5 Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Aan de orde is het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit (CD d.d. 06/04).

De voorzitter:

We gaan over tot het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde misdaad. Het commissiedebat vond plaats op 6 april jongstleden. De minister is nog steeds bij ons. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Michon-Derkzen van de fractie van de VVD. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ik ga gelijk van start. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit uiteenlopende onderzoeken, zoals "Het vestigingsklimaat voor drugscriminaliteit in Nederland" van Tilburg University, blijkt dat drugsdelicten in Nederland relatief laag worden bestraft in relatie tot andere EU-lidstaten;

constaterende dat in het coalitieakkoord is afgesproken dat er in het kader van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit een aantal straffen voor een aantal (drugsgerelateerde) delicten wordt verzwaard;

constaterende dat het kabinet het wetsvoorstel waarin de straffen worden verhoogd pas na de zomer van 2024 naar de Kamer wil sturen en dat inwerkingtreding van het wetsvoorstel niet voor medio 2025 is voorzien;

van mening dat deze planning de noodzaak van strafverzwaringen voor geharde drugscriminelen miskent;

verzoekt de regering voor het zomerreces van 2023 met een brief te komen waarin het voorgenomen wetsvoorstel strafverzwaring ter uitvoering van het coalitieakkoord wordt toegelicht, al dan niet in opties, en het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk daarna naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Michon-Derkzen.

Zij krijgt nr. 398 (29911).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat drugs niet alleen via havens maar ook in toenemende mate via de post wordt verspreid;

constaterende dat post- en pakketbedrijven hierdoor ongewild georganiseerde drugscriminaliteit faciliteren;

constaterende dat verschillende landen post uit Nederland aan extra controles onderwerpen;

overwegende dat post- en pakketbedrijven een verantwoordelijkheid hebben voor het opsporen van drugs in post en pakketten;

verzoekt de regering te bezien of de Postwet en aanverwante wet- en regelgeving op dit moment voldoende is toegerust op het bevorderen van de bijdrage die de postsector levert aan het tegengaan van verzending van drugs per post of per pakket;

verzoekt de minister van JenV samen met de minister van EZK en de postsector een integraal plan op te stellen om de verzending van drugs per post of pakket een halt toe te roepen, waarin wordt ingegaan op:

  • -openbaarmaking jaarlijkse inbeslagname per bedrijf;

  • -vergroten van de weerbaarheid van medewerkers;

  • -effectieve werkwijze van onderscheppen en melden van verdachte pakketten;

  • -coördinatie met andere landen,

en binnen zes maanden naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen, Bikker en Kuik.

Zij krijgt nr. 399 (29911).

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ik heb nog een derde motie, voorzitter, als u mij toestaat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bestraffing van de criminele binnendringers in havens van essentieel belang is voor de bestrijding van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit en dat criminelen voor de instandhouding van hun criminele netwerk afhankelijk zijn van de diensten van de criminele binnendringers;

overwegende dat met de uitspraak van het hof Den Haag van 3 juni 2022 volgens de regering een deel van het lik-op-stukbeleid dat was geïntroduceerd met de uithalerswet is weggevallen, omdat first offenders alleen een taakstraf en/of voorwaardelijke gevangenisstraf krijgen opgelegd;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de organisaties in de strafrechtketen om de intenties van de wetgever bij de uithalerswet onder de aandacht te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Michon-Derkzen.

Zij krijgt nr. 400 (29911).

Mevrouw Kuik (CDA):

Misschien ben ik in mijn communicatie onduidelijk geweest, maar ik had graag samengewerkt op het punt van drugs en de post. Eerder hebben Madeleine van Toorenburg, mijn voorganger, en de minister hier al een motie over ingediend. Misschien moeten we in dat licht even kijken wat er nou met die motie is gebeurd. Daarin werd ook opgeroepen om te bekijken wat er mogelijk is om dat op te sporen. Hopelijk is er al het een en ander in gang gezet.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Ik trek daar natuurlijk heel graag samen in op met mevrouw Kuik.

De voorzitter:

Dat is prachtig. Dan gaan we luisteren naar de heer Sneller van de fractie van D66.

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. We hebben een paar weken geleden volgens mij een goed debat gehad. Een deel daarvan zullen we vanmiddag voortzetten. Ik wilde nog ingaan op het onderwerp milieucriminaliteit. Daar hebben we het relatief weinig over, terwijl het een enorme hoeveelheid slachtoffers en schade aan de natuur en gezondheid oplevert. De Algemene Rekenkamer concludeerde al in 2021 dat de huidige aanpak niet effectief is en de lage boetes weinig afschrikwekkend zijn. Ook vorige week kwam de Onderzoeksraad voor Veiligheid met een onderzoek, waaruit bleek dat de overheid te weinig doet om burgers te beschermen tegen industriële uitstoot. Volgens de OVV worden niet alle beschikbare middelen door de overheid ingezet om bedrijven zich aan de regels te laten houden. Wat mij betreft pakken we deze vorm van criminaliteit effectiever aan. Daar heb ik een aantal voorstellen voor gedaan. Dat kan ten eerste door het ontwikkelen van een veelplegersaanpak, samen met de toezichthouders en het Openbaar Ministerie. Op dit moment is er volgens onderzoek namelijk geen verband tussen de hoeveelheid overtredingen van een bedrijf en het aantal onderzoeken en inspecties. De minister zei terecht tijdens het debat dat het voor een bepaalde categorie bedrijven, de Brzo-bedrijven, wel zo is, maar wat mij betreft wordt dat algemener opgezet. Ik denk dat dat ook voor de inzet van de beperkte capaciteit nuttig kan zijn.

Daarnaast wil ik graag dat er een mogelijkheid komt om meer compliance-maatregelen op te leggen bij het aangaan van een transactie. Oftewel, welke verbetermaatregelen gaat u doorvoeren bij een bedrijf als er geen rechtszaak volgt? Denk ook aan het oprichten van een reklassering voor bedrijven om dit te kunnen volgen. Dat blijkt gewoon effectief te zijn, maar het bestaat niet. Ik ben blij dat de minister zei dat dit het verkennen waard is. Ik hoop echt dat het ervan komt.

Ten slotte, voorzitter. De straffen zijn voor deze bedrijven weinig afschrikwekkend. Vaak betreft het minder dan 1% van de winst of de omzet van het bedrijf, waardoor er niet het effect van uitgaat waarop je hoopt. De minister zou nog wat meer duidelijkheid geven over het WODC-onderzoek daarnaar dat zij heeft aangekondigd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan gaan we luisteren naar mevrouw Kuik van het CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter, twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het landelijk gebied door zijn uitgestrektheid en beperkte politiecapaciteit een aantrekkelijk gebied is om criminele activiteiten uit te voeren;

overwegende dat bij grensoverschrijdende criminaliteit ook grensoverschrijdende samenwerking nodig is;

overwegende dat uit het rapport Ondermijning in het Ommeland de noodzaak is gebleken van een effectieve aanpak van ondermijning in de buitengebieden, zoals met behulp van slimme camera's;

overwegende dat cameraschilden een effectieve aanvulling kunnen zijn in dunbevolkte gebieden om de kansen te verhogen om criminaliteit te signaleren en op te sporen;

verzoekt de regering om in overleg met gemeenten en regio's met een strategie te komen voor de inzet van cameraschilden in het buitengebied;

verzoekt de regering hierbij al in de praktijk ervaring op te doen in grensgemeenten, gebaseerd op de aanpak in België met slimme ANPR-camera's ter opsporing en bestrijding van misdaad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuik en Bikker.

Zij krijgt nr. 401 (29911).

Mevrouw Kuik (CDA):

Voorzitter. We hebben het gehad over het doorbreken van criminaliteit in families. Daarover heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in verschillende provincies in Nederland gehele families zich al generaties lang bezighouden met de georganiseerde criminaliteit;

constaterende dat de gemeente Tilburg een succesvol experiment heeft verricht om criminele families uit de criminaliteit te halen door middel van intensieve begeleiding;

overwegende dat voorkomen moet worden dat criminaliteit van generatie op generatie wordt overgedragen;

overwegende dat de vicieuze cirkel van sociale problematiek in combinatie met criminaliteit binnen families doorbroken moet worden;

verzoekt de regering om de aanpak, zoals in Tilburg, van criminaliteit die overgaat van generaties op generaties breder in te zetten in meer gemeenten;

verzoekt de regering om de Kamer voor de begroting van 2024 hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuik, Mutluer en Van der Staaij.

Zij krijgt nr. 402 (29911).

Dan mevrouw Mutluer van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel. Ook mijn dank aan de minister voor het debat destijds. Ik denk dat ze ons wel aan haar zijde vindt bij het de pas afsnijden van ondermijnende criminelen. Ik ben extra gemotiveerd daartoe, omdat deze criminelen onze wijken onveilig maken en onze jongeren verpesten. Daarom moeten ze gewoon aangepakt worden en moeten onze jongeren en hun gezinnen goed begeleid worden. Dat is ook de reden waarom wij onder de motie staan van collega Kuik, om na te gaan of we de Tilburgse aanpak kunnen uitbreiden. Ook ben ik benieuwd naar de uitwerking van ons voorstel om regelgeving of een vergunningsplicht in te voeren bij sectoren die kwetsbaar zijn voor infiltratie door criminelen, om deze te weren. Dit zijn bijvoorbeeld uitzendbureaus, kapperszaken, glazenwassers en autobedrijven in die kwetsbare wijken waar jongeren zijn die toch in de verleiding komen.

Voorzitter. Ik heb een motie. Deze gaat met name over de verschuiving van de high-impact crime, zoals overvallen, straatroven en woninginbraken, naar criminaliteit die op dit moment met name online plaatsvindt. Daar hebben ook heel veel jongeren last van, zo blijkt uit onderzoek. Deze luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er sterk wordt gefocust op high-impact crimes, zoals overvallen, straatroven, woninginbraken en geweldpleging, die gestaag afnemen;

overwegende dat we een duidelijke verschuiving zien naar onlinecriminaliteit die ook een grote impact heeft op slachtoffers;

verzoekt de regering om deze vormen van misdaad die online plaatsvinden ook als high-impact crime te benoemen en te benaderen, en deze onderdeel te laten zijn van een gestructureerde HIC-aanpak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 403 (29911).

Heel goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Bikker van de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. We hebben een goed debat gehad, waarin de minister een heel aantal toezeggingen heeft gedaan die ik erg belangrijk vind. Een van de belangrijkste was voor mij het rapport over de ommelanden in Groningen, dat zo duidelijk liet zien hoe belangrijk het is dat er voldoende politiecapaciteit is. De minister gaat daarop terugkomen, ook in de reactie op het rapport van de Raad voor de leefomgeving. Juist op het platteland zien we te vaak dat er te weinig blauw in het groen is.

Voorzitter. Het tweede punt dat we gemaakt hebben, gaat inderdaad over die harde aanpak die nodig is voor zware drugscriminelen. Mijn motie om die strafmaat te verhogen is al lang geleden aangenomen en het gaat te traag. Deze minister, die heel goed is in het aanpakken van criminelen, zou juist hier al haar ambitie volop in kwijt kunnen. Dus dit is een stevige en tegelijk toch hartelijke aanmoediging van mijn fractie om hier zo snel mogelijk werk van te maken. In die zin zal ik de motie van mevrouw Michon steunen.

Voorzitter. U heeft mijn naam al een paar keer gehoord bij moties die wij hebben meeondertekend om de aanpak te versterken. Ik heb nog één aanvullende motie als ik terugkijk op het debat, want ik heb een grote zorg rondom de kleinere havens in Nederland. We zien dat er een Noordzeehavenaanpak is gekomen. Die is keihard nodig, want iedere dag komt er nog te veel zooi aan coke en andere rommel qua harddrugs binnen. Dat moet worden aangepakt, maar kleine havens zijn vaak de dupe, en ook daar zijn nietsontziende criminelen die mensen in gevaar brengen.

Voorzitter. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de motie-Bikker/Kuik (35564, nr. 17) de regering is verzocht tot een structurele Noordzeehavenaanpak te komen voor grote én kleine havens in de bestrijding van ondermijnende criminaliteit;

constaterende dat binnen de huidige havenaanpak 29 miljoen structureel beschikbaar is, maar dat er zorg bestaat of er voldoende wordt voorzien in coördinatie en capaciteit voor de havenaanpak in kleinere havens, zoals Vlissingen, Terneuzen en Moerdijk, en daarmee in het voorkomen van een waterbedeffect;

verzoekt de regering in de doorontwikkeling van de mainportaanpak in te zetten op het voorkomen van verschuiving van criminaliteit van grote havens naar kleinere havens door:

  • -het monitoren van het totaalbeeld van ondermijnende criminaliteitsproblematiek in en om havens, om zo zicht te hebben op eventuele verplaatsing en kwetsbaarheden in de aanpak;

  • -instandhouding van de hoge meldingsbereidheid door gemeenten;

  • -ontwikkelingen te monitoren in havens die niet zijn meegenomen in de mainportaanpak, zoals de havens van Eemshaven, Delfzijl en Scheveningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker, Kuik en Van der Staaij.

Zij krijgt nr. 404 (29911).

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors voor vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Voorzitter. Ik stel voor dat ik meteen naar de moties ga. Het wordt voor ons gezamenlijk een lange dag hier, en terecht. Ik ga dus meteen de moties doen. Als u het goedvindt, houd ik het bij oordeel Kamer ook zo kort mogelijk.

De motie op stuk nr. 398 van mevrouw Michon-Derkzen is oordeel Kamer, ervan uitgaande dat ik uw Kamer dus informeer over de mogelijke hoogte van de strafmaat en natuurlijk pas na de benodigde uitvoeringstoetsen definitief beslis over de verhoging en die verwerk in het wetsvoorstel.

De motie op stuk nr. 399 is oordeel Kamer. Het is ontzettend belangrijk om te benadrukken dat de post- en pakketbedrijven zich al steeds beter inzetten om het versturen van drugs per post tegen te gaan. De samenwerking met publieke partijen krijgt daarbij ook steeds beter vorm. We werken bijvoorbeeld ook heel nauw samen met de Douane. Ik zal uw Kamer daarover graag informeren in het najaar.

De motie op stuk nr. 400 is ook oordeel Kamer. Het is wel duidelijk, zo zeg ik richting de indiener, dat ik vanwege de scheiding der machten niet inhoudelijk in gesprek kan gaan met de rechtspraak over uitspraken van de rechters, maar ik kan natuurlijk wel met het Openbaar Ministerie evenals met andere organisaties over de strafeis spreken. De motie vraagt mij om hierop in de strafrechtketen de aandacht te vestigen, en dat kan op verschillende plekken wel.

De motie op stuk nr. 401 krijgt oordeel Kamer. Het OM en de politie bepalen welke aanpak bij een bepaalde vorm van criminaliteit hoort. In de motie zitten wel een paar aannames die iets meer te maken hebben met de sterkteverdeling dan met het onderwerp waarover het hier specifiek zou gaan. Maar ik ontvang de motie desalniettemin welwillend.

De motie op stuk nr. 402 over de integrale familieaanpak krijgt oordeel Kamer. De aanpak in heel Nederland brengen wij al in kaart. In de gemeenten die geld hebben gekregen vanuit mijn ministerie doen we dat in het kader van de lerende aanpak en door ze nadrukkelijk in contact te brengen met Tilburg. Dat gebeurt dus allemaal al. Bij de gemeenten die geen geld krijgen, doen we dat bijvoorbeeld door de aanpak op te nemen in de toolbox, via het CCV, via conferenties en noem maar op. Er is geen geld om deze aanpak landelijk te financieren in alle gemeenten die te maken hebben met intergenerationele overdracht van criminaliteit. Zomaar uitrollen is dus niet aan de orde, maar daarover hebben we het met elkaar gehad. Met deze elementen erbij krijgt de motie oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 403 van mevrouw Mutluer krijgt oordeel Kamer. Ik zou haar ook kunnen overnemen. In het debat heb ik aangegeven dat dit al het geval is. Het is dus wat u wenst, voorzitter.

De voorzitter:

Willen we deze motie overnemen? Bestaat daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan wordt de motie bij dezen gewoon overgenomen.

Mevrouw Mutluer nog even? Ik zie u fronsen ...

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Ik ben een beetje verrast, want ik had een ander gevoel tijdens het debat, namelijk dat de minister dit niet wilde overnemen. Maar zo ja, dan graag!

De voorzitter:

Prima. Dan nemen we 'm over en dan wordt er niet over gestemd.

De motie-Mutluer (29911, nr. 403) is overgenomen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik heb letterlijk aangegeven dat we die aanpak daarop al toepassen.

De motie op stuk nr. 404 past heel goed in de aanpak. Die krijgt dus ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

U bent in een royale bui vandaag. Allemaal oordeel Kamer!

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Nou, het is nog een lange dag, hè.

De voorzitter:

Ja, het is een hele lange dag.

Minister Yeşilgöz-Zegerius:

Ik zit hier nog heel lang. Dus ik dacht: laten we even goed beginnen. Nee, ik heb er alle vertrouwen in dat het goede debatten worden.

De heer Sneller had geen motie maar wilde terecht nog wel de aandacht vestigen op de veelplegersaanpak die hij opperde. Daar zijn we dus naar aan het kijken. We hebben er ook andere partners bij nodig. Het onderzoek is uitgezet, maar ik kan nog niet concreet zeggen wanneer en wat er terugkomt vanuit het WODC. Maar ik zal zorgen dat we hierop in de berichten, bijvoorbeeld de halfjaarberichten vanuit ondermijning die we nu gaan opvoeren, terugkomen als er nieuwe ontwikkelingen zijn.

Volgens mij heb ik dan alle vragen en moties behandeld, voorzitter.

De voorzitter:

Prima. Dan zijn we rond. Tot zover dit debat. Ik dacht even dat mevrouw Kuik nog naar voren kwam, maar dat was niet zo. Ja, ik kan heel dreigend zijn, mevrouw Kuik!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors enige tijd tot het volgende debat. Als mevrouw Dekker-Abdulaziz arriveert, gaan we meteen verder.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven