16 Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen (31765, nr. 772).

De voorzitter:

Aan de orde is thans het tweeminutendebat Definitieve besluit concentratie interventies bij aangeboren hartafwijkingen (31765, nr. 772). De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Agema van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Op zorgvisie.nl las ik het bericht dat Amerikaanse hartspecialisten met nieuwe analyses de volumenormen voor kinderhartchirurgie hebben verlaagd. Aangezien deze normen ten grondslag liggen aan het besluit van de minister om de kinderhartchirurgie te concentreren, valt het fundament voor dat besluit weg. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de volumenormen voor kinderhartinterventies op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten uit Amerika naar beneden zijn bijgesteld;

overwegende dat het besluit tot concentratie van de kinderhartcentra onder andere gebaseerd is op deze volumenormen;

verzoekt de regering het besluit tot concentratie van de kinderhartcentra te herroepen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 825 (31765).

De heer Dijk van de SP.

De heer Dijk (SP):

Voorzitter. Ik heb een vergelijkbare motie, maar die is net iets anders op het eind, dus ik ga 'm toch even voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het besluit om de interventies van de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee centra grotendeels is gebaseerd op de veronderstelde volumenorm van 300 operaties bij kinderen onder de 18 en 60 operaties bij neonaten;

overwegende dat nieuw Amerikaans onderzoek en daarop gebaseerde aanbevelingen de volumenormen juist naar beneden bijstellen naar 200 operaties bij kinderen en 40 operaties bij neonaten;

overwegende dat in de aanbevelingen ook onderscheid wordt gemaakt tussen Comprehensive care centers en Essential care centers, waar lagere normen voor gelden;

verzoekt de regering om te onderzoeken wat deze nieuwe wetenschappelijke inzichten en normen betekenen voor de onderbouwing van het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee centra,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 826 (31765).

Dank u wel. Mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij niet-hoogcomplexe zorg concentratie niet leidt tot lagere kosten en/of betere kwaliteit;

van mening dat deze zorg daarom in de regio beschikbaar en bereikbaar moet zijn;

constaterende dat concentratie van hoogcomplexe en/of laagvolumezorg wel leidt tot betere zorg;

constaterende dat er jaren gebakkeleid is en artsen als vechtende honden over straat zijn gegaan met betrekking tot de concentratie van kinderhartcardiologie, hetgeen veel onrust heeft gegeven en onnodig veel zorgcapaciteit en geld heeft gekost;

constaterende dat de voorzitter van de NFU in Het Financieele Dagblad opmerkt dat veel ziekenhuizen nog een egogerichte benadering hebben;

verzoekt de regering te zorgen dat de NFU, daarbij geassisteerd door de STZ en de NVZ, voor het najaar 2025 een herschikkingsplan maakt waarbij alle hoogcomplexe en/of laagvolumezorg eerlijk verdeeld over heel Nederland geconcentreerd wordt;

verzoekt de regering, indien veldpartijen er niet uitkomen, de Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) te gebruiken als ultimum remedium en in 2025 alle voorbereidingen te treffen zodat hoogcomplexe en/of laagvolumezorg waarover geen overeenstemming gevonden kan worden, gereguleerd kan worden op basis van de Wet op bijzondere medische verrichtingen en vergunningsplichtig wordt onder deze wet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 827 (31765).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bushoff van de Partij van de Arbeid.

De heer Bushoff (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Over het debat rondom de kinderhartcentra zeg ik het volgende. Ik denk dat het goed is dat de minister heeft gekozen om in ieder geval Groningen en Rotterdam open te houden. De vraag is of dan de andere twee gesloten moeten worden. Ja, dat vraagstuk was niet boven elke twijfel verheven wat GroenLinks en de PvdA betreft. Wij vonden het misschien verstandiger om drie centra open te houden. Daar heeft een goed inhoudelijk debat met de minister over plaatsgevonden. De minister heeft een andere afweging gemaakt dan GroenLinks en de PvdA op dat moment maakten, en de meerderheid van de Kamer heeft hem daarin gesteund. Dat gebeurt soms; zo zij het. Vervolgens is het besluit nu nog onder de rechter. Ik vind het zorgvuldig dat we het daar gewoon even laten en daar nu niet als Kamer op interveniëren. Maar mocht de rechter zeggen dat de minister mag doorgaan met dit besluit, dan vind ik het wel belangrijk is dat er aandacht is voor de mitigerende maatregelen. Ik heb daar nog een motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de concentratie naar twee in plaats van drie kinderhartcentra een uitdrukkelijke wens van de minister van VWS was, terwijl een deel van de Kamer liever naar drie centra was gegaan;

constaterende dat de minister van VWS op 13 april het definitieve concentratiebesluit heeft genomen voor de concentratie van de kinderhartzorg naar twee centra en de bestuursrechter in november een uitspraak zal doen over dit besluit;

van mening dat de minister van VWS een verantwoordelijkheid draagt voor het verloop van dit proces omdat hij dit concentratiebesluit heeft genomen;

verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat voordat er onomkeerbare stappen worden gezet in de afschaling van de kinderhartzorg duidelijkheid is over de mitigerende maatregelen voor het LUMC en het UMC Utrecht en deze centra hier expliciet bij te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.

Zij krijgt nr. 828 (31765).

De heer Bushoff (PvdA):

Ik heb nog twee minuten, maar dat zal wel niet kloppen.

De voorzitter:

Dat klopt zeker niet. Dat is de tijd van mevrouw Pouw-Verweij en die loopt al. Ziet u wel dat u snel kunt zijn, mevrouw Pouw-Verweij! Het woord is aan u.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):

Ik heb die twee minuten ook nodig, voorzitter, want ik heb een motie in de stijl van de heer Grinwis.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de impactanalyse van de NZa benadrukt dat de concentratie van de kinderhartchirurgie aanzienlijke invloed kan hebben op een grote groep patiënten;

overwegende dat de aangenomen motie-Van der Plas om op basis van de beschikbare database Pediatrische Intensive Care Evaluatie inzichtelijk te maken op welke manier het verlies aan kinder-ic's kan worden verzacht met name voor het Leids Universitair Medisch Centrum nog niet is gerealiseerd;

constaterende dat een onafhankelijke ahti-rapportage vaststelt dat de vereiste maatregelen om negatieve effecten te voorkomen of verminderen zeer ingrijpend zo niet onmogelijk zijn;

constaterende dat in Utrecht de kinderoncologie geconcentreerd is en deze patiënten met grote regelmaat hartchirurgie of hartinterventies nodig hebben en in spoedsituaties moeten kunnen rekenen op de aanwezigheid van een kindercardioloog en een kindercardioanesthesioloog;

verzoekt de regering om uiterlijk in maart 2024 de genoemde motie-Van der Plas versneld uit te voeren en de Kamer te informeren over de uitkomsten, zodat duidelijk wordt of het concentratiebesluit te verenigen is met onder meer het behoud van de kinder-ic in het LUMC;

verzoekt de regering om uiterlijk in maart 2024 de motie van Den Haan versneld uit te voeren en de Kamer te informeren over de uitkomsten, zodat duidelijk is dat de hoogspecialistische ketenzorg voor kinderen met kinderkanker niet wordt verbroken;

verzoekt de regering hierna pas te beginnen met de transitieperiode van tweeëneenhalf jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Pouw-Verweij en Den Haan.

Zij krijgt nr. 829 (31765).

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors enkele minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De voorzitter kan niet eens meer rustig badderen! Begrijp ik dat u al uw adviezen al hebt gegeven en dat ik alleen nog maar hoef te sluiten?

Minister Kuipers:

Nee, maar ik wil het graag nog een keer voor u herhalen, voorzitter, als u mij toestaat.

De voorzitter:

Ja, graag nog even een tweede keer!

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 825 ontraad ik. Het besluit tot concentratie van de kinderhartcentra is gebaseerd op meer dan alleen de volumenormen. Het artikel spreekt bijvoorbeeld niet over 40, maar over 40 tot 60, en er zijn nog tal van andere factoren. Ik ontraad dus de motie.

Daarmee — ik zal duidelijk zijn — ontraad ik ook de motie op stuk nr. 826. Ik verwijs naar dezelfde argumentatie.

De motie op stuk nr. 827 geef ik van harte oordeel Kamer.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 828.

De motie op stuk nr. 829 ontraad ik. De transitieperiode is al gestart. Het is juist aan de begeleidende commissie om samen met de centra al die voorwaarden aanvullend in te vullen, maar dat zullen zij niet doen voor maart 2024. Daar is die transitieperiode voor.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Een vraag nog van mevrouw Tielen. Ze heeft graag het laatste woord.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ja, dat klopt! Thuis krijg ik het vaak.

Ik denk dat in het dictum van de motie van de heer Bushoff een best wel essentieel woord mist, namelijk "geen". Ik zie dat nu pas.

De voorzitter:

Het zou nogal een verschil kunnen maken.

Minister Kuipers:

Geen, dus? Even kijken. Ik citeer: verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat voordat er onomkeerbare stappen worden gezet in de afschaling van de kinderhartzorg duidelijkheid is over mitigerende maatregelen en deze centra hier expliciet bij te betrekken.

De voorzitter:

Mevrouw Tielen trekt haar taalkundige tip in.

Minister Kuipers:

Dus: en deze centra hier expliciet bij te betrekken. En daar is ook de commissie voor. Oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank voor de beknoptheid. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid vandaag.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen is de laatste Kamerdag met de oude Kamer. Ik word al een beetje sentimenteel.

Naar boven