3 Vragenuur: Vragen Madlener

Vragen van het lid Madlener aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Heffing op wegwerpplastic lijkt niet te werken: nog net zo veel zwerfafval op straat".

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat voor haar aanwezigheid hier. Ik nodig de heer Madlener van de PVV uit om zijn mondelinge vraag te stellen over het bericht: "Heffing op wegwerpplastic lijkt niet te werken: nog net zo veel zwerfafval op straat". Het woord is aan de heer Madlener van de PVV.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter, ik moet nog even bijkomen van daarnet. Maar goed, ander onderwerp. Dit blunderkabinet heeft een verplichte heffing op wegwerpplastic verpakkingen ingevoerd die niet werkt. Heel irritant. Als ik de kassabon bekijk, zie ik hele lijsten met heffingen — opgeteld gaat het om heel veel geld — die alle Nederlandse consumenten extra moeten betalen zonder dat er een alternatief is. Niemand begrijpt het meer. Bij horecaondernemers en bij klanten is veel ongenoegen en ergernis over die extra heffingen. Er is niet goed nagedacht over deze maatregel en er is te weinig overleg gevoerd om het probleem van zwerfafval wél goed aan te pakken. En wat blijkt nu? Uit onderzoek blijkt dat al die heffingen op kunststofverpakkingen niet werken. De onderzoeker van zwerfafval constateert dat er nog net zo veel zwerfafval in het milieu rondslingert als vóór de invoering van deze heffing. Er is ook weinig draagvlak voor deze heffing bij ondernemers, alle klanten, supermarkten en horecazaken. Niemand is er blij mee. Het leidt zelfs vaak tot discussie bij het afrekenen. Dat is heel vervelend. Sommige ondernemers lijken zelfs misbruik te maken van deze heffingen. Laten we dus stoppen met al die zinloos lange kassabonnen met al die heffingen en met die onbegrijpelijke heffingen bij de snackbar om de hoek. Kies voor beleid dat wél werkt. Deze domme heffing is geen succes. Daarom vraag ik de staatssecretaris om deze heffing onmiddellijk terug te draaien en andere manieren te zoeken om zwerfafval te verminderen. De consumenten betalen nu miljoenen te veel geld voor niks, want het werkt niet.

Wat natuurlijk wél zou kunnen helpen, is zorgen dat mensen, vaak ook jonge mensen in steden, hun rommel niet meer op straat gooien. Zorg voor goede handhaving. Waar betere alternatieven zijn, bied die aan: voldoende lege prullenbakken, frietjes in een puntzak in plaats van in plastic en beter overleg met ondernemers, consumenten en fabrikanten van verpakkingen. En gemeenten moeten veel beter handhaven op het veroorzaken van zwerfafval.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. Ik hoor de geluiden waar de heer Madlener naar verwijst ook. Het is ook zo dat er per dag in Nederland 19 miljoen wegwerkverpakkingen worden weggegooid. Die komen voor een groot deel, voor een deel, ook in het milieu terecht. Dat is zonde. We willen daar dus vanaf. Dat is ook de reden waarom de regelgeving rondom bakjes en wegwerpverpakkingen is ingegaan op 1 juli 2023. Dat is dus een dikke twee maanden geleden, zullen we maar zeggen. De bedoeling daarachter is om het gebruik van wegwerpverpakkingen te verminderen en om het gebruik van herbruikbare bakjes en ook van bekers, bijvoorbeeld van die koffiebekers, te stimuleren. Daarmee wordt ook het zwerfafval verminderd dat afkomstig is van eenmalige wegwerpverpakkingen. Dat is ook het doel van die maatregelen. De signalen die meneer Madlener benoemt, staan dus in het artikel en die herken ik. Ik had natuurlijk ook graag gehad dat er in die twee maanden wat meer effecten zouden zijn, maar we moeten er eerlijk over zijn dat we ook tijd nodig hebben om regelgeving te laten werken. En we zijn pas twee maanden aan de slag.

We hebben ook gezegd dat we binnen een jaar een evaluatie gaan doen. Dat is ook een moment om te kijken of het systeem werkt en of er nog weeffouten in zitten. Die zijn er; dat vermoeden zal ongetwijfeld kloppen, maar ik vind het wel erg vroeg om na twee maanden al op een dusdanige manier conclusies te trekken dat er wordt gezegd dat het hele systeem niet werkt en dat we het maar af moeten schaffen, want wij willen ook af van die 19 miljoen wegwerpverpakkingen die elke dag — 19 miljoen per dag — op dit moment in Nederland worden weggegooid.

De heer Madlener (PVV):

Ik zie dat de staatssecretaris ook twijfelt aan haar eigen maatregelen. Dat is terecht, want we zien dus dat er een hoop klachten over zijn, zowel bij ondernemers als bij consumenten. Het verhoogt de prijzen voor heel veel mensen en het lijkt erop dat het niet werkt of in ieder geval niet voldoende werkt. Die conclusie kunnen we dan toch wel trekken. En dan zegt de staatssecretaris vervolgens: ja, maar ik ga toch niks doen; ik ga nog lekker een jaar wachten. Dat lijkt me dus niet verstandig, want als je een slechte maatregel neemt, is het ook heel goed om toe te geven dat je het beter anders of niet had kunnen doen. En nu is er nog tijd voor. Deze staatssecretaris kan nu nog aan de slag en kan zeggen: laat ik het anders doen. Maar dat doet ze niet. Ik vind dat heel star vasthouden aan een slechte maatregel. Dat is ook precies zoals ik het kabinet ken: maatregelen invoeren die tot grote problemen leiden en dan vervolgens daaraan vasthouden en zeggen dat dat de doelen zijn die we moeten halen. Dat soort autistisch gedrag zie ik ook bij deze staatssecretaris. Ik vind dat helemaal niet slim. Ik vraag het dus nogmaals. Staatssecretaris, het is goed dat u ook ziet dat het niet goed werkt en dat hier heel veel extra kosten voor de mensen mee gemoeid zijn, heel veel extra administratie en lange kassabonnen. Kom terug op uw beslissing om daar niks aan te doen en ga de komende tijd nadenken: hoe gaan we het veranderen? Dan heeft u mijn steun en dan zal ik met u meedenken.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik moet eerlijk zeggen dat ik wat moeite heb met de persoonlijke kwalificatie van mij die de heer Madlener geeft. Zo ken ik hem eerlijk gezegd ook niet. Ik denk dus niet dat hij dat zo bedoeld zal hebben.

De voorzitter:

Ik sluit me daar trouwens bij aan. De term "autistisch gedrag" is wel van een bepaald kaliber en kan beledigend overkomen.

De heer Madlener (PVV):

Dat is natuurlijk spreekwoordelijk bedoeld. Iedereen begrijpt natuurlijk wat ik ermee bedoel, namelijk gewoon stug volhouden en niet willen kijken naar waar het niet goed gaat, maar je gewoon houden aan de doelstellingen die niet werken.

De voorzitter:

Dank voor deze aanvulling.

Staatssecretaris Heijnen:

Misschien een beetje star.

De heer Madlener (PVV):

Oogkleppen op.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik sta altijd open voor verbeteringen van beleid. Daarom heb ik ook gezegd: laten we binnen een jaar evalueren, want het is een belangrijk thema. We willen graag verbeteringen zien, maar we zullen kinderziektes hebben. Dat is de reden waarom ik heb aangegeven dat we de evaluatie binnen een jaar moeten doen. Het beleid loopt pas twee maanden, dus geef het ook een beetje tijd, zou ik aan de heer Madlener willen vragen. Want iedereen wil toch echt wel van die wegwerpverpakkingen af. Het zijn er gewoon te veel en er zijn goede alternatieven.

De heer Madlener (PVV):

We willen niet van alle wegwerpverpakkingen af. We willen vooral niet dat ze in het milieu belanden. Dat kun je doen door bijvoorbeeld handhaving, maar dat gebeurt nu niet of onvoldoende. Vooral in de steden zie ik een heleboel rommel op de straat. En dan denk ik: als ik naar Amerika ga, dan zie ik dat nooit en daar is heel veel plastic in omloop. We moeten het probleem dus niet te ingewikkeld maken. Handhaving heb ik genoemd als mogelijkheid, maar dat wordt nu dus niet gedaan, want we gaan een jaar zitten afwachten. Over een jaar is deze staatssecretaris vermoedelijk niet meer staatssecretaris, dus dan gaan we met een nieuw kabinet bekijken hoe we het kunnen verbeteren.

De voorzitter:

Waarvan akte.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik denk dat er verder geen vraag was.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk naar de heer Van Baarle, de kersverse fractievoorzitter van DENK. Gaat uw gang, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel, voorzitter. Door deze betuttelende maatregel worden mensen totaal op kosten gejaagd. Het is echt totaal krankjorum dat we zien dat mensen bij de ene zaak €0,01 moeten betalen aan heffing voor een bakje koffie en bij de andere zaak misschien €0,30 en soms wel €0,50. Hoe verklaart de staatssecretaris dat die enorme verschillen optreden? Op de ene plek betalen mensen €0,01 aan heffing voor een bakje koffie en op de andere plek €0,50. Mensen begrijpen dit niet meer.

Staatssecretaris Heijnen:

Zo is het beleid dat door de Kamer is vastgesteld. Die ruimte is gegeven. We hebben adviesprijzen, richtprijzen, meegegeven vanuit de overheid. Maar we hebben de ruimte wel aan de ondernemers gelaten, want sommigen hebben bijvoorbeeld al een systeem waarbij ze heel goed met herbruikbaar kunnen werken. Sommigen moeten dat nog helemaal inrichten. Zij vragen misschien een iets hogere bijdrage, zodat ze het systeem uiteindelijk op een goede manier draaiende kunnen krijgen. Er is dus ruimte bij de ondernemers om dat naar eigen inzicht in te vullen. Het is natuurlijk ook altijd nog aan de consumenten zelf om te zeggen of ze die €0,50 extra voor een wegwerpbeker te gortig vinden. Natuurlijk hebben consumenten ook nog altijd de optie om een eigen beker mee te nemen. Dan is het sowieso gratis.

De heer Van Baarle (DENK):

Dan zou ik aan de staatssecretaris willen vragen om hier gewoon tegen op te treden en die regels per direct aan te passen. Het is toch krankjorum dat je €0,50 aan heffing moet betalen voor een bakje koffie? Dat kunnen mensen toch niet dragen in deze tijden? Mensen hebben het al moeilijk met de energierekening en de hoge prijzen van benzine en dan moeten ze ook nog door dit overheidsbeleid €0,50 extra betalen voor een bakje koffie. Ik vraag de staatssecretaris om dit aan te passen. Zorg ervoor dat mensen niet meer op kosten gejaagd worden, want dit kan echt niet.

Staatssecretaris Heijnen:

Mensen zijn natuurlijk niet verplicht om een wegwerpbeker te bestellen. Ze kunnen bijvoorbeeld ook een KeepCup meenemen. Ze kunnen ook naar een andere ondernemer gaan die geen €0,50 vraagt voor zo'n bekertje. Het gaat erom dat we met dit beleid ruimte hebben willen geven aan de ondernemers. Het is natuurlijk ook een verantwoordelijkheid voor de ondernemers om daar dan op een goede manier mee om te gaan. Als er excessen ontstaan, dan kunnen wij na een jaar ook evalueren en zeggen: we gaan het vaststellen, we gaan hiervoor een vast bedrag stellen. De Kamer zal daar dan op dat moment ook weer in meerderheid over moeten beslissen.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ik sluit me aan bij de twee vorige sprekers, namelijk dat ik de huidige wetgeving in ieder geval niet effectief genoeg vind als het gaat om het zwerfafval. Volgens mij is dat op dit moment ook al feitelijk geconstateerd. Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat zij openstaat voor suggesties om de wetgeving te verbeteren. Dan vind ik evalueren in 2024 eigenlijk echt te laat. Waarom pakken we niet de voorbeelden op die al zijn gegeven? Ga statiegeld heffen! Ga meer op hergebruik zitten! Ga proberen om een overall systeem voor Nederland te creëren, waarin iedereen dezelfde bekers en mogelijkheden heeft, zodat de ondernemer het niet meer allemaal zelf hoeft uit te zoeken! Daardoor wordt de consument niet geraakt, maar doen we het op die manier. Waarom pakken we de mooie ideeën die allang vanuit de samenleving zijn gekomen nu dan niet gewoon op?

Staatssecretaris Heijnen:

Het is natuurlijk ook niet zo dat het systeem helemaal niet werkt; we zien ook, op bepaalde punten, al wel verbeteringen. Maar ik zou natuurlijk ook het liefste hebben dat we gisteren al geen wegwerpverpakkingen in het milieu meer zouden terugvinden. Maar zo snel gaat het nou eenmaal niet. Ik zou toch echt willen voorstellen om de ruimte en tijd te nemen in dat jaar om te bekijken wat er beter kan. De ILT is ook bezig om te bekijken hoe ze ondernemers kan aanspreken, bijvoorbeeld als ze nog niet goed op de hoogte zijn van de regelgeving, of als ze de regelgeving verkeerd hebben geïmplementeerd in hun bedrijfsmodel. Er wordt nu dus nog echt van alles en nog wat gedaan. We moeten ook even de tijd hebben om te bekijken waar de pijnpunten nou echt zitten. Die moeten bij de evaluatie dan zeker worden aangepakt.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Goed dat er een evaluatie komt. Maar we hebben bij statiegeld ook gezien dat wij al heel vroeg bepaalde problemen aankaartten en er nu pas wordt gezegd: daar gaan we wat aan doen. Ik hoop dat de staatssecretaris dit keer wel wat eerder ingrijpt.

Ik wil voortbouwen op wat vragen die eerder zijn gesteld, allereerst over het gedeelde systeem. In Wageningen, Haarlem en Leiden wordt er al van alles en nog wat geprobeerd en daarmee geëxperimenteerd. Wat kan de staatssecretaris doen om dit soort initiatieven te stimuleren, dan wel te helpen om zich verder te ontwikkelen?

Staatssecretaris Heijnen:

Heeft mevrouw Bouchallikh het dan over het statiegeldsysteem? Want het debat ging eigenlijk wat meer over wegwerpverpakkingen.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Nee, ik refereerde aan statiegeld omdat wij daarover vanaf het begin al zeiden: dit gaat niet werken. Nu erkent de staatssecretaris achteraf dat dit inderdaad nog niet helemaal werkt. Ik wilde aangeven dat we bij het systeem voor wegwerp op tijd moeten ingrijpen, dus niet pas over een jaar. Dat was de referentie.

En dan over het gedeelde systeem. Dat gaat over wat mevrouw Van Esch zojuist ook aangaf, namelijk dat het voor de consument makkelijk moet zijn om dingen overal te kunnen inleveren. Daar zijn experimenten mee. Wat gaat u doen om dat te stimuleren?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik ben het er helemaal mee eens dat we altijd moeten leren van goeie experimenten en moeten bekijken hoe we dat op grotere schaal kunnen implementeren. Ik krijg nu ook best wel veel filmpjes doorgestuurd met voorbeelden uit de rest van de wereld hoe je op een gemakkelijke manier blikjes met statiegeld kunt inleveren, want dat is natuurlijk iets waar mensen zich op het moment af en toe best wel aan ergeren. Maar de systemen moeten natuurlijk wel op grote schaal inpasbaar en betaalbaar zijn. Daar is de Stichting Afvalfonds Verpakkingen, die daarvoor verantwoordelijk is, dus nog naar aan het kijken. Maar natuurlijk moeten we altijd bekijken hoe we kunnen leren van goede systemen die gedeeld worden, bijvoorbeeld tussen verschillende gemeenten. Het einddoel is hetzelfde: minder zwerfafval in het milieu krijgen, meer gerecyclede verpakkingen en, liever nog, geen wegwerpverpakkingen gebruiken.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Bouchallikh.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Goed dat de staatssecretaris aangeeft daar interesse in te hebben. Kan zij toezeggen specifiek met Wageningen, Haarlem en Leiden in gesprek te gaan? Daar zijn ze aan het proberen om een systeem rondom bekers op gang te brengen, zodat dit versterkt kan worden en het niet alleen bij woorden blijft.

Staatssecretaris Heijnen:

Zeker. Ik ben altijd bereid om dat te doen. Ik denk ook dat het altijd belangrijk is om, als we goede ideeën zien, daarvan te leren voor die evaluatie. Maar het is wel zo dat de echt grote evaluatie over een jaar, inmiddels over tien maanden, volgt. Ik denk dat het verstandig is om die in de brede zin af te wachten, maar ik ga zeker met die gemeenten in gesprek.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wil ik de staatssecretaris danken voor haar aanwezigheid hier, en de heer Madlener voor het stellen van de mondelinge vraag.

Naar boven