10 Beëdiging van de heer Dijk (SP)

Aan de orde is de beëdiging van de heer J.P. Dijk (SP).

De voorzitter:

Er is een tijd van gaan en er is een tijd van komen. Dus we gaan meteen over tot de beëdiging van onze toekomstige collega, de heer Dijk. Na de beëdiging is er natuurlijk ook gelegenheid om de heer Hijink de hand te drukken in het Ledenrestaurant en afscheid te nemen. We doen dus even een kleine verandering in de voorzittersloge, en dan wil ik alvast mevrouw Leijten naar voren vragen. Het is ook voor haar een bijzondere dag, met het vertrek en de beëdiging van twee SP-collega's, maar zij doet dit werk altijd voor de Tweede Kamer. Zij brengt het verslag uit namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. We wachten nog even één moment.

Het is mooi om te zien dat de nieuwe collega ook familie heeft meegenomen, onder wie zijn vader en zijn broer.

Gaat uw gang, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten:

Voorzitter. Het voelt toch een beetje als een raar lopendebandproces, moet ik zeggen. Het is wel mooi om te zien dat er zo veel familie in huis is vandaag. We gaan Maarten heel erg missen, maar ik weet zeker dat iedereen over een maand denkt: o jee, daar komt Jimmy Dijk.

Voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer J.P. Dijk te Groningen. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer J.P. Dijk te Groningen terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hem toe te laten als lid. Daartoe dient hij eerst de verklaringen en beloften zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120, af te leggen.

Tot slot willen wij u verzoeken het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten. Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune voor zover dat mogelijk is te gaan staan. De heer Dijk is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de Griffier hem binnen te leiden. En het is dus de heer Dijk en niet de heer Ván Dijk, zeg ik om verwarring te voorkomen. Ook zijn eerste letter is namelijk de J.

(De heer Dijk wordt binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:

De door u af te leggen verklaringen en beloften luiden als volgt:

"Ik verklaar en beloof dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik verklaar en beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

De heer Dijk (SP):

Dat verklaar en beloof ik.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan feliciteer ik de heer Dijk met zijn lidmaatschap van deze Tweede Kamer en wens ik hem heel veel succes.

Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat u hier, voor het rostrum, de felicitaties in ontvangst kunt nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven