4 Vragenuur: Vragen Dijk

Vragen van het lid Dijk aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij afwezigheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het bericht "Vooral jongeren besparen op zorgkosten: slaan bezoek tandarts over".

De voorzitter:

Ik nodig de heer Dijk van de SP uit om zijn vraag te stellen aan de staatssecretaris, bij afwezigheid van de minister, over het bericht "Vooral jongeren besparen op zorgkosten: slaan bezoek tandarts over". Het is de eerste mondelinge vraag van dit toch wel redelijk nieuwe Kamerlid, dus heel veel succes. Het woord is aan de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):

Dank u wel, voorzitter. Een op de drie Nederlanders heeft het afgelopen half jaar een of meerdere medische bezoeken uitgesteld. Onder jongeren is dit bijna twee op de drie. Het gaat dan om het mijden van bezoek aan de fysiotherapeut of de tandarts, het niet ophalen van medicijnen, of het niet nakomen van een afspraak in het ziekenhuis. Dit komt door de toegenomen kosten van levensonderhoud en de persoonlijke financiële onzekerheid, die vooral onder jongeren enorm is gegroeid. Het geldt voor een derde van alle Nederlanders en de helft van alle jongeren.

Dit christelijk-liberaal kabinet plaatst jongeren voor duivelse dilemma's. Betaal ik de huur of ga ik naar de tandarts? Doe ik boodschappen of koop ik de medicijnen die ik nodig heb? Betaal ik de energierekening of ga ik naar de afspraak die in het ziekenhuis staat? Dat jonge mensen aan het begin van hun leven met deze keuzes worden geconfronteerd, is zeer zorgelijk. Zo maakt de politiek, dit kabinet, onze jongeren en vele andere mensen onzeker en letterlijk ziek.

Deze duivelse dilemma's zorgen ervoor dat steeds meer mensen in het hier en nu de zorg mijden, met als gevolg dat zij later zwaardere klachten en problemen krijgen. Uit onderzoek van Zorgverzekeraars Nederlanduit 2015 bleek dat een vijfde van de mensen zorg meed uit angst voor de kosten. Dat is nu dus de helft van alle jongeren, en een derde van alle mensen. Hoe hoog wil de staatssecretaris het aantal zorgmijders laten oplopen? Wat is de analyse van de staatssecretaris van de toename van het aantal zorgmijders? Wat gaat de staatssecretaris doen om deze toename te keren? Is de staatssecretaris met de SP van mening dat betaalbare zorg voor iedereen de beste vorm van preventie is? Kiest de staatssecretaris ervoor om nu problemen op te lossen of om klachten en gezondheidsproblemen van jongeren en vele andere mensen in de toekomst te verergeren?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de heer Dijk voor zijn vragen. Ik vind het mooi om met dit belangrijke onderwerp af te trappen. Het gaat over het bericht dat onlangs in De Telegraaf stond. Ik moet eerlijk zeggen dat daar best wel een aantal kanttekeningen bij te plaatsen zijn. Zorgmijding is immers al jarenlang een cruciaal onderwerp, ook voor het ministerie. Juist daarom laten we jaarlijks onderzoek doen door Nivel. Dat is ook opgenomen in de Staat van Volksgezondheid en Zorg. Een recent onderzoek van Nivel toont aan dat 8% van de volwassenen in 2021 aangaf weleens te hebben afgezien van zorg vanwege de kosten. Dit percentage was de voorgaande jaren vrij constant en lag in 2016 met 16% een stuk hoger.

Maar ik neem de signalen over zorgmijding uiterst serieus. Dat geldt zeker ook voor de minister van VWS. Hierin hebben we als kabinet dan ook de nodige ambities. Naar aanleiding van de signalen over de toegenomen mijding van de mondzorg loopt er bijvoorbeeld een onderzoek naar de omvang van het probleem en de oplossingsrichtingen. De minister heeft uw Kamer daarover geïnformeerd in zijn brief van 10 november 2022. Nog voor het zomerreces ontvangt de Kamer een brief met daarin de stand van zaken ten aanzien van dit onderzoek. Daarnaast wil ik toch ook benadrukken dat het kabinet investeert in de financiële situatie van minima. We hebben zeker oog voor wat er speelt. Ik kan daar wat voorbeelden van noemen, zoals de zorgtoeslag en de bevriezing van het eigen risico. Daarnaast werken we toe naar een monitor die de stapeling van eigen betalingen in kaart brengt en daarmee ook inzicht geeft in de kosten die verschillende groepen burgers maken voor zorg. Kortom, ondanks de aanhoudende zorg van de minister op dit onderwerp, denk ik dat het artikel een net iets te scherp beeld schetst van de situatie en wij vooral verder moeten gaan om onnodige zorgmijding absoluut te voorkomen.

De heer Dijk (SP):

Dat zijn antwoorden die je niet hoopt te krijgen in je eerste week als Kamerlid, maar ook niet in je tweede, of in al die weken die daarna nog gaan volgen. Gaat u weleens naar de tandarts of de huisarts? Ik ga ervan uit dat u dat wel doet. Dat zou goed voor u zijn. Zo ja, vraag hen dan eens wat zij ervan vinden dat de zorgkosten voor gewone mensen steeds verder stijgen. Vraag hen eens wat zij in hun eigen praktijk meemaken. Dan zult u horen dat zij zien dat heel veel mensen zorg mijden en later terugkomen met veel ergere klachten. Dat zorgt voor persoonlijk leed, maar zorgt er ook voor dat de kosten de pan uit rijzen omdat de klachten dan veel erger zijn. Daarom moet er veel meer gebeuren en zullen ze langere tijd zorg nodig hebben.

Dat daargelaten. Ik was een halfjaar geleden op mbo's, hogescholen en universiteiten in Groningen met heel veel jongeren in gesprek. Die gesprekken gingen over de stijgende energiekosten. Omdat zij geen energietoeslag krijgen, gaven zij aan steeds onzekerder te worden, steeds meer stress te ervaren in hun persoonlijke leven en steeds meer angst te hebben voor de toekomst. Ik noem het woord "angst", want een samenleving met jongeren die in angst verkeren, is nogal wat voor de toekomst. Ik mag hopen dat de staatssecretaris het daarmee eens is. Daarom vroeg ik hem ook om een analyse van het probleem en niet om een paar korte antwoorden en steekwoorden. Als mensen in angst opgroeien en ouder worden, belooft dat geen goede, mooie toekomst. Dus ik wil heel graag dat deze staatssecretaris hierop ingaat, met name op het punt van de jongeren. Daar ging dit artikel ook over. Dan kunt u het gaan hebben over 16% of 8%, alsof 8% laag was. U mag van mij weten dat ik hier ook had gestaan als het 3% was. Het is absurd dat mensen de zorg moeten mijden door de hogere kosten. Ik wil graag een analyse van deze staatssecretaris van het probleem, in plaats van een paar korte antwoorden in steekwoorden met een aantal basisgegevens die ik zelf ook had kunnen vinden.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik moet toch zeggen dat meneer Dijk een onderwerp aansnijdt dat me uit het hart gegrepen is, namelijk de samenleving en hoe die functioneert voor jongeren. Ik ben me zelfs zeer bewust van de situatie dat heel veel jongeren opgroeien met gevoelens van angst, gevoelens van depressie en gevoelens van: is deze samenleving er eigenlijk voor mij? Kortom, daar ben ik me zeer van bewust, vanuit mijn eigen verantwoordelijkheid voor jeugdzorg en jongeren in de brede zin. Financiën spelen daarbij inderdaad een belangrijke rol, want ook 8% — dat ben ik inderdaad met de heer Dijk eens — is een niet te missen signaal, dat uit onze eigen analyses komt en we dus ook niet gaan missen. Het is dus cruciaal dat we daar ook op acteren. Maar inderdaad, die gevoelens van angst gaan veel breder. Dat gaat bijvoorbeeld ook over de manier waarop we met elkaar samenleven. Dat gaat over het klimaat en de gevoelens van jongeren bij het klimaat. Hoe ziet de wereld er voor hen uit? Dat gaat over grote zorgen die ze hebben, ook geopolitiek gezien. Kortom, dat is echt veel breder dan dit onderwerp. Maar dat we daarvoor in de samenleving werk te doen hebben, ben ik zeer met de heer Dijk eens.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik feliciteer de heer Dijk met zijn eerste mondelinge vragen. Die van mij zijn al wat langer geleden; dat was in 2006. Dat is het invoeringsjaar van de Zorgverzekeringswet. Wat hebben opvolgende kabinetten nou gedaan? Die hebben steeds meer uitgaven van het collectief verplaatst naar onze eigen portemonnee. De zorg kost voor de overheid dus niet zo veel, namelijk 9% van het bbp, maar is voor burgers onbetaalbaar geworden. 6 miljoen mensen hebben daarom het afgelopen jaar zorg gemeden. Het gevolg daarvan is dat ze duurdere patiënten worden. Als jij niet naar de tandarts gaat, kun je hartfalen krijgen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: zie nou in dat dit probleem gecreëerd wordt door de overheid en los het op door heel eenvoudig het eigen risico af te schaffen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Het eigen risico is al een aantal jaren bevroren. Dat is een belangrijke keuze die dit kabinet heeft gemaakt en die het ook overeind houdt. Dat is de keuze die het kabinet heeft gemaakt. Ik sta daar volledig achter. Het is ook een cruciale keuze. Stel namelijk dat daar nu iets aan zou veranderen. Dan zou dat echt effecten hebben, zeker ook op bijvoorbeeld zorgmijding. Dat is de keuze. Ik denk dat dat een zeer te verdedigen keuze is.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik herinner het me nog goed: een paar jaar geleden, drie jaar geleden hadden wij ook een debat over de mensen die de zorg niet kunnen betalen en daarom niet naar de zorgverlener gaan. Dat was toen 7% volgens Nivel. We zien dat percentage steeds meer stijgen. Toen kregen we te horen: we gaan onderzoeken hoe het komt en we komen erop terug. Nu hoor ik de staatssecretaris weer zeggen: we gaan het onderzoeken. Ik zou toch aan de staatssecretaris willen vragen twee hele concrete stappen te zetten. Eén. Juist jongeren kiezen vaak voor een vrijwillig eigen risico, dus daarvoor kan de rekening nog veel hoger uitpakken. Schrap nou dat vrijwillige eigen risico snel, zeker ook voor de jongeren. En twee. We hebben kunnen lezen in de plannen voor de Voorjaarsnota dat de eigen bijdragen voor de Wmo verder omhooggaan. Ook daarover vraag ik de staatssecretaris: is hij zich bewust van de gevolgen, ook voor zorgmijding? Wil hij het kabinet overtuigen dat niet te doen?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Inderdaad, die 7% à 8%, dat relatief constante cijfer dat Nivel aangeeft, is nog steeds een reden om daarop aanvullend maatregelen te nemen. Dat is ook waar het kabinet mee bezig is. Daar studeren we dus ook op. Ik heb al toegezegd, maar ik wil dat nog eens een keer onderstrepen, dat de minister voor het zomerreces met een stand van zaken komt over welke maatregelen eventueel op korte termijn, en eventueel ook op langere termijn, dat nodig heeft en behoeft.

Dan even ten aanzien van de twee voorstellen die u hier doet. Allereerst over de eigen bijdrage in de Wmo. Ik zou heel graag willen benadrukken dat de eigen bijdrage in de Wmo nu niet inkomensafhankelijk is. Het is een abonnementstarief, een vast bedrag voor iedereen. Dat heeft zoveel impact dat je je zou moeten afvragen: is het eigenlijk niet eerlijker om daar weer die vorm van inkomensafhankelijkheid in terug te brengen? Daar hebben ook veel gemeenten eigenlijk al heel lang om gevraagd. Ze hebben gezegd dat de inkomensafhankelijkheid noodzakelijk is. Dat heeft het kabinet zich aangetrokken en het kabinet heeft vervolgens ook besloten om die inkomensafhankelijkheid terug te brengen in de eigen bijdrage in de Wmo. Dat is heel belangrijk. Ik ga ook heel graag samen met de Kamer het debat daar verder over aan, maar dit is denk ik wel een cruciaal uitgangspunt. Want bij het vrijwillig eigen risico speelt natuurlijk een veel bredere discussie, namelijk: hoe ga je met het eigen risico om? En inderdaad is bij het verplichte eigen risico natuurlijk de keuze gemaakt om dit te bevriezen, maar de keuze is ook gemaakt om te kijken hoe je het met de betalingen gaat doen. Daarin heeft de minister ook een keuze gemaakt om een andere vorm van betaling te organiseren. Kortom, daar denken we over na. Maar het vrijwillig eigen risico niet meer toestaan is, denk ik, een keuze die zo veel impact heeft dat wij daar nu niet voor kiezen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. De staatssecretaris heeft het over maatregelen die zijn genomen en die nu weer worden teruggedraaid. Hij geeft aan dat hij niet voor het vrijwillig eigen risico kiest. Ik vraag me af of dat onderbouwd is. Maar wat ik me nu afvraag is het volgende. Preventie is heel erg belangrijk. Dat geeft de staatssecretaris ook aan. Kinderen tot 18 jaar zijn gratis verzekerd voor de tandarts, maar kinderen van ouders die de tandarts niet kunnen betalen gaan vaak ook niet naar de tandarts. Hiermee lopen ze gezondheidsschade op langere termijn op. Dat geldt voor jongeren, die tandartskosten willen mijden, maar dat geldt ook voor ouderen. Ouderen hebben hier ook concreter nadeel van. Die lopen met slechte mondzorg heel veel risico op hartfalen, allerlei hartziektes, maar bijvoorbeeld ook op diabetes. Ik zou heel graag van de staatssecretaris willen weten: is er inzicht in wat het kost aan repareerzorg, in plaats van te investeren in preventie op dit onderdeel?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat inzicht heb ik nu in ieder geval niet paraat, dus dat kan ik nu niet delen met mevrouw Den Haan. Ik ben wel blij dat u nog heel even nadrukkelijk aanstipt dat mondzorg voor kinderen onder de 18 natuurlijk gewoon gratis is. Het is cruciaal dat dit nog eens een keer heel duidelijk wordt onderstreept want het kan niet de bedoeling zijn dat daar misverstand over zou bestaan. Inderdaad, het noopt ook om juist voor die groep, die uit onnodige zorgmijding niet gaat, een extra maatregel te nemen. As we speak, onderzoeken we het volgende en kijken we volgens mij zelfs al hoe we dat kunnen invoeren. Bij de consultatiebureaus willen we in het kader van de preventie meer en betere informatie verstrekken, om juist deze kinderen, voor wie zorgmijding echt niet uit financieel oogpunt noodzakelijk is, toch te motiveren om voor de preventieve mondzorg te kiezen. Het is inderdaad een terechte constatering van mevrouw Den Haan. Daarover zijn wij dus ook al met de consultatiebureaus in gesprek.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank daarvoor. Dat zie ik als een toezegging. Ik denk dat het heel belangrijk is. Dat geldt overigens ook voor jongeren die niet altijd weten dat ze een zorgtoeslag kunnen aanvragen en hoe ze dat moeten doen, ook al is daar informatie over. Daar zou ik ook graag aandacht voor willen. Ik zie de cijfers graag tegemoet.

De voorzitter:

Kan de staatssecretaris die cijfers geven?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Dat kan ik zo niet toezeggen, want ik weet niet of die er zijn. Ik heb het genoteerd. Ik zorg dat de minister erop terugkomt, maar ik weet niet of ze beschikbaar zijn.

De voorzitter:

Maar de minister komt er in ieder geval op terug. Dan de heer Bushoff, PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):

Fijn dat ook de staatssecretaris zegt dat het mijden van zorg uit financiële overwegingen een groot probleem is. Vervolgens horen we deze staatssecretaris opsommen dat er een onderzoek wordt gedaan naar de oplossingen en dat het staande beleid misschien al helpt. Als klap op de vuurpijl komt er een monitor om inzichtelijk te maken welke kosten mensen met weinig geld maken voor de zorg. Die mensen met weinig geld hebben helemaal niks aan zo'n monitor. Zij hebben veel meer aan meer geld in hun portemonnee om naar de tandarts te kunnen gaan.

De voorzitter:

Uw vraag, meneer Bushoff?

De heer Bushoff (PvdA):

Dus mijn concrete vraag aan deze staatssecretaris is om niet staand beleid op te noemen, maar aan te geven welke aanvullende acties hij gaat ondernemen om ervoor te zorgen dat mensen niet langer zorg mijden. Als hij dat niet ...

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan de staatssecretaris. Uw microfoon staat niet meer aan, meneer Bushoff.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik heb net een interventie gewisseld met mevrouw Den Haan over een stap die we zetten. We zijn met die consultatiebureaus in gesprek, juist voor die groepen die nu mondzorg mijden — helaas zijn die groepen er ook — zonder dat er daarvoor een financiële reden is. Mensen met lage inkomens en kinderen onder de 18 vormen een heel belangrijke doelgroep die nu ook mondzorg mijdt. Dat moeten we echt met die consultatiebureaus doen, met coaches die daarover in gesprek gaan. Dat is een van de interventies die ik noem. Ik heb ook toegezegd dat de minister vóór het zomerreces een stand van zaken geeft over die korte- en langetermijnmaatregelen. Ik denk dat meneer Bomhoff het iets minder duister hoeft in te zien dan hij het nu presenteert.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik wil me in ieder geval aansluiten bij de oproep van mevrouw Ellemeet om het extra eigen risico af te schaffen, maar mijn vraag gaat over de bereikbaarheid van de zorg. De staatssecretaris geeft net aan dat hij nader naar de oorzaken gaat kijken. We zien dat steeds meer zorg minder bereikbaar is, dat de zorg uit de regio wordt getrokken. Ik wil graag de toezegging van de staatssecretaris dat hij dat gaat meenemen in zijn onderzoek.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Ik weet dat mevrouw Van den Berg hier intensieve debatten over heeft met de minister. Volgens mij is het nu niet aan mij om daar iets aanvullends op toe te zeggen. U heeft daar intensieve debatten over en de minister heeft daar al meermaals op gereageerd in boeiende debatten. Er is een aantal afspraken gemaakt of toezeggingen gedaan. Ik ben nu niet in de positie om daar iets aan toe te voegen, zeg ik tegen mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik snap de kanttekeningen wel die de staatssecretaris maakte bij het onderzoek, dat anders opgezet is dan het onderzoek van het Nivel. Het gaat eigenlijk over bewuste keuzes. Mijn vraag gaat daar ook over, want mijn indruk is dat heel veel jongeren tussen de 18 en 29 jaar, waar we het op basis van het artikel over hebben, vaak ook niet precies weten wat de tandarts überhaupt kost en wat er wel en niet vergoed wordt. Kan de staatssecretaris toezeggen dat er veel meer transparantie komt, wellicht vanuit de beroepsgroep zelf maar ook vanuit de zorgverzekeraars, om die jongeren een bewuste keuze te helpen maken in het wel of niet afnemen van zorg?

Staatssecretaris Van Ooijen:

Het is inderdaad heel belangrijk om jongeren goed inzicht te geven in wat kan helpen en welke maatregelen jongeren zelf kunnen nemen, en dat ze de goede informatie hebben over wat het kost, wat wel en niet aanvullend kan en welke implicaties het heeft. En inderdaad, daar is soms een gebrek aan. Nogmaals, neem de lage inkomens, voor wie de mondzorg gratis toegankelijk is maar die daar soms toch niet komen. Dat is dan echt op basis van desinformatie of onvoldoende informatie. Mevrouw Tielen slaat dus de spijker op de kop: we hebben hier echt een informatielek te dichten.

De heer Dijk (SP):

Voor iedereen die weleens van weinig geld heeft moeten rondkomen, is het uiterst begrijpelijk dat ouders met een smalle beurs of weinig geld, ondanks dat ze weten dat hun kinderen gratis naar de tandarts mogen, daar toch niet heen gaan. Maar misschien moet ik het hier nog een keer of honderd uitleggen; dan zult u dat hopelijk misschien ook een keer begrijpen.

De voorzitter:

Uw vraag aan de staatssecretaris.

De heer Dijk (SP):

Mijn vraag is deze. Als je mensen buiten deze muren zou vragen wat er zou moeten gebeuren om ervoor te zorgen dat mensen minder vaak zorg gaan mijden, zou iedereen komen met iets wat de omstandigheden verandert, oftewel het verlagen van de zorgkosten voor mensen, hetzij door het verlagen van het eigen risico, het verlagen van de premie of het uitbreiden van het basispakket met fysio, tandartszorg en ggz. Mijn vraag aan de staatssecretaris is heel concreet: noem mij één extra voorstel waarmee u de kosten van mensen voor de zorg gaat verlagen.

Staatssecretaris Van Ooijen:

Laat ik daar heel duidelijk over zijn. Ik heb al een aantal dingen genoemd. Ik heb aan mevrouw Den Haan iets gezegd over de mondcoaches bij de consultatiebureaus. De minister komt voor de zomer met een stand van zaken ten aanzien van het onderzoek en wat dat aan korte- en langetermijnmaatregelen vraagt. Ik heb ook al genoemd wat het kabinet de afgelopen maanden aan maatregelen genomen heeft. Ik denk dat daarmee de maatregelen dus inzichtelijk zijn voor de heer Dijk.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de staatssecretaris bedanken voor zijn beantwoording. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven