16 Zoönosen en dierziekten

Aan de orde is het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten (CD d.d. 06/09).

De voorzitter:

Bij dezen van harte welkom aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit tweeminutendebat gaat over zoönosen en dierziekten. Wederom zal als eerste het woord gevoerd worden door mevrouw Vestering namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang, mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat aan provincies is gevraagd om een geitenstop in te stellen vanwege de verhoogde kans op longontstekingen voor omwonenden van geitenbedrijven;

constaterende dat niet alle provincies hiertoe zijn overgegaan;

constaterende dat het aantal geiten in Nederland sinds de Q-koortsepidemie bijna is verdubbeld en nog altijd groeit;

verzoekt de regering om een landelijke geitenstop in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering, Tjeerd de Groot en Bromet.

Zij krijgt nr. 277 (29683).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vogelgriepvirus inmiddels al twee jaar rondgaat in Nederland en zorgt voor enorme sterfte onder vogels en zoogdieren;

overwegende dat de permanente aanwezigheid van het vogelgriepvirus een ernstige bedreiging vormt voor mens en dier;

constaterende dat deskundigen, zoals van de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA en de Scientific Task Force on Avian Influenza and Wild Birds, stellen dat jagen leidt tot een groter risico op een verdere verspreiding van het virus;

constaterende dat er nu volop wordt gejaagd op onder andere wilde zwijnen, maar ook op ganzen en smienten;

verzoekt de regering een jachtverbod in te stellen zolang het vogelgriepvirus rondgaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 278 (29683).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter. Ten slotte een persoonlijk feit. Ik ben ontzettend geraakt door de gebeurtenissen in de afgelopen dagen. Die raken me, omdat ik de Partij voor de Dieren ken als een geweldige groep mensen die samen onbevreesd strijden voor hen die niet voor zichzelf kunnen opkomen, voor de dieren, voor de natuur en voor de meeste kwetsbare mensen en kinderen hier en elders. Het raakt me, omdat onze stem meer dan ooit hard hiervoor nodig is. Die stem gaat steeds meer verloren vanwege een interne strijd. Voor mij heeft de strijd voor de dieren altijd prioriteit gehad, altijd vooropgestaan. Dat zal altijd zo blijven, maar onder deze werkomstandigheden kan ik het niet langer doen. Daarom heb ik besloten om mijn functie als Kamerlid neer te leggen.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage. Ik denk dat er nog een apart moment komt waarop we afscheid van u zullen nemen. Namens de Kamer in ieder geval dank voor uw inzet tot nog toe.

Ik denk dat we door moeten gaan met de volgende spreker. Nee, we gaan even twee minuten schorsen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten. De tweede spreker is mevrouw Van der Plas, die namens de BoerBurgerBeweging het woord zal voeren. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. De Kamer is een beetje in shock achtergebleven door deze mededeling van mevrouw Vestering. Ik heb haar net ook succes gewenst, maar wil er toch wel even bij zeggen dat wij politiek natuurlijk niet op één lijn zitten, maar zich hier gewoon grote persoonlijke drama's afspelen. Ik wil haar en alle andere betrokkenen bij deze kwestie heel veel sterkte wensen daarmee.

En dan gaan we over tot de orde van de dag, hoe raar dat ook klinkt. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het rapport "Voorspellend model voor besmettingsrisico van HPAI-virus bij commerciële pluimveebedrijven in Nederland" waterrijke gebieden het risico verhogen op verspreiding van de vogelgriep;

overwegende dat overwogen wordt om ontwikkelmogelijkheden voor bestaande pluimveebedrijven bij waterrijke gebieden te ontnemen;

overwegende dat het kabinet veel nieuwe, deels waterrijke, rijke natuur wil aanleggen;

verzoekt de regering om geen nieuwe waterrijke gebieden aan te leggen in de buurt van pluimveebedrijven, of dit enkel te doen na overeenstemming met de betrokken ondernemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 279 (29683).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw inbreng. Dan mevrouw Beckerman namens de Socialistische Partij. Gaat uw gang.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, ik ben hier ook niet zo goed in, geloof ik. Politiek kan zo intens lelijk zijn. Ik wens iedereen bij de Partij voor de Dieren heel veel sterkte.

Voorzitter. Twee moties, voor de dieren. Vogelgriep is niet weg, zeker bij wilde vogels niet. Ik wil daarom ook een keer mijn dank uitspreken aan al die dierenhulpverleners, veelal ook vrijwilligers, bijvoorbeeld in de vogelopvang, die met man en macht proberen om zieke en dode dieren te bergen. Dat is hard nodig. Ik ben blij dat mijn motie en een motie van de heer De Groot zijn aangenomen om hen beter te ondersteunen. Dat gebeurt al, maar wat mij betreft eigenlijk nog steeds niet voldoende.

Voorzitter. Ik heb twee aanvullende moties. Heel veel mensen weten nog steeds niet wat je moet doen als je een ziek of dood dier vindt. Ook degenen die dat wel weten, hebben moeite om dat goed te kunnen melden. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het vogelgriepvirus nog veel rondgaat onder wilde vogels;

overwegende dat het monitoren van de verspreiding onder wilde vogels en eventueel zoogdieren erg belangrijk is voor het tijdig nemen van maatregelen;

constaterende dat de vogelgriepapp, waarin dode vogels gemeld kunnen worden, nog niet makkelijk toegankelijk is;

verzoekt de regering te borgen dat er een gebruiksvriendelijke vogelgriepapp komt en het mogelijk te maken om naast dode vogels ook dode zoogdieren te melden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 280 (29683).

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Daarbij willen wij ook uitspreken dat juist — ik moet het goed zeggen van deze minister — Fryslân een heel goede aanpak heeft. Vandaar die motie, ook ter ondersteuning.

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het vogelgriepvirus nog veel rondgaat onder wilde vogels;

overwegende dat het tijdig melden en verwijderen van karkassen bijdraagt aan het verminderen van verspreiding van vogelgriep;

constaterende dat er nog steeds geen landelijk telefoonnummer is om dode vogels te melden;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk te komen met een landelijk telefoonnummer voor het melden van besmette en dode dieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 281 (29683).

Mevrouw Beckerman (SP):

Binnen de tijd!

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wordt de volgende spreker de heer De Groot namens de Democraten 66. Gaat uw gang.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het ministerie van LNV bevoegd gezag is voor het opruimen van de kadavers van wilde vogels die slachtoffer zijn van de vogelgriep;

overwegende dat op dit moment terreinbeherende organisaties de verantwoordelijkheid op zich hebben genomen zonder adequate ondersteuning;

overwegende dat bij een aanhoudende epidemie en onvoldoende financiële ondersteuning zij deze taak niet oneindig kunnen blijven uitvoeren;

overwegende dat daarmee soortenbescherming, bescherming van pluimvee, de pluimveebedrijven en uiteindelijk de volksgezondheid in het geding komen;

verzoekt de regering om met een adequate financiële strategie te komen die vrijwilligers en terreinbeherende organisaties ondersteunt in hun maatschappelijk werk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tjeerd de Groot en Beckerman.

Zij krijgt nr. 282 (29683).

Dank voor uw inbreng. Als laatste spreker in dit tweeminutendebat is het woord aan mevrouw Bromet en zij spreekt namens GroenLinks en de PvdA.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben ook nog even stil van wat collega Vestering zojuist aankondigde. Zij zat namelijk altijd naast me tijdens deze debatten en we waren inhoudelijk natuurlijk ook echte maatjes. De Partij voor de Dieren is me ook heel lief, dus het doet me echt pijn dat dit allemaal gebeurt en dat we nu op deze manier zo onverwacht afscheid moeten nemen van een collega met wie we een leuke tijd hebben doorgebracht, onder andere in Berlijn met de commissie, en met wie we ook een hele grappige appgroep hadden. Dat weten de mensen niet, maar diegenen die erin zitten wel. Het politieke is ook persoonlijk en dat is op dit soort momenten erg moeilijk, vind ik.

Maar ik heb toch een motie, want we zijn hier om onze idealen dichterbij te brengen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de waarschuwingen van wetenschappers over het risico op het ontstaan van zoönosen als grote aantallen dieren bij elkaar en in de nabijheid van mensen en andere diersoorten zijn;

overwegende dat een afstandsnorm tussen bedrijven de risico's op verspreiding van ziektekiemen door de lucht vermindert;

overwegende dat de afstandsnorm die nu wordt onderzocht voor bedrijfsverplaatsingen of nieuwe bedrijven even zinvol is voor bestaande bedrijven;

verzoekt de regering om een wetenschappelijk gefundeerde afstandsnorm onderdeel te laten zijn van de relevante vergunningsprocedures;

verzoekt de regering om de vanuit zoönosepreventie meest zinvolle afstandsnorm een doel te maken in het ruimtelijk landbouwbeleid en niet af te doen als vrijblijvende "kans",

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 283 (29683).

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil nog eventjes een spelfout uit deze motie halen.

De voorzitter:

Er komt een pen voor u. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van dit tweeminutendebat. We gaan tot 18.20 uur schorsen, zodat de bewindslieden de zeven moties van een appreciatie kunnen voorzien in hun termijn. We zijn geschorst.

De vergadering wordt van 18.09 uur tot 18.18 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Zoönosen en dierziekten. We gaan de appreciatie krijgen van zeven moties door twee bewindslieden. Als eerste is het woord aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Minister Kuipers:

Dank u wel, voorzitter. Het is aan mij om een appreciatie te geven van de eerste motie, maar laat ik allereerst aansluiten bij de woorden die we zojuist al gehoord hebben, namelijk dat de hele plotselinge aankondiging van mevrouw Vestering ons raakt. Ook ik wens haar heel veel sterkte in de komende periode.

Dan de appreciatie van de motie op stuk nr. 277. Ik ontraad deze motie, waarbij ik verwijs naar het debat waarin ik heb aangegeven dat de situatie afhankelijk is van de locatie, de bewonersdichtheid en de eventuele aanwezigheid van andere bedrijven en dat het aan de GGD is om er lokaal heel gericht naar te kijken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de minister van Landbouw, Natuur en Volksgezondheid. Eh, sorry, Voedselzekerheid, Nee, Voedselkwaliteit. Jezus, ik heb mijn bril afgezet en ik lees het verkeerd voor. Voedselkwaliteit. Sorry, minister. Gaat uw gang.

Adema:

Het spreekgestoelte gaat naar beneden als ik na mijn collega spreek. Dus dat maakt wel duidelijk wat mijn positie is. Ik ben duidelijk een kleiner mannetje dan mijn grote voorganger.

Toch ook van mijn kant eerst een korte reflectie op de mededeling van mevrouw Vestering, juist ook vanwege het feit dat ik in deze Kamer heel vaak de degens heb gekruist met mevrouw Vestering en ik onder de indruk ben geraakt van haar bevlogenheid en haar diepe zorg voor het welzijn van dieren, wat ook mijn zorg is. De manier waarop ze het debat vanuit die diepe kernwaarden voerde, heeft mij getroffen in de afgelopen periode. Ik heb altijd graag met haar de degens gekruist. We waren het niet altijd eens met elkaar, maar ik wil haar vanaf deze plaats sterkte wensen, wat overigens ook geldt voor de hele Partij voor de Dieren op dit moment.

Meneer de voorzitter. Dat gezegd hebbende, kom ik bij de appreciatie van de motie op stuk nr. 278 van mevrouw Vestering, over het instellen van een jachtverbod. Op dit moment is dat niet zinvol en het is disproportioneel, want er vinden heel veel andere activiteiten plaats in gebieden waar zich wilde vogels bevinden. De consequenties voor provincies zouden zijn dat ook andere zaken die van belang zijn, niet kunnen worden uitgevoerd door het jachtverbod. Ik ontraad de motie dus.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 279 over de zoönosen, die verzoekt om geen waterrijke gebieden aan te leggen in de buurt van pluimveebedrijven. Ik onderschrijf wat mevrouw Van der Plas zegt over het niet moeten plaatsen van waterrijke gebieden bij pluimveebedrijven, maar dat is niet iets wat wij centraal kunnen gaan afdwingen. Het is echt aan de provincies om daar in de gebiedsprocessen naar te kijken. U weet dat zoönosen een meekoppelkans zijn in het NPLG. Wij zullen het aandachtspunt in ieder geval meegeven aan de provincies. We hebben overigens een handreiking voor de provincies over hoe zij om moeten gaan met dit soort koppelkansen. Daarin geven we dit ook mee. Ik ontraad deze motie.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 280, over de gebruiksvriendelijke vogelgriep-app. Die komt uit de provincie Fryslân; dan heb ik dat ook weer eens goedgemaakt. Ja, u was niet bij het debat, meneer de voorzitter, maar de aanwezige leden begrijpen volledig wat ik zeg. Twee dingen hierover. Er is op 23 november een evaluatie van de app gepland met partijen uit het veld. Daarin zullen we dit ook meenemen en kijken wat de verschillende beperkingen zijn die we misschien kunnen oplossen. En zoals toegezegd in het debat, gaan wij zoogdieren daaraan toevoegen. Zoals u weet, heeft een toezegging een even grote waarde als een aangenomen motie of misschien wel een grotere.

Dan het landelijke telefoonnummer …

De voorzitter:

Maar wat is de appreciatie van de motie?

Adema:

Met die uitleg omarm ik …

De voorzitter:

Die krijgt dus oordeel Kamer?

Adema:

Dan moet ik weer even terug. Dat is natuurlijk een goede vraag van u. Ja, oordeel Kamer. Dat klopt.

Ik ga door naar de motie op stuk nr. 281, over het vogelgrieptelefoonnummer. Ik werk aan een vogelgriepnummer waar iedereen met vragen naartoe kan bellen. Ik geef 'm dus oordeel Kamer.

Ik kom op de motie op stuk nr. 282, van de heer De Groot, over de terreinbeherende organisaties en een adequate financiële strategie. Het opruimen van dode vogels is en blijft voor rekening van de eigenaar van de grond, en de kosten dus ook. Maar ik heb in het commissiedebat ook al aangegeven dat wij op basis van signalen die we krijgen van terreinbeherende organisaties graag met hen de grote knelpunten in kaart brengen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om grote aantallen, een potentieel zoönoserisico of vanuit het oogpunt van de bescherming van de soorten. Daarover wil ik met de tbo's het gesprek voeren om te komen tot een oplossing van die knelpunten. Als ik de motie zo mag uitleggen dat ie dat initiatief ondersteunt, dan zou ik 'm oordeel Kamer geven. Zo niet, dan moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Ik zie geknik. Dan krijgt de motie oordeel Kamer.

Adema:

Dan ben ik bij de laatste motie, die van mevrouw Bromet op stuk nr. 283, over de afstandsnormen voor zoönosen. Ten eerste heb ik hiervoor als minister geen wettelijke bevoegdheden. Ik erken natuurlijk wel dat bedrijfs- en dierdichtheid een risico zijn. Daarom hebben we dat ook meegenomen in de handreiking en in de meekoppelende keuzes voor het NPLG. En zoals u weet, werk ik ook aan structuurmaatregelen voor pluimveedichte gebieden, zoals het intensiveringsplan preventie vogelgriep ook aangeeft. Maar ik wil daar niet op vooruitlopen door nu met afstandsnormen te komen. Deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

Dank voor uw termijn en de appreciaties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan op dinsdag 26 september stemmen over deze moties. Ik dank de minister van LNV ook voor zijn aanwezigheid. De volgende debatten worden namelijk door de minister van VWS gedaan. Ik zie ook al een aantal woordvoerders binnenkomen, dus ik stel voor dat we gelijk doorgaan met het volgende onderwerp.

Naar boven