNRWA heeft betaald, 19 miljoen euro. De minister voor Buitenlandse Handel, die ook over UNRWA gaat, heeft aangegeven dat hij op dit moment nog geen nieuwe bijdrage voorziet, omdat we net onze totale bijdrage hebben overgemaakt. Hij wacht eerst de lopende onderzoeken af. Een van de eerstvolgende onderzoeken met de bijbehorende rapporten, is het onderzoek van mevrouw Colonna. Dat wordt ongeveer eind maart verwacht. Dat is volgens mij een goed moment om ook naar de huidige situatie te kijken. Dus daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 2847.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2847: ontraden.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 2848 van Dobbe c.s. Ik wil nu alles op alles zetten om samen met de internationale gemeenschap humanitaire hulp binnen te krijgen. Israël laat humanitaire hulp ook wel door. Het moet echt veel meer worden en daarom ontraad ik deze motie op stuk nr. 2848.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2848: ontraden.

Minister Bruins Slot:

De motie op stuk nr. 2849 van Dobbe c.s. over het informeren over de toepassing van aandacht voor de positie en veiligheid van vrouwen en meisjes in Oekraïne, Israël en Gaza: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2849: oordeel Kamer.

Voordat u verdergaat: ik zie dat meneer Brekelmans daar een vraag over heeft.

De heer Brekelmans (VVD):

Sorry, ik wil toch even hierop ingaan. Kijk, dit is natuurlijk een hele sympathieke motie en daar geldt ook weer voor dat ik het op zich inhoudelijk wel begrijp. Alleen, de formulering in de motie is: "verzoekt de regering bij het verstrekken van alle vormen van steun en humanitaire hulp in conflictgebieden altijd bijzondere aandacht te hebben voor ...". Dat vind ik best wel ver gaan. Daarom heb ik de vraag hoe de minister dit leest.

Minister Bruins Slot:

Je ziet dat er een toenemende mate van geweld plaatsvindt tegen vrouwen en meisjes in conflictgebieden. Zo heb ik het gelezen en zo heb ik het ook toegelicht in het debat. Daarover is ook net een goed VN-rapport van mevrouw Patten uitgekomen. Dit vraagt dat we daar bijzondere aandacht voor hebben. Natuurlijk kun je niet altijd in alle situaties daar aandacht voor hebben of is er ook sprake van. Ik zie het meer, ook wat mevrouw Dobbe doet, als een brede oproep om hier oog voor te hebben en dat sluit heel erg aan bij datgene wat de Verenigde Naties ook net in dit rapport hebben geconstateerd. Maar je kan hier niet een wet van Meden en Perzen van maken.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 2850, over bewijsgaring in Belarus, krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2850: oordeel Kamer.

Minister Bruins Slot:

De motie op stuk nr. 2851 gaat weer over UNRWA. Ik herhaal: we hebben onze jaarlijkse bijdrage overgemaakt. De minister voor Buitenlandse Handel is zelf al heel open geweest bij zijn begrotingsbehandeling. Hij heeft gezegd dat hij de Kamer informeert op het moment dat hij voornemens is om de betaling te hervatten. Maar het is een eigenstandige beslissing van dit kabinet om dat te doen. Natuurlijk kan de Kamer daar wat van vinden. Maar ik lees de motie toch een beetje zo alsof wij vooraf toestemming daarvoor moeten vragen. Dat vind ik, in ieder geval in deze fase, ook gezien de heel heldere toezegging van de minister voor Buitenlandse Handel, wat te ver gaan. Dan vraag ik de heer Tuinman om de motie aan te houden totdat hij zelf die vraag aan de minister voor Buitenlandse Handel kan stellen. Als hij de motie wel in stemming wil brengen, moet ik de motie ontraden, want ik vond de toezegging van de minister voor Buitenlandse Handel in dat kader gewoon goed.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Tuinman.

De heer Tuinman (BBB):

Dan houd ik 'm even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Tuinman stel ik voor zijn motie (21501-02, nr. 2851) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Bruins Slot:

Dank u. De motie op stuk nr. 2852 gaat over de humanitaire corridor. Ik ben het eens met de heer Boswijk en de andere leden, en het kabinet wil zich ervoor inzetten, financieel of anderszins, dat deze tot stand komt, dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 2852.

Minister Bruins Slot:

De achtste motie gaat over de consulaire hulp…

De voorzitter:

De tiende motie, hoop ik.

Minister Bruins Slot:

Sorry, ja, de tiende motie, op stuk nr. 2853, over de consulaire hulpverlening en alles wat we doen om Nederlanders uit Gaza te krijgen. De motie van de heer Paternotte geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 2853.

Minister Bruins Slot:

De motie op stuk nr. 2854 gaat over de nadere veiligheidssamenwerking met Moldavië. Deze motie van de heren Paternotte en Brekelmans geef ik ook oordeel Kamer. Dat komt overeen met de inzet die het kabinet pleegt.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2854 krijgt ook oordeel Kamer.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 2855, die ook over UNRWA gaat. Ik heb eerder aangegeven dat de minister voor Buitenlandse Handel hier al een duidelijke toezegging over heeft gedaan en dat hij het eerstvolgende onderzoek van mevrouw Colonna ook afwacht. Om het op dit moment al te doen, is dus een stap te snel. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 2855.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2855 wordt ontraden.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 2856 over onafhankelijke waarnemers geef ik oordeel Kamer, omdat deze motie ook aansluit bij het mandaat van mevrouw Kaag om dit voor elkaar te gaan krijgen. Dat wil niet zeggen dat dit direct geregeld is, maar aangezien we dit mandaat steunen, steunen wij ook het voor elkaar krijgen van onafhankelijke waarnemers.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2856 krijgt oordeel Kamer.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 2857 gaat over het nu al opleggen van sancties. Ik ben zelf nog niet zover. Het gaat eerst om het massief inzetten op hulp, waarbij ik ook niet het mandaat van mevrouw Kaag in de weg wil lopen. Daarom moet ik deze motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2857 wordt ontraden.

Minister Bruins Slot:

De motie op stuk nr. 2858 gaat over het internationaal recht en de zaak die loopt bij het Internationaal Gerechtshof. Dat gaat over de door Israël bezette gebieden. Aangezien die zaak nog loopt, wil ik daar niet op vooruitlopen. We hebben wel een actieve inbreng geleverd. Deze motie moet ik ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2858 wordt ontraden.

Minister Bruins Slot:

Dan de motie op stuk nr. 2859. Ik heb in het debat heel duidelijk gemaakt dat er politieke gevolgen zijn maar dat ik er niet op vooruit wil lopen welke dat precies zijn. Dus ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2859 wordt ontraden. Voordat u overgaat naar de vragen, heeft meneer Van Baarle nog een vraag.

De heer Van Baarle (DENK):

Dat klopt. Ik ga een vraag stellen over de motie op stuk nr. 2858. De constatering in de overweging van deze motie is letterlijk wat de Nederlandse regering als standpunt heeft ingebracht bij de zaak. Dit is wat de Nederlandse regering vindt als het gaat om de interpretatie van het internationaal recht wat betreft de annexatie. Als ik tegen de Nederlandse regering zeg "kom die interpretatie van het internationaal recht na", dan is het toch vreemd dat de minister dat ontraadt? Ik vraag niets meer en niets minder dan dat de Nederlandse regering de eigen visie op de toepassing van het internationaal recht nakomt, namelijk de plicht om bij te dragen aan de beëindiging van de illegale annexatie en het daartoe maatregelen treffen in internationaal verband. Het is toch vreemd dat de Nederlandse regering dat niet eens wil doen?

Minister Bruins Slot:

Dit gaat over de inbreng die wij hebben geleverd over de toepassing van dat recht in een rechtszaak van het Internationaal Gerechtshof. Wij leveren vaker een inbreng in dit soort zaken, evenals in andere rechtszaken, maar we wachten daarbij wel altijd eerst het oordeel van de rechter af. Dus dat doen we ook in deze zaak, zoals we dat in alle zaken doen. We hebben er wel actief voor gekozen om onze zienswijze over de algemene toepassing van het recht te leveren, maar de uiteindelijke beoordeling of dat ook toepasbaar is, is iets waar de rechter over gaat en die moet daar nog een uitspraak over doen. Overigens, wel mijn waardering voor de heer Van Baarle dat hij deze zaak zo actief volgt.

De voorzitter:

U mag nog een korte tweede interruptie doen, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Ja, een korte tweede interruptie. Dan zou ik nog graag een vraag willen stellen over mijn motie op stuk nr. 2857. De minister ontraadt deze motie en geeft daarbij aan dat de motie vraagt om sancties in te stellen. Er liggen een aantal andere moties voor die ik heb meeondertekend; deze motie vraagt om sancties niet uit te sluiten. Ik zou graag wensen dat de minister in dat licht haar advisering op deze motie herziet, omdat de motie niet om sancties vraagt maar om als positie in te nemen om sancties niet uit te sluiten. Volgens mij kan de Nederlandse regering die positie zeer zeker innemen.

Minister Bruins Slot:

In algemene zin kun je natuurlijk niet alles uitsluiten, maar ik wil er in dit geval echt voor zorgen dat we gemeenschappelijk meer massieve hulp het gebied binnen gaan krijgen, waarbij we ook het mandaat van Kaag ondersteunen. Dus ik ga op dit moment niet al zeggen: ik ga dit, dat, zus of zo doen. Daar ga ik niet op vooruitlopen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Mevrouw Piri wil daarover een vervolgvraag stellen.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Dat klopt. Gisteren hoorde ik de minister meerdere malen zeggen dat zij in haar gesprekken met de Israëlische regering elke keer benadrukt dat zij wel gehouden zijn aan die tijdelijke maatregel, opgelegd door het Internationaal Gerechtshof. Ik denk dat de minister door deze motie te ontraden toch niet het signaal wil afgeven dat als Israël zich daar niet aan houdt, dit geen enkele consequentie zal hebben. Dus ik vond dit eigenlijk een hele voorzichtige formulering, die het kabinet dus niet vastlegt, maar die erop neerkomt: als Israël zich niet houdt aan die voorlopige maatregel van het Internationaal Gerechtshof waarbij humanitaire hulp zo essentieel, sluiten wij niets uit.

Minister Bruins Slot:

Het klopt inderdaad dat ik Israël actief houd aan en ook aanspreek op de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in het kader van de voorlopige voorzieningen. Maar het gaat hier in het dictum van de motie ook over "binnen afzienbare tijd". De vraag is dan natuurlijk: wat is afzienbaar? Wat is de periode? Dat vind ik op dit moment lastig om te overzien. Tegelijkertijd ben ik het met alle leden eens ... Dat doen we ook: door de lucht, over zee, maar ook over land. Primair moet er over land massief meer humanitaire hulp het gebied van Gaza ingaan. Daarom was het gisteren ook goed om te zien dat bijvoorbeeld de Marokkaanse overheid actie heeft ondernomen en een grote voorziening aan voedsel naar binnen heeft laten gaan.

De voorzitter:

Een kort vervolg van mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Fijn dat de minister meebeweegt. Dan gaan wij ook meebewegen, dus dan halen wij "binnen afzienbare tijd" eruit.

De voorzitter:

We kijken even naar de minister of dat haar appreciatie van de te wijzigen motie verandert.

Minister Bruins Slot:

Ik sluit niks uit, om het zo maar te zeggen, maar ik hoop vooral dat die humanitaire hulp naar binnen komt. Het heeft namelijk geen zin om maatregelen te nemen, zonder dat mensen meer voedsel krijgen. Maar met "binnen afzienbare tijd" eruit kan ik het in ieder geval oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Dan zien wij een gewijzigde motie van de heer Van Baarle tegemoet. Meneer Brekelmans heeft nog een vraag.

De heer Brekelmans (VVD):

Ja, in dat geval vraag ik me bij deze motie af of de minister het eens is met die tweede constatering, waarin staat dat er duizenden vrachtwagen door Israël worden tegengehouden.

Minister Bruins Slot:

Nee, en dat heb ik ook bij mijn eerste appreciatie gezegd. Israël zorgt er namelijk wel degelijk voor dat er hulp naar binnen komt. Alleen, er staan wel duizenden vrachtwagens aan de grens. Dat betekent dus dat je meer grensovergangen moet opendoen. Je moet ook de screening van de goederen veel sneller en praktischer doen dan nu het geval is. Ook moet er een goede begeleiding zijn van goederen die naar binnengaan. Dit zie ik dus niet zo zwart-wit. Dat heb ik bij aanvang van de appreciatie van deze motie ook aangegeven. Het is echt gecompliceerder dan dat.

De voorzitter:

Helder. U had nog een aantal vragen te beantwoorden.

Minister Bruins Slot:

Ja, voorzitter.

We spreken Israël constant en consistent aan op de nederzettingen. Ook vorige week heb ik dat weer gedaan. Vandaag is de minister-president bij Netanyahu. We doen dat ook met anderen. We zijn sinds kort ook lid van het West Bank Protection Consortium, waarin we Israël gezamenlijk aanspreken op de nederzettingenproblematiek. We zijn ook bezig met sancties tegen gewelddadige kolonisten.

In het kader van de F-35 en de ondernomen stappen heb ik een verzoek aan de heer Dassen. Er is straks een tweeminutendebat Wapenexportbeleid. Daarbij is de minister voor Buitenlandse Handel aanwezig, die hierover gaat. Ik zorg ervoor dat die vraag wordt doorgeleid, zodat hij hem vanmiddag tijdens het tweeminutendebat Wapenexportbeleid in alle nauwkeurigheid kan beantwoorden.

De aantijgingen zijn onderdeel van de onderzoeken, zeg ik tegen mevrouw Piri.

Ja, de incidenten in de ziekenhuizen in Gaza brengen we op bij Israël, zeg ik tegen de heer Paternotte.

De voorzitter:

Mevrouw Piri nog.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Daar heb ik toch een vraag over. Natuurlijk waren de aantijgingen van Israël dat UNRWA-medewerkers, op welke manier dan ook, betrokken waren bij de aanslagen op 7 oktober zeer serieus. Het is terecht dat UNRWA daar ook meteen actie op heeft ondernomen. Maar nu zegt deze VN-organisatie zelf: onze medewerkers zijn gedwongen tot bekentenissen onder marteling door de Israëlische autoriteiten. Dat is toch niet minder serieus?

Minister Bruins Slot:

Nee, en dat is ook onderdeel van het onderzoek. Er vindt volgens mij deze week een missie plaats van de international office of oversight and investigation van de Verenigde Naties naar Israël zelf. Daar is dit ook gewoon onderdeel van. Het zijn dus allemaal serieuze aantijgingen. Dat moet gewoon goed onderzocht worden.

De voorzitter:

Mevrouw Piri, kort.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Tot slot hierop. Het zure is natuurlijk dat op basis van de Israëlische serieuze aantijgingen heel veel landen zijn gestopt met de financiering van UNRWA ...

Minister Bruins Slot:

En Nederland ... O sorry, ik hoorde een punt.

De voorzitter:

U zou ook kort zijn, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

De minister deed het gisteren ook in het debat, dus ik weet dat ze elke keer zo doet van: we hebben ons bedrag al overgemaakt, dus het doet er eigenlijk niet zo veel toe wat Nederland nu doet en wanneer we het doen. Maar het is een ontzettend belangrijk politiek signaal. Canada heeft op basis van dezelfde organisatie die al een interim-rapport heeft uitgebracht, gezegd: wij hervatten de financiering. Ook Zweden en de EU doen dat. Is het echt zo moeilijk om een overhaast besluit, met alle mogelijke humanitaire gevolgen en het chilling effect dat dat heeft, ongedaan te maken?

Minister Bruins Slot:

De minister voor Buitenlandse Handel heeft zijn besluit genomen omdat het zeer serieuze aantijgingen waren. Daarbij geldt ook dat we binnenkort de eerste interim-onderzoeksrapporten krijgen, ook van mevrouw Colonna. Dat vind ik een belangrijk moment om te wegen of er voldoende waarborgen in place zijn om weer stappen te kunnen zetten. Maar nogmaals, we hebben ons aandeel in ieder geval geleverd. Dat vind ik wel van belang.

Voorzitter, ik ben in de veronderstelling dat ik alle vragen heb beantwoord.

De voorzitter:

Dat vindt meneer Dassen nog niet helemaal, dus hij gaat kort zijn vraag stellen.

De heer Dassen (Volt):

Ik had een vraag over de oproep van Von der Leyen om te komen tot een staakt-het-vuren. Ik ben benieuwd of de minister daar nog antwoord op wil geven.

Minister Bruins Slot:

Dat ligt in lijn met het feit dat we een onmiddellijk staakt-het-vuren nodig hebben dat moet leiden tot een beëindiging van de vijandelijkheden. Het zou heel goed zijn als de onderhandelingen in de ramadanperiode zouden eindigen in een staakt-het-vuren, omdat gijzelaars dan kunnen worden vrijgelaten, maar er ook massief meer humanitaire hulp kan worden binnengelaten. Vandaag gaat de minister-president het gebied in. Hij spreekt met Netanyahu en heeft een bezoek bij de Egyptische president Sisi.

De voorzitter:

Heel kort, meneer Dassen.

De heer Dassen (Volt):

Heel kort. Als ik het goed begrijp, is het antwoord van de regering dus dat er direct een humanitaire pauze moet komen, gevolgd door een permanent staakt-het-vuren, een duurzaam staakt-het-vuren? Dat is namelijk de oproep van Von der Leyen.

Minister Bruins Slot:

Een duurzame beëindiging van de vijandelijkheden. Dat heb ik vaker aangegeven. Hopelijk leidt de situatie ertoe dat er een oplossing komt waarbij Hamas zijn wapens neerlegt, waarbij Israël veilig genoeg is en waarbij we dit verschrikkelijke conflict kunnen stoppen.

De voorzitter:

Dank aan minister Bruins Slot. Dank aan de leden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de zestien ingediende moties, waarvan er overigens één is aangehouden, wordt morgen bij de aanvang van de middagvergadering gestemd. Het debat waar de minister naar verwees over het wapenexportbeleid is hedenmiddag om een uur of halfvijf. Ik schors even kort. Daarna gaan we door met het tweeminutendebat Seksueel geweld en kindermisbruik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven