Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 36, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | nr. 36, item 6 |
Aan de orde is de voortzetting van het debat over het eindverslag van de informateurs.
De voorzitter:
Daarmee zijn we gekomen bij het vervolg van het debat over het eindverslag van de informateurs. Ik geef nu als eerste het woord aan de heer Wilders van de PVV.
De heer Wilders (PVV):
Dank u, voorzitter. Daar stonden ze dan gisteren bij de presentatie: Rutte, Kaag, Hoekstra en Segers. Het nieuwe elan van de Nederlandse politiek. Vier politici die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van Nederland, voor het weggeven van alles wat ons dierbaar is: onze cultuur, ons geld, onze huizen, onze zorg. Ze hebben Nederland getrakteerd op ontelbare soorten crises, van de asielcrisis tot de zorgcrisis en de wooncrisis. En begin dit jaar zijn ze afgetreden, omdat ze tienduizenden onschuldige mensen hebben kapotgemaakt met het toeslagenschandaal. Kinderen zijn door hún wanbeleid ten onrechte bij hun ouders weggehaald en uit huis geplaatst. En de heer Rutte heeft bovendien keihard gelogen tegen de Tweede Kamer. Een motie van afkeuring tegen hem werd aangenomen. Nederland heeft en krijgt opnieuw een leugenaar als premier.
Voorzitter. In ieder ander land was hij met de spreekwoordelijke pek en veren uit de politiek weggejaagd om nooit meer terug te komen. Maar hier, in de bananenrepubliek Nederland, keert hij gewoon terug alsof er niets is gebeurd. Zonder enige schaamte! Hij denkt dat we alles vergeten zijn, maar ik zeg hem: dat is niet zo. Miljoenen Nederlanders vertrouwen de heer Rutte niet meer en zullen zijn leugens en zijn wanbeleid nooit vergeten. Dat de vier coalitiepartijen elkaar nu, na elkaar ruim een halfjaar voor rotte vis te hebben uitgemaakt en politieke messen in elkaars rug te hebben gestoken, toch weer gevonden hebben, is geen prestatie, maar angst voor de kiezer, die hard met hen zou afrekenen bij nieuwe verkiezingen. Ze zijn niet bezig met het landsbelang, maar met hun eigenbelang. Dat blijkt ook wel uit het coalitieakkoord. Ik heb zelden zo'n gedrocht van een akkoord gezien. Verschrikkelijk. Een regelrechte nachtmerrie voor Nederland. De totale overgave aan de waanideeën van mevrouw Kaag. Het lijkt wel of Rutte tijdens de onderhandelingen op vakantie was. Kijk eens naar de plannen uit dat vreselijke akkoord! Maar liefst 60 miljard euro voor klimaat en stikstof. Meer geld voor Afrika en ontwikkelingshulp. Meer opvang voor illegalen. Meer Europese Unie. Rekeningrijden. Vliegtaksen. Meer gerotzooi met experimenten met drugs.
En dan, mevrouw de voorzitter, immigratie en asiel. Wat een farce! Voor de tweede keer sinds Rutte aan de macht is, zitten we nu midden in een asielcrisis. Gelukzoekers worden nu al opgevangen in luxehotels, in cruiseschepen, in wegbezuinigde zorgcomplexen, in vakantieparken en nog steeds is het niet genoeg. Gemeenten krijgen nu zelfs een oekaze, een dwangbevel van de falende VVD-staatssecretaris, dat ze nog meer asielzoekers moeten opnemen. En nu dus nul komma nul komma nul maatregelen om die asielinvasie en die immigratie van niet-westerse allochtonen te stoppen. Ongelofelijk. Wat een blamage voor de VVD!
Voorzitter. Dan de zorg. Men gaat, je gelooft het niet: 5 miljard euro structureel, dus ieder jaar opnieuw — 5 miljard euro structureel — bezuinigen op de zorg. Welke gek, zou ik zeggen, heeft zoiets verzonnen? Wij hadden als PVV het tegenovergestelde verwacht. Wij hadden verwacht dat er structurele mega-investeringen in de zorg zouden komen. Want wij snappen het niet: waarom wel miljarden voor stikstof en miljarden voor klimaat, en niet voor onze zorg? Wat zijn dat voor een prioriteiten? Hebben ze dan helemaal niets geleerd van de coronacrisis? Dus mijn voorstel: besteed die tientallen miljarden voor klimaat en stikstof maar aan de zorg en aan onze koopkracht.
Voorzitter. Het is toch te benepen voor woorden dat de Nederlandse burger met een schamele 3 miljard aan lastenverlichting het bos wordt ingestuurd, nadat die jarenlang is afgeknepen door het kabinet? De Italianen en de Spanjaarden krijgen zelfs nog meer van Wopke Hoekstra: allebei 4 miljard euro als Nederlandse gift, omdat ze het zo moeilijk hebben. Maar Nederlanders, die dus al jarenlang op achterstand staan, krijgen minder. En waarom in hemelsnaam worden de pensioenen niet verhoogd? Waarom worden ze niet geïndexeerd? Wat is dat voor een onfatsoen naar de ouderen van Nederland? U laat ze allemaal keihard vallen.
Voorzitter. Het nieuwe kabinet verdient het niet om beëdigd te worden. Het wordt een regelrechte ramp voor Nederland. Ons land wordt alleen maar verder kapotgemaakt. De echte problemen zoals immigratie, asiel, islamisering en zorg worden niet aangepakt. De lafheid gaat weer regeren. En wij zullen als PVV niet accepteren dat de gewone Nederlander opnieuw de dupe wordt van al deze vreselijke plannen. De PVV zal het nieuwe kabinet dan ook vanaf de eerste dag politiek bestrijden, en iedere dag opnieuw, tot ze het bijltje erbij neergooien en we nieuwe verkiezingen krijgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan de heer Hoekstra van het CDA.
De heer Hoekstra (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Laat ook ik beginnen met op de eerste plaats de beide informateurs zeer te bedanken voor hun zegenende werk gedurende de afgelopen weken en maanden. Het was onder hun bezielende leiding, soms met lichte drang, dat we uiteindelijk zijn gekomen tot waar we zijn gekomen. Het is mij wel opgevallen, en ik denk dat dat ook voor de anderen geldt, dat hoe enthousiast ze misschien ook waren over sommige passages, ze het gedeelte over het Preventieakkoord nog niet helemaal hebben verinnerlijkt, maar dat komt misschien nog op een later moment.
Voorzitter. Ik zou willen vervolgen met nog eens te onderstrepen dat wat mij betreft, wat het CDA betreft, het coalitieakkoord dat nu voorligt, een hele mooie balans biedt en dat ook de balans op een aantal onderwerpen in belangrijke mate wordt hersteld. Dat we de enorme problemen die we hebben, bijvoorbeeld op het gebied van justitie, aanpakken met een combinatie van harde maatregelen maar ook van preventie. Dat we ervoor kiezen om echt forse stappen te zetten op het gebied van het aanpakken van klimaatverandering, een groot probleem voor deze én de volgende generatie, maar dat we er tegelijkertijd voor kiezen dat iedereen in Nederland straks ook nog een fatsoenlijke boterham kan verdienen en de mogelijkheid heeft om gewoon de rekening te betalen.
Voorzitter. Die balans zit er ook op onderwerpen als onderwijs. Je ziet hoe we naast onze agrariërs gaan staan en tegelijkertijd proberen de stikstofcrisis aan te pakken. Dat zien we in dat hele akkoord terug. Hoewel ik echt tevreden ben over die balans en die onderwerpen die we aanpakken, moeten we ons geen illusies maken. Dat valt allemaal in een kleurbad van polarisatie. Er is polarisatie in de samenleving. Die samenleving wordt geplaagd door de coronacrisis. Die samenleving vraagt zich voor een deel af wat wij hier met elkaar aan het doen zijn en hoe wij hier met elkaar omgaan. Ik vind dat er een grote verantwoordelijkheid ligt op ons allemaal. Ik sta hier namens het CDA en ik zeg in ieder geval dat wij als CDA die verantwoordelijkheid echt voelen. Dat verklaart dat we gisteren echt een andere toon hebben aangeslagen. Ik heb een andere toon willen aanslaan, omdat dat kleurbad van polarisatie er is. Zoals ik gisteren heb gezegd: je moet nu wel van woorden naar daden gaan. Het is papier. Dat papier is geduldig. We moeten met die uitvoering aan de gang. Wij als CDA realiseren ons zeer dat we het in de samenleving en het parlement dag voor dag zullen moeten verdienen.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Excuus, mevrouw Ouwehand had al aangekondigd dat ze wilde interrumperen.
De heer Hoekstra (CDA):
Die stond al te trappelen, begreep ik.
De voorzitter:
Ja. Daarna komen de heer Van der Staaij en de heer Eerdmans. Gaat uw gang, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een vraag en een voorstel tot samenwerking met het CDA namens de Partij voor de Dieren. Nu we dat voor ons zien, kunnen we die kans natuurlijk niet laten lopen. De vraag is de volgende. We hoorden van de heer Rutte: het doel is niet om de veestapel zo groot mogelijk te laten. Begrijp ik daaruit dat het kabinet zal sturen op de krimp van de veestapel die nodig is om al de problemen rond natuur, klimaat en al die problemen op te lossen?
De heer Hoekstra (CDA):
Mevrouw Ouwehand zal gezien hebben dat we echt werk gaan maken van twee van de grote transitieproblemen die er liggen. Of we het nou leuk vinden of niet — ik denk dat we het met elkaar allemaal niet leuk vinden — er ligt een enorme opgave op het gebied van stikstof. De landbouw, de woningbouw en de luchtvaart zullen daaraan moeten bijdragen. Dat zullen we op een manier moeten doen die tegelijkertijd maakt dat onze boeren verder kunnen, er nieuwe huizen gebouwd worden in dit land en er gewoon gevlogen kan blijven worden. Dat is een enorme transitieopgave en wij hebben daar heel veel geld voor gereserveerd. Er is geen andere keuze dan dat probleem aanpakken, maar ik vind het van groot belang dat we dat wel op een fatsoenlijke manier doen. We moeten zorgen voor alle mensen die dat betreft, niet in de laatste plaats de geweldige agrarische sector die we in Nederland hebben.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zal in mijn eigen bijdrage betogen dat dat geld beter besteed kan worden dan het kabinet nu voorstelt, zodat het echt kan worden opgelost. Mijn vraag gaat over waar we samen kunnen optrekken. Ik lees namelijk in het coalitieakkoord dat de regels voor hyperscale datacenters zullen worden aangepast. Terwijl wij hier vandaag staan te debatteren, zou het zomaar kunnen dat het besluit valt dat dat datacenter van Facebook in Zeewolde komt. Ook het CDA was daar kritisch op. We hebben een uitspraak gezien van de Hoge Raad. Ik denk niet dat ik de heer Hoekstra hoef te vertellen dat het gebouwd zou worden op een van de meest vruchtbare landbouwgronden die we in Nederland hebben. Ik denk dat het CDA dat samen met de Partij voor de Dieren wil behouden. Is de heer Hoekstra bereid om met mij samen te werken om het kabinet vandaag nog te vragen om met een aanwijzing te komen om ervoor te zorgen dat dat datacentrum daar niet komt? Gelet op de ambities die in het regeerakkoord worden uitgesproken, zou het heel zuur zijn als we vandaag nog even laten gebeuren dat deze nog wel doorgaat.
De heer Hoekstra (CDA):
Laat ik er in algemene zin iets over zeggen en dan iets zeggen over de datacenters. Mevrouw Ouwehand heeft gelijk dat daar expliciet iets over staat opgeschreven in het coalitieakkoord. In algemene zin ga ik toch aansluiten bij wat de heer Rutte hier ook al heeft gezegd. Ja, het is een coalitieakkoord geworden dat minder beknopt is geworden dan wij het ons eerder misschien voorstelden. Tegelijkertijd hebben wij er bewust voor gekozen om wel degelijk alle grote thema's de revue te laten passeren, maar het niet tot op de laatste millimeter af te maken. Dat zie je bijvoorbeeld in die passage over de doorrekening. Je ziet dat er nog allerlei keuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld over hoe je de lastenverlichting exact vorm gaat geven.
Dat betekent dat je daar nog een flink debat, of debatten, over zult hebben, eerst in de Trêveszaal, want daar willen we echt nog veel nadrukkelijker dan de afgelopen periode het primaat van het bestuur neerleggen, en vervolgens in de dialoogjes hier in de Kamer. Ik kan alleen maar voor mezelf spreken. Ik heb de afgelopen jaren echt geprobeerd, in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer, letterlijk van links tot rechts de dialoog aan te gaan over allerlei onderwerpen, in mijn demissionaire rol vaak rakend aan de begroting. Maar ik heb altijd breder contact gezocht met fracties in het hele parlement. Daar wil ik zelf in ieder geval mee doorgaan. Dus als mevrouw Ouwehand zegt "we reiken hier het kabinet de hand en er zijn onderwerpen waar wij als Partij voor de Dieren graag over in gesprek willen", dan neem ik die hand onmiddellijk aan. Dan moeten we er vanzelf achter komen of we het ergens over eens worden of dat het aan het einde van de rit agree to disagree is, want dat hoort er ook bij. Ik zag ook de gedachtewisseling die de heer Rutte net had met een paar andere leden van dit huis.
Dan over de datacenters. Daar zeggen we volgens mij exact over wat er ook zou moeten staan, namelijk dat datacenters, klein en groot, aan de ene kant natuurlijk horen bij het type samenleving dat we hebben en dat we tegemoet gaan. Want die datacenters zijn onvermijdelijk, als je ziet wat we allemaal doen op het gebied van digitalisering. Maar je moet je wel afvragen hoe dat zich verdraagt met het verstandig besteden van de ruimte, wat dat precies aan werkgelegenheidseffecten oplevert of dat die misschien eigenlijk vrij gering zijn, en wat dat breder in de omgeving betekent als het gaat over de verrommeling en verdozing van uiteindelijk toch een heel klein land dat we met elkaar zijn. Daar willen we kritischer naar kijken, maar dat betekent niet dat op basis van die drie zinnen in dit coalitieakkoord een kabinet waar ik bovendien zelf nu nog demissionair deel van uitmaak, mee kan gaan in die aanwijzing. Ik kijk naar de gezichtsuitdrukking van mevrouw Ouwehand en ik denk dat ze dat eigenlijk ook wel verwacht had.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij, SGP.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik ken het CDA als een partij die hecht aan bereikbaarheid van de regio en als een partij die het heel belangrijk vindt om voorzichtig om te gaan met het vertrouwen van burgers. Ik weet niet of de heer Hoekstra het al ziet aankomen. Als voorbeeld waarvan je wel merkt hoe het soms heel erg verkeerd kan vallen, viel mij dat nu op bij het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel. De Kamer had in meerderheid gezegd dat dat snel moet gebeuren. Er was al eerder geschonden vertrouwen met bijvoorbeeld de kazerne die niet doorging. Je zou dan ook verwachten dat zo'n punt echt waargemaakt wordt. Wil de heer Hoekstra daar eens op reageren? Waarom niet al eerder de Westerscheldetunnel tolvrij maken?
De heer Hoekstra (CDA):
Een terechte vraag. Ik kan de heer Van der Staaij natuurlijk wijzen op die dingen waar wij, vermoed ik, hetzelfde over denken en gedeeld enthousiasme over hebben. Het is echt heel verstandig dat de Lelylijn er komt, dat we zorgen dat we het Noorden beter verbinden met de Randstad en de rest van het land en dat we daar ook zorgen voor woningbouw en voor werkgelegenheid, zodat ook dat belangrijke deel van het land zich echt verbonden weet met de rest van het land. Ik zou kunnen wijzen op de internationale ov-verbindingen en überhaupt op de grote opgaven die we ter hand willen nemen op het gebied van de infrastructuur. Het is waar dat we weliswaar een stap of een stapje zetten op het gebied van het tolvrij maken van Zeeland, maar dat dat nog wel even op zich laat wachten. Want als je daar elke dag gebruik van moet maken, dan is 2030 of 2032 — hou me het exacte jaartal even ten goede — nog een eind weg. We zetten een stap, maar Van der Staaij heeft gelijk: daar zetten we niet de volledige stap.
De heer Van der Staaij (SGP):
Laat ik van mijn kant aangeven dat ik zeker waardeer wat er aan andere plannen is. Hij noemde al de Lelylijn; daar hebben we ons ook voor uitgesproken. Ik denk ook aan misschien minder zichtbare dingen die wel heel belangrijk zijn. Mijn collega Stoffer heeft er vaak een pleidooi voor gevoerd en ik zie ook heel mooi terug in het regeerakkoord dat het onderhoud van de infrastructuur serieus wordt genomen. Maar toch ligt zo'n punt in Zeeland wel heel gevoelig. Ik schetste al iets van de voorgeschiedenis. Als tegelijkertijd wordt gezegd — daarom haalde ik het even als voorbeeldje naar voren — "ja, maar dit is geen eindpunt en we gaan nog het gesprek met de Kamer aan", is het dan ook zo'n onderwerp waar de heer Hoekstra van zegt: nou, er valt best nog eens over te praten of je daar toch niet een versnelling voor elkaar zou moeten krijgen?
De heer Hoekstra (CDA):
Eerst even dat eerste, want dat herken ik. De heer Stoffer in het bijzonder verdient krediet, want hij heeft niet alleen de bewindspersonen van IenW bestookt met vragen over het onderhoud, maar hij heeft ook mij als minister van Financiën vaak het vuur aan de schenen gelegd over het enorme belang van dat onderwerp. Hij heeft ook al eerder tegen ons gezegd dat die babyboombruggen en allerlei wegen echt aan revisie toe zijn. Dus daar ben ik het zeer mee eens. Het is terecht dat we daar als coalitie geld voor uittrekken.
Dan het meer fundamentele punt. Ja, ik wil echt heel graag. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook voor de andere drie geldt. Ik wil die dialoog en dat debat hebben, in de Trêveszaal, maar vervolgens ook in de Kamer. Tegelijkertijd vind ik het ingewikkeld om er in dit debat één ding uit te pakken — dat is dan juist een ding dat mij persoonlijk natuurlijk zeer bevalt, want het is geen geheim voor de heer Van der Staaij als ik zeg dat ik best verder had willen gaan met het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel — en te zeggen: dat gaan we nu even regelen. Het akkoord is namelijk echt met z'n vieren gesloten. Ik wil dat dus in algemene zin heel graag doen, maar ik wil er ook voor waken dat ik vandaag de krenten die het beste smaken voor het CDA uit de pap trek en daar vooral verdriet mee oogst bij de anderen. Dat zullen we dan ook in gezamenlijkheid moeten doen.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans van JA21, dan mevrouw Van der Plas van BBB en dan mevrouw Den Haan van de fractie Den Haan.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb begrepen dat een deel van uw mooie akkoord, zoals u het noemt, wordt betaald vanuit het Europees steunfonds. Daarin zat, dacht ik, 6 miljard te lonken naar ons land. Ik heb begrepen dat Europa daar wel de voorwaarde aan stelt dat wij versneld onze hypotheekrenteaftrek afbouwen, nog sneller dan we nu doen. Is dat waar? Krijgt de huizenbezitter deze kerst alsnog een onaangename verrassing?
De heer Hoekstra (CDA):
Die vraag zou de heer Eerdmans eigenlijk aan de minister van Financiën moeten stellen, maar omdat die er niet is, zal ik de vraag voor mijn rekening nemen. Het zit net wat anders. De Europese Commissie komt jaar na jaar met zogenaamde country-specific recommendations, landenspecifieke aanbevelingen, die gaan over het hervormen, het dynamischer maken, van de verschillende economieën in Europa. Voor Nederland vind je daarin jaar op jaar een paar onderwerpen terug. Dat gaat over de volatiliteit van de woningmarkt. Daar is de hypotheekrenteaftrek een belangrijk, maar zeker niet het enige onderdeel van, en over het algemeen wordt er net zo veel aandacht besteed aan de arbeidsmarkt. Denk aan de discussie over flexibele en vaste contracten. Als coalitiepartijen willen wij op dat laatste punt een heleboel stappen zetten en de woningmarkt een aantal grote impulsen geven. Tegelijkertijd hebben we welbewust afgesproken dat we de hypotheekrenteaftrek laten zoals die nu is.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB en dan aan mevrouw Den Haan.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb een vraag over zelfmoordpreventie. Zoals we weten is de mentale toestand van heel veel mensen in Nederland slecht en wordt die slechter. Het aantal zelfdodingen is ook gestegen. Nou lees ik in het coalitieakkoord dat 113 Zelfmoordpreventie, 11,2 miljoen euro kreeg, waarvan 5,7 miljoen structureel en 5,5 miljoen incidenteel. Dat was op basis van het vorige regeerakkoord. In dit coalitieakkoord staat dat die 5,7 miljoen, wat een structurele bijdrage was, wordt opgehoogd met 2 miljoen. Nou, dat lijkt hartstikke mooi. Het lijkt een feestje dat het naar 7,7 miljoen gaat. Echter, dat incidentele is eruit, dus er is een gat van 3,5 miljoen euro, dat ze tekortkomen. Dat is dus eigenlijk een bezuiniging van 30%, terwijl de zorg voor mensen met geestelijke problemen stijgt. 113 Zelfmoordpreventie geeft aan volgend jaar en de komende jaren niet meer aan mensen de hulp te kunnen bieden die ze nodig hebben. Hoe is dat zo tot stand gekomen? Kan daar nog iets aan gebeuren? Ook daar maak ik mij wel zorgen over.
De heer Hoekstra (CDA):
Mevrouw Van der Plas raakt aan een teer, belangrijk en — laten we heel eerlijk zijn — ook heel verdrietig onderwerp, want dat is het natuurlijk als mensen uit het leven willen stappen. Wij hebben echt goed gekeken naar de onderwerpen die nog meer aandacht verdienen, even los van de discussie over het structurele geld. Dat gaat over: hoe zorg je ervoor dat de volksgezondheid er voor iedereen blijft en van die uitstekende kwaliteit blijft zoals die is in Nederland, en hoe zorg je dat je op specifieke punten meer doet? Dat hebben we gedaan op het gebied van zelfmoordpreventie. Dat hebben we breder gedaan op het gebied van preventie. Ik denk echt dat dit een onderwerp is waar de tijd van gekomen is om het gewoon aan de voorkant te repareren in plaats van later te moeten diagnosticeren en behandelen. Dat zie je op het gebied van de investeringen in de grote volksziektes. Dat zie je ook hier. Wat ik niet weet, is of dit in alle redelijkheid ruim voldoende, net voldoende, bijna voldoende of echt onvoldoende is. Dat vind ik echt iets voor een toekomstige minister van VWS, juist gegeven de op de hele begroting relatief beperkte bedragen. Dat kan ik niet voldoende beoordelen. Als mevrouw Van der Plas echt de ruimte wil hebben om daar de dialoog over aan te gaan, dan vind ik dat we die dialoog met elkaar moeten aangaan, zonder dat ik me al aan de voorkant vastklink aan een antwoord de ene of de andere kant uit. Maar de dialoog, heel graag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil de heer Hoekstra, en overigens de hele coalitie, dat zorgpunt wel meegeven. Een tijdje geleden heb ik een gesprek gehad met de mensen van 113. Die geven aan dat er heel veel mensen bellen die zelfmoordgedachten hebben maar nog niet echt ggz-hulp nodig hebben. Heel veel van die gesprekken kunnen al leiden tot hulp. Mensen kunnen zich daardoor toch gehoord voelen. In de eerste lijn wordt er dus al heel veel goed werk gedaan. Ik zou het echt heel erg vinden als dat soort gesprekken dan niet meer kunnen plaatsvinden. Dan ga je toch weer naar de achterkant, want die mensen komen dan misschien toch wel echt terecht in een hulpverleningstraject waar ook al heel grote tekorten zijn. Dat is wat ik de coalitie wil meegeven: denk daar nou goed over na, want ik denk dat we hier al een grote slag kunnen slaan, ook voor later, gelet op de extra uitgaven die je dan zou moeten doen. En dat is misschien nog wel meer.
De heer Hoekstra (CDA):
Nogmaals, zeer veel dank aan mevrouw Van der Plas dat zij dit tere en echt moeilijke onderwerp aanraakt. Ik denk dat we allemaal met professionals gesproken hebben. Voor mijzelf geldt dat er mensen in mijn privéomgeving in dit veld werkzaam zijn. Dan weet je hoeveel verschil het kan maken als je daar met mensen over in gesprek gaat en zorgt dat je mensen stap voor stap ook weer perspectief biedt. Daar ben ik het dus echt heel erg mee eens. Maar nogmaals, ik vind het ingewikkeld om ten aanzien van de laatste tonnen of paar miljoen te zeggen waar het net genoeg of evident te weinig is. Als voorman van het CDA zou ik echt willen zeggen: laten we daarover de dialoog hernemen, laten we ons verdiepen in hoe dat werkt en wat er nodig is in de bredere context van de begroting voor de Volksgezondheid en natuurlijk ook breder in de afweging die we altijd te maken hebben met elkaar over het geld en waar je de prioriteiten legt. Maar ik dank mevrouw Van der Plas voor haar vraag.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik zou even willen aansluiten bij de vraag van mevrouw Van der Plas, want ik kan me voorstellen dat u dat niet tot op de millimeter kunt beoordelen. Ik ben er wel ingedoken en het is echt volstrekt onvoldoende. Bovendien kost elke zelfmoordpoging de samenleving 2,8 miljoen.
De heer Hoekstra (CDA):
Zeker, zeker.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik zou dus zeggen: tel uit je winst. Op de totale begroting van VWS is dat bedrag maar klein bier. Dan mijn vraag. Ik heb even gekeken wat uw kiezersachterban bij de laatste verkiezingen was. Het grootste gedeelte van de kiezers van het CDA, 70%, is 50-plus. Dus veel ouderen stemmen op het CDA. Ik heb gezien dat u in 2017 ...
De heer Hoekstra (CDA):
Ik moet glimlachen, omdat ik me realiseer dat wij toen ik net begon als partijleider nog zeer populair waren onder jongeren. Maar ik ben erin geslaagd om die allemaal weg te jagen voor de dag van de verkiezingen. Vandaar de glimlach op mijn gezicht.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
En u moet natuurlijk ook opletten dat u de ouderen niet wegjaagt. Daar ging mijn vraag eigenlijk ook over.
De heer Hoekstra (CDA):
Dat ga ik nu allemaal regelen in de dialoog.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dat is fijn. In het verkiezingsprogramma van het CDA uit 2017 zag ik ook dat u zelfs een structurele AOW-verhoging van €150 heeft voorgesteld. Dat is natuurlijk hartstikke mooi. Daarom zou ik heel graag van u willen weten, toch een beetje ook als ouderenpartij, waarom u heeft ingestemd met de ontkoppeling tussen de AOW en de uitkeringen.
De heer Hoekstra (CDA):
Ik zou willen benadrukken dat het CDA een lange traditie heeft om er juist voor alle generaties en voor alle groepen in de samenleving te zijn. Want dat is ook echt de verbindende rol die wij willen spelen. Met alle waardering, maar wij zullen nooit kiezen voor óf de ouderen óf de jongeren óf de groep daartussenin. Wij willen juist de samenleving verbinden, omdat we denken dat ook de generaties er voor elkaar moeten zijn. Je ziet nu dat het minimumloon in Nederland echt te laag is en dat we in toenemende mate het probleem van werkende armen hebben, nog los van het feit dat er ook best wat positieve signalen zijn als je de armoede in Nederland vergelijkt met die in sommige andere landen. Wij hebben gezegd: als je dat probleem nou wilt aanpakken, zorg er dan voor dat je met een forse impuls komt. Daar volgen we vrij nauwgezet het voorstel van de heer Van Dijk van de PvdA. Tegelijkertijd hebben we gezegd: laten we nou separaat kijken hoe we het, buiten de regelingen om, fatsoenlijk regelen voor de ouderen.
Dan komen we op de discussie waar de heer Rutte net ook al even aan raakte, namelijk de ouderenbijdrage en hoe je zorgt voor een relatief evenwichtig koopkrachtbeeld. Dan is het gewoon waar dat niet elke groep er exact even goed afkomt, maar we hebben er wel heel nadrukkelijk op gelet op dat er voor elke groep in ieder geval in die voorlopige plaatjes een plusje staat. Ik ga ook graag het gesprek aan over hoe we dat evenwichtig maken en houden.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik ben het heel erg met u eens als u zegt dat het minimumloon moet stijgen. "Fors" vind ik wel overdreven. Ik vind niet dat het fors stijgt in de voorstellen, maar het gaat in ieder geval omhoog. Dat is dus al een stap. U zegt dat u een evenwichtig koopkrachtbeleid wil. Ik denk dat niemand het daarmee oneens kan zijn. Maar wat ik dan niet snap, is dat u de gepensioneerden toch echt gewoon op de nullijn zet, terwijl die qua koopkracht al zo lang achterblijven op de werkenden. Dat moet u me echt gewoon duidelijker uitleggen.
De heer Hoekstra (CDA):
Dat ligt toch besloten in het vorige antwoord en ook in de debatten die we hier vaker over gehad hebben. Ja, ik ben het er zeer mee eens dat we het fatsoenlijk moeten regelen voor alle generaties en zeker ook voor onze ouderen, want dat zijn mensen die over het algemeen niet de mogelijkheid hebben om nog een been bij te trekken, omdat ze gewoon geen verdiencapaciteit meer hebben. Als je van mijn leeftijd bent of nog wat jonger of ouder, kan je ervoor kiezen om wellicht meer te werken of een andere baan te nemen. Als je tweeverdieners bent, kan je ook kijken hoe je je leven inricht. Laat ik het zo formuleren: dan kan je in veel gevallen kijken hoe je je leven inricht om nog net wat meer te verdienen. Maar ouderen zijn natuurlijk vaak met pensioen en hebben die mogelijkheid niet meer. Er ligt dus een belangrijke opdracht voor ons, maar dat is natuurlijk ook precies een van de beweegredenen geweest voor het aanpassen van de regels omtrent het pensioen. De heer Koolmees heeft in zijn andere hoedanigheid natuurlijk bergen werk verzet om ervoor te zorgen dat we het systeem daar eerlijker maken en ook zorgen voor alle generaties. Dat is ook precies de reden waarom we dit soort regelingen in Nederland — dan heb ik het weer over de eerste pijler — wel blijven indexeren. Het is dus niet zo dat we daar niks op doen. Het is wel zo dat we ervoor gekozen hebben om die specifieke koppeling bij de AOW niet toe te passen.
De voorzitter:
Mevrouw Den Haan? Nee.
De heer Hoekstra (CDA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dan wil ik u bedanken, meneer Hoekstra. Ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen van de SP.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank u wel, voorzitter. We hebben 300 seconden gekregen om te reageren op ruim 270 dagen formatie, maar ik ga mijn best doen, want er is een kabinet. Ik denk alleen dat iedereen zich hier wel afvraagt: voor hoelang? Want Rutte IV is natuurlijk een doorstart van Rutte III. We hadden het er al even over: mevrouw Kaag zei eerder "hier scheiden onze wegen" en meneer Segers hoorden we allemaal zeggen "het zou niet echt geloofwaardig zijn als de ChristenUnie deel zou uitmaken van een Rutte IV". Welaan, we staan hier vandaag bij het debat over het coalitieakkoord van Rutte IV. Wij vinden dat niet geloofwaardig. Wij vinden het niet geloofwaardig dat dezelfde partijen met dezelfde ideeën en dezelfde mensen nu gaan zorgen voor de veranderingen die nodig zijn en voor de oplossingen voor problemen die ze zelf hebben veroorzaakt. Neem de woningnood, neem de crisis in de zorg, neem het toeslagenschandaal.
Ik heb gisteren dan ook eigenlijk niemand horen juichen bij de presentatie van het coalitieakkoord, niet hier in de Kamer maar ook niet hier in het land. Ik weet dat er in de zorg, door onze zorgverleners, het minst werd gejuicht en het meest werd gevloekt. Daar hebben we het vandaag al over gehad. Dit Rutte IV-kabinet steekt wat de SP betreft echt een mes in de rug van de zorg. Dat kan niet. Het kan niet dat je aankomt met 5 miljard euro aan structurele bezuinigingen op de zorg. Het kan niet dat je zegt: er komt deze periode geen cent — ik herhaal: geen cent — bij voor extra waardering voor zorgverleners. Het kan niet dat je niks doet — niks doet! — aan de markt in de zorg, waar zorgverleners juist zo gek van worden, die ontzettend veel tijd kost en die ook ontzettend veel onnodig geld kost. Het kan niet dat je het eigen risico in stand houdt. Het kan niet dat je daarbij ook nog eens eigen bijdragen introduceert.
Dus, voorzitter, wij doen vandaag echt een beroep op dit kabinet-Rutte IV: doe het niet! Doe het niet, ga er nog eens over nadenken. We komen er half januari nog eens over te spreken. Kom erop terug! Doe het niet! Als het kabinet dat wel doet, als de nieuwe Rutte IV-coalitie hierin verhardt, dan kan ik garanderen dat zij de SP tegenover zich zal vinden. Ik vermoed zomaar dat het niet alleen de SP zal zijn, maar een groot deel van Nederland en in ieder geval heel veel zorgverleners.
Wie Rutte IV naast de SP ook tegenover zich gaat vinden, zijn denk ik de werkende mensen in Nederland. De hele verkiezingscampagne ging het over het minimumloon. Dat zou omhooggaan. Daar was eigenlijk zo'n beetje iedereen hier het wel over eens. Nou, vol smart hebben we zitten wachten, met name alle mensen die werken in cruciale beroepen. Sinds de coronacrisis weten we dat dat de mensen zijn die echt moeten doorwerken, omdat het land anders echt helemaal stilvalt. En wat gaat er gebeuren? Het minimumloon gaat omhoog met €0,80. Ik vraag de informateurs of ik dat wel echt goed gelezen heb in het coalitieakkoord. Ik zie de heer Koolmees al knikken, dus dat belooft niet veel goeds. Maar ik wil het toch nog een keer vragen. Ik kan het namelijk niet geloven. Ik kan niet geloven dat wij de werkende klasse zo in de steek laten. We hebben een hele verkiezingscampagne gehad waarin iedereen zei dat het minimumloon echt flink omhoog moet, maar Rutte IV komt hier met €0,80 aanzetten.
Voorzitter. De koppeling met de AOW wordt ook losgelaten. De gepensioneerden worden in Nederland gewoon keihard in de steek gelaten. Dat zijn de mensen die al jarenlang geen indexatie van hun pensioen hebben. Dat betekent dat de prijzen gewoon wel omhooggaan, de boodschappen wel duurder worden, de huur wel omhooggaat en alle kosten voor het levensonderhoud wel omhooggaan, maar hun pensioen niet. Ze gaan er dus gewoon op achteruit. En dit kabinet komt er dan mee aanzetten dat het kleine beetje dat het minimumloon omhoog mag, niet voor de gepensioneerden geldt. Daarmee laat het kabinet de gepensioneerden echt in de steek.
Hebben wij dan helemaal geen hoop? Hebben wij dan helemaal geen perspectief? Jawel, dat hebben wij wel. Dat zien wij ook. Het is niet zo dat wij verwachten dat het van dit kabinet-Rutte IV komt — dat hadden wij zelf ook niet verwacht — maar wel vanuit de mensen. Als je het coalitieakkoord leest, merk je dat de neoliberale retoriek er wel een beetje uit is. Dat is winst. Maar dat is winst in woorden. Wij zullen erop toezien dat die winst ook omgezet zal worden in daden. Dat kunnen we niet alleen. Dat gaan we ook niet alleen doen. Dat gaan we samendoen met bijvoorbeeld de mensen in de zorg, die allang weten dat de marktwerking in de zorg écht geen goed idee was en dat we daar écht mee moeten stoppen. Dat gaan we doen met de huurders in Nederland die keer op keer te maken hebben met huurverhoging en die heel goed inzien dat de strijd voor betaalbare woningen wel een heel belangrijke strijd is om te voeren. Dat gaan we natuurlijk doen met de getroffen ouders uit het toeslagenschandaal en met de mensen in Groningen die nog steeds wachten op rechtvaardigheid. Met die mensen gaan we de strijd aan tegen het geïnstitutionaliseerde wantrouwen en vóór een eerlijke overheid.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Er is een interruptie van de heer Segers van de ChristenUnie.
De heer Segers (ChristenUnie):
Aan het eind hoorde ik best veel gedeelde idealen. Ik zie dus ook uit naar samenwerking, ook op de misschien nu nog wel bestaande scheidslijn tussen oppositie en coalitie. Dat is van latere zorg. Wat mij betreft gaan we daar werk van maken.
Ik wil toch nog even terugkomen op de zogeheten bezuinigingen in de zorg. Als je dat heel vaak zegt en heel hard roept, is het niet zo dat het dan ook onmiddellijk waar is. De komende periode gaat er volgens het basispad, volgens de autonome groei die er zou zijn, 5,5 miljard extra naar de zorg. Dit kabinet doet daar 3,5 miljard bij. Er gaat dus 9 miljard extra naar de zorg in de komende periode. Ik zou zeggen: tot zover de bezuinigingen in de zorg. Hoorde ik mevrouw Marijnissen nou eerder zeggen dat er ook bezuinigd wordt op de ouderenzorg en de ggz?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Jazeker. Ik heb dat net ook in een interruptiedebat voorgelezen. Ik zeg het even uit mijn hoofd. U heeft er heel lang aan kunnen werken en wij hebben minder dan twintig uur de tijd gekregen om het coalitieakkoord te bestuderen en de hele budgettaire paragraaf die daarachter wegkomt, want daar stond dat allemaal in. Maar inderdaad, volgend jaar staat er min 100 miljoen, het jaar daarna staat daar min 200 miljoen en het jaar daarna staat er min 350 miljoen, zeg ik uit mijn hoofd. Het gaat dan bijvoorbeeld over het kwaliteitskader in de verpleeghuiszorg. Dat kwaliteitskader is heel belangrijk, want dat regelt dat er voldoende mensen op de verpleeghuiswerkvloer aanwezig kunnen zijn. In heel erg Haags jargon en in heel veel moeilijke woorden staat er gewoon in die tekst, als je het goed leest, dat het een beetje te duur wordt, want we worden met z'n allen ouder. Ja, er zal wat meer geld naar de zorg gaan, dat is ook logisch, want we zijn met meer en we worden ook allemaal ouder. Maar er moet ook personeel bij en dat wordt eigenlijk een beetje te duur.
Ik vind dat het een kwestie van beschaving is, meneer Segers. Het is een kwestie van beschaving dat we goed voor onze ouderen zorgen. Die strijd in die verpleeghuizen voor fatsoenlijk personeel is al zo lang gevoerd. Iedereen die daar komt en dan naar buiten loopt, zal vaak bij zichzelf denken: wat een machtig mooi werk doen deze mensen, maar poeh, wat een pittig werk is het ook. Die mensen moeten we niet alleen beter waarderen. Ik vind het echt heel kwalijk aan dit akkoord dat er geen cent … We hebben eerder gestreden voor meer salaris voor zorgverleners, maar daarbij hebben we wel tegen hen gezegd dat het een eerste stap was. Dat bleek ook de laatste stap, want er komt geen cent bij, als het aan u ligt. Als het gaat om die bezuiniging op de verpleeghuiszorg, vind ik dat heel kwalijk.
De heer Segers (ChristenUnie):
Ik heb nog even zitten kijken. Ik heb het inderdaad goed gehoord. Het gaat dan om verplicht meerjarige contract- en budgetafspraken in de ouderenzorg en in de ggz.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Nee, ik heb het over kwaliteitskaders. Een stuk of tien punten daaronder.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dit waren de regels die ik daar zag. Dat is het schrappen in bureaucratie, minder aanbestedingen. Daar wordt inderdaad geld ingeboekt, omdat er geld afgaat door de bestrijding van bureaucratie. Dat lijkt mij een prima maatregel, dus ik kon dat niet zo goed plaatsen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dat snap ik, maar hier worden twee dingen door elkaar gehaald. Ik refereerde aan iets wat in dezelfde tabel staat, op dezelfde bladzijde, een stuk of tien punten daaronder. Dat is het kwaliteitskader voor de verpleeghuiszorg. Daar is ook nog best wat tekst aan gewijd en daar heb ik net wat over gezegd. Daar staat eigenlijk, met heel veel dure woorden, dat het verpleeghuispersoneel te duur wordt, dus dat we nog maar eens naar die kwaliteitsnormen moeten kijken en dat we moeten inzetten op meer innovatie, met andere woorden, dat het wel met minder personeel af kan. Dat vind ik heel kwalijk. Er staan ook minnen in uw budgettaire paragraaf. Vanzelfsprekend zijn wij voor het schrappen van bureaucratie, maar dan zou mijn vraag zijn waarom jullie geen fundamentele stappen zetten. Waarom is het dan toch weer het plakken van pleisters?
Ik denk dat wij het erover eens zijn dat de markt in de zorg niet zo'n goed idee was, dat dat niet werkt. Laat dat nou onder andere leiden tot heel veel meer bureaucratie. Laat dat er nou toe leiden dat best wel veel zorgverleners minder plezier hebben in hun werk. Natuurlijk moeten we dat aanpakken, maar laten we dan ook de volgorde omdraaien. Laten we dat eerst doen en dan kijken wat we daarmee kunnen besparen. Wat deze coalitie doet, is heel straf allemaal minnen zetten bij de zorg en het vervolgens afschuiven op het bord van het personeel. Dat is wat er gaat gebeuren, dat voorspel ik u, meneer Segers.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dan nog een keer: dat is niet waar, het zijn niet allemaal minnen. Ik bespreek één min en dat is snijden in bureaucratie, namelijk meerjarige contracten, minder aanbestedingen. Dat is een maatregel die in de SP-doorrekening zat, die u zelf ook wil. Dat is inderdaad een min, en die heeft u zelf ook, maar er gaat de komende periode 9 miljard extra geld naar de zorg. Dan kun je toch niet zeggen dat dat een bezuiniging is? En dan kun je niet klagen over minnen, terwijl u zelf ook minnen in uw eigen doorrekening heeft en schrapt in die bureaucratie. Als we iets goeds doen — schrappen in bureaucratie, zorgen dat er minder aanbesteding is — dan zou je zeggen: dat vind ik goed, want dat wil ik zelf ook. Dat er 9 miljard extra naar de zorg gaat, dat is mooi. Dat heeft de zorg inderdaad heel hard nodig.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Meneer Segers, ik vind het pijnlijk, want wij hebben maar 20 uur de tijd gekregen om uw coalitieakkoord te bestuderen, maar ik heb toch echt het idee dat u niet scherp heeft wat ik bedoel. Dat kwaliteitskader en die bezuiniging in de verpleeghuiszorg is echt wat anders dan wat u noemt. Ja, wij zijn het van harte met u eens om de bureaucratie aan te pakken. En ja, wij geloven ook zeker dat je geld kunt besparen in de zorg, onder andere op bureaucratie. Ik noemde net al het aanpakken van de grote winsten in de farmaceutische industrie. Middenin de coronacrisis gaat Pfizer er met dikke winst vandoor. Waarom doen we daar niks aan?
Er zijn zo veel manieren om geld te besparen in de zorg, zeer zeker. Maar laten we dan daar het debat over voeren. Maar dat doet deze nieuwe coalitie niet. Deze nieuwe coalitie boekt bezuinigingen in, structureel, en dat is ook heel kwalijk, want we weten allemaal dat we ouder worden en dat we met meer zijn, dus dat er navenant meer geld naar de zorg zal moeten. Zolang dat meestijgt met de economie is dat helemaal geen probleem. Deze redenering hebben we in eerdere kabinetten-Rutte ook gezien en die heeft tot heel veel ellende geleid in de ziekenhuizen. Die heeft ertoe geleid dat de verzorgingshuizen uiteindelijk gesloten zijn en dat er eerstehulpposten gesloten zijn. Dat is toch niet de bedoeling, vraag ik aan de heer Segers. Maar dat is wel het pad dat deze coalitie nu opgaat.
De heer Segers (ChristenUnie):
Een laatste opmerking, mevrouw de voorzitter. Deze coalitie moet nog van start gaan; er moet nog een nieuwe ploeg komen. Ik denk dat we met veel meer precisie moeten spreken over hoe wij met de zorg omgaan. Ik probeer een voorbeeld te geven waaruit blijkt dat er posten zijn waarover u en ik het met elkaar eens zijn dat men daarbij met minder bureaucratie, met meerjarige contracten en minder aanbesteding toekan. Dat kan winst opleveren. Maar wat ik echt heel lastig vind, is om iedere keer te horen "er wordt bezuinigd, er wordt bezuinigd", terwijl er de komende periode 9 miljard extra naar de zorg gaat. Ik zou graag die dialoog willen voeren: waar kunnen we nog meer snijden? Waar kunnen we, inderdaad, met minder bureaucratie toekomen? Dat zegt de SP altijd: we kunnen snijden in de bureaucratie. Dat doen we. Ik wil graag het gesprek voeren over de vraag waar dat beter kan, maar dan wel met de juiste veronderstellingen en niet met de retoriek dat hier met de botte bijl wordt gehakt, want dat is niet zo. Ik zeg het nog een keer: er gaat de komende periode 9 miljard extra naar de zorg.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik begin me toch een beetje af te vragen wat de coalitiepartijen die hele periode hebben zitten doen, en vooral wat ze zichzelf en elkaar wijs hebben gemaakt. Als we met meer zijn en ouder worden en u de zorg op een bepaald niveau wilt houden, meneer Segers, dan kan het inderdaad zo zijn dat die zorguitgaven moeten groeien om het niveau hetzelfde te houden. Ga je dan minder uitgeven, dan lever je in op de kwaliteit of bijvoorbeeld op het personeel, want zorg is natuurlijk heel vaak mensenwerk. Daarom gaat het dus al heel gauw ten koste van het personeel. Daarom is het een bezuiniging en daarom is het kwalijk. Dat is voor de langere termijn.
Voor de kortere termijn komt deze coalitie aan met een hele reeks aan minnen. Een hele reeks aan minnen! Ik heb die net genoemd. Er wordt tot een half miljard bezuinigd op de jeugdzorg. U kunt boos kijken, maar de Vereniging Nederlandse Gemeenten is daar ook heel boos over, want ze weten daar echt niet hoe ze dit geregeld gaan krijgen. De verpleeghuizen noemde ik al. Verder noem ik de kaders die gesteld gaan worden in de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. Dat zijn allemaal minnen in een periode waarin eigenlijk iedereen plussen krijgt.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Merci. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ploumen van de PvdA.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter. Allereerst mijn dank aan de heren Remkes en Koolmees. Zij waren bereid om in een politiek turbulente tijd op te treden als informateur en dat kan op de waardering van de fractie van de Partij van de Arbeid rekenen. Dank voor uw inspanning en dank voor uw eindverslag.
Voorzitter. Dan het coalitieakkoord. Laat ik ook daarbij positief beginnen, want het is goed dat er een coalitieakkoord ligt. Het ligt dan ook in de rede dat er snel een kabinet komt en dat dat kabinet kan rekenen op een draagvlak in de Tweede Kamer. Dat lijkt zo gewoon, maar het was toch echt wel lang uit het zicht.
Het is ook goed dat op een aantal onderwerpen serieuze stappen worden gezet om te zorgen dat de noden die er zijn en de problemen die er zijn aangepakt worden. Ik noem bijvoorbeeld het dichten van de kloof tussen het loon van leraren in het basisonderwijs en van leraren in het voortgezet onderwijs. Daar hebben we in dit huis jaren voor gepleit. Het is echt goed dat dat geregeld wordt. Het afschaffen van de verhuurderheffing: daar hebben we ook vaker voor gepleit. Het is goed dat ook dat gaat gebeuren. Er komt extra geld in het kader van klimaatverandering. Ook dat was hoognodig. Het vorige kabinet, het kabinet-Rutte III, haalde de eigen doelstellingen niet. Laten we hopen dat dat nu beter gaat. Dergelijke goede plannen kunnen op steun van de fractie van de Partij van de Arbeid rekenen.
Voorzitter. Maar het had ook echt wel anders gekund. Het had eerlijker gekund, socialer en progressiever. Tijdens een pandemie verwacht je van een coalitie een gloedvol betoog over wat er nodig is in de zorg, wat we hebben geleerd van de afgelopen jaren. Je had willen horen dat de publieke gezondheidszorg versterkt moet worden. Je had willen lezen over een aanpak die erop is gericht de mensen die in de zorg werken, te behouden voor de zorg, nieuwe mensen te werven en de bureaucratie systematisch te verkleinen. Maar wat lezen we? "Zorgmedewerkers hebben al genoeg salarisverhoging gekregen. In de jeugdzorg komt er een eigen bijdrage en er wordt 5 miljard bezuinigd." Mevrouw Marijnissen sprak er ook al over. Dat is onbegrijpelijk. Dat moet gewoon vandaag nog van tafel. De heer Klaver zal daar zo dadelijk mede namens mij een motie voor indienen.
Je verwacht ook van zo'n akkoord dat er een fundamentele visie in staat op de toekomst van werk, op de zekerheid van inkomen van Nederlanders, waarbij werken weer gaat lonen en mensen redelijk onbezorgd van hun oude dag kunnen genieten. Eindelijk waardering voor de mensen die in de coronacrisis misschien wel thuis wilden werken maar dat niet konden, want dat was hun beroep niet, voor de mensen die zorgden dat hier alles schoon bleef, voor de mensen die het vuilnis ophaalden, de chauffeurs, de vakkenvullers. Maar wat lezen we? Een echt schamele verhoging van het minimumloon en de gepensioneerden staan in de kou. Het loslaten van de koppeling tussen de AOW en het minimumloon is de bijl aan de wortel van onze sociale zekerheid. Je verwacht ook minder woningmarkt en meer volkshuisvesting, meer bescherming van huurders tegen huisjesmelkers en prijsstijgingen en het aanpakken van speculanten en beleggers die onze steden en dorpen overnemen. Plannen voor fijne, veilige wijken. En wat zijn het dan voor keuzes in dit akkoord om huurders met een middeninkomen honderden euro's per maand huurverhoging voor de kiezen te geven? Leraren en verpleegkundigen, dat zijn die mensen die deze huurverhoging tegemoet kunnen zien. Waarom niet serieus investeren in de leefbaarheid van dorpen en steden? Het volkshuisvestingsfonds wordt gewoon gekielhaald. 450 miljoen euro, nu 150 miljoen euro en die 150 miljoen is ook nog eens een sigaar uit eigen doos voor de gemeenten, want ze moeten daar uit het Gemeentefonds zelf voor gaan betalen.
Je verwacht ook dat er in een regeerakkoord echt ambitieuze plannen staan om het vertrouwen in de politiek fundamenteel te verbeteren en dat die nieuwe bestuurscultuur iets gaat betekenen in het leven van mensen met concrete plannen om de democratie te versterken, maar we zien vooral veel losse eindjes en geen enkel nieuw voorstel. Het afschaffen van het toeslagenstelsel is gereduceerd tot een ambitie. En hoelang moeten mensen nog wachten op concrete plannen om een eind te maken aan die toeslagen?
Je verwacht in een coalitieakkoord ten minste ook iets van een notie, een besef, een perspectief ten aanzien van corona, de grootste crisis die ons land heeft getroffen sinds de Tweede Wereldoorlog. De coalitiefracties applaudisseerden dinsdag voor elkaar, maar het is helemaal geen feest bij de mensen thuis. De hoge oversterfte in ons land spreekt boekdelen. Er zijn duizenden Nederlanders die elke dag niet de zorg krijgen die ze nodig hebben, kinderen die weer thuiszitten zonder onderwijs. Terwijl we wel met z'n alleen naar IKEA, de Efteling en het casino mogen, tegen alle beloftes in. Een strategie ontbreekt. Dit zijn dezelfde vier partijen die geen lessen wilden en durfden te trekken uit anderhalf jaar falende coronabestrijding, maar nu wel samen vooruit staan te kijken naar de toekomst.
Ik rond af. Dit coalitieakkoord leest als één grote erkenning dat het de afgelopen jaren op fundamentele punten is misgegaan met het beleid en daarom zijn er nu vele tientallen miljarden euro's nodig om het achterstallige onderhoud van Rutte III te repareren. Gezien de resultaten van de coalitie uit het verleden, is het echt maar de vraag of de grote maatschappelijke problemen nu wel opgelost gaan worden. Veel geld beloven is niet zo moeilijk, echte keuzes maken is dat wel. De Partij van de Arbeid zal het nieuwe kabinet erop beoordelen of die keuzes nu wel gemaakt worden en of dat sociale keuzes zijn.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ploumen. Een aantal leden hebben aangegeven dat ze behoefte hebben om nog een enkele motie in te dienen. Die gelegenheid geef ik nadat de informateurs inlichtingen hebben gegeven. Dan komt er nog een korte tweede termijn voor de mensen die nog een enkele motie willen indienen. Dus dat hoeft niet in eerste termijn, want anders hebben een aantal leden spijt dat ze nu niet in eerste termijn een motie hebben ingediend. Dus vandaar.
Het woord is aan de heer Klaver van GroenLinks.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter. Een felicitatie aan alle fracties van de coalitie. Ik heb het al tegen enkele collega's gezegd, want het is een hele prestatie om dit voor elkaar te krijgen. Ik kijk ook uit naar het stevige debat dat we hier vandaag voeren maar zeker ook naar het debat over de regeringsverklaring en daarna.
We zouden alles anders gaan doen, maar vooralsnog lijkt heel veel hetzelfde. De grote vraag is eigenlijk: wie heeft er gewonnen? In alle talkshows die ik hierover zag, in de kranten maar ook in de Kamer is die vraag aan de orde gekomen. Collega Wilders is er als de kippen bij om te zeggen: mevrouw Kaag heeft gewonnen. Dat is niet omdat hij mevrouw Kaag nou zo aardig vindt of omdat hij haar de overwinning zo gunt, maar je kan dan vooral zeggen dat daardoor de VVD heeft verloren. De andere partijen proberen vooral te benadrukken dat de VVD heeft gewonnen, want dan moet mevrouw Kaag wel hebben verloren.
De vraag zou niet moeten zijn welke politieke partij hier nou heeft gewonnen of verloren, maar of Nederland wint. Winnen de toeslagenouders? Winnen mensen die werken in de zorg? Wint het klimaat, wint de biodiversiteit? En winnen onmisbaren, de mensen die werken in de schoonmaak en bij de vuilophaaldiensten? De politiek is veel te veel in zichzelf gekeerd geweest de afgelopen jaren. Het regeerakkoord lijkt daar toch ook weer te veel op. Het leest te veel als voor ieder wat wils. Maar Nederland wint in mijn ogen niet, want fundamentele verandering blijft uit.
Kinderopvang? Ja, mooie woorden, op termijn moet het ook gratis worden, maar de stap wordt gemist om er een publieke voorziening van te maken; zodat het er niet is om kinderen op te vangen omdat ouders werken, maar omdat we kinderen iets willen leren.
Het minimumloon? Ja, er worden stappen gezet. Dat zie ik, heel goed, maar tegelijkertijd zie ik dat miljonairs in box 2 nog meer ruimte wordt geboden.
En stikstof? Als jullie een nieuwe coalitie waren geweest, had ik gezegd: chapeau, echt knap, een groot bedrag, nu verder uitwerken. Jullie hebben al twee jaar ruzie over de uitwerking. Ik zie niks nieuws staan over de aanpak van die stikstof. Zijn we bereid om echt boeren verplicht uit te kopen als het niet anders gaat? Op die vraag wordt geen antwoord gegeven.
En dan de zorg, in deze pandemie. Jullie smijten met geld, behalve bij de zorg, daar wordt 5 miljard bezuinigd.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Nee, echt niet. Er staan ook hele mooie zaken in, waarvoor mijn complimenten. Maar ik merk dat ik gewoon een gevoel van teleurstelling heb. Waar komt dat nou vandaan? Wat is dat? Ik merk dat ik er gewoon meer van had verwacht.
Wat voor mij ontbreekt, is visie. Ik weet nu wel wat jullie willen gaan doen, maar ik mis de verbinding tussen beleidsterreinen. Ik mis creativiteit, verbeeldingskracht. Waarom worden deze keuzes gemaakt? En waar brengen ze Nederland naartoe? Ik heb nu het gevoel overschreeuwd te worden door ambities en stukgegooid te worden met zakken geld. Ik weet wel wat jullie willen gaan doen, maar ik heb geen idee waar jullie heen willen.
Het is geen nieuw leiderschap. Het is trouwens ook geen oud leiderschap. Het is voortzetting van de status quo. Dan hoor ik prachtige woorden. "Ik neem de hand aan van mevrouw Ouwehand", hoor ik Wopke Hoekstra zeggen. En: "We willen echt praten. Ja, misschien komen we niet tot elkaar." Jongens, praten doen we al jaren. Maar gaan we het ook echt anders doen?
Zo moeten jullie ook mijn voorstel zien als ik zeg: stop nou eens met 5 miljard inboeken en dan pas met ons gaan praten. Dat is een mes op de keel zetten van de zorg en van de oppositie. Want als een financieel kader eenmaal rond is, kan er niet meer van afgeweken worden. Ja, dan mogen we praten over de invulling van die 5 miljard. Maar we moeten niet beginnen bij de kwantiteit, maar bij de kwaliteit. We moeten het gesprek met elkaar voeren over hoe we de zorg beter maken en daar waar we kunnen bezuinigen.
Daarom is het exemplarisch als de coalitie zou besluiten dat niet te doen, dat niet te schrappen. Het is gewoon doorgaan op de oude weg, en dat is echt zonde. Ik denk dat we een hele grote stap moeten gaan zetten bij de regeringsverklaring. Anders ben ik bang dat we gewoon weer doorgaan zoals het hier al jaren gaat.
Daarvoor zijn een aantal zaken nodig. Want dit regeerakkoord is noch goed uitgewerkt, noch op hoofdlijnen. Daarmee is het vlees noch vis en dat maakt het heel erg lastig. Collega's hier vanuit de coalitie zeggen: ja, maar het is op hoofdlijnen, daar heb ik geen antwoord op, terwijl ik het op sommige details tot achter de komma uitgewerkt zie in de financiële paragrafen.
Een aantal zaken zou ik willen vragen. Is de coalitie bereid om vóór de regeringsverklaring een lijst met afrekenbare doelen op te stellen? Waar willen jullie heen en waar zijn jullie over vier jaar, of drie jaar inmiddels, op af te rekenen? Zijn jullie bereid om ook al een doorrekening van het CPB, het PBL en het SCP te vragen bij de regeringsverklaring? Ja, ik zie ook dat je het nog niet op alle punten kan invullen, maar het is goed om een begin te hebben. Alles waar ze niet toe komen, of wat niet uitgerekend kan worden, is ook informatie voor het parlement om kritisch op te zijn naar het kabinet, waar ze extra stappen moeten zetten. Dus ik wil graag die doorrekeningen zien bij de regeringsverklaring.
En nogmaals, het zorghoofdstuk moet aangepast. Ik ben zeer bereid om te spreken, ook over de zorg, ook over waar bezuinigingen mogelijk zijn. Maar wat jullie nu doen is onverantwoord. "Het is minder meer" wordt al tien jaar gezegd, meneer Segers. De zorgakkoorden die zijn gesloten, hebben er rechtstreeks toe geleid dat er minder bedden op de ic zijn, dat er minder verpleegkundigen zijn. Er is een wachtlijst van 17.500 mensen voor de ouderenzorg. Ook daar wordt op bezuinigd. Doe het niet.
Voorzitter. Tot slot wil ik mij kort richten tot de informateurs. Veel dank voor het werk dat jullie hebben verricht. Ik zie de hand van de bestuurlijke meester en van de econoom. Ik denk dat ze veel aan u te danken hebben, met alle financiële slimmigheden die erin zitten. Ik heb nog drie korte vragen.
Ten eerste het contrasigneren. Ik heb daar eerder over gesproken en ik heb daar allerlei verwarrende verhalen over gehoord. Mijn hele concrete vraag gaat over het volgende. Er zijn twee wetsvoorstellen over abortus. Heeft u zich ervan vergewist dat als deze worden aangenomen — dat zou al voor de zomer kunnen — er geen kabinetscrisis ontstaat?
Ten tweede: zijn er sideletters? Zijn er afspraken gemaakt die niet in dit regeerakkoord staan en waar de Kamer van zou moeten weten?
Ten derde: is er wat betreft het rente- en opkoopbeleid van de ECB een scenario gemaakt van wat er gebeurt als de inflatie en de rente structureel omhooggaan en van wat dat betekent voor dit expansieve begrotingsbeleid?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Er is een verschil tussen praktische problemen en fundamentele problemen. Een praktisch probleem was dat we geen missionair kabinet hadden, maar, in alle eerlijkheid, ook een demissionair kabinet moet gewoon de basisbeginselen van onze democratische rechtsstaat respecteren. Dat betekent dat je je aan de rechtsstaat moet houden, ook als je demissionair bent. Dat betekent dat je het Urgendavonnis moet uitvoeren voor klimaat, dat je het stikstofarrest moet uitvoeren, dat je artikel 1 van de Grondwet moet respecteren en dat je verantwoording moet afleggen voor de fouten die je daarin hebt gemaakt.
Het praktische probleem lijkt opgelost, want er komt een doorstart van Rutte III. Het fundamentele probleem was — is, vrezen wij — verergerd. Nederland had geen kabinet waarin de bevolking en de Kamer vertrouwen konden hebben, en krijgt dat dus ook niet. En laat dat nou cruciaal zijn voor de grote uitdagingen waar we voor staan. Bij het leefbaar houden van de aarde is geen tijd meer te verliezen. Er moeten hele grote veranderingen plaats gaan vinden. Hoe gaat dat werken met een kabinet waar zo weinig vertrouwen in is?
Informateur Remkes zei, ik denk onbedoeld, iets over gewoonten die zo moeilijk zijn af te leren. Hij had het erover dat deze formatie zo lang heeft geduurd, dat dat de vorige keer ook al zo was en dat we daar geen gewoonte van moeten maken, want "slechte gewoontes leg je moeilijker af dan een slechte rok", als ik het goed heb gehoord. Ik geef toe dat ik er even op moest googelen; ik kende de uitdrukking niet uit mijn hoofd. Het punt dat hij maakte gaat natuurlijk niet alleen over dat je moet opletten dat je van die lange formaties geen gewoonte maakt. Wat ons betreft gaat het vooral over de gewoonten die zo hardnekkig in de kabinetten-Rutte zijn geslopen. Ik zeg er ook bij: het is niet alleen maar Rutte die een loopje nam met de Kamer. Het CDA kon er daarvoor ook wat van. Maar onder Rutte is die gewoonte wel heel erg diep geworteld geraakt.
De vraag is dus: komen we van die gewoonte af? Accepteren wij het met elkaar als we wel mooie woorden hebben over de versterking van de Kamer, als diezelfde Kamer accepteert dat de demissionaire minister-president, die is afgetreden vanwege de toeslagenaffaire en die heeft gelogen tegen de Kamer over het wegbonjouren van een kritisch Kamerlid, gewoon opnieuw het land gaat leiden? Wat zijn al die woorden over de versterking van de positie van de Kamer waard als we dat accepteren?
Voorzitter. Dan kom ik op de inhoud van het coalitieakkoord dat voorligt. Er is veel geld en er zijn een aantal goede punten, maar bijvoorbeeld bij stikstof en klimaat moeten we de conclusie trekken dat je met 25 miljard voor het stikstofprobleem de problemen kán oplossen, maar alleen als je dat in samenhang doet met al die andere problemen die spelen op het gebied van landbouw. Dan moet je het goed doen en dan moet je het taboe op dat het aantal dieren in Nederland fórs naar beneden moet, echt durven te beslechten.
Als je het gaat uitvoeren zoals het kabinet nu voorstelt — dat zeggen de doorrekenaars van Rutte III ook — dan ben je eventjes, misschien, een poosje van wat problemen af, maar je legt een hypotheek op de afkomst. Ja, het aantal dieren zal wel krimpen, maar er worden ook op kosten van de belastingbetaler bedrijven verplaatst. Er komen innovaties, maar daarvan zeggen de boeren dan weer: ja, ik moest investeren en toen was het nog niet genoeg. Precies, en daar gaat het kabinet gewoon mee door. En het gaat over legalisering: bedrijven die nooit een vergunning hebben gekregen omdat ze niet getoetst zijn op de natuureffecten en die het vorige kabinet gewoon heeft gelegaliseerd, krijgen nu de vergunning die ze niet hadden mogen hebben, gelet op de natuureffecten.
Het kabinet-Rutte II durfde na het klimaatakkoord van Parijs niet in te grijpen in de veehouderij: "We vragen wel een advies." Dan komt dat advies er: "Krimp van het aantal dieren is onvermijdelijk. Hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt voor iedereen en hoe duurder het wordt." En dan denkt men: gewoon niet uitvoeren; niet uitvoeren dus. Dus over die 35 miljard voor klimaat plus die 25 miljard voor stikstof zeg ik: helaas is het zo dat er door het falende beleid van Rutte en zijn voorgangers veel geld nodig is om die problemen op te lossen. Maar als je dat dan doet, moet je wel de goede keuzes maken. Met de klimaatdoelen zijn we de middenmoter, en niet de koploper die Rutte zelf zei te willen zijn.
Voorzitter. Dan twee punten over die gewoontes. Ik had het al even in een interruptiedebatje met mevrouw Kaag over de gasboringen onder de Waddenzee. We zien dat dit kabinet zich met een woordspelletje probeert onder de wet uit te frommelen. En in het coalitieakkoord staat: er komen geen nieuwe vergunningen. Dus moeten wij dan geloven dat die VVD-dynamiek, die vorige week nog gold, vanaf januari anders is, en dat het nieuwe kabinet zich wel aan de wet gaat houden?
Dan Facebook, dat datacenter dat in Zeewolde dreigt te komen. In het coalitieakkoord staat keurig: daar moeten we misschien wel kritischer op zijn. Maar mag de VVD die maximale schade echt tot de allerlaatste dag nog aanrichten? Gaan we dat accepteren, terwijl dat de groene energiepolitiek volledig overhoopgooit? Of steken we daar, als die beloften wat waard zijn, vandaag toch met elkaar een stokje voor?
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Van der Plas van BBB.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Daar kijk ik altijd naar uit.
De voorzitter:
Dat is ook meteen haar laatste vraag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik heb er nog twee.
De voorzitter:
Excuus. Waren het er één, of twee?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik had er drie bij de heer Rutte en twee bij Wopke Hoekstra.
De voorzitter:
We gaan het nog even na, maar stelt u maar uw vraag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik laat mevrouw Ouwehand altijd graag uitpraten, want ik vind dat ze een hele mooie zangerige stem heeft.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Kijk aan. Ik doe het graag.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar word ik rustig van in mijn hoofd. Onrustiger in mijn hoofd word ik van de dingen die ze hier soms zegt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat vermoedde ik al.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ga ervan uit dat de Partij voor de Dieren ook vindt "meten is weten", en gewoon met feiten wil werken. Maar kan mevrouw Ouwehand mij vertellen hoeveel onderzoeken en analyses er naar de bodem zijn gedaan in de 161 Natura 2000-gebieden in de afgelopen 30 jaar, en wat de resultaten van die analyses waren, qua verzuring en dergelijke?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Nee, dat kan ik niet. Wat ik wel kan vertellen, is dat al 40 jaar bekend is dat Nederland een mestprobleem heeft. In 2002 vroeg het paarse kabinet om advies. Dat rapport was niet mals, en Wijffels zei: dit kan zo niet langer; het moet echt drastisch anders met de veehouderij. Dat kabinet zei toen: dat gaan we doen, want we gaan de doelen niet halen. Het allereerste burgerinitiatief dat in deze Kamer is behandeld, vijftien jaar geleden, heeft uitgebreid werk gedaan om te kijken naar alle problemen in de landbouw en alle doelen die je moet halen voor schoon water, een gezonde bodem, klimaat en natuur. Die doorrekening, van wat er nou moet gebeuren, kwam uit op een krimp van het aantal dieren met 70%. Dat weten we dus al minstens vijftien, twintig jaar. Dat zie je, als je naar alle doelen kijkt. Het is dus voor boeren niet eerlijk om te doen alsof dat anders is. Al die kostbare jaren, waarin we boeren hadden kunnen helpen om de transitie in te zetten, zijn dus verspeeld. Dat kan ik u wel vertellen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas, het was echt uw laatste interruptie. We hebben het dubbel gecheckt. Dus excuus. Iedereen heeft acht momenten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Jammer. Wij spreken elkaar nog.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de heer Segers van de ChristenUnie.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Het is de laatste vergaderdag van dit kalenderjaar. Het is een heel bewogen jaar geweest, politiek en maatschappelijk. Het is een jaar waarin we de informateurs in ons midden hebben. Ik wil ze allebei hartelijk danken. De een ken ik wat beter dan de ander, maar ik heb ze beiden zeer leren waarderen in dit proces. Maar het zijn ook wel weken en maanden geweest waarin ik hen langer en vaker sprak dan mijn eigen vrouw en kinderen. Dat geldt ook voor sommigen van mijn collega's hier. Het is hoog tijd om dat weer enigszins te corrigeren. Ik hoop niet dat ze dat als een belediging opvatten. Maar een hartelijk dank voor al het werk.
De heer Remkes:
Wij hadden die behoefte ook wel.
De heer Segers (ChristenUnie):
Er wordt iets teruggezegd. Het is wederzijds, zegt hij. Wij zwaaien de informateur uit richting Groningen. Maar het zou inderdaad zomaar kunnen dat hij voor een andere klus weer uit Groningen wordt teruggeroepen, dus we gaan het zien.
Mevrouw de voorzitter. Er is een akkoord en dat is er niet zomaar gekomen. Dat is de vrucht van veel praten en van hard werken, maar het is er ook wel gekomen na maanden van politieke onmacht om samen te werken. Tegelijkertijd staat er dan een politieke cultuur op het spel in een land waarin er altijd zó veel verschillen zijn geweest. Wij zijn een land van protestanten, katholieken, liberalen en sociaaldemocraten. En bij die protestanten heb je nog eens allemaal kerkscheuringen. Ik kan u daar ook heel veel over vertellen. Wij weten dus heel goed wat onze verschillen zijn, soms tot op de vierkante millimeter. Maar wij zijn ook een land waar we ondanks al die verschillen op een gegeven moment tegen elkaar zeggen: en toch gaan we samenwerken. Dat moment hebben wij gehad. Wij zijn vier hele verschillende partijen en toch zijn we om de tafel gaan zitten en toch ligt er een akkoord. En dat is de kracht van Nederland. Dat is de manier waarop wij groot en sterk kunnen zijn en blijven. We kunnen alleen maar klein worden als we dat niet meer doen. Ik zie dan ook uit naar samenwerking en niet alleen met deze drie andere partijen, maar met alle fracties in de Kamer.
Er ligt een akkoord en daar zitten elementen in waar de ChristenUniefractie blij mee is. Wij zeggen dan altijd dat we "dankbaar" zijn. Dat is een mooi ChristenUniewoord. Maar als je er dan naar kijkt, heb je de neiging om te gaan wapperen met een aantal trofeeën, dingen die je heel mooi vindt. Dat zijn heel snel slogans, maar ik probeer er dan toch een beetje doorheen te kijken en te kijken naar voor wie we het dan doen. Dat is niet: voor je verkiezingsprogramma. Dat is niet: voor je slogan. Dat is niet: voor een mooie politieke trofee. Dat is: voor de mensen die ons vertrouwen om iets goeds te doen met het mandaat dat wij hebben gehad, mensen die vaak net wel of net niet rond kunnen komen.
De mensen die het echt krap hebben, krijgen er meer bij. Studenten krijgen een basisbeurs. Het wettelijk minimumloon gaat omhoog. Ja, ik zou het ook hoger willen hebben, maar dit is de stap die we nu zetten. De koppeling met de uitkeringen is heel belangrijk. Maar soms doen we het ook voor kleinere groepen. Denk aan de daklozen, mensen die echt aan de rand van de samenleving zitten. Denk aan de slachtoffers van mensenhandel, mensen waar we iets goeds voor kunnen doen. Maar denk ook aan wonen. Dat is een heel groot terrein, waar we de verhuurderheffing afschaffen en waar we heel veel gaan bouwen. We gaan goede dingen doen. We willen goede dingen doen voor mensen die ons vertrouwen om dat ook te doen.
Er liggen hele grote opgaven als het gaat om klimaatbeleid en als het gaat om stikstofbeleid. We gaan daaraan beginnen. Ik ga u niet beloven dat we alles onmiddellijk oplossen, maar we gaan eraan beginnen. En niet in de laatste plaats doen we het voor een dienstbare overheid. Want waarom was het zo moeilijk dit jaar? Dat was, omdat wij heel veel hebben gesproken over een andere politieke cultuur. Dat kunnen heel snel woorden zijn die wat spreken over dualisme en transparantie, maar waar het in de kern op aankomt, is een dienstbare overheid. Een overheid die er is voor mensen die soms niemand anders hebben dan diegene die zij spreken achter een loket. Wordt die burger dan geholpen als die in de zorgen zit, ja of nee?
Ook "een dienstbare overheid" kan een slogan zijn. Maar het betekent dat we meer gaan investeren in de uitvoering. Dat is nooit een politiek winstpunt waar je mee gaat wapperen, maar het betekent wel het verschil in het leven van burgers. De waakhonden, de toezichthouders en de mensen die ons scherp houden, krijgen meer geld. De toegang tot het recht wordt beter. Dus daar waar we zo veel over hebben gesproken, gaan we nu doen. En daar zal het op aankomen.
Een akkoord, dat zijn maar mooie woorden. Maar we hebben allemaal last van het gebrek aan vertrouwen, dat we allemaal zien. We zien dat het vertrouwen laag is. Maar ook om die voelbare polarisatie in politiek en samenleving tegen te gaan, moet er veel meer gebeuren dan alleen maar het opschrijven van mooie woorden. We moeten aan de slag. Dat wil ik graag met een open houding doen, met een open houding richting collega's hier, in de volle breedte, maar ook met een open houding naar de samenleving. We zullen het samen moeten doen. We zullen die Nederlandse kracht van het kunnen samenwerken bij al onze verschillen weer moeten benutten. Als we dan spreken en als we dan samenwerken, zal er een sterker onderscheid moeten komen tussen kabinet en Kamer en een minder groot onderscheid tussen coalitie en oppositie.
Nog even en dan kan de nieuwe coalitie ook echt aan de slag. En als ChristenUniefractie zullen we invulling geven aan onze controlerende taak en aan onze medewetgevende taak, allebei. We zullen de samenwerking zoeken, binnen en buiten de coalitie, binnen en buiten de Kamer. Zo zullen we blijven strijden voor onze idealen, met de moed van de hoop en op hoop van zegen.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van mevrouw Ouwehand. Dat is volgens mij ook haar laatste vraag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, voorzitter, ik heb deze bewaard voor de ChristenUnie, al had ik nog wel even verder door willen gaan met de heer Hoekstra. Maar ik dacht: nee, ik wil toch één vraag aan de heer Segers stellen. De ChristenUnie en de Partij voor de Dieren hebben namelijk vaak samen opgetrokken, omdat we zagen dat die vrijhandelsverdragen niet eerlijk zijn voor onze boeren. En dan zijn er nog een paar andere bezwaren. Toen dacht ik: nu heeft de ChristenUnie de minister van Landbouw gehad. Die heeft vier jaar lang moeten accepteren dat zij aan de slag moest met een transitie in de landbouw en dat D66 gewoon won met: "Dan zetten we ook aan de buitengrenzen de deuren wagenwijd open voor producten uit Canada of straks Brazilië". Ik dacht dat de ChristenUnie het toch niet zou laten gebeuren dat, als ze een doorstart maken, er weer wordt gezegd: we voeren een actief handelsbeleid, met vrijhandels- en investeringsverdragen zoals CETA. Waarom staat dat hier toch in? Het is nu toch echt afgelopen met die periode?
De heer Segers (ChristenUnie):
Er staat meer in. Er staan de criteria in op grond waarvan en aan de hand waarvan wij vrijhandelsverdragen gaan beoordelen. Dan gaat het niet alleen maar over het productniveau of de kwaliteit van producten, maar ook over het productieniveau. Dat gaat dus over de manier waarop wij omgaan met de natuur, maar ook over de manier waarop wij omgaan met mensen. Als dat niet deugt en als dat leidt tot oneerlijke concurrentie met boeren, waarvan we juist willen en die we vragen om de omslag naar kringlooplandbouw te maken ... Als we hen opzadelen met een oneerlijke concurrentie met grootschalige boeren, die verkeerd omgaan met de natuur en verkeerd omgaan met mensen, dan zal ik daar niet mee instemmen.
Maar dan gun ik mevrouw Ouwehand wel iets meer strijdbaarheid dan zij nu laat zien. Alsof we het vlaggetje al hebben omgegooid! We gaan praten over die verdragen. We gaan ze beoordelen, en dan staan we misschien weer schouder aan schouder. Dan zit in vak-K het kabinet, en daar in de bankjes zit de Kamer, en dan gaan wij met de criteria die hierin zijn opgeschreven, beoordelen wat vanuit vak-K wordt gepresenteerd en gaan wij het debat aan. Dan hoop ik op iets meer strijdbaarheid dan wat ik nu zie, want het lijkt alsof mevrouw Ouwehand de strijd al hebt opgegeven en denkt dat de strijd al is verloren. Ik blijf strijden voor eerlijke handelsverdragen en voor een toekomst voor onze boeren, die eerlijk is.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even naar de heer Azarkan. Mevrouw Ouwehand, u bent ook door uw interrupties heen.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dan moeten we toch in het Ledenrestaurant bij een kop koffie verder praten, mevrouw Ouwehand.
De voorzitter:
Wilde u nog een interruptie plegen? Ik kijk even naar de heer Azarkan, want die stond op. Nee? Dan dank ik de heer Segers en geef ik het woord aan de heer Baudet, die net op tijd binnen is. Het woord is aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel. Ja, ik dacht, laat ik vriend en vijand verrassen door te vertellen wat ik goed vind aan het regeerakkoord. Wat ik heel erg goed vind, is dat er extra geld komt voor het geheugen van Nederland. Dat stond ergens. Dat is een prachtig initiatief. Er komt dus veel meer beeldmateriaal publiek beschikbaar over onze geschiedenis, archiefmaterialen en dat soort dingen. Dus complimenten voor dat plan. Dat is een goed idee en dat ga ik steunen.
Verder weet ik niet goed wat ik erover moet zeggen. Ik heb steeds nagedacht: waar moet ik nou beginnen? Die hele wereldvisie eigenlijk, het hele idee dat natuurlijk gedeeld wordt door het overweldigende deel van de partijen in deze zaal, maar ook in Nederland, dat onderschrijf ik gewoon niet. Ik ben het dermate fundamenteel oneens en ik sta zo'n ander soort Nederland — en wereld ook — voor, dat je wel een beetje kan pietepeuteren, maar bottomline is dat een overweldigende meerderheid in deze Kamer en ook elders in het land wil dat de migratie doorgaat, de demografische transitie, de omvolking, dat de macht van de EU doorgaat, dat de klimaatplannen een hele grote rol spelen in de politieke agenda en gelooft dat corona een groot gevaar is waar vaccinatie en QR-code een oplossing voor zijn.
Ik ben het op al die punten dus echt fundamenteel oneens. Ik wil referenda. Ik wil veel lagere belastingen. Ik wil helemaal niet al die herverdelingen. Ik wil helemaal niet al die immigratie, al die coronaregels. Dus ja, er wordt dan gezegd: laten we kritisch en constructief samenwerken met alle partijen in de Kamer. Dat is natuurlijk goed. Als het gaat om extra geld voor het geheugen van Nederland, dan zullen wij ons mannetje staan bij de stemmingen. Maar voor de rest ... Het hele wereldbeeld en de hele geschiedopvatting waar dit allemaal uit voortkomt, deel ik niet. Het is niet mijn visie. Het is heel gek om wakker te worden in een wereld waarin je toch lange tijd hebt meegedraaid. Je hebt school en universiteit gedaan en je dacht dat je wel min of meer in tune was, maar dat ben ik blijkbaar niet. Het overweldigende deel van de bevolking stemt hier ook op en wil dit. De bevolking wil al die klotewindmolens, al die immigranten, onbetaalbare huizen en al die sukkels in de EU die alles beslissen voor ons en zo. Blijkbaar willen mensen dat. Nou ja, ga het maar doen. We gaan het volgen. Het spreekt voor zich: als er onverhoopt een enkele keer iets langskomt waar we voor zijn, dan zullen wij daar ook gewoon voor stemmen.
Succes.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Baudet. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Allereerst dank aan de informateurs, zowel de heer Remkes als de heer Koolmees. Ik heb met beiden een gesprek kunnen hebben. Met de heer Koolmees was dat op een andere manier dan met de heer Remkes, maar beide waren prettig. Dank daarvoor. Tegen de leiders van VVD, D66, CDA en ChristenUnie zeg ik: van harte gefeliciteerd. Het is mooi dat jullie eruit zijn gekomen. Toen de gesprekken uiteindelijk over de inhoud gingen, duurde het maar negen weken voordat jullie een akkoord bereikten en dat met vier partijen.
Ik ben blij dat het er is, maar laten we eerlijk zijn: als we drie maanden moeten wachten op informatie over de formatie zonder debat of briefing, dan zie ik nog niet meteen de open politieke cultuur die ons is beloofd. Ik vraag aan de informateurs dan ook: waarom zijn wij als opdrachtgever al die maanden niet verder meegenomen in dit formatieproces? Collega Omtzigt, ikzelf en de heer Eerdmans hebben een voorstel gedaan om het Reglement van Orde aan te passen om met 50 leden een formatiedebat te kunnen aanvragen. Ik vraag mij af hoe u daarnaar kijkt. Is dat ook niet belangrijk voor de democratische controle?
Voorzitter. Na de terechte discussies over de bestuurscultuur is het tijd om het vertrouwen in de politiek te herstellen. Daarom wil ik aan de aanstaande formateur iets meegeven waar hij meteen mee aan de slag kan. Dat is: maak met potentiële bewindslieden harde afspraken over de afkoelperiode, het lobbyverbod en de financiële belangen. Noteer dit in een gespreksverslag en deel deze met de Kamer. Hier zullen wij later een motie voor indienen.
Voorzitter. De nieuwe coalitie presenteert mooie ambities en komt met flinke potten geld, maar geld is de afgelopen tien jaar niet altijd het probleem geweest. Het gaat namelijk ook om de politieke keuzes en de wil om richting te geven aan de uitdagingen zoals klimaat, digitalisering en sociale ongelijkheid. Dan vind ik het pijnlijk om te zien dat er in het akkoord nauwelijks maatregelen zijn die de groeiende vermogensongelijkheid tegen gaan. Natuurlijk is het goed om te lezen dat het leenstelsel eindelijk wordt afgeschaft, maar ik heb er weinig vertrouwen in dat de huidige generatie studenten eerlijk gecompenseerd gaat worden. 1 miljard is daar namelijk echt te weinig voor.
Nederland wil klimaatkoploper worden. Wij zetten stappen naar twee nieuwe kerncentrales. De partijen willen 55% tot 60% CO2-reductie in 2030. Dat is natuurlijk hartstikke mooi, maar daarmee zijn we nog geen koploper, want Duitsland kiest voor 65% en Denemarken al voor 70%. Daarbij hebben wij een heel groot Europees klimaatpakket. Maar de uitdaging zit er natuurlijk in om niet vanuit de nationale zuil daarnaar te gaan kijken. Dus hoe gaan wij onze samenwerking met andere landen verbeteren, zodat we hier geen kerncentrales gaan openen, terwijl Duitsland deze aan het sluiten is?
We lezen veel over het versterken van de rechtsstaat, maar van de aanbeveling van de Europese corruptiewaakhond GRECO zie ik weinig terug in het akkoord. De vraag geldt: is deze rechtsstaat voor iedereen, dus ook voor de mensen die nu met geweld aan de rand van de Europese grens worden teruggeduwd?
Voorzitter. Het is goed dat er stappen worden gemaakt op het gebied van Europese samenwerking. De coalitie wil zelfs de rol van het Europees Parlement versterken. Maar om de Europese democratie echt daadkracht te geven en verder te brengen, is ook initiatiefrecht nodig in het Europees Parlement en verdere afschaffing van het vetorecht in de Raad. Een pro-Europese passage alleen is niet genoeg. Beleidsterreinen als digitalisering, klimaat, defensie, ze vragen allemaal om Europese oplossingen. Daarom willen we nog steeds dat er een minister van Europese Zaken komt, die ook de andere ministers bij de les zal houden.
Voorzitter. Wij zullen ons in ieder geval constructief opstellen en voorstellen doen voor deze grensoverschrijdende uitdagingen. Zoals ik de coalitiepartijen zonet hoor, hoop ik dat we geleerd hebben van de discussies over de nieuwe bestuurscultuur. Dan stellen zij zich net zo constructief op als de Kamer hopelijk ook naar hen en zullen zij ook met de ideeën die uit de Kamer komen, Nederland en Europa verder brengen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Formation Island, het heeft even geduurd: 274 dagen. Mijn eerste vraag aan de informateurs, met dank ook namens JA21 voor uw werk, is: zou u vinden dat er een maximale termijn moet zijn voor een formatieperiode? U heeft allen gezegd, ik dacht inclusief de heer Rutte: het heeft te lang geduurd. Als iets te lang is, dan moeten we daar misschien wat aan doen, en anders verkiezingen.
Voorzitter. Wij krijgen een voorspelbare uitkomst, namelijk: Rutte IV wordt Rutte III. De roestige auto is dus aan de praat gekregen, maar staat helaas wat JA21 betreft wel in z'n achteruit. We gaan namelijk linksaf. Nederland stemde rechts en het krijgt er links beleid op vele fronten voor terug.
Dat gaat Nederland opnieuw een immigratierecord opleveren. We verkeren in een permanente asielcrisis. 40.00 asielzoekers zal Nederland dit jaar binnenlaten en gemeentes worden nu gedwongen door het kabinet om asielzoekers op te nemen, waarbij de lokale democratie volledig buitenspel is gezet. Gemeentes worden gedwongen om tienduizenden statushouders een sociale huurwoning te geven. Het credo van de VVD is "bouwen, bouwen, bouwen", maar voorlopig bouwen jullie vooral azc's, valt ons op. En iedereen weet: nieuw aanbod creëert ook weer nieuwe vraag, enzovoorts.
Illegaliteit — het is al ter sprake geweest — wordt helaas niet strafbaar gesteld. Sterker nog, de landelijke voorziening vreemdelingen voor uitgeprocedeerden en illegalen wordt uitgebreid. Met betrekking tot de veiligelanders die het leven van bijvoorbeeld het ov-personeel rond Emmen-Ter Apel tot een hel maken, verwijst Rutte IV trots naar de voortzetting van de huidige stevige aanpak. Dat is de aanpak waarmee we dus inmiddels in een situatie zitten dat chauffeurs in Emmen zich gedwongen voelen om het werk neer te leggen.
Voorzitter. Zo open als de grenzen blijven staan, zo open staat ook de geldkraan naar het klimaat. De klimaatmiljarden vliegen ons om de oren. Die uitgaven gaan dus exploderen. 35 miljard euro wordt in een klimaatfonds gestort naast nog eens 25 miljard voor het stikstoffonds.
Te midden van al die kritiek toch een opsteker voor Mark Rutte. De complimenten kreeg u gisteren van Urgenda, zo liet de NOS ons weten. We moeten dus van het gas af en aan de warmtepomp, versneld en gedwongen, en daar was Urgenda zeer blij mee.
De Crisis- en herstelwet, in ere hersteld, waar bijvoorbeeld de gemeente Utrecht eerder al gebruik van heeft gemaakt om mensen van het gas af te dwingen, wordt dus ook weer van stal gehaald. Ook het laatste beetje inspraak daarbij van burgers over bijvoorbeeld windparken die in hun achtertuin kunnen komen, wordt daarmee weer omzeild. Dat is onacceptabel voor JA21. Wij zullen ons daar fel tegen blijven verzetten.
Dan de lastenverlichting waar de coalitie mee schermt. Dat blijkt dus een lastenverzwaring te zijn. We hebben het allemaal op een rijtje gezet. Van die 3 miljard blijkt er uiteindelijk onder de streep voor de burgers een verzwaring van 1,8 miljard te blijven hangen, om nog maar te zwijgen van de inflatie, hetgeen wij betalen aan de pomp, de boodschappen, de hoge energierekening, enzovoorts en zo verder.
Daar komt ook nog eens het rekeningrijden bij. Rekeningrijden, dat doen wij al bij het tanken. Dat vind ik nogal rekeningrijden. De automobilist wordt blijkbaar een nieuwe melkkoe nadat we dat eerder zagen bij de hypotheekrenteaftrek, die op de helling is gegaan.
Voorzitter. Er staan ook een paar goede dingen in het coalitieakkoord. Wij zijn tevreden met de voorgenomen stappen rond kernenergie: het openhouden van Borssele en het faciliteren van de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Wij gaan de vervolgstappen aandachtig volgen.
Ook de focus op ondermijning is terecht, en ook het extra geld naar Defensie maakt ons blij.
Voorzitter. Er valt nog zo veel meer te zeggen, over de zorg, de landbouw, het onderwijs en noemt u maar op. Dat gaan we ook doen, maar dan in januari bij het wat uitgebreidere debat over de regeringsverklaring met de regering, die dan is aangetreden.
De conclusie voor JA21 is: wij gaan er hard, maar inhoudelijk in. Wij zullen inhoudelijk oppositie voeren. Goede plannen gaan wij gewoon steunen en slechte plannen niet. De reden dat Annabel Nanninga en ik JA21 hebben opgericht, is dat de rechtse kiezer waar voor zijn stem verdient. Wij merkten het al in dit debat: in het eerste uur kwamen er al negentien nieuwe leden binnen bij JA21. Dat is toch hartstikke mooi? Dan zie je dat het ook aanslaat. De mensen zien het, raken wat teleurgesteld in de politiek, maar komen dan toch weer bij een nieuwe partij als die van ons.
Voorzitter, ik noem mijn laatste paar zinnen en dan kan ik mevrouw Kaag de vraag laten stellen.
Wij gaan met die motivatie de komende jaren verder, zowel in de Eerste Kamer als in de Tweede Kamer, voor alle kiezers die jaren niet gehoord zijn en met dit coalitieakkoord voor de zoveelste keer teleurgesteld dreigen te worden. Zelden was de kans op een mooi, rechts regeringsprogramma sinds 17 maart groter dan nu, maar zelden lagen ook de beloftes van voor de verkiezingen en de plannen erna zo ver uit elkaar.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Er is een interruptie van mevrouw Kaag, D66.
Mevrouw Kaag (D66):
Het is een vraag aan de heer Eerdmans. U refereerde bij uw start aan een opmerking van de heer Remkes, de informateur, over een evaluatie. Het proces heeft te lang geduurd. Ik ben benieuwd naar uw ideeën. Ik ken bijvoorbeeld het Israëlische systeem heel goed. Daar krijgt de informateur een maand en is er een kiesdrempel, zoals in andere landen. Vanwege de versplintering in dit parlement kan ik me zo voorstellen dat bij een evaluatie ook de gedachte opkomt aan een maand voor de informateur, een sneller systeem en een kiesdrempel. Ik ben geïnteresseerd in uw gedachten, maar ook in de bijdragen aan het debat om dit met z'n allen vorm te gaan geven.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoop niet dat u vindt dat het een met het ander te maken heeft, want volgens mij lag het niet aan de kleinere partijen dat dit allemaal zo vreselijk lang geduurd heeft. Dat is één. Ten tweede denk ik concreet aan zes maanden. Misschien is dat een goede termijn als maximum om daarna verkiezingen te houden. Israël is een voorbeeld van een land waar vele verkiezingen op elkaar worden gestapeld. Daar maken ze er nogal een rommel van, zo nu en dan. Ik ben op dit moment niet zo voor de kiesdrempel, los van de situatie van onze eigen partij.
(Hilariteit)
De heer Eerdmans (JA21):
Nou, in de peilingen staan wij redelijk boven de drempel die u nu misschien in gedachten heeft. Maar ik denk eerder aan wat mevrouw Van der Plas daar eerder over zei. Het is een hele mooie couleur locale van wat wij hier hebben in dit land: kiezers kunnen zich bij vele partijen thuis voelen, kunnen daar weer bij afhaken en weer overstappen. Dat vind ik eigenlijk wel mooi.
Mevrouw Kaag (D66):
Ik waardeer de openheid. U beantwoordde naar mijn verwachting. Ik denk dat een kiesdrempel in een versplinterd politiek landschap een heel belangrijk element wordt voor een vervolgdebat.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP.
De heer Van der Staaij (SGP):
Dank, voorzitter. Ik moet nog even bijkomen van het verhaal over de kiesdrempel van D66. Ik herinner me nog dat ze met drie zetels de Kamer binnenkwamen, dus ik vind dat we dat soort partijen ook de gelegenheid moeten bieden om door te groeien. Daarom zou ik niet voor een kiesdrempel zijn.
Voorzitter. Gister hadden we de presentatie van het langverwachte coalitieakkoord en het eindverslag. Ook dank voor uw warme woorden, voorzitter, vanmorgen naar aanleiding van het rapport dat we met een werkgroep vanuit de Kamer mochten presenteren over hoe wij tot een versterking van onze controlerende, wetgevende en volksvertegenwoordigende rol kunnen komen. Ik herinner eraan dat ook tijdens deze formatie, onder meer door informateur Tjeenk Willink, in april van dit jaar is gezegd: kijk niet alleen naar waar een kabinet mee gaat komen, maar let als Kamer ook op hoe je je eigen rol kan versterken, wil je daadwerkelijk die tegenmacht vormen. We kunnen zeggen dat we die handschoen hebben opgepakt, maar de geschiedenis leert ook — kijk naar alle aanbevelingen die er zijn gedaan in het verleden, waar soms te weinig van terecht is gekomen — dat er ook dringend behoefte is aan aanjagers en ambassadeurs om die goede plannen in de praktijk te brengen.
Daarom zou ik ook graag een exemplaar van het rapport van onze werkgroep aan de woordvoerders willen overhandigen. Als het goed is, zijn er nog wat exemplaren beschikbaar. Ik hoorde dat de oud-informateurs al gretig op zoek waren naar dat rapport. Dat is een goede zaak! Dat is de mentaliteit die wij graag zien. Dat is wat we nodig hebben om de Kamer meer dan de som der delen te laten zijn.
Voorzitter. Dan nu naar het coalitieakkoord en het eindverslag. Ik wil ook beginnen beide informateurs, de heer Remkes en de heer Koolmees, heel erg te danken voor hun inzet. En mijn gelukwens aan de onderhandelaars van de vier partijen. Vandaag wordt een nieuwe stap gezet in de benoeming van een formateur. Daarmee komt het einde in zicht van een recordlange formatieperiode. De doorstart van de coalitie brengt herstel van de normale staatrechtelijke politieke verhoudingen. Dat is in deze turbulente tijden een goede zaak, zo lang na de verkiezingen en met zulke grote opgaven als corona, stikstof en woningbouw.
Enkele jaren geleden was de heer Remkes voorzitter van de staatscommissie parlementair stelsel. Daarin werd nadrukkelijk aangedrongen op kortere en minder gedetailleerde regeerakkoorden, aangevuld met enige nadere afspraken tussen beoogde bewindspersonen om te komen tot het uiteindelijke regeerprogramma. Een coalitieakkoord diende een beperkt aantal afspraken te bevatten op hoofdzaken. Dat was ook de inzet bij deze formatie. Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de reflectie van de heer Remkes op het feit dat dat toch maar beperkt is gelukt. Wat zijn de lessen die we daaraan kunnen verbinden?
Over alle inhoudelijke punten van het coalitieakkoord zullen we uitvoeriger spreken in het debat over de regeringsverklaring dat we, Deo volente, in januari hopen te houden. Het zal niet verwonderen dat er in een akkoord als dit passages zijn die we met instemming hebben gelezen — ik denk aan versterking van politie, justitie, defensie, en ook aan veel andere punten — maar er ook passages zijn die bij ons juist bezorgdheid oproepen, zoals die over medisch-ethische kwesties. We zijn er beducht voor dat het vrije spel van politieke krachten ons verder van huis brengt, en we zullen ons met kracht blijven inzetten voor de bescherming van al het kwetsbare leven.
Voorzitter. Ik wil nog twee algemene opmerkingen maken over het coalitieakkoord. Opvallend is dat er gestrooid wordt met miljarden. Ik noemde het vanmorgen al even in een interruptie op de heer Rutte. Ik weet niet of het hem ook opviel, maar zelfs de heer Klaver had al een wat bezorgd gezicht toen hij het had over een expansief begrotingsbeleid. Dat wil wel wat zeggen. Ik hoorde ook ergens een snedig commentaar dat de kabinetten eerder kwamen met "bruggen bouwen" en dat het erop lijkt dat het nieuwe devies is: sluizen open. Wij snappen heel goed dat er allemaal redenen voor extra uitgaven kunnen zijn en we steunen ook diverse extra uitgaven. Maar al die goede redenen bij elkaar opgeteld, leiden wel tot een grotere schuldenberg, want geld is gewoon niet gratis. We moeten voorkomen dat de rekening naar onze kinderen en kleinkinderen gaat. Wij zien uit naar een degelijke doorrekening van alle plannen en ook naar de doorrekening van wat dit voor de gezinsportemonnee betekent.
Tot slot heb ik nog een algemene opmerking over de uitvoerbaarheid van alle gepresenteerde plannen. Dat is een vraag die ik aan de andere informateur, de heer Koolmees, wil stellen. Het is ook een vraag die teruggaat op eigen werk. Vorig jaar las ik in een brief over Werk aan uitvoering namelijk het volgende: "Om uitvoeringsinstanties in staat te stellen om burgers goed te blijven bedienen, moet het regeerakkoord vóór vaststelling worden getoetst op uitvoerbaarheid". Mijn vraag is: hoe zijn de plannen in dit coalitieakkoord nu getoetst op die uitvoerbaarheid? Hoe is getoetst of al die mooie plannen en goede wensen in de praktijk uitvoerbaar zijn en wat dit voor de burger en voor de bedrijven gaat betekenen?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Staaij. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter. Het spreekgestoelte blijft maar omlaaggaan, toch niet naar die kiesdrempel, hoop ik.
Voorzitter. Mijn complimenten aan de heer Remkes en de heer Koolmees. Het is denk ik niet gemakkelijk geweest. Ik denk niet dat veel mensen dat verwacht hadden. Ik heb geen gemakkelijke boodschap, want het kabinet-Rutte blijft onder ons. Er is denk ik geen eenvoudige of snelle uitweg uit deze lastige situatie. We hebben in de afgelopen negen maanden moeten toezien hoe Rutte III muteerde naar Rutte IV.
Voorzitter. Daar zullen we mee moeten leren leven, hoe moeilijk dat ook is. Dat is in de naderende kersttijd natuurlijk niet de blijde boodschap waar je op hoopt, waar je stiekem van gedroomd hebt. Ik denk dat dat voor veel Nederlanders een enorme tegenvaller is. Het is dan ook niet vreemd dat veel Nederlanders zich afvragen: wat betekent dit voor mij persoonlijk, voor de toekomst van onze kinderen? En eerlijk gezegd is daar geen simpel antwoord op te geven. Wat we wel weten, is dat Rutte I, II en III ongekende schade hebben toegebracht aan de samenleving, de publieke sector, de rechtsstaat, de woningmarkt en de bestuurscultuur. Dat is geen prettige boodschap, maar wel het eerlijke verhaal.
Ik voel toch de noodzaak om mijn medeleven uit te spreken met al die slachtoffers. Met die 100.000 mensen die in de toeslagenmisdaad zijn vernederd, gedehumaniseerd en gediscrimineerd. Voor hen bestond die rechtsstaat niet. Zij proberen wel dagelijks te overleven. Zij verdienen daar respect en waardering voor. Maar we zien dat onze jongeren opgezadeld zijn met torenhoge studieschulden. Ze zitten met stress, met een burn-out en met psychische klachten. Dit kabinet heeft ook 270.000 burgers onrechtmatig op een zwarte lijst gezet. Die mensen wisten dat niet eens. We zien ook dat de gepensioneerden elk jaar minder geld krijgen.
Voorzitter. We hadden goede hoop dat we de vierde variant van Rutte konden stoppen. We dachten op 1 april 2021 het medicijn te hebben, toen veel partijen de krachten hier bundelden. Er leek een doorbraak, toen Sigrid Kaag en Gert-Jan Segers zich ook afkeerden. Maar dat bleek ijdele hoop. Binnen een paar dagen was de weerstand gebroken.
Voorzitter. Bij mijn partij leven zorgen over de besparingen van de 5 miljard op de zorg. Het eigen risico blijft torenhoog. Mensen zullen de huisarts mijden. Er zijn zorgen over de mooie woorden die gesproken worden over ongelijkheid en discriminatie, waar in de begroting slechts een fooi naartoe gaat. Zorgen over een lastenverzwaring van 1,8 miljard. Zorgen over onze ouderen, die er veel te weinig bij krijgen. Zorgen over de compensatie voor alle slachtoffers van het leenstelsel. Hoe we het ook wenden of keren, de verwachting is dat ook Rutte IV er stevig in zal hakken.
Voorzitter. Laat ik afsluiten met een belofte. We zullen alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat alle slachtoffers van de eerste drie varianten van Rutte zo spoedig mogelijk hersteld worden en hun geld terugkrijgen. We zullen ook inzetten op het tegengaan van alle negatieve gevolgen, constructief en met opgeheven hoofd. Het zal een lastige tijd worden. Maar, zeg ik hierbij, samen komen we ook Rutte IV door.
Dank.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel, voorzitter. Het moet voor de onderhandelende partijen geen makkelijke opgave zijn geweest om in dit versnipperde politieke landschap tot een coalitieakkoord te komen. Sinds de verkiezingen in maart zijn vooral het onderlinge vertrouwen, de bestuurscultuur en het vraagstuk "wie met wie", of liever gezegd "wie niet met wie", dominant geweest. Tegelijkertijd wonen we in een land waar ruimte is voor verschillende meningen, ideeën en stromingen. Het is mooi om te zien dat VVD, CDA, D66 en ChristenUnie vanuit deze verschillende stromingen tot een inhoudelijk coalitieakkoord zijn gekomen. Het duurde wel een beetje lang, maar toch felicitaties aan de informateurs en de onderhandelaars. Ook dank aan de informateurs voor al hun inzet.
Voorzitter. Wat mij betreft zal ik met het zoet beginnen. Ik zie een aantal dingen terug die ook op mijn wensenlijstje stonden. Ik zal er een paar noemen: de impuls in de woningmarkt, het afschaffen van de verhuurderheffing, de inzet op meer bouwen, gratis kinderopvang, een hoger minimumloon, investeren in een leven lang leren en in de arbeidsmarkt, meerjarige inkoopcontracten in de ouderenzorg en meer geld naar preventie. Alhoewel het wat mij betreft nog niet genoeg is, ben ik wel blij dat we op deze onderwerpen stappen gaan zetten de komende jaren.
Maar dan het zuur, voorzitter. In de gesprekken met de informateurs heb ik telkens gezegd dat de volgende zaken voor mij van essentieel belang zijn in een nieuw regeerakkoord: een eerlijk pensioen voor iedereen, de mogelijkheid om met 65 jaar met AOW te gaan, bijvoorbeeld via een flexibele AOW-leeftijd, gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor met name ouderen — dat is ook heel belangrijk — en inzet op ouderenhuisvesting, zodat er doorstroom en een passend aanbod komt. En ja, er wordt ingezet op bouwen. Maar de kleine investeringen in ouderenhuisvesting en intergenerationele woonvormen zijn een druppel op een gloeiende plaat en gaan de doorstroom onvoldoende op gang brengen.
Dan het allerzuurste, wat mij betreft. Het coalitieakkoord spreekt van een goed en fatsoenlijk pensioen voor iedereen. Maar wat is dat dan? "Goed en fatsoenlijk" klinkt mooi, maar praatjes vullen geen gaatjes. Laten we eerlijk zijn: elk jaar weer staan gepensioneerden financieel op achterstand ten opzichte van werkenden. Die zijn er de afgelopen jaren zo'n 20% op vooruitgegaan, en de niet-werkenden, waaronder de gepensioneerden, staan in de min. De rek is er bij de gepensioneerden echt allang uit.
Ik had gehoopt op het goede fatsoen van deze coalitie om die achterstand nu echt voor eens en voor altijd recht te zetten. Dat had natuurlijk gekund door het AOW-bedrag te verhogen, of door AOW'ers 8% vakantiegeld of een dertiende maand te geven. Maar nee. Sterker nog, deze coalitie koppelt de stijging van het minimumloon los van de AOW. Een hogere ouderenkorting zou hier verlichting moeten geven, maar wat mij betreft gaat dat niets oplossen. Een verdere uitwerking ontbreekt ook. Verder zijn er geen plannen om het mogelijk te maken om eerder met pensioen te gaan en is de inzet op de arbeidsmarkt, voor zover ik kan zien in de plannen, meer gericht op jongeren dan op ouderen, terwijl ouderen juist meer problemen hebben om aan het werk te komen als ze werkzoekend zijn. Geen visie, geen plannen, geen structurele inzet op de koopkracht en het inkomen van ouderen. Meestal komt het zuur na het zoet, maar in dit coalitieakkoord is het net andersom. Er wordt in veel zaken geïnvesteerd, en dat is ook echt nodig. Maar de gepensioneerden blijven achter met een zure appel en zijn qua koopkracht weer het kind van de rekening.
Voorzitter, tot slot. In de afgelopen periode is veel gesproken over de bestuurscultuur en de wijze waarop het parlement en het kabinet, coalitie en oppositie, zich tot elkaar verhouden. Mijn inzet was dan ook gericht op een coalitieakkoord op hoofdlijnen, zodat we elkaar meer moeten opzoeken qua inhoud. Mijn voorkeur had een minderheidskabinet of een extraparlementair kabinet, zodat er echt sprake zou zijn van dualisme en op inhoud met elkaar de dialoog aangaan vanaf de beleidsvorming. Met een coalitieakkoord van 50 pagina's kun je niet meer van "hoofdlijnen" spreken. Tegelijkertijd gaan de nieuwe bewindspersonen hun eigen beleidsprogramma's uitwerken. Hopelijk biedt dat voor de oppositie kansen voor inbreng en actief meedoen.
Wat mij betreft staan in dit coalitieakkoord voor ouderen losse flodders. Een plan voor hoe we om moeten gaan met de vergrijzing, ontbreekt volledig. Een beschaving meet je af aan hoe zij haar ouderen behandelt. Ik kan in het coalitieakkoord helaas niets vinden wat duidt op enig generatiebeleid of een meerjarenvisie daarop, maar de uitnodiging van collega Rutte om deze hoofdstukken alsnog samen vorm te geven, neem ik graag aan. Want omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst doe je samen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Allereerst ook dank aan de informateurs voor het feit dat we vandaag hier samen kunnen zijn; zo vat ik het maar kort samen.
Voorzitter, inwoners van Nederland en beste mensen op de tribune. Ruzie in de verkeringstijd, gevolgd door een gedwongen huwelijk, negen maanden zwangerschap en een bevalling met een tangverlossing: het coalitieakkoord ligt eindelijk voor ons. Het motto van het vorige kabinet was "Vertrouwen in de toekomst". Het motto van deze coalitie is "Vooruitkijken naar de toekomst". Dit past perfect bij deze coalitie: precies hetzelfde, alleen het vertrouwen is weg. Dat zijn niet mijn woorden, maar een scherpe analyse van cabaretier Diederik Smit vandaag; ere wie ere toekomt.
Voorzitter. Het zou inderdaad een akkoord op hoofdlijnen worden, maar het werden 50 pagina's. 50! "50 shades of Kaag", zo kan ik het wel samenvatten, want volgens mij is de heer Rutte vergeten de punten uit het VVD-programma mee te nemen of de belangrijkste inbreng moet zijn geweest dat de heer Rutte weer premier moest worden. "Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst"; BBB is benieuwd of het nieuwe kabinet niet alleen gaat zien en kijken, maar ook echt wat gaat doen. De nieuwe bestuurscultuur, het nieuwe elan, de radicale ideeën: ik heb ze nog niet kunnen vinden, terwijl het vertrouwen in de politiek en de overheid nog nooit zo laag is geweest en de tweedeling in de samenleving enorm is. Het akkoord bevat geen enkele concrete maatregel om het vertrouwen in de overheid te verhogen. Ja, "er wordt gewerkt aan", "gestimuleerd tot" en allerlei andere poespas om de relatie tussen burger en overheid te verbeteren, maar er is geen enkele zelfreflectie op de houding van het kabinet en de overheid in de afgelopen periode. Vooruitkijken: wat gebeurd is, is gebeurd en niet meer zeuren nu. Omzien naar elkaar: de ouders en de kinderen uit het toeslagenschandaal zijn nog steeds niet volledig gecompenseerd. Kinderen zijn nog steeds niet terug naar hun ouders, slachtoffers van de aardbevingsschade in Groningen krijgen geen enkele zekerheid over hun schadevergoeding en de inwoners van Zuid-Nederland wachten nog steeds op de schadevergoedingen naar aanleiding van de watersnoodramp.
Terwijl er geld tegen de plinten op klotst voor klimaat en tegen stikstof, worden de zorguitgaven beperkt. Wat staat er dan? "De zorguitgaven beperken". Zullen we gewoon zeggen dat we de uitgaven beperken? Want dat klinkt wat minder erg dan dat we 5 miljard bezuinigen. Het nieuwe elan lijkt op een pakketje schroot met een dun laagje chroom. Zorguitgaven stijgen nou eenmaal, bij voorbeeld door inflatie en vergrijzing. We worden steeds ouder. Dan krijg je meer kwaaltjes en dan heb je meer zorg nodig. Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om dat te weten. Nu zitten we ook nog in een covidcrisis. Het is bizar dat de nieuwe coalitie, met de wetenschap van achteraf, de uitgaven in de zorg juist nu wil beperken. Torenhoog ziekteverzuim, zorginfarcten in alle lagen van de zorg, te weinig personeel, veel uitgestelde zorg, maar meerdere kabinetten-Rutte hebben niks gedaan met de waarschuwingen van de veiligheidsdiensten uit 2016 dat de zorg niet was toegerust op een pandemie.
Dan onze boeren. Die krijgen ook een trap na. De overheid wil graag betrouwbaar zijn, maar de nieuwe coalitie haalt de doelstellingen met één pennenstreek zomaar vijf jaar naar voren. Wat klinkt dit mooi: we creëren een tussenvorm van natuur- en landbouwgrond en dat noemen we voortaan landschapsgrond. Landbouwgrond, de grond waar een van onze eerste levensbehoeften op wordt geproduceerd op een duurzame en efficiënte wijze, wordt landschapsgrond. Daarmee wordt de boer afgeserveerd als voedselproducent. Als we niet oppassen, wordt hij gedegradeerd tot een beheerder van een veredeld park in dienst van de overheid. Wat is dat toch dat de industrie wel de ruimte en de middelen krijgt voor onderzoek naar en innovatie van klimaatneutrale technologieën, maar dat de boeren en de tuinders die al decennia aan het verduurzamen en innoveren zijn, moeten verdwijnen om stikstof- en klimaatdoelen te halen? Wageningen Universiteit berekende in 2019 al dat het inzetten van geld voor innovatie negen keer zo effectief is als de opkoop van bedrijven. Let op beste burgers en ondernemers: er is niet alleen een probleem voor boeren. Duizenden bedrijven in de omgeving van natuurgebieden kunnen hun vergunning kwijtraken als iemand ze bij de rechter beticht van een negatieve invloed op de natuur, terwijl er 30 jaar lang geen analyses zijn geweest van bodems in Natura 2000-gebieden of bekende databanken.
Voorzitter. Ik sluit af met het uitspreken van de hoop dat het gezonde verstand gaat regeren, voordat dit oude schip met dezelfde kapitein weer schipbreuk lijdt. Zo niet, dan zal het gezonde verstand erna gaan regeren, want wij halen die kiesdrempel wel. Daar ben ik niet boer-burger-bang voor.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Ik geef het woord aan mevrouw Simons van BIJ1.
Mevrouw Simons (BIJ1):
Dank u, voorzitter. En dank natuurlijk aan de formateurs, de heren Koolmees en Remkes. Ik geloof oprecht dat het een enorme klus moet zijn geweest om dit verstandshuwelijk van vier partijen bijeen te houden. Dat zal niet makkelijk zijn geweest, maar u heeft het voor elkaar gekregen. Maar dat het een verstandshuwelijk is, proef je wel een beetje als je het akkoord leest. Het heet Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst, maar het had ook Oude wijn in nieuwe zakken kunnen heten.
Voorzitter. Laat mij heel direct en duidelijk stellen dat de rechtse en wat mij betreft institutioneel racistische politiek van liberaal rechts geen steun van BIJ1 zal vinden voor de verdere afbraak van onze rechten en onze samenleving. De weigering om radicaal op te lossen wat tien jaar Rutte aan tweedeling en crises heeft veroorzaakt, maakt deze coalitie in mijn ogen een verdere bedreiging voor het welzijn van ons land. Het versterkt de overtuiging van mijn partij dat de macht en de zittingstermijn van een premier, de aanvoerder van alle ministers, dient te worden gelimiteerd.
Voorzitter. Het Nederland waarover wij vandaag over debatteren, is na drie kabinetten onder leiding van de heer Rutte een land van kloven, van tweedeling en crisis. Er is een tweedeling tussen het toenemende aantal miljonairs en het toenemende aantal mensen dat maandelijks tekortkomt om te leven. Er is een tweedeling tussen wie een dak boven het hoofd kan betalen en wie niet. Het is een land van crises: de crisis in de zorg, de medemenselijkheidscrisis in ons asielbeleid, de crisis in het onderwijs, de klimaatcrisis en de stikstofcrisis. We kunnen zo wel even doorgaan. Een politiek die vaart op het bedienen van de belangen van een kleine groep en niet van de belangen van ons allemaal, dat is wat ons hier gebracht heeft, al drie kabinetten-Rutte lang.
Rutte beloofde echter daadkracht, nieuw leiderschap en een radicale omzwaai. Maar het nieuwe coalitieakkoord ademt slechts de woorden: Rutte walst door. In feite zijn de progressieve headlines slechts doekjes voor het bloeden, om het bloeden door Ruttes eerder gefaalde beleidskeuzes terug te draaien. Nergens vinden we de broodnodige, structurele en duurzame systeemverandering waar de samenleving naar snakt. Het vervangen van de kinderopvangtoeslag door een andere systematiek is bijvoorbeeld geen antwoord op het probleem dat de kern is van het toeslagenschandaal, namelijk het institutioneel racisme en klassisme in de wetten en normen, op de werkvloer en bij de bejegening van doodgewone burgers, de doorgeslagen fraudehandhaving van de gierige staatshand. In plaats van de fraudejacht te staken gaat het nieuwe systeem er ook nog eens voor zorgen dat gezinnen met lage inkomens, zeker wanneer het niet-werkende ouders betreft, minder kinderopvang vergoed zullen krijgen.
Voorzitter. Dit verscheurde land waarover we vandaag debatteren, vraagt eigenlijk maar één ding van zijn leiders, namelijk de moed om te kiezen voor echt nieuw leiderschap. Het is al een paar keer gezegd dat het moeilijk is te geloven, moeilijk daarop te vertrouwen als je kijkt naar hetzelfde plaatje dat je daarvoor zag. Dat betekent: durven breken met bestaande kaders, leiderschap durven volgen van hen die de gevolgen van onze nationale crisis doorleven. We zien dat leiderschap niet terug in deze coalitie maar het is er wel degelijk.
Kijk maar naar de ouders, jongeren en kinderen uit het toeslagenschandaal, die een geweldig krachtig rapport schreven over gelijkwaardig herstel. Zij weten heel goed wat zij zelf nodig hebben. Zij zijn de ervaringsdeskundigen, de experts, als het gaat om hun herstel. Kijk naar de antiracismeactivisten, die niet alleen massale Black Lives Matter- en antizwartepiet-protesten organiseerden, maar ook bergen verzetten in de manier van denken, spreken en kijken bij onze koloniale geschiedenis en de manier waarop die doorleeft in ons heden, ook als het een beetje pijn doet. Kijk naar de organisatoren van en de duizenden mensen die kwamen opdagen bij de grootschalige woon- en klimaatprotesten. Mensen weten wat ze nodig hebben. Kijk naar burgerinitiatieven zoals Recht op de stad, in Rotterdam, Verdedig Noord in Amsterdam of de Bond Precaire Woonvormen, die zich hardmaken tegen gentrificatie en zich inzetten voor beter en eerlijker woonbeleid. Zij schrijven de uitvoerbare plannen al voor ons.
Die leiders weten namelijk dat de bestaande kaders niet werken, maar ze laten zich daardoor niet limiteren. Ze verschuilen zich voor progressieve verandering niet achter haalbaarheid, betaalbaarheid, oftewel prioriteit, of effectiviteit. Deze leiders durven te dromen. Ze durven meer te eisen dan de status quo. Ze durven de diepgewortelde crisis en tweedeling in de samenleving recht in het gezicht te kijken.
Leiderschap vanuit de overheid betekent dan dat wij hier zullen moeten durven luisteren, dat we hun voorbeeld volgen, op weg naar, maar ook vertrekkende vanuit gelijkwaardigheid, vanuit rechtvaardigheid, vanuit solidariteit.
Dank voor uw aandacht. Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Simons. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga. En dan schors ik voor tien minuten, heb ik net afgestemd met de informateurs, zodat ze inlichtingen kunnen geven. Daarna gaan we meteen door met de tweede termijn, waarin degene die nog een enkele motie wil indienen, de gelegenheid daarvoor krijgt. Het woord is nu eerst nog aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Het nieuwe elan spat niet echt van het regeerakkoord af; dezelfde partijen, dezelfde mensen, die nota bene al een keer zijn weggestuurd. De champagneflessen knallen weliswaar bij Milieudefensie, Urgenda en Greenpeace, maar de hardwerkende Nederlander kan zijn of haar borst natmaken. De ondernemers die het coronabeleid van dit kabinet hebben overleefd, gaan ontegenzeggelijk de rekening betalen. En dat alles om een nog grotere, nog loggere en nog minder goed functionerende overheid te faciliteren.
Ik zal proberen enkele goede en slechte punten te benoemen. Ten eerste het klimaat. Het is ontzettend goed dat de houtige biomassa wordt afgebouwd en dat er meer wordt ingezet op kernenergie. Maar daar staat tegenover dat we doorgaan met gewone biomassa, terwijl we inmiddels weten dat dit slecht is voor het milieu. We gaan CCS (Carbon Capture and Storage) stimuleren, terwijl dit juist tot meer uitstoot leidt. We gaan een bureaucratisch systeem van rekeningrijden invoeren, terwijl we al de hoogste benzineaccijns van Europa hebben, en daarmee de facto al een vorm van rekeningrijden. Wij vinden deze keuzes niet in het belang van Nederland. Maar daar staat dan weer tegenover dat er eindelijk substantieel meer geld naar Defensie gaat. Dank daarvoor.
Voorzitter. Natuurlijk is het goed dat er meer woningen gebouwd worden en natuurlijk is het goed dat dat goed geïsoleerde huizen zijn die weinig energie verbruiken, maar waarom wordt de verruimde schenkingsvrijstelling geschrapt? Waarom mogen ouders hun kinderen niet een beetje helpen? In dit kader pleit BVNL al langer voor het geheel afschaffen van de erf- en schenkbelasting. Het is jammer dat dit kabinet de belasting juist verhoogt en de lasten verzwaart. Ook is het jammer dat onder dit kabinet de immigratie hoog zal blijven, waardoor de vraag naar woningen, zorg en scholing zal blijven toenemen. Op deze manier is het dweilen met de kraan open.
Voorzitter. Het is goed dat de bedrijfsopvolgingsregeling, de BOR, expliciet in het regeerakkoord staat. Nederland heeft een van de slechtste regelingen van Europa, dus ik ben blij dat de BOR eerlijker en eenvoudiger zal worden gemaakt. Ook is het goed dat het mkb belangrijk gevonden wordt. Ik ben dan ook echt benieuwd wat er precies gaat verbeteren, want dat staat niet in het akkoord. Het ziet ernaar uit dat de 2 miljoen ondernemers alle plannen met betrekking tot klimaat en immigratie zullen moeten gaan betalen. Voor het overige staat er weinig concreets in het regeerakkoord over de twee jaar doorbetaling bij ziekte, die als een molensteen om de nek van de werkgever hangt. Ook wordt er niets gedaan aan het moeilijke ontslagrecht, waardoor bedrijven vaak onnodig in de problemen komen.
Voorzitter. BVNL zal zich constructief opstellen. Goede voorstellen zullen wij steunen, maar voorstellen die technisch onverdedigbaar zijn, zullen wij met gezonde passie bestrijden in het belang van Nederland.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de eerste termijn van de Kamer. Ik schors de vergadering tot 16.30 uur.
De vergadering wordt van 16.19 uur tot 16.34 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is het vervolg van het debat over het eindverslag van de informateurs. Ik geef de informateurs natuurlijk het woord. We beginnen met de heer Remkes.
De heer Remkes:
Mevrouw de voorzitter, dank u zeer. Zoals bekend, zijn de heer Koolmees en ik op 5 oktober door de Kamer gevraagd de onderhandelingen voor een meerderheidscoalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie als informateurs te begeleiden. Gisteren hadden wij het genoegen om ons eindverslag aan te bieden, evenals het coalitieakkoord van die fracties. Ik wil de Kamer danken voor het vertrouwen dat zij ons gegeven heeft. Ik wil de gesprekspartners die wij in de loop van de weken hebben ontmoet ook zeer dankzeggen voor de gesprekken zoals ze gevoerd zijn. Die hebben wij als zeer constructief ervaren.
Er zijn ons een aantal specifieke vragen gesteld. De heer Dassen heeft de vraag gesteld: waarom is er zo weinig informatie aan de Kamer verstrekt en waarom is de Kamer niet beter meegenomen in het proces? Wij geloven niet in onderhandelingen in het openbaar, zeker niet bij onderhandelingen met vier partijen. Je zou zelfs kunnen betogen dat de grote openheid uit de eerste fase van de formatie heeft gezorgd voor vertraging, omdat iedereen zich vervolgens in de loopgraven groef voor de buitenwereld. Wat daar volgens mij op de achtergrond ook nog een rol speelt, is de afspraak dat er pas sprake is van een coalitieakkoord als er overeenstemming is over alles. Die afspraak is natuurlijk onderhandelingstechnisch ook volstrekt logisch. Dat betekent dus ook dat we natuurlijk iedere week rustig een brief aan de Kamer hadden kunnen sturen of hier rustig iedere week hadden kunnen verschijnen. Maar dan waren wij niet verder gekomen dan de mededeling in de richting van de Kamer: er is over een groot aantal onderwerpen van gedachten gewisseld, maar dat heeft nog niet geleid tot deelakkoorden of afspraken over deelonderwerpen. Daar schiet de Kamer niet zo verschrikkelijk veel mee op, denk ik. Dus die hele praktische overweging heeft daar op de achtergrond een rol gespeeld. De Kamer is overigens natuurlijk wel een aantal keren per brief over de stand van zaken geïnformeerd, maar dat waren summiere mededelingen om die reden die ik zojuist heb aangegeven. Dat was het eigenlijk wat betreft de vraag van de heer Dassen. Als de Kamer dat in de toekomst echt anders wil, wat mijn advies overigens niet zou zijn, dan moet de Kamer daar bij de opdrachtverlening nadere afspraken over maken en dat aan de voorkant van het proces ook op die manier regelen.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een feitelijke vraag van de heer Klaver van GroenLinks.
De heer Klaver (GroenLinks):
Uit het verslag blijkt dat op 18 november de koning is geïnformeerd. Ik vroeg mij af of hij meer informatie heeft gekregen dan de Kamer.
De heer Remkes:
De koning is toen geïnformeerd over het proces.
De heer Klaver (GroenLinks):
Het gevoel dat mij bekruipt — ik zeg er gelijk bij dat ik dat niet kan staven — is dat de Kamer niet is geïnformeerd, omdat dat publiek is, en dat er in een gesprek bij de koning, dat privé is of waar niet meer mensen bij zijn, meer informatie is gedeeld over de vorm van het regeerakkoord en hoever men toen was. Ik vind het belangrijk dat datgene wat met het staatshoofd gedeeld kan worden, nu met de Kamer gedeeld zou moeten worden, omdat wij opdrachtgever zijn. Het hoeft niet met mij gedeeld te worden, maar om dit goed te kunnen wegen, is het goed om dit mee te nemen in de evaluatie. Wat is er met de koning gedeeld? Ik vind dat die informatie ten principale ook met het parlement gedeeld had moeten worden.
De heer Remkes:
Op de vraag wat er op 18 november met de majesteit is gedeeld, heb ik zojuist antwoord gegeven. Er is in april al een motie-Segers aangenomen over de evaluatie. Het lijkt mij redelijk voor de hand liggend dat deze gang van zaken ook bij de evaluatie wordt betrokken. In die zin lijkt de suggestie van de heer Klaver mij op zichzelf heel redelijk. Ik kan u wel zeggen dat ook 18 november het vertrekpunt wat ons betreft nog steeds was dat er zo veel mogelijk een coalitieakkoord op hoofdlijnen geschreven zou worden. Ik kom daar straks iets specifieker nog wel even op terug.
Voorzitter. Dan ben ik direct bij de vragen van de heer Klaver zelf. In de eerste plaats: zijn er sideletters? Kort antwoord: er zijn geen sideletters.
De vraag: wat gebeurt er bij initiatiefwetsvoorstellen met betrekking tot contrasigneren? Voor het contrasigneren bij initiatiefwetsvoorstellen die door de beide Kamers zijn aangenomen, geldt de reguliere procedure dat het kabinet daarover besluit. Als het kabinet besluit tot contrasigneren ondertekent de verantwoordelijke bewindspersoon het initiatiefvoorstel. In het akkoord zijn over enkele initiatiefvoorstellen passages opgenomen over een persoonlijke afweging door Kamerleden. Dat betreft drie initiatiefvoorstellen inzake abortus. Dat is dus in de fase dat het contrasigneren niet aan de orde is. Voor initiatiefvoorstellen over voltooid leven geldt een persoonlijke afweging door iedereen. Over twee initiatiefvoorstellen inzake wijziging van de Embryowet is er geen aanduiding van een persoonlijke afweging. Mijn indruk is dat het contrasigneren bij deze initiatiefvoorstellen niet op korte termijn aan de orde is, maar pas zal volgen na een zorgvuldige behandeling waarbij alle betrokkenen in de wetenschap en samenleving hun inbreng kunnen leveren.
Verder is het een gewoonte bij verschillende fracties dat de besluitvorming over medisch-ethische onderwerpen een zaak is van de individuele afweging van de leden van die fracties. Als een kabinet een besluit voorbereidt over een dergelijk contraseign, kunnen de leden van de ministerraad zelf bepalen hoe zij dan tot hun afweging zullen komen. Daarover zijn verder geen afspraken gemaakt. In de richting van de heer Klaver kan ik wel aangeven dat wat betreft de abortusvoorstellen geen afspraken zijn gemaakt dat er niet gecontrasigneerd zal worden. Dat was zijn vraag.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Klaver, GroenLinks.
De heer Klaver (GroenLinks):
Qua bestuurscultuur lijkt me dat heel juist, want daar gaan de coalitiepartijen niet over. Dat is aan de ministerraad. Het is dus heel goed dat daar geen afspraken over liggen. Mijn vraag was iets preciezer geformuleerd. U zegt: wij denken dat het mogelijk is dat er een stabiel kabinet komt. Daarmee zeg je met andere woorden: een kabinet dat niet heel snel zal vallen. Nu heb ik de volgende vraag. Is met de ChristenUnie besproken of zij haar steun aan dit kabinet terugtrekt als deze wetten worden aangenomen? De ChristenUnie heeft in het verleden immers regelmatig andere dingen over deze wetten gezegd. Ik heb dat de vorige keer gevraagd bij het aantreden. De heer Remkes heeft toen terecht gezegd: wacht het nou even af; het is onderdeel van de formatiebesprekingen. Ik wil dus het volgende weten. Stel je voor dat deze twee abortuswetten klaar zijn voor behandeling en heel snel door de beide Kamers kunnen worden geloodst, heeft de informateur zich er dan van verwittigd dat de fractie van de ChristenUnie dan niet haar steun aan dit kabinet opzegt? Anders kunt u wat mij betreft niet concluderen dat sprake is van een stabiele coalitie.
De heer Remkes:
Wij hebben niet de conclusie getrokken dat de stabiliteit eronder zal leiden en dat de ChristenUnie haar bewindspersonen zal terugtrekken — voor zover de fractie daar überhaupt al over gaat, zeg ik erbij — als die beide initiatiefvoorstellen door de beide Kamers worden aangenomen en het kabinet besluit tot contrasigneren.
Dan, mevrouw de voorzitter, het discussiepunt over de ... Nee, eerst de heer Eerdmans nog over de maximumtermijn bij formaties. Ik heb zojuist al gezegd dat in april de motie-Segers over de evaluatie is aangenomen. Mij lijkt dat de lengte van de formatie bij die evaluatie zal worden betrokken. De Kamer kan al zelf in het Reglement van Orde een termijn opnemen voor een maximumduur. In het Reglement van Orde schijnt ook nu al een maximumtermijn te staan voor de termijn die verkenners krijgen, namelijk een termijn van een week. Overigens is daar kennelijk vanaf 2012 nooit echt de hand aan gehouden. Zoals ik ertegen aankijk, zou mijn advies op dit moment niet zijn om een maximumduur voor de formatie op te nemen. Zoals bekend, kun je ook andere instrumenten hanteren. Ik denk dat het heel verstandig is dat hier naar wordt gekeken in het proces van evaluatie.
Dan de vraag: hoofdlijnen of geen hoofdlijnen. Dat beeld is wat wisselend. Ik heb dat gisteren bij de presentatie eigenlijk ook nader aangegeven. Dat is namelijk slechts beperkt gelukt. Het voornemen was om het coalitieakkoord te focussen op het wat en het waarom. Tijdens het proces van de formatie is gebleken dat er soms ook afspraken nodig waren over het hoe. Terugkijkend is dat met een formatie van vier partijen in het tijdperk met grote maatschappelijke opgaven ook niet zo verwonderlijk. Maar tegelijkertijd zeg ik erbij dat het op belangrijke onderwerpen ook wél is gelukt. Wij hebben op grote thema's als klimaat, natuur, stikstof, landbouw, wonen, bouwen, onderwijs en onderzoek wel terdege voornamelijk op hoofdlijnen afspraken gemaakt over het waarom en het wat.
Ik zeg er trouwens het volgende met een knipoog bij. Collega Koolmees en ik hebben dat grappenderwijs wel vaker tegen elkaar gezegd. Er is zojuist ook iets gezegd over dat Urgenda de hybride warmtepomp zo belangrijk vond. Dan heb je tegelijkertijd het dilemma te pakken, want de hybride warmtepomp is natuurlijk typisch een afspraak over het hoe. De hybride warmtepomp had wat de heer Koolmees en ondergetekende betreft niet per se in het coalitieakkoord gehoeven. Ik noem dit voorbeeld heel bewust, om daarmee het dilemma en de spanning die er in dat opzicht in zit te onderstrepen.
De onderwerpen die ik zojuist heb genoemd, zullen de bewindspersonen in beleidsprogramma's uitwerken. Die beleidsprogramma's zullen hier in de Kamer worden gepresenteerd. Er zijn tijdens het debat ook al wat onderwerpen over tafel gegaan. Daarover zullen de desbetreffende bewindspersonen natuurlijk met de Kamer het debat aangaan.
Mevrouw de voorzitter. Volgens mij heb ik bij het vorige debat in de Kamer over de formatie al voorspeld dat sommige leden van de Kamer zouden zeggen dat een coalitieakkoord op hoofdlijnen automatisch minder concreet is. De klacht van een deel van de Kamer zou dan weleens kunnen zijn: waarom is het niet concreter? Dat bleek eigenlijk ook uit de uitbreng van een aantal leden. Mevrouw Simons had bijvoorbeeld de klacht dat er niks in stond over uithuisgeplaatste kinderen. Ook van andere zijden kwam de klacht dat over sommige onderwerpen niks in het coalitieakkoord is opgenomen. Welnu, daar heb je voluit het dilemma dat ook in de Kamer aan de orde is. Ons streven is steeds geweest om het zo beperkt mogelijk te houden, maar de praktische politieke omstandigheden met vier coalitiefracties maakten zo af en toe een nadere uitwerking op onderdelen nodig.
Als u mij nou vraagt of het per saldo beter gelukt is dan bij vorige gelegenheden, dan is het antwoord ja. De heer Van der Staaij gaf dat eigenlijk ook al aan. Hij zei: het is beperkt gelukt. Daar heeft hij gelijk in. Ik zeg erbij dat op de achtergrond de balans speelt tussen aan de ene kant de wens om fracties zo veel mogelijk mee te nemen in de afweging en aan de andere kant een resultaat op hoofdlijnen. Dat onderwerp leent zich misschien voor de evaluatie, hoewel dat een kwestie is van organisatie van de fracties. Dat dilemma qua werkwijze speelt hierin op de achtergrond een rol.
Mevrouw de voorzitter. Ten slotte een enkele opmerking over de bestuurscultuur. Wat ik een eminente bijdrage aan een andere bestuurscultuur vond, of misschien moet ik wel zeggen een "bestuurlijke cultuur", was de bijdrage van mevrouw Ouwehand. Die ging over het datacentrum in Zuidwolde. Excuus, Zeewolde. Daarbij wordt hier in het debat tussen fractievoorzitters gevraagd of we dat niet even op een achternamiddag kunnen regelen, terwijl je weet dat de gemeenteraad van Zeewolde hedenavond vergadert. Dat is echt bestuurlijke vernieuwing: dat de gemeenteraad van Zeewolde via een telegram — om dat ouderwetse jargon maar even te gebruiken — zou moeten vernemen dat de Kamer, in opperste staat van opwinding bij elkaar, de gemeenteraad van Zeewolde de wacht aanzegt over de besluitvorming die hedenavond op de agenda staat. Dat vind ik echt een nieuwe bestuurlijke cultuur.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ben blij dat informateur Remkes zo enthousiast is. Ik wil graag nog even toelichten waarom ik het heb voorgesteld. Er duiken verhalen op over hoe landelijk gezien dat datacenter daarnaartoe is gelokt, met allemaal dubieuze besluiten. En rond de besluitvorming in Zeewolde speelt ook nog wel het een en ander, bijvoorbeeld een uitspraak van de Hoge Raad. Dus er is meer over te zeggen. Maar ik ben heel erg blij om van de informateur de volle steun te krijgen om volgens de nieuwe bestuurscultuur te zeggen: kom op, als het een slecht plan is, houden we het gewoon tegen.
De heer Remkes:
Ik wil inhoudelijk een heel eind meedenken met mevrouw Ouwehand, mevrouw de voorzitter, maar zo gaan wij bestuurlijk in Nederland niet met elkaar om. Dat moeten we ook vooral niet willen, los van de inhoudelijke afweging. Dat dient langs ordentelijke bestuurlijke paden te worden bereid. Dat er een zekere centralisatie in het domein van de ruimtelijke ordening als grondtoon in het coalitieakkoord zit, zal u niet zijn ontgaan. Daar is ook alle aanleiding voor. Maar dat doen wij op een andere manier dan u in dit debat voorstelt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zal het zo ook nog neerleggen in een motie, maar dat is precies het coalitieakkoord dat onder leiding van informateur Remkes tot stand is gekomen. Daarin staat letterlijk dat het kabinet gebruik zal maken van de mogelijkheid van een aanwijzing als dat een groot publiek belang dient. Wij denken dat dit verstandig is. Toevallig speelt dat in Zeewolde. Daar speelt toevallig ook dat de Hoge Raad er een uitspraak over heeft gedaan of de gemeente de grond, die ze daar in eigendom heeft, aan één marktpartij mag verkopen of niet. Gelukkig is er een andere partij, Land van Ons — ik weet er alles van — die zegt: wij willen die grond ook wel kopen. Dus dan is de vraag of het eventuele besluit dat daar vanavond valt, rechtmatig is. Wat ook speelt, is dat het voorgaande kabinet nogal dubieuze dingen heeft gedaan om dat datacenter daarheen te lokken. Daar is heel veel weerstand tegen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als het dan niet in de geest is van het coalitieakkoord dat het kabinet een aanwijzing kan geven als er een groot publiek belang gediend is, dan weet ik niet of we elkaar wel begrijpen als het erom gaat wat daar bedoeld wordt.
De voorzitter:
Er ontstaat nu een debat. Dat komt door de heer Remkes, zeg ik erbij. Het is de bedoeling om inlichtingen te geven, maar er ontstaat nu een inhoudelijk debat. Dat moeten we, denk ik, niet doen. Dat moet even wachten. Dus ik wil ook aan de heer Remkes vragen — ik kijk nu even streng naar hem — om weer verder te gaan met het geven van voorlichting.
De heer Remkes:
Als u mij toestaat, dan nog één zin. Dat dient natuurlijk te gebeuren op basis van een ordentelijk uitgestippeld ruimtelijk beleid.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, want die had ook nog een feitelijke vraag. Maar ik begrijp dat de heer Eerdmans de informateur de gelegenheid geeft zijn betoog af te ronden. U gaat weer verder, meneer Remkes.
De heer Remkes:
Wat mij in het debat ook opviel, mevrouw de voorzitter, zijn een paar opmerkingen over een andere bestuurscultuur. Mevrouw Van der Plas heeft daar een opmerking over gemaakt en ook mevrouw Ploumen. Maar wat ik gemist heb — die opmerking wil ik ten slotte wel kwijt — is een duiding van wat er dan ten opzichte van het coalitieakkoord in termen van andere bestuurscultuur ook hier in deze Kamer zou moeten veranderen. Ik vond het prettig, want ik had er in mijn aanvankelijke tekst ook een opmerking over staan, verwijzend naar de operatie waar de heer Van der Staaij en de zijnen mee bezig waren, dat resulteerde in het rapport dat hedenochtend werd aangeboden.
Ik heb het rapport vluchtig doorgelezen, maar nog niet grondig. Ik wens vanzelfsprekend deze Kamer met de implementatie hiervan heel veel succes. Met een aantal onderwerpen voel ik mijzelf redelijk verwant vanuit een eerdere rol die ik heb vervuld, maar ik wil de teleurstelling niet bij voorbaat inbakken. Een aantal van deze opmerkingen waren twaalf jaar geleden ook al aan de orde bij het proces van parlementaire zelfreflectie. Ik heb daar nog niet zo verschrikkelijk veel van teruggezien, maar een aantal richtingen die de heer Van der Staaij aangeeft, lijken mij echt wezenlijk te kunnen bijdragen aan een andere parlementaire cultuur. Maar het is niet alleen de instrumentele kant van de zaak. Er zal de komende tijd ook nog wel de nodige aandacht moeten uitgaan naar de parlementair-culturele kant van de zaak, zo heb ik ook in dit debat waargenomen.
De voorzitter:
Er zijn een aantal vragen. Allereerst de heer Eerdmans, dan de heer Dassen, en dan mevrouw Ploumen.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank aan de heer Remkes. Op het punt van onze cultuur, onze werkwijze hier in de Kamer, heb ik een vraag aan de heer Remkes. Gisteravond werd de heer Rutte bij Op1 ondervraagt door de heer Kockelmann. Hem werd door de heer Kockelmann de volgende vraag gesteld. "Er is een meerderheid in de Kamer en die is rechts. Daar kunt u niet omheen. Het kan best zijn dat die meerderheid in de Kamer gaat stemmen over zaken als migratie." Dan komt de heer Rutte met: ja, die vraag kreeg ik ook bij de VVD-ledenbijeenkomst. Dan zegt Kockelmann: ik zie ook dat u er al heel verveeld bij kijkt. Dan zegt Rutte: "Neeneenee, dat is helemaal niet zo. Maar ik krijg die vraag, over op rechts meerderheden zoeken wat betreft bijvoorbeeld migratie. Dat is natuurlijk niet zo. Zo'n regeerakkoord regelt zaken van boven naar beneden en daar zit een bandbreedte bij. Daarbinnen probeer je bij elkaar te blijven." Dan hoor je mevrouw Kaag op de achtergrond: jajaja. Ik lees gewoon het transcript voor van hoe die uitzending is gegaan.
Kortom, dit ging over migratie en het ging over een meerderheid. Het ging er dus eigenlijk om of je kunt afwijken van dat door de coalitie gebakken stuk. Het gaat mij nu vooral om het punt van migratie, maar het gaat ook om de volgende vraag, die misschien in bredere zin de hele Kamer zal aanspreken. Mag er hiervan worden afgeweken als er een Kamermeerderheid is op een onderwerp dat misschien anders is geregeld in het coalitieakkoord of blijft het bij de woorden van de heer Rutte, zoals hij die gisteravond sprak: het ligt vast?
De heer Remkes:
Ik voel mij eerlijk gezegd niet gehouden om de woorden van de heer Rutte te recenseren. Hij gaat over zijn eigen woorden. Mijn advies zou dus zijn om de heer Rutte daarop te bevragen en niet ondergetekende. Overigens is er pas afwijking van een meerderheid als die meerderheid ook daadwerkelijk is vastgesteld. Dat heb ik tot dusver niet kunnen waarnemen.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is op zich een goede opmerking. Dat viel mij ook tegen. Maar er is qua zetels een meerderheid die dat mogelijk moet maken. U bent wat mij betreft wel iets te gemakkelijk, want u bent met de heer Koolmees wel de vader van dit proces, als ik dat zo mag zeggen. In dit proces gaat het over de cultuur van werken. U hoeft niet de inhoud te beantwoorden, maar bij die cultuur gaat het wel over de vraag hoe we met elkaar omgaan.
De voorzitter:
Wat is uw feitelijke vraag?
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb deze aanloop nodig, voorzitter, om het volgende te vragen. Vind u, met uw handtekening onder het advies dat u aan ons als Tweede Kamer geeft, dat wij op een andere manier moeten gaan werken, dus ook los van de vier partijen? Ik zie nog de heer Omtzigt staan, twee weken geleden. Hij probeerde hier iets te bereiken en dat werd elke keer weggestemd, procedureel, door een meerderheid van vier partijen. Dat is gewoon niet prima. Dan zitten we nog vast in de oude cultuur. Het is ook goed als dat het antwoord is: het blijft zoals het altijd was. Of zegt u: nee, er is een weg naar voren en we gaan het anders doen?
De heer Remkes:
De heer Koolmees en ondergetekende hebben van uw Kamer de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar een normaal parlementair kabinet en de mogelijkheden van stabiliteit van de vier fracties die aan de orde zijn. Dat hebben wij gedaan. Verder raakt dit thema natuurlijk aan een andere werkwijze van de Kamer, aan een andere verhouding van het kabinet tot de Kamer en aan meer samenspraak met de Kamer. Dat is door een aantal fractievoorzitters ook wel benadrukt. Volgens mij zijn er een aantal indicaties in die richting gegeven. Volgens mij zou dat de heer Eerdmans tot grote vreugde moeten stemmen.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb een vraag aan de heer Remkes, omdat hij een duidelijke blik heeft op de bestuurscultuur. We hebben het vandaag met elkaar daarover, in dit toch grote debat. Maar terwijl wij hier staan, regent het buiten nieuws over twee belangrijke zaken. Een daarvan is dat via een Wob-verzoek van Nieuwsuur van anderhalf jaar geleden naar buiten is gekomen dat de RIVM wel degelijk sprak over kudde-immuniteit. De andere is dat er een onderzoek naar buiten is gebracht waaruit blijkt dat ministers zich tijdens de evacuatie uit Afghanistan wel degelijk met de kleinste details hebben bemoeid. Het voelt bij mij alsof deze twee grote dingen niet zomaar net voor het reces tijdens dit grote debat over de bestuurscultuur naar buiten worden gebracht. Ik heb daar toch wel mijn vraagtekens bij.
De heer Remkes:
Volgens mij staan in het coalitieakkoord een paar passages over de informatieverstrekking aan de Kamer. Daar zou ik het op dit ogenblik bij willen houden. Ik heb in een andere hoedanigheid een keer iets gezegd over artikel 68 van de Grondwet en de inlichtingenplicht in de richting van de Kamer.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Die nieuwe bestuurscultuur gaat onder andere over hoe de regering de Tweede Kamer van informatie voorziet. Het debat over die nieuwe bestuurscultuur is niet gestart omdat deze Kamer haar taak verzaakt heeft. Integendeel, dit debat is gestart omdat de regering stelselmatig informatie onvoldoende deelde met de Kamer. Dat was een van de onderwerpen. Het nieuwe kabinet heeft dus de opdracht om dat te verbeteren. Dat is één. Als die nieuwe bestuurscultuur alleen maar voelbaar is hier in deze zaal, dan is er niks veranderd. Waar het om gaat, is namelijk dat de mensen in het land, die nu hun vertrouwen in de politiek zo goed als kwijt zijn, moeten gaan merken en voelen dat het menens is met die andere cultuur. Er moet een andere basis komen vanuit het kabinet naar de burgers toe.
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Geen wantrouwen meer, maar vertrouwen. Meer mogelijkheden om mee te doen aan de democratie. Die concrete voorstellen ontbreken in dit coalitieakkoord. Ik noem maar wat: het stemrecht vanaf 16 jaar staat er bijvoorbeeld niet in. Daar zijn heel veel ideeën voor. Die staan ook in het oppositieakkoord van collega Klaver en mij. Ik vind dus dat als ik zie dat het coalitieakkoord daarin tekortschiet, dit het moment en de plaats is om het daarover te hebben, misschien voor het eerst, maar zeker niet voor het laatst.
De heer Remkes:
Ik heb hier overigens in een andere hoedanigheid ook een verleden mee en mevrouw Ploumen weet dan ook dat ik daar geen voorstander van ben. Maar even los van dit concrete voorbeeld, als het gaat om de verhouding tussen bestuur en burger en als het gaat om de verhouding tussen kabinet en Kamer, dan zijn dat ook wat mij betreft wezenlijke elementen van de bestuurscultuur. En dat geldt dus ook de inlichtingenplicht van het kabinet in de richting van de Kamer. Ik ontken overigens dat daarover niets in het coalitieakkoord, zoals dat nu op tafel ligt, zou staan. Er staan wel degelijk opmerkingen in over de relatie tussen burger en bestuur.
Ik wil er, mevrouw de voorzitter, nu ik hier toch sta, ook nog wel één politieke opmerking over maken. De cultuur waar mevrouw Ploumen het over heeft, is niet ontstaan onder de kabinetten-Rutte. Het speelt ook niet alleen in Den Haag. Die bestuurscultuur is al veel langer aan de orde en speelt ook in diverse gemeenten en provincies, ook in die provincies en gemeenten waar de Partij van de Arbeid een vrij stevige stem in het kapittel heeft.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter! Ik ga hier gewoon antwoord op geven!
De voorzitter:
U krijgt zeker de gelegenheid om dat te doen, maar ik wil ook wederom tegen de informateur zeggen: laten we nou geen debat voeren. Ik doe dus ook echt een beroep op de informateur.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter, nu ik hier toch sta! Het eerste punt. Het is onze taak als Tweede Kamer en die hebben wij hier vandaag ook allemaal ingevuld. Onze fracties hebben zorgvuldig naar het coalitieakkoord gekeken en ze hebben dat afgezet tegen hun eigen idealen en ambities. Ze hebben een faire beoordeling gemaakt van wat er goed aan is en van wat wij vinden dat echt helemaal niet past bij wat wij denken dat er nodig is. Een aantal fracties hebben ook nog tegenvoorstellen gedaan. Die waarneming hebben we hier gedeeld vandaag. Ik spreek voor mezelf, maar andere collega's deden dat ook. Met mijn waarneming van dat coalitieakkoord hoeven de vier het niet eens te zijn en ook de informateurs niet. Mijn waarneming is dat in dat coalitieakkoord naar mijn zin, naar de zin van de PvdA-fractie, en overigens ook naar de zin van GroenLinks, te weinig en in te vage bewoordingen gesproken wordt over wat die nieuwe bestuurscultuur nu echt gaat betekenen. Het is mijn werk, mijn opdracht, mijn missie om hier namens de mensen die hun vertrouwen in mij hebben gesteld, waarnemingen te kunnen doen en erop te hopen dat er een gesprek gaat volgen met de vier coalitiepartijen, die zeggen daar ook voor open te staan, over hoe we dat verder kunnen verbeteren. Dat is één.
Twee. Die bestuurscultuur. Ik dacht even dat u ging zeggen dat het in Limburg begonnen was, maar dat ging u blijkbaar net even een tikkie te ver. Natuurlijk is die cultuur niet van de ene op de andere dag ontstaan en natuurlijk hebben alle partijen die hier zitten, zich daartoe te verhouden. Ik geloof dat bij uitstek de Partij van de Arbeid hierop gereflecteerd heeft. Niet alleen maar over wat er in het recente verleden is gebeurd, wat de ouders van de toeslagenaffaire is aangedaan, maar ook over wat democratie betekent, hoe je mensen daarbij kunt betrekken.
Voorzitter. Hier staande, als fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid: wij reflecteren, wij hebben eigen ideeën en wij behouden ons voortdurend in dit parlement het recht voor om de plannen van anderen te beoordelen.
De heer Remkes:
En daar hebt u ook het grootste gelijk van de wereld in. Mijn advies aan u zou ook zijn om dit thema vooral aan de orde te stellen in het debat over de regeringsverklaring.
De voorzitter:
Dan wil ik u bedanken. Ik kijk ook even naar de heer Koolmees. We maken eerst even schoon. Dank aan de heer Remkes. Het woord is aan de heer Koolmees.
De heer Koolmees:
Dank, voorzitter. Dank ook voor de gestelde vragen. Ik zal nog een paar antwoorden geven, maar eerst even in vervolg op de interessante discussie die net ontstond tussen de heer Remkes en de Kamer. Er is de afgelopen tijd veel gesproken over die nieuwe bestuurscultuur. Dat is heel erg begrijpelijk en heel erg terecht. In het coalitieakkoord wordt naar mijn idee een onderscheid gemaakt tussen drie niveaus. Eerst het politieke niveau: de verhouding tussen kabinet en Kamer; geen coalitieoverleg meer, maar ook de informatiepositie en de versterking van de Tweede Kamer met meer geld voor de ondersteuning in de Tweede Kamer. Dat is het eerste niveau.
Het tweede niveau gaat over de relaties tussen burger en overheid. Dan gaat het bijvoorbeeld over de hardheden, de motie-Omtzigt. De hardheden in wet- en regelgeving, waardoor mensen tussen wal en schip terechtkomen, maar ook de versterking van de uitvoeringsorganisaties. Juist als het gaat om het UWV, de SVB of de Belastingdienst staat een aparte paragraaf in het coalitieakkoord over de relatie tussen burger en overheid.
De derde laag die ik wil onderscheiden, gaat over het versterken van de tegenmacht, bijvoorbeeld door de Ombudsman extra geld te geven of door extra geld voor het College voor de Rechten van de Mens. Maar ook door bijvoorbeeld de griffierechten te verlagen, door de sociale advocatuur extra geld te geven om burgers die toch tussen wal en schip terechtkomen, meer toegang tot het recht te geven.
Die drie lagen — de politieke cultuur, de relatie burger-overheid en de tegenmacht — zitten naar mijn idee alle drie in het coalitieakkoord verankerd, met concrete maatregelen en concreet geld.
Ook richting uw Kamer geldt: die politieke cultuur, het eerste niveau, begint natuurlijk bij het vormgeven van een debat zoals we dat vandaag hebben gevoerd. Ik heb zelf de afgelopen jaren gelukkig heel goed kunnen samenwerken met de Kamer. Denk aan het Pensioenakkoord, waar ik met bijvoorbeeld de fracties van GroenLinks, de Partij van de Arbeid, de SGP en de coalitiefracties een deal heb kunnen maken over de wijziging van het pensioenstelsel. Maar denk ook aan de coronasteunpakketten NOW en Tozo, waar ook door heel veel partijen hier steun aan is gegeven. Dat is goed. Die samenwerking loont en die samenwerking zorgt er ook voor dat de politiek weer meer eensgezind wordt. Ik denk dat dat belangrijk is en ik roep u daar toch ook een beetje toe op, in het verlengde van de opmerking van de heer Van der Staaij vandaag in zijn rapport.
De heer Remkes en ik hebben goed gebruik kunnen maken van de rapporten van Herman Tjeenk Willink en van mevrouw Hamer, die eerder deze zomer tot stand zijn gekomen met meerdere partijen in huis. Niet alleen de vier nieuwe coalitiepartijen, maar ook andere partijen hebben natuurlijk ideeën aangedragen over de woningmarkt, de arbeidsmarkt, het klimaat, digitalisering. Alle ideeën die door meerdere partijen in hun verkiezingsprogramma zijn opgenomen, hebben ook hun weg gevonden in het coalitieakkoord. Ik hoop dat er de komende jaren iets meer samengewerkt wordt om die belangrijke ontwikkelingen tot stand te brengen. Dat is een beetje een stichtelijk woord van mijn kant, voorzitter.
De heer Klaver ...
De voorzitter:
De heer Azarkan heeft een feitelijke vraag.
De heer Azarkan (DENK):
Ik heb toch even een vraag over het proces. Het is natuurlijk hartstikke goed en echt te prijzen dat er meer geld naar de sociale advocatuur gaat. Dat hebben partijen, zowel intern als extern, vijf jaar geleden al gezegd. Het heeft ertoe geleid dat er slachtoffers zijn gevallen. Er zitten hier echt een aantal mensen die zich het schompes hebben lopen debatteren tegenover de minister voor Rechtsbescherming. Het was altijd nee. Het was altijd nee. In de laatste twee jaar is er geld bij gekomen. In de sociale advocatuur liepen ze weg. Ze zeiden: we gaan het niet eens meer doen; we gaan niet meer werken voor die €18 — dat was het uiteindelijk — per uur. Het is dus goed dat het gebeurt, maar de vraag is: als vanuit de oppositie dit soort misstanden in de samenleving geconstateerd worden, is er dan wel over te praten? Daar gaat het om. Daar komt de frustratie ook vandaan.
De heer Koolmees:
Maar ik sta hier als informateur. Ik sta hier om uit te leggen wat in het coalitieakkoord is opgenomen. In het coalitieakkoord zitten drie lagen. Er zitten inderdaad ook toegang tot het recht en griffierechten in. Ook de sociale advocatuur zit erin. Ik kan geen debat met u voeren over de afgelopen jaren. Dat wordt een heel raar debat. Ik zou het heel graag doen op sommige elementen, hoor. Maar dan wordt het een heel raar debat. Ik sta hier als informateur. Los daarvan constateer ik dat er wat betreft de invulling van de nieuwe bestuurscultuur op verschillende lagen, in dit coalitieakkoord juist stappen worden gezet. Die worden zowel gezet in de politieke cultuur als in de relatie burger-overheid en de relatie overheid-uitvoeringsorganisaties, als in de toegang tot het recht en het organiseren van tegenmacht. Dat vind ik als persoon verstandig.
De voorzitter:
U gaat weer verder.
De heer Koolmees:
De heer Klaver had een vraag over de reeksen ombuigingen in de zorg. Het gaat over pagina 5 van de bijlage. Ik heb het er even bij gepakt. Het gaat over vier reeksen die langer doorlopen dan 2026. Ik heb even gecheckt of die nu zomaar beschikbaar zijn. Dat is niet zo. Die komen uit Zorgkeuzes in Kaart van het Centraal Planbureau. Ik kan wel toezeggen, althans ik kan vragen — formeel ben ik namelijk geen informateur meer — aan bijvoorbeeld de ministeries van Financiën en VWS om voor het debat over de regeringsverklaring de reeksen uit te werken, zodat zichtbaar is wat eronder ligt. Dan gaat het met name over twee reeksen, dus de reeks passende zorg, die in 2037 een bepaald bezuinigingsniveau bereikt, en de reeks scheiden wonen en zorg, die in 2052 pas haar maximale opbrengst bereikt. Er zijn nog twee andere, kleinere reeksen. De rest van de reeksen die op pagina 5 zijn opgenomen, gaan tot 2026. Ik wil graag toezeggen dat ik dit verzoek overbreng. Dat is staatsrechtelijk gezien een unicum, volgens mij. Er luisteren ambtenaren mee. Er zijn ook partijen aanwezig die bij de formatie betrokken zijn. Ik denk dat het goed is dat die informatie beschikbaar komt voor uw Kamer.
De heer Klaver (GroenLinks):
Er is nog geen formateur benoemd, dus u bent nog helemaal niet van ons af. Volgens mij gaat dit staatsrechtelijk dus ook nog allemaal ...
De heer Koolmees:
Volgens mij zijn we gisteren, toen we het verslag overhandigden aan de Voorzitter ... Ik ben gewoon burger vandaag.
De heer Klaver (GroenLinks):
Het staat u wel goed.
De heer Koolmees:
Dank u. Dat is heel aardig.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik zou het wel fijn vinden dat dit wordt doorgezet en dat het zo snel mogelijk komt. Op één punt is er nu namelijk een discussie over wanneer dit gaat landen. Buiten deze Kamer is er een grote spinoorlog over de vraag of het nou bezuinigingen zijn of niet. Allerlei meningen buitelen over elkaar heen. We moeten ons aan de feiten houden. Bijvoorbeeld bij één reeks die volgens mij heel belangrijk is — dat is het integraal zorgakkoord — wil ik even bij de informateur checken of ik het goed heb gezien en of het klopt dat die in 2026 al een structureel beslag heeft van 1,2 miljard.
De heer Koolmees:
Dan kijken we op pagina 5 van de financiële bijlage van het coalitieakkoord op hoofdlijnen. Dan zie je inderdaad dat het bij de reeks integraal zorgakkoord inderdaad 1,5 miljard in 2027 is.
De heer Klaver (GroenLinks):
Exact. Dus even voor de goede orde: het gaat om 4,5 miljard die uiteindelijk structureel zal neerslaan in 2050, maar een aantal van de reeksen, bijvoorbeeld de zorgakkoorden — die gaan over de ziekenhuiszorg, dus over de ic's en de spoedeisende hulpen — hebben in 2027 al een beslag van 1,5 miljard en beginnen volgend jaar met een kleine 300 miljoen. Klopt dat?
De heer Koolmees:
Dat klopt. Dat staat ook in de tabel op pagina 5. Daar staat overigens ook ... Ik wil hier geen politiek debat van maken; absoluut niet. Dit is gewoon feitelijk, hè.
De heer Klaver (GroenLinks):
Zeker. Wij staan hier feitelijk met elkaar zaken te doen.
De heer Koolmees:
Er staan feiten. Er staat: de zorguitgaven zullen in 2022 88,4 miljard zijn en in 2026 94,6 miljard. Daar zit dus een verschil tussen van ruim 6 miljard. Dat geld komt erbij in diezelfde jaren. Maar de heer Klaver heeft gelijk; er zit ook een reeks in. Een hoofdlijnenakkoord. De heer Klaver vroeg daarover overigens terecht: wat zijn de repercussies daarvan in de praktijk? Hij vroeg dat heel terecht. Het lijkt me heel goed als u die inhoudelijke discussie voert met het nieuwe kabinet en met een nieuwe minister van Volksgezondheid, om daar op een uitstekende, samenwerkende manier invulling aan te geven.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Tot slot. We hebben het over een nieuwe bestuurscultuur. Als we het nou eens eens konden worden over de feiten, dan kunnen we vervolgens verschillen over de invulling hiervan.
De heer Koolmees:
Precies. Pagina 5, zeg ik, ook voor de mensen thuis.
De heer Klaver kan blijven staan. Hij vroeg namelijk ook naar de scenario's over rente en inflatie. Op pagina 44 van het coalitieakkoord is daarover een passage opgenomen. Dat is weer in de financiële bijlage. Daarbij gaat het ook over de nominale ontwikkeling, dus bijvoorbeeld over de inflatie en de rente. En er wordt ook een passage gewijd aan onze staatsschuld. Gemiddeld genomen staat onze staatsschuld ongeveer acht jaar vast. Dus voordat de hele staatsschuld vernieuwd is op de kapitaalmarkt, ben je acht jaar verder. Dat is dus een soort natuurlijke verzekering tegen snel stijgende rente.
De heer Klaver weet uit de tijd dat hij financieel woordvoerder was ook nog dat DNB en het Centraal Planbureau ieder jaar een financiëlestabiliteitstoets doen. Daarin kun je zien wat bijvoorbeeld een heel snelle stijging van de rente, of wat inflatieverwachtingen betekenen voor de hele Nederlandse economie. En ik kan me heel goed voorstellen dat de heer Klaver die vraag stelt als het nieuwe kabinet is geïnstalleerd. Want de inflatie laat de afgelopen tijd rare bewegingen zien. Denk bijvoorbeeld aan de energierekening. Maar je ziet ook dat door de hele lage werkloosheid de cao-lonen ook langzaam beginnen te reageren en dat de incidentele lonen gaan reageren. Er is gewoon geen overeenstemming onder de experts over de vraag of die inflatie nu tijdelijk is. Of is de inflatie tijdelijk hoger, en daarna weer lager? Of is ze toch wel stelselmatig iets hoger? Het lijkt mij heel verstandig om straks echt wel te vragen naar die relatie tussen inflatie, cao-lonen, incidentele lonen, rente en ook de betaalbaarheid van de financiën op de lange termijn. Het lijkt mij verstandig om straks, als het nieuwe kabinet is geïnstalleerd, daarnaar te vragen bij de nieuwe minister van Financiën, of bij DNB en het CPB. Die vraag begrijp ik heel goed. Maar het is niet één ding, hè. Het is niet alleen maar inflatie, het is ook de rente.
Tot slot een golden oldie van mij. Als pensioenminister weet ik ook dat wij in Nederland 1.900 miljard euro vermogen hebben. Een rentestijging is dus meestal uitstekend nieuws voor Nederland, omdat dan de dekkingsgraden voor de pensioenfondsen hard gaan stijgen en omdat daarmee ook ons nettovermogen toeneemt. Maar dat volledig terzijde en volledig ter lering ende vermaak.
De voorzitter:
Dit heb je met een informateur die heel veel weet van cijfers en financiën. Meneer Klaver wil nog een vraag stellen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik had het stukje uit het akkoord gelezen en ik vind het heel fijn dat de heer Koolmees het ons ook nog even voorleest. Ik wil het volgende punt maken. Wellicht kan de heer Koolmees hier weer gebruik van maken door dit door te geven aan de ambtenaren die meeluisteren. We gaan straks, bij de regeringsverklaring, het akkoord integraal met elkaar bespreken, inclusief alle consequenties ervan. Daarom zou ik bij het regeerakkoord in ieder geval een scenarioanalyse willen zien.
Waarom vraag ik daarom en waarom is dat relevant voor de controlerende taak van de Kamer? Na 2008 en de financiële crisis hebben we gezegd: dit nooit meer en we willen het aan zien komen als er iets gebeurt. Op dit moment is er veel instabiliteit en we weten nog niet hoe zich dit precies gaat ontwikkelen. Daarom wil ik daar scenario's van zien. Want deze coalitie gaat wel een vrij groot financieel experiment met de overheidsfinanciën doen. Dus zou u dit kunnen doorzetten, zodat we die scenario's bij de regeringsverklaring kunnen bespreken?
De heer Koolmees:
Ik kan helemaal niks doorzetten, want ik ben ex-informateur, maar er luisteren wel allerlei mensen mee. Misschien kan de voorzitter hier inderdaad een rol in spelen. Ik denk dat het wel ingewikkeld wordt om op korte termijn dit soort scenario's te hebben. Waarom? Je moet dan eigenlijk een integraal beeld hebben. Bijvoorbeeld: wat is de invloed van de inflatie op de cao-lonen? Wat is het effect van dit coalitieakkoord op de arbeidsmarkt, en daarmee op de cao-lonen? Dus ik denk dat zo'n integrale doorrekening verstandig is. We hebben gisteren bij de presentatie gezegd dat het voor de hand ligt om die te laten doen bij bijvoorbeeld de Voorjaarsnota, omdat je dan ook een macro-economisch totaalbeeld hebt waar je op kunt reflecteren. Maar uiteindelijk is het niet aan mij om daar invulling aan te geven, maar aan uw Kamer en ook aan het nieuwe kabinet. En ik heb gisteren ook al begrepen dat heel veel mensen daar heel ontspannen over zijn, hoor. Zij begrijpen dus heel goed dat de Kamer behoefte heeft aan deze informatie. Maar ik ga daar niet over. Ik zou willen voorstellen om dat gewoon te betrekken bij het debat over de regeringsverklaring en daar ook deze vraag te stellen.
De voorzitter:
U gaat verder.
De heer Koolmees:
Ja, ik ga verder. Ik heb nog twee punten, voorzitter.
De heer Van der Staaij vroeg heel terecht naar een belangrijk punt: de uitvoerbaarheid van alle plannen die in het coalitieakkoord zijn opgenomen. We hebben in het proces juist ook ontzettend veel aandacht besteed aan de uitvoerbaarheid, bijvoorbeeld door de Belastingdienst, het UWV, het COA en de IND uit te nodigen aan de formatietafel. Dat hebben we gedaan om met de onderhandelaars te horen wat er in de praktijk speelt, wat er wel en niet kan en welke keuzes er moeten worden gemaakt. Dat is de eerste stap. Daarnaast is in het coalitieakkoord besloten om WaU, Werken aan Uitvoering, voor 600 miljoen euro door te trekken tot 2030, juist om ook te investeren in ICT, in de menselijke maat, in de persoonlijke dienstverlening. Dat is dus in het coalitieakkoord opgenomen. Daarnaast is extra geld uitgetrokken voor de stabiele financiering van bijvoorbeeld COA en IND. Daarmee zie je ook dat er letterlijk handen en voeten worden gegeven aan meer ruimte voor de uitvoering. Ook wordt in de teksten van het coalitieakkoord, in de uitwerking, heel vaak gezegd dat de uitvoerbaarheid een belangrijk punt is. De commissie-Bosman, de TCU, de Tijdelijke commissie uitvoering, staat heel prominent in het coalitieakkoord, namelijk met invoeringstoetsen, met uitvoeringstoetsen. Ook wordt met de uitvoeringsorganisaties gesproken over wat er wel en niet kan en, zo ja, op welke termijn. Dat is mijn laatste opmerking.
Ik heb gisteren bij de aanbieding gezegd dat we moeten uitgaan van realisme. Heel veel uitvoeringsorganisaties — kijk naar de Belastingdienst, kijk naar het UWV — kunnen niet in één keer al die stelselwijzigingen doorvoeren. Dit betekent dat je wellicht een aantal jaren moet wachten voordat het mogelijk is in de uitvoering. Gisteren hebben we daar aandacht voor gevraagd, ook van uw Kamer, om daar realistisch in te zijn. Het kan namelijk niet allemaal in één keer. Niet alles kan tegelijkertijd. Dus is ons strenge advies om in overleg te treden met UWV, Belastingdienst, SVB en DUO, om juist goed na te denken over wat wel en niet kan en, zo ja, wanneer dan. Langs die lijn, vier punten, hebben we geprobeerd heel veel aandacht te geven aan de uitvoering in het coalitieakkoord.
Tot slot, voorzitter. Dit is naar alle waarschijnlijkheid de laatste keer dat ik in uw Kamer mag verschijnen. Er zouden nog allerlei ontwikkelingen kunnen zijn in de komende week, maar ik ga er toch van uit dat dit mijn laatste keer hier is. Daarom wil ik u, mevrouw de voorzitter, en alle mensen in de Kamer hartelijk bedanken voor elf jaar lief en leed: de bodes, de Dienst Verslag en Redactie, de ondersteuning, de mensen van het restaurant. Heel veel dank allemaal. Ik heb het altijd een heel warm bad gevonden. En ja, ik ga iets anders doen. Wat, dat weet ik niet.
(Geroffel op de bankjes)
De heer Koolmees:
Dank.
Helemaal tot slot — ik was namelijk nog niet klaar — wil ik vanaf deze plek alle ambtenaren, speciaal die van het ministerie van SZW, maar ook onze ambtenaren tijdens de formatie en de ambtenaren van UWV en SVB bedanken voor al hun harde werk. Ik roep u op: wees daar zuinig op.
Dank.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Dank namens de Tweede Kamer aan beide informateurs voor hun energie. Volgens mij zijn er al heel veel zaken over gezegd. We zijn blij dat er eindelijk witte rook was. We gaan nu meteen over naar de tweede termijn. Ik kijk even of daar behoefte aan is. Ik kijk naar de heer Wilders. Ja? Gaat uw gang.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u zeer. Een viertal moties. De eerste gaat om de zorg: geen bezuinigingen op de zorg.
De heer Wilders (PVV):
Een tweede motie, mevrouw de voorzitter, over de fondsen. 60 miljard voor klimaat en stikstof. Ik zei het al in mijn termijn: wat de PVV betreft moeten die worden besteed aan koopkracht en zorg. Vandaar de volgende motie.
De heer Wilders (PVV):
Ten slotte, voorzitter, nog een motie over de ic-capaciteit. Als we toch zo veel geld besteden, dan liever hieraan.
De heer Wilders (PVV):
Ten slotte, voorzitter. De hele inbreng van mij in mijn eerste termijn: het is een ramp voor Nederland als de coalitie waar deze informateurs aan hebben gewerkt, daadwerkelijk zal worden uitgevoerd en plaats zal nemen in vak-K. Haar wanbeleid kent geen grenzen. Nieuwe verkiezingen zijn — de PVV is consistent — keihard nodig. Vandaar de volgende motie.
De heer Wilders (PVV):
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan mevrouw Marijnissen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Over één punt hebben we dinsdag ook al gesproken in de Kamer. Toen kwam het verzoek van verschillende coalitiepartijen om daarover vandaag een motie in te dienen. En dan ben ik de beroerdste niet, natuurlijk.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het coalitieakkoord voorzien is van slechts een beperkte doorrekening, gebaseerd op een achterhaald inflatieniveau;
overwegende dat de hoge inflatie veel financiële onzekerheid brengt voor huishoudens;
constaterende dat het Nibud de koopkracht voor verschillende typen huishoudens in beeld kan brengen;
verzoekt het Nibud om een doorrekening te maken van het coalitieakkoord op basis van de uitgewerkte startnotitie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Bij de regeling hebben wij al het verzoek gedaan om die doorrekening bijtijds, liefst een week voor het debat over de regeringsverklaring, te ontvangen, zodat we een en ander ook kunnen bestuderen.
Ik heb nog een motie, die ook gaat over de zorg.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onder andere de coronacrisis eerder vraagt om meer investeringen in de zorg dan minder;
constaterende dat in het coalitieakkoord een miljardenkorting is voorzien voor de zorg, waar tijdens de komende kabinetsperiode al gekort wordt op onder andere de verpleeghuiszorg en de jeugdzorg;
spreekt uit dat kortingen op de zorg de komende kabinetsperiode ongewenst zijn en dat hoe dan ook eerst een fundamenteel debat over de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg gevoerd dient te worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ploumen van de PvdA.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter. Het is inmiddels wel duidelijk, ook voor de informateurs, dat ik niet van vaagheden houd. Vandaar deze motie, samen met de heer Klaver.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Algemene Rekenkamer adviseert om een duidelijke verbinding te leggen tussen beleidsplannen en concrete afrekenbare doelstellingen;
constaterende dat concrete afrekenbare doelstellingen in het coalitieakkoord op belangrijke thema's nog ontbreken;
verzoekt de formateur om voorafgaand aan het debat over de regeringsverklaring concrete afrekenbare doelen voor de komende kabinetsperiode te formuleren die jaarlijks gemonitord kunnen worden door het SCP, PBL en CPB,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Er is ook altijd zoiets als een nulmeting. Het begint bij het coalitieakkoord. Daar zien we graag de doorrekening en de doelen van en dan hopen we dat die ook de komende jaren komt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ploumen. Dan kijk ik naar de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter, dank. Ik dank de informateurs voor hun beantwoording. Ik dank de heer Koolmees in het bijzonder voor de fijne samenwerking de afgelopen jaren. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de huidige coronacrisis opnieuw heeft laten zien hoe belangrijk goede, toegankelijke zorg is;
van mening dat de helden van de zorg meer verdienen dan alleen applaus;
constaterende dat er in het coalitieakkoord ten opzichte van het basispad een ombuiging van 4,8 miljard euro per jaar is ingeboekt bij de zorg;
van mening dat het van belang is om inhoudelijk te kijken hoe de zorg versterkt kan worden en hoe de zorgkosten beheersbaar kunnen blijven, maar dat dit gesprek niet open gevoerd kan worden als de budgettaire opbrengst van 4,8 miljard euro al vooraf is vastgelegd;
verzoekt de formateur om deze structurele ombuiging van 4,8 miljard euro uit de boeken te halen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Klaver (GroenLinks):
Als aanvulling op mevrouw Ploumen. We hebben samen een motie ingediend om te zorgen dat er heldere, afrekenbare doelen zijn, zodat we de komende jaren kunnen volgen wat het kabinet doet. We zouden ook graag al een doorrekening van alle plannen willen bij de regeringsverklaring. Ik snap dat die niet helemaal compleet kan zijn, omdat nog niet alles is uitgewerkt, alle begrip daarvoor, maar dan hebben we ook beter zicht op wat er nog uitgewerkt moet worden. Dat kan ik nu niet aan de informateurs vragen, dat benadruk ik nog een keer, maar ik zou het wel fijn vinden om van de coalitiepartijen te horen of zij daartoe bereid zijn.
De voorzitter:
Als we na het stemmen echt een formateur hebben, dan kan ik de informatieverzoeken die er zijn geweest en de moties doorgeleiden. Ik denk dat dat het meest praktisch is. Dan gaan we dat zo doen.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Het is heel ongebruikelijk, maar de Partij voor de Dieren heeft een motie die erop is gericht dat het kersverse coalitieakkoord gewoon alvast wordt uitgevoerd.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de voorgenomen bouw van een enorm datacenter in Zeewolde een te groot beslag legt op duurzame energievoorziening, vruchtbare landbouwgrond en schaarse zoetwatervoorziening;
constaterende dat in het coalitieakkoord is opgenomen dat, wanneer het algemeen belang dit noodzakelijk maakt, het kabinet gebruik zal maken van de mogelijkheid een aanwijzing te geven aan de medeoverheden;
spreekt uit dat het op de valreep openen van een datacenter in Zeewolde niet in het algemeen belang is en in strijd is met wat in het coalitieakkoord over datacenters en een goede ruimtelijke inrichting is opgenomen;
spreekt uit dat de (nieuwe) regering, indien de gemeente Zeewolde besluit het datacenter te vestigen, een aanwijzing moet geven om dit tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Deze motie werd medeondertekend door zeer constructieve collega's.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Ik kijk even naar de heer Baudet: is er nog behoefte aan een termijn? Het hoeft op zich niet.
De heer Baudet (FVD):
Ik was eigenlijk aan het genieten.
De voorzitter:
Dan laten we het daarbij en dan geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt. De heer Dassen raakt net even van zijn à propos. Gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het vertrouwen in de politiek daalt;
constaterende dat de anticorruptie waakhond GRECO van de Raad van Europa al jaren constateert dat Nederland onvoldoende bindende maatregelen kent om corruptie te bestrijden en integriteit te waarborgen;
constaterende dat het demissionaire kabinet een aantal maatregelen voorstelt om de mogelijkheid tot het nemen van de draaideur voor bewindspersonen te verminderen;
overwegende dat deze maatregelen niet waarborgen dat potentiële bewindspersonen niet daadwerkelijk gebruik zullen maken van de draaideur of lobbyactiviteiten op hun oude ministerie na zullen laten;
verzoekt de formateur voorafgaand aan de aanstelling van de nieuwe bewindspersonen, in gesprek met de potentiële bewindslieden, hen te laten vaststellen dat zij zich houden aan het lobbyverbod voor het oude ministerie en aanpalende beleidsterreinen, het draaideurverbod en de afkoelperiode met verplicht advies en hen verplicht de self-assessment integriteit bewindspersonen af te laten nemen, dit gesprek schriftelijk vast te leggen en daarover terug te rapporteren aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Dassen.
Even kijken. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u, voorzitter. Ik wil graag een uitspraak van de Kamer over de aanwijzing van het kabinet waarbij gemeentes worden gedwongen om asielzoekers op te vangen, namelijk 2.000 stuks. Vanwege de urgentie wil ik graag dat daar voor het kerstreces over wordt gestemd. Dat kan bij de stemmingen die wij vanavond nog gaan hebben.
Het valt mij trouwens op dat die aanwijzing nooit een gemeente Laren of Blaricum betreft of een gebied rond Huis ten Bosch. Het zijn altijd Rotterdam, Gorinchem, Venray; die steden. Bijzonder. De boel wordt nu uitgerold, dus het is tijd voor een uitspraak. Het is, denk ik, de laatste kans voor de Tweede Kamer om dit te blokkeren.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet een aantal gemeentes en regio's dwingt om asielzoekers op te vangen;
constaterende dat de lokale democratie hiermee buitenspel wordt gezet;
overwegende dat dit niet acceptabel is;
verzoekt de regering niet over te gaan tot dwang richting gemeenten en regio's om asielzoekers op te vangen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, een laatste opmerking van mijn kant ter afsluiting. Dit is geen dreigement. Zo wil ik het niet noemen, maar JA21 heeft drie zetels in deze Kamer en heeft er zeven aan de overkant. Ik weet dat de coalitie er aan de overkant zes tekortkomt. Dus hou JA21 in de gaten, zou ik willen zeggen. Wij leggen die wens hier neer, maar dat doen wij niet voor de bühne. Daar zit misschien potentie in. Misschien kunnen de partijen die hier zijn verzameld rond dit akkoord daar rekening mee houden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans.
Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP. Gaat uw gang.
De heer Van der Staaij (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb toch nog even één motie, ook omdat mij niet helemaal duidelijk is hoe het nu zit met die doorrekening. De heer Klaver begon daar ook over. We hebben natuurlijk geen termijn meer van de kant van de beoogde informateur, dus ik dacht: dan is het het beste om toch ook nog een motie op dat punt in te dienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het coalitieakkoord nog niet is doorgerekend door het Centraal Planbureau (CPB);
overwegende dat een doorrekening noodzakelijk is en relevant inzicht geeft in bijvoorbeeld koopkrachteffecten, budgettaire effecten en gevolgen van het coalitieakkoord voor de overheidsfinanciën;
overwegende dat nog niet alle plannen volledig uitgewerkt zijn, maar veel voorstellen wel concreet geformuleerd zijn;
spreekt uit dat het CPB verzocht moet worden om het coalitieakkoord door te rekenen voor zover dat mogelijk is, en dit voor het debat over de regeringsverklaring af te ronden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Van der Staaij. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter. Dank ook aan de informateurs voor de beantwoording. Ik heb twee korte moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het nieuwe kabinet zich ten doel stelt om de oplossing van de kinderopvangtoeslagaffaire te versnellen;
overwegende dat dit niet kan zonder de input van de gedupeerde ouders en de kinderen;
spreekt uit dat de ouders en de kinderen een volwaardige rol krijgen in de implementatie van de herijking, de uitvoering en de heling,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een democratische samenleving alleen kan functioneren als iedereen meedoet en discriminatie wordt bestreden, en waar voor moslimhaat geen plaats is;
verzoekt de regering om een plan te ontwikkelen om moslimhaat te bestrijden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de pensioenen al meer dan tien jaar niet zijn geïndexeerd;
constaterende dat de koopkracht van gepensioneerden hierdoor enorm is verslechterd;
constaterende dat werkenden er zo'n 20% op vooruit zijn gegaan terwijl gepensioneerden 1% in de min staan;
overwegende dat deze inkomenskloof tussen werkenden en gepensioneerden moet worden gedicht;
constaterende dat de loskoppeling van het minimumloon en de AOW een verdere verslechtering van de koopkracht van ouderen betekent;
spreekt uit dat het loslaten van de koppeling van het minimumloon en de AOW onwenselijk is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dan de laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de commissie-Bosman schrijft dat een snelle toets op uitvoerbaarheid van gemaakte afspraken in het regeerakkoord kan helpen;
constaterende dat de uitvoeringsorganisaties aan de informateur geschreven hebben dat zij tot zo'n snelle toets in staat zijn;
overwegende dat een groot aantal zaken wel uitgewerkt is in het regeerakkoord en dat die zaken dus wel getoetst kunnen worden met een uitvoeringstoets;
verzoekt de formateur ervoor te zorgen dat er voor de regeringsverklaring zo'n uitvoeringstoets ligt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat BBB heel erg veel zorgen heeft over de toekomst van onze veilige, duurzame, betaalbare en altijd beschikbare voedselproductie. In de klimaatdrift dreigen er nu besluiten te worden doorgevoerd waarvan we over 20 of 30 jaar zullen zeggen: wat hebben we gedaan? Groene stikstof is straks ingeruild voor grijze stikstof. Dat klinkt vaag voor de leek, maar eigenlijk is het heel simpel: stikstof geproduceerd door de landbouw maakt onderdeel uit van een groene kringloop; daar krijgen we voedsel voor terug. Dat is heel fijn, want zonder voedsel ga je dood. Grijze stikstof, uitgestoten door de industrie, stoot alleen maar uit. Vele boeren hebben dit in de afgelopen weken met hun stikstofkarretje hier buiten het Tweede Kamergebouw aan diverse Kamerleden uitgelegd. Heel veel waardering daarvoor, en ook heel veel waardering voor het luisterend oor van de Kamerleden.
Voorzitter. Tijdens de formatie las ik regelmatig in de media wat de formerende partijen hadden gegeten. Op de laatste dag van de formatie las ik 's ochtends al in de media dat het avondeten was besteld. Voedsel was ook tijdens de formatie belangrijk om te kunnen functioneren. Dat is een waarheid als een koe. Ook met kerst staat voedsel centraal. Mijn zorg is dat voedsel zo vanzelfsprekend wordt gevonden dat wij ons niet meer verdiepen in wat boeren, tuinders en vissers allemaal moeten doen om ons elke dag van gezond voedsel te voorzien. Daarom wil ik de vier fractievoorzitters en de heren Remkes en Koolmees het BoerBurgerBoek aanbieden, met 21 persoonlijke verhalen van boeren, tuinders en één Noordzeevisser, waarin zij dit vertellen. Lees, leer en waardeer. En bedenk: kennis leidt tot begrip; begrip leidt tot draagvlak; draagvlak leidt tot bestaansrecht.
Ik wens iedereen hier, en alle mensen thuis, een heel erg fijn kerstfeest, met hopelijk de mensen die u allemaal liefheeft om u heen. En voor 2022 wens ik u geen geluk; ik wens u gezondheid, want met gezondheid komt geluk vanzelf.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. We zullen uw boek via de bode verspreiden. Ik dank u wel namens degenen die het boek mogen ontvangen.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Simons, BIJ1.
Mevrouw Simons (BIJ1):
Dank u, voorzitter. Ik heb een drietal moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet-Rutte III zijn ontslag heeft aangeboden vanwege het kinderopvangtoeslagschandaal en dat de partijen van Rutte IV een ereschuld hebben naar de slachtoffers van dit schandaal;
constaterende dat er nog steeds geen extern en onafhankelijk onderzoek is naar de kinderen die uit huis geplaatst zijn en dat het voorgestelde onderzoek niet onafhankelijk is;
constaterende dat de uithuisplaatsingen en het rapport (Gelijk)waardig herstel niet in het coalitieakkoord voorkomen, maar dat de Voorzitter van de Tweede Kamer het rapport (Gelijk)waardig herstel aan de Kamer heeft aangeboden en daarbij heeft verzocht om te reflecteren op de inhoud daarvan en de uitnodiging van de betrokkenen om een nadere toelichting te geven wordt omarmd;
verzoekt de vier partijen vóór de regeringsverklaring een addendum aan het akkoord te presenteren waarin ingegaan wordt op uit huis geplaatste kinderen, het externe onafhankelijke onderzoek en de uitvoering en het onder de aandacht brengen van het rapport (Gelijk)waardig herstel bij de betrokken partijen zoals gemeenten en de VNG,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het coalitieakkoord spreekt van de ambitie om de zorg betaalbaar te houden;
overwegende dat FNV, BGZJ, MIND en Defence for Children zich reeds uitspraken tegen de invoering van een eigen bijdrage voor de specialistische jeugdhulp, omdat deze kan leiden tot zorgmijding, verergering van klachten, zwaardere hulpvragen, een stijging van gedwongen opnamen en crisisbehandelingen, en onnodige administratieve kosten;
constaterende dat de eigen bijdrage in de volwassen ggz om exact de voornoemde redenen in 2013 werd afgeschaft;
overwegende dat de invoering van een eigen bijdrage in de jeugdzorg voorts kan bijdragen aan de vergroting van (kansen)ongelijkheid;
spreekt uit dat er geen eigen bijdrage voor de jeugdzorg mag worden ingesteld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Simons (BIJ1):
En voorzitter, een hele korte nog.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in Nederland geen directe democratische instrumenten bestaan om een premier te verkiezen, dan wel uit functie te ontheffen;
overwegende dat het bij een democratische rechtsstaat past dat de zittingstermijnen van een individu in de belangrijkste machtspositie van het land zijn beperkt;
spreekt uit dat de duur van de bekleding van het premierschap door een individu gelimiteerd dient te worden tot maximaal twee termijnen dan wel acht achtereenvolgende jaren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga. Ga uw gang.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank, voorzitter. Twee moties. De eerste gaat over het doorrekenen van de klimaatkosten voor het mkb.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er meerdere maatregelen in het coalitieakkoord staan met betrekking tot het klimaat en waarvan de kosten worden afgewenteld op het mkb;
verzoekt de formateur om het Planbureau voor de Leefomgeving te vragen de kosten en de baten van de klimaatmaatregelen door te rekenen voor het mkb, en de uitkomsten aan de Kamer te sturen vóór het debat over de regeringsverklaring,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De tweede gaat over de regeldruk.
Dank u wel, meneer Van Haga. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van deze beraadslaging.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank wederom de informateurs, die er niet meer zijn, zo zeg ik: de heer Remkes en de heer Koolmees. Ik dank de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de mensen thuis. We gaan vanavond nog stemmen over de ingediende moties.
Er is, ter afsluiting, nog een vraag van de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ja, nou, voorzitter, eigenlijk een mededeling. We gaan richting het kerstreces, maar ik denk dat het goed zou zijn als we nog een feitelijke ronde zouden kunnen hebben over het regeerakkoord. Dus ik wil straks een e-mailprocedure starten via de commissie voor Financiën om de formateur te vragen die feitelijke vragen te beantwoorden als de ministersploeg is geïnstalleerd.
De voorzitter:
Dank u wel. En ook als we gestemd hebben over de motie en we formeel een formateur hebben. Ik dank u wel. De heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
We moeten natuurlijk wachten tot het kabinet er is, maar ik ga ervan uit dat het debat over de regeringsverklaring in de eerste week na het reces zal plaatsvinden. Kunt u daar iets over zeggen, voor zover u het weet? Ik denk dat het goed is voor heel veel collega's om daar al iets over te zeggen.
De voorzitter:
Ik snap dat. Het is een terechte vraag. Het wordt de eerste week na het reces, als het procedureel allemaal lukt, want er zijn misschien ook wat doorstromingen vanuit de Kamer naar het kabinet. Dat zou zomaar kunnen. Dat betekent dat er dan ook collega's beëdigd moeten worden. Er moeten dingen worden uitgezocht. Dus het is de eerste week na het reces of de week daarna.
De heer Wilders (PVV):
Oké. Mijn vraag is, als u dat al zou weten gedurende het reces, om dat tijdig te communiceren, ook al is het in het reces.
De voorzitter:
Ja. Een terechte vraag; dat gaan we doen. Ik dank u, meneer Wilders.
Ik schors de vergadering tot 19.00 uur en dan gaan we verder, met een aantal tweeminutendebatten.
De vergadering wordt van 17.45 uur tot 19.04 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20212022-36-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.