16 Leefbaarheid en veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Leefbaarheid en veiligheid (CD d.d. 07/10).

De voorzitter:

We gaan door met het tweeminutendebat Leefbaarheid en veiligheid, met als eerste spreker mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

En die heeft een heleboel moties. Ik ga snel van start.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de mogelijk discriminerende werking van de Rotterdamwet bij (verlengings)aanvragen en ook door RIGO niet getoetst is;

overwegende dat het College voor de Rechten van de Mens, meerdere rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en recent vijf VN Speciaal Rapporteurs hun zorgen hebben geuit over de discriminerende werking van de Rotterdamwet;

verzoekt de regering in kaart te brengen welke groepen direct en indirect worden getroffen door toepassing van de Rotterdamwet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 838 (32847).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de laatste evaluatie over de Rotterdamwet niet voldoet aan de eisen die aan een onafhankelijke evaluatie mogen worden gesteld;

overwegende dat de Rotterdamwet een ernstige inbreuk is op het recht op vrije vestiging;

verzoekt de regering toepassing van de Rotterdamwet en verlengingsaanvragen niet te accepteren totdat er een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 839 (32847).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dan de derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich bijna zes jaar geleden over de Rotterdamwet uitsprak maar daarbij de mogelijke discriminerende werking buiten beschouwing liet;

overwegende dat dit Hof voorwaarden heeft gesteld waaronder een inbreuk op het recht om je vrij te vestigen toelaatbaar was;

verzoekt de regering een onafhankelijk juridisch onderzoek uit te voeren of de wet nog voldoet aan de voorwaarden van dat Hof en daarbij ook de mogelijke discriminerende werking mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 840 (32847).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Raad van State en het College voor de Rechten van de Mens hun zorgen hebben geuit over verschillende artikelen, zoals de noodzaak en proportionaliteit van de Rotterdamwet;

overwegende dat vijf Verenigde Naties Speciaal Rapporteurs vastgesteld hebben dat de Rotterdamwet een inbreuk is op een fundamenteel recht;

verzoekt de regering de eisen, waaronder noodzakelijkheid en proportionaliteit, voor (verlengings)aanvragen aan te scherpen en te uniformiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 841 (32847).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de laatste RIGO-studie naar de Rotterdamwet niet heeft kunnen aantonen dat deze wet effectief is;

overwegende dat deze wet een voorwaardelijke inbreuk is op het recht je ergens vrij te vestigen mits aangetoond wordt dat de maatregel effectief is;

verzoekt de regering de Rotterdamwet af te schaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 842 (32847).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Beckerman. Meneer Koerhuis van de VVD, het woord is aan u.

De heer Koerhuis (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat één op drie Nederlanders woonoverlast ervaart;

constaterende dat corporaties gegevens van zorg- en veiligheidshuizen niet mogen registreren;

overwegende dat om woonoverlast aan te pakken, corporaties gegevens moeten kunnen registreren;

verzoekt de regering om een pilot te starten waarin zorg- en veiligheidshuizen gegevens kunnen delen met corporaties en corporaties die gegevens mogen registreren om woonoverlast aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koerhuis en Grinwis.

Zij krijgt nr. 843 (32847).

De heer Koerhuis (VVD):

De tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat meer mensen woonfraude plegen bij de toewijzing van sociale huurwoningen;

constaterende dat om woonfraude aan te pakken, de pilot goed loopt waarin corporaties toegang krijgen tot inkomens- en BRP-gegevens bij de toewijzing van sociale huurwoningen;

verzoekt de regering om, indien de evaluatie goed is, de pilot om te zetten in beleid om woonfraude aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 844 (32847).

Dank. Tot slot is het woord aan de heer Boulakjar, D66.

De heer Boulakjar (D66):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de heer Koerhuis en mevrouw Beckerman voor het organiseren van het commissiedebat over leefbaarheid en veiligheid, een heel belangrijk onderwerp. Ik heb daar één motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat leefbaarheid een langdurig commitment vraagt van alle betrokken partijen;

overwegende dat het van belang is dat regelgeving omtrent leefbaarheid goed getoetst kan worden, en de menselijke maat voorop dient te staan;

overwegende dat uit de evaluatie van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek blijkt dat cijfermatig inzicht over de werking van de wet verbeterd kan worden;

verzoekt de regering om met betrokken partijen de aanbevelingen in de evaluatie omtrent beter cijfermatig inzicht uit te werken, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boulakjar.

Zij krijgt nr. 845 (32847).

Dank. Ik schors voor enkele minuten. Dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

En daar is de minister alweer. Ik geef het woord aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Mevrouw Beckerman heeft vijf moties ingediend, op de stukken nrs. 838 tot en met 842, die eigenlijk allemaal gaan over de zogenaamde Rotterdamwet, de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek. Ik ga alle vijf de moties van mevrouw Beckerman ontraden. Ik zie het echt anders. Ik zie dat uit de evaluatie blijkt dat de wet een goede aanvulling is op een breed palet aan maatregelen die gemeenten zelf treffen. Selectieve woningtoewijzing draagt juist bij aan het bevorderen van meer gemengde wijken, en gemeenten gaan zorgvuldig om met de toepassing ervan. Ook zie ik dat er veel draagvlak is. Het is echt goed getoetst, ook door de Raad van State en het EHRM. Met die onderbouwing ontraad ik alle vijf de moties van mevrouw Beckerman.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 843, van de heer Koerhuis en de heer Grinwis. Deze motie vraagt de regering eigenlijk om een pilot te starten en vandaaruit misschien vervolgstappen te zetten, maar wij willen eigenlijk de wet gaan aanpassen. Dat wordt een aanpassing van de Woningwet om expliciet te regelen dat corporaties bij de uitvoering van hun taken in specifieke situaties inderdaad gezondheidsgegevens of strafrechtelijke gegevens kunnen verwerken. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik wil dus meteen doorgaan met die wetswijziging. Om die reden vind ik de motie niet nodig en ontraad ik haar dus ook. Maar wat de indieners willen, gaat dus wel gebeuren.

De motie op stuk nr. 844, ook van de heer Koerhuis, geef ik graag oordeel Kamer.

Datzelfde geldt voor de motie van de heer Boulakjar, op stuk nr. 845.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar snelle beantwoording. Als ik om me heen kijk, zie ik dat we meteen door kunnen.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven