10 Aanscherpingen particulier en thuisonderwijs

Aan de orde is het tweeminutendebat Aanscherpingen particulier en thuisonderwijs (36410-VIII, nr. 8).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Aanscherpingen particulier en thuisonderwijs. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn om u te zien. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Bisschop van de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Ik geef hem graag het woord.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ik beperk mij tot één motie. Het is een onderwerp dat op zich nogal gevoelig ligt. Het beweegt zich op het snijvlak van verantwoordelijkheden van de ouders en van de overheid, met name als het gaat om het particuliere en het thuisonderwijs. Om daar toch wat richting aan te geven, wil ik graag de volgende motie indienen, ook om te voorkomen dat er allerlei nieuwe vormen worden opgetuigd, terwijl er wel enige behoefte is aan wat toezicht op dit terrein.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor het ontwikkelen van een wettelijk kader inzake thuisonderwijs en particulier onderwijs belangrijk is om aan te sluiten bij bestaande kwaliteitswaarborgen, zoals accreditaties en keurmerken;

constaterende dat momenteel nog weinig bekend is over de precieze inhoud en het functioneren van bestaande keurmerken en accreditaties;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de inhoud en het functioneren van bestaande kwaliteitswaarborgen in het particulier en thuisonderwijs, en het in te dienen wetsvoorstel vorm te geven aan de hand van de resultaten van het onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Drost.

Zij krijgt nr. 15 (36410-VIII).

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Westerveld van GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer al in 2011 een motie heeft aangenomen die de regering verzocht om oneigenlijk gebruik van artikel 5, lid a van de Leerplichtwet (lichamelijke of psychische gronden) tegen te gaan;

overwegende dat vrijstellingen van de Leerplichtwet op grond van richtingsbezwaren (artikel 5, lid b) niet gerechtvaardigd zijn zolang de grondwettelijke taak van een voldoende aanbod van openbaar onderwijs wordt waargemaakt;

voorts constaterende dat zowel de groep leerlingen met een vrijstelling vanwege richtingsbezwaren als de groep leerlingen met een vrijstelling vanwege lichamelijke of psychische beperking de afgelopen jaren is gegroeid;

verzoekt de regering om de totaalcijfers en het Ingrado-onderzoek aan te vullen door nader onderzoek, zodat er een compleet beeld ontstaat van de ontwikkeling van beide groepen en de aard van de beroepen op grond van richtingsbezwaren en lichamelijke of psychische beperkingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 16 (36410-VIII).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Deze motie gaat over vrijstellingen, dus over leerlingen die om de een of andere reden niet naar school gaan. Daar wordt onderzoek naar gedaan, maar dat onderzoek is niet volledig. We zouden dat heel graag aangevuld zien worden. Uiteindelijk willen we natuurlijk dat er voor alle leerlingen een passende plek is en dat zo min mogelijk leerlingen een vrijstelling krijgen. We hebben al eerder in de Kamer aan de minister aangegeven dat het heel zorgwekkend is dat voor beide groepen het aantal leerlingen dat thuiszit toeneemt.

De voorzitter:

Mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. Steeds meer kinderen worden vrijgesteld van de leerplicht en ontvangen dan alleen thuisonderwijs. Dat baart mij grote zorgen. Kinderen verdwijnen van de radar. Een school met leraren en leeftijdsgenootjes is een belangrijk onderdeel van het vangnet rond een kind, zeker als het thuis niet zo goed gaat. Bovendien leer je op school omgaan met kinderen die uit andere gezinnen komen. Waarom kiezen ouders er dan toch voor om hun kind thuis les te geven? Dit vraagt om een verdiepend onderzoek. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal leerlingen die vrijgesteld zijn van de leerplicht wegens richtingbezwaren in acht jaar tijd is verdriedubbeld;

constaterende dat er met name een stijging lijkt te zijn in vrijstelling op holistische en specifiek christelijke grondslag;

overwegende dat niet onderzocht is wat de specifieke beweegredenen zijn van ouders om hun kind of kinderen vrij te stellen;

overwegende dat deze bevindingen relevant zijn voor scholen en leerplichtambtenaren;

verzoekt de regering kwalitatief onderzoek te doen naar de beweegredenen bij het vrijstellen van de leerplicht wegens richtingbezwaren, daarbij specifiek aandacht te hebben voor vrijstellingen op holistische en specifieke christelijke grondslagen, en te bezien of hier lessen uit getrokken kunnen worden voor scholen en leerplichtambtenaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 17 (36410-VIII).

Heel goed. De heer Slootweg van het CDA.

De heer Slootweg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ook wij hebben een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister met wettelijke regels gaat komen om het thuisonderwijs aan te scherpen;

overwegende dat op dit moment nog onvoldoende duidelijk is welke problemen eigenlijk met de voorgestelde maatregelen opgelost moeten worden, of die problemen ernstig genoeg zijn en of de voorgestelde maatregelen de problemen gaan verhelpen;

overwegende dat het goed zou zijn om eerst een pilot op te starten om in kaart te brengen of de voorgestelde maatregelen voldoende aansluiten op hoe het thuisonderwijs nu wordt vormgegeven;

verzoekt de regering om samen met organisaties van thuisonderwijzers, zoals de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs en het Thuisonderwijsverbond, voorafgaand aan een wettelijk traject, eerst een pilot op te zetten waarin gewerkt wordt conform de beoogde wettelijke kaders, en een voorstel hiervoor naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slootweg en Bisschop.

Zij krijgt nr. 18 (36410-VIII).

Dan geef ik het woord aan mevrouw Richardson van de VVD.

Mevrouw Richardson (VVD):

Voorzitter. Naar aanleiding van dit debat is het plan van de minister om het particulier onderwijs en het thuisonderwijs aan te scherpen. Ik heb daarover geen moties, maar wel enkele vragen aan de minister. De VVD vindt dat elk kind recht heeft op goed onderwijs. Zo kunnen leerlingen voorbereid worden op de maatschappij. Deze voorbereiding begint met een goede basis in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Ik vind het zorgelijk dat in de huidige situatie niet bekend is welk onderwijs kinderen thuis krijgen en of ze voldoende onderwijs krijgen. Wij steunen daarom de minister in haar voornemen om minimale eisen te stellen aan de onderwijskwaliteit van thuisonderwijs. De VVD zou graag zien dat de onderwijsinspectie erop kan toezien dat kwaliteitseisen gewaarborgd worden en dat onderwijsinhoud niet in strijd is met de burgerschapsopdracht. Kan de minister hierop reflecteren?

Daarnaast vinden we het opdoen van sociale vaardigheden op school belangrijk voor het functioneren in de samenleving. Ouders die een beroep doen op een vrijstelling, kiezen voor een situatie waarin hun kind niet de sociale omgeving van een school ervaart. De VVD vraagt de minister hoe socialisatie in haar wetsvoorstel wettelijk kan worden gewaarborgd.

Naast het belang van de burgerschapsopdracht in het thuisonderwijs, is de burgerschapsopdracht op B4-scholen ook van belang. Het internationale karakter van deze scholen mag geen excuus zijn om de basisvaardigheden van de Nederlandse rechtsstaat niet te respecteren. De Nederlandse onderwijsinspectie heeft een aanvullende rol op deze B4-scholen, waarbij alleen toezicht gehouden wordt op het Nederlands taalonderwijs. Waarom wordt er geen toezicht gehouden op de burgerschapsopdracht op B4-scholen, terwijl dit wel in het regulier onderwijs gebeurt? Ieder kind heeft recht op goed onderwijs, in welke vorm dan ook.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Kwint van de SP.

De heer Kwint (SP):

Voorzitter. Particulier onderwijs of thuisonderwijs: ik ben van allebei geen fan. De afgelopen jaren hebben we gezien dat het particulier onderwijs een forse groei heeft doorgemaakt. We kunnen nu een hele discussie gaan voeren over een onsje meer of minder, en welke eisen er wel of niet aan moeten worden gesteld, maar het uitgangspunt zou moeten zijn dat kinderen ervan uit mogen gaan dat het onderwijs overal aan dezelfde eisen voldoet. Dat is nu niet zo en ondanks dat ik de plannen van de minister een stap in de goede richting vind, zal dat in de toekomst ook nog niet zo zijn. Daarom heb ik het volgende voorstel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat particulier onderwijs de afgelopen jaren een explosieve groei heeft doorgemaakt;

verzoekt de regering alle eisen waaraan bekostigde onderwijsinstellingen moeten voldoen onverkort ook van toepassing te verklaren op particulier onderwijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kwint en Westerveld.

Zij krijgt nr. 19 (36410-VIII).

De heer Kwint (SP):

Er is geen land ter wereld, voor zover ik weet, waar ouders zo ontzettend veel keuze hebben in het kiezen van een bepaalde levensovertuiging, richting of onderwijsfilosofie als in Nederland. Toch zijn er steeds meer mensen die ervoor kiezen om hun kind helemaal te onttrekken aan het bekostigd onderwijsproces. Dit baart onze fractie al langer zorgen. Wij denken dat dat beter kan en beter moet, en dat vrijstellingen primair bedoelt zouden moeten zijn voor mensen die vanwege psychische of lichamelijke redenen niet in staat zijn om onderwijs te volgen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondanks de grote keuze die ouders hebben aan diverse schoolconcepten steeds meer leerlingen een vrijstelling van de leerplicht krijgen met een beroep op richtingsbezwaren;

verzoekt de regering vrijstelling van de leerplicht alleen toe te staan voor leerlingen die om lichamelijke of psychische redenen niet in staat zijn om onderwijs te volgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kwint en Westerveld.

Zij krijgt nr. 20 (36410-VIII).

Heel goed.

De heer Kwint (SP):

Ik had echt gehoopt op een interruptie van meneer Bisschop, maar hij vindt het te ver lopen, denk ik.

De voorzitter:

Interrupties, daar doen we niet meer aan. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 21.15 uur tot 21.20 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister en hoop dat wij er kort en puntig doorheen kunnen.

Paul:

Ik ga mijn best doen, voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Bisschop op stuk nr. 15 over kwaliteitswaarborgen. Bij deze motie moet ik wat meer tekst en uitleg geven. De heer Bisschop vraagt om een onderzoek. Ik vind het van belang dat een dergelijk onderzoek het proces niet vertraagt. Wel sta ik sympathiek tegenover het doel van deze motie, namelijk het leren van ervaringen van ouders met vormen van toezicht. We zijn bij de uitwerking van het wetsvoorstel ook in gesprek met thuisonderwijsorganisaties. Ik vind het namelijk belangrijk dat we voor elk kind het recht op onderwijs garanderen. Dat kunnen we nu niet en dat willen we in de toekomst wel kunnen doen. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we voor thuisonderwijs ouders nog intensiever betrekken bij de uitwerking van dit wetsvoorstel, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Dus als we dat op die manier kunnen doen en er als gevolg daarvan geen vertraging is voor het wetsvoorstel, kan ik deze motie omarmen.

Ik zie een thumbs up, voorzitter, dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Die zag ik ook; de duim ging omhoog.

Paul:

Heel goed.

Dan gaan we door naar de motie-Westerveld op stuk nr. 16, over vrijstelling wegens richtingsbezwaren. Ook voor deze motie geldt dat voor leerlingen met een vrijstelling vanwege richtingsbezwaren ik deze oproep zie als een ondersteuning van het traject dat we nu doorlopen. We willen daar zelf ook graag meer inzicht in hebben en we gaan ons daarvoor inspannen. Hiervoor geldt ook dat nader onderzoek geen vertragende factor zou mogen zijn. Ten aanzien van de overwegingen bij deze motie wil ik nog aangeven dat ouders ook richtingsbezwaren mogen hebben tegen openbaar onderwijs. Ten aanzien van het dictum zou ik willen zeggen dat we met Ingrado verder onderzoek doen naar deze twee groepen. Daarom geef ik de motie oordeel Kamer.

Dan gaan we door naar de motie van mevrouw Hagen op stuk nr. 17. Deze motie geef ik oordeel Kamer. Ik zie de oproep als een ondersteuning van het traject dat we nu doorlopen. We willen daar zelf ook graag meer inzicht in hebben en gaan ons daarvoor inspannen. Daarom ook meer onderzoek in samenwerking met Ingrado. Oordeel Kamer.

Dan de motie motie-Slootweg/Bisschop op stuk nr. 18. Ook hiervoor geldt dat ik sympathiek sta tegenover het doel van deze motie, namelijk leren van de ervaringen van ouders met vormen van toezicht. Dit ligt eigenlijk een beetje in het verlengde van wat ik net zei over de motie-Bisschop. We willen die ouders en de vertegenwoordigers van de thuisonderwijsorganisaties nauwer erbij betrekken om daarvan te leren en meer inzichten op te doen die we kunnen gebruiken bij de totstandkoming van het wetsvoorstel. Daarbij is het voor mij wel belangrijk dat we geen vertraging oplopen, want we willen heel graag verder op dit punt. Nogmaals, we delen het doel en we moeten kijken welk middel daar het best bij past. Maar volgens mij is de oproep die ik in de motie lees dat we ervoor zorgen dat we goed in gesprek gaan met de organisaties van thuisonderwijs en hun ervaringen en inzichten meenemen. Met die interpretatie geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:

En de heer Slootweg beaamt dat.

Paul:

Ik zag het, voorzitter. Heel fijn.

Dan gaan we door naar de motie van de heer Kwint op stuk nr. 19 over de eisen ten aanzien van particulier onderwijs. Ik vind het belangrijk dat mensen die een school willen starten dat kunnen doen, ook als ze dat willen doen zonder bekostiging door de overheid. Die ruimte hebben we in Nederland. Redenen om hiervoor te kiezen zijn bijvoorbeeld kleinschaligheid of een specifieke onderwijsbehoefte. Wel vind ik het belangrijk dat we borgen dat alle leerlingen in Nederland onderwijs volgen dat van goede kwaliteit is. Dat doen we ook via het toezicht op particulier onderwijs. Het is de plicht van de overheid om ervoor te zorgen dat er voor alle leerlingen plek is binnen het bekostigd stelsel, maar het is ook belangrijk dat we ruimte behouden voor keuzevrijheid. Dat is grondwettelijk vastgelegd. Je mag dus ook de keuze maken om geen gebruik te maken van het bekostigd onderwijs. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Een korte vraag van de heer Kwint.

De heer Kwint (SP):

We kunnen discussiëren over de Grondwet, maar dat doen we een andere keer, denk ik. Deze motie zegt niet: er mag geen particulier onderwijs zijn. Dat zou ik best een goede motie vinden, maar die zal van mijn opvolger zijn. Deze motie zegt: particulier onderwijs moet aan dezelfde eisen voldoen als bekostigd onderwijs. Dat is echt iets heel anders.

Paul:

Ik ga nog even goed kijken.

De heer Kwint (SP):

Ik weet het, want ik heb de motie zelf geschreven.

Paul:

Ja, ja. Nee, zeker. Ik dacht: ík ga nog eens goed kijken, want dan heb ik wellicht niet goed gelezen. Daar moet ik ... Ik ga er nog heel even over schakelen. Ondertussen ga ik de motie op stuk nr. 20 behandelen.

De motie op stuk nr. 20 gaat over de vrijstelling van de leerplicht. Ik hou de spanning maar direct weg: die motie ontraad ik. Ik deel de zorgen over de stijging van het aantal leerlingen met een vrijstelling. Daarom wil ik deze groep in beeld krijgen en ook over deze groep met zekerheid kunnen zeggen dat ze thuis daadwerkelijk onderwijs krijgen. Maar dit kabinet is van mening dat ouders uiteindelijk vanwege bezwaren tegen de richting van scholen in de omgeving een beroep moeten kunnen doen op de vrijstelling van de leerplicht. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Heel duidelijk.

De heer Kwint (SP):

Waarom is het kabinet die mening toegedaan? Er is geen land ter wereld waar het zo makkelijk is. Er is nog de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen overheen gekomen. Het is oneindig simpel om een paar ouders te verzamelen om je eigen richting school te beginnen. Waar is die vrijstelling dan nog voor nodig?

Paul:

Die vrijstelling is er. Ik stel het volgende voor. Dit is een tweeminutendebat. We gaan het debat daarover niet nu hier voeren. Dat is de ruimte die er in Nederland is, en daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Dan moeten we nog even naar de motie op stuk nr. 19 kijken.

Paul:

Ja, daar moeten we nog even naar kijken. Mag ik even overleg hebben daarover?

De voorzitter:

Ja, dan schors ik. Drie minuten?

Paul:

Ja, heel graag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. Kan de heer Omtzigt zijn gesprekken met de publieke tribune misschien beëindigen? Dat zou ik waarderen.

Paul:

Die zijn waarschijnlijk vele malen interessanter. Dat geef ik zonder meer toe, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, maar dan zou ik de heer Omtzigt een carrièreswitch richting de tourguidesector willen aanraden.

Paul:

Ja, nee, zeker.

Ik kom nog even terug op de motie op stuk nr. 19. Die blijft ontraden. Dat heeft te maken met het volgende. Als het gaat om niet-bekostigd onderwijs, dan is die grondwettelijke basis anders en kun je dus ook niet de eisen stellen die je stelt aan het bekostigd onderwijs. Anders zou er geen sprake zijn van de ruimte die er op dit moment is voor particulier onderwijs. Het is dus een andere basis. Daarom moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 19 blijft ontraden. Een korte vraag van de heer Kwint. Daarna gaan we echt door.

De heer Kwint (SP):

Ik snap dat het een andere basis is, maar we hebben het vanavond over het aanscherpen van die basis. Mijn voorstel is dus om het gelijk te trekken. Ik snap dat dat nu niet zo is, want als het nu wel zo was geweest, had ik die motie niet hoeven indienen. Ik ben op zoek naar het inhoudelijke argument waarom private onderwijsinstellingen niet gewoon aan dezelfde voorschriften zouden moeten voldoen als het bekostigd onderwijs, voorschriften die wij maken omdat wij het beste met kinderen voorhebben.

Paul:

Ik kan niet anders dan mijn antwoord van zojuist herhalen. Er is een andere basis voor en op basis daarvan gelden er andere eisen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen gaan we stemmen over de moties.

Naar boven