15 Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 06/10).

De voorzitter:

Wij gaan door met het volgende tweeminutendebat, namelijk het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving, met als eerste spreker de heer Koerhuis van de VVD.

De heer Koerhuis (VVD):

Drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bewoners een onvoldoende geven in het tevredenheidsonderzoek over de proeftuinen aardgasvrije wijken;

overwegende dat om tevredenheid van bewoners te vergroten haalbaarheid, betaalbaarheid en participatie moeten worden verbeterd;

verzoekt de regering om een tussentijdse evaluatie van het Programma Aardgasvrije Wijken uit te voeren en het programma aan te passen gebaseerd op de resultaten van de evaluatie als die daartoe aanleiding geeft;

verzoekt de Kamer hierover te informeren voor het volgende commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving en de derde tranche van het programma,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koerhuis en Beckerman.

Zij krijgt nr. 919 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat huiseigenaren niet moeten worden verplicht tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen;

constaterende dat dit nu toch lijkt gebeuren bij een ingrijpende renovatie;

constaterende dat de Europese richtlijn de ruimte geeft om huiseigenaren niet te verplichten tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen;

constaterende dat er geen overzicht is hoe andere Europese landen deze richtlijn implementeren;

verzoekt de regering om een overzicht te sturen hoe andere Europese landen deze richtlijn implementeren;

verzoekt de regering om huiseigenaren niet te verplichten tot het nemen van hernieuwbare-energiemaatregelen bij een ingrijpende renovatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 920 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat huiseigenaren niet moeten worden verplicht tot verduurzaming;

verzoekt de regering om huiseigenaren wel te stimuleren tot verduurzaming, door te informeren en te wijzen op subsidies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis.

Zij krijgt nr. 921 (32813).

Over die laatste motie is een vraag, van de heer Kops.

De heer Kops (PVV):

Nee, voorzitter. Ik heb een vraag over de eerste motie. De heer Koerhuis vraagt volgens mij in zijn motie om een tussentijdse evaluatie, een tussentijds onderzoek, maar dat ligt er toch eigenlijk al? Er ligt al een bewonerstevredenheidsonderzoek en daaruit blijkt duidelijk dat bewoners ontevreden zijn. Ook de resultaten van het Programma Aardgasvrije Wijken vallen zwaar, zwaar tegen. Er ligt dus al genoeg onderzoek waaruit blijkt, waaruit je de conclusie kan trekken, dat we ermee moeten stoppen. Wat gaat die extra tussentijdse evaluatie van de heer Koerhuis dan toevoegen?

De heer Koerhuis (VVD):

Hier hebben we het in het commissiedebat over gehad. Naar mijn mening zijn de zorgen die naar boven kwamen in dat bewonerstevredenheidsonderzoek niet goed meegenomen door de minister en ik zou graag zien dat ze die wel meeneemt.

De voorzitter:

Hiermee moet u het doen, meneer Kops.

De heer Kops (PVV):

Ja, voorzitter. De heer Koerhuis komt met een motie. Hij wil een tussentijds onderzoek, een tussentijdse evaluatie, maar er ligt gewoon al onderzoek waaruit blijkt dat bewoners niet tevreden zijn. De heer Koerhuis wil dat de minister daar iets mee doet. Nou, de enige conclusie kan dan zijn dat je moet stoppen met dat Programma Aardgasvrije Wijken. Deelt de heer Koerhuis dan die mening?

De heer Koerhuis (VVD):

Nou, dat is de conclusie van de heer Kops. Ik ben niet zover. Ik zou graag willen zien dat de minister de zorgen die boven zijn komen drijven in het bewonerstevredenheidsonderzoek meeneemt en ik zou graag zien dat ze daarvoor een tussentijdse evaluatie doet.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koerhuis. Dan is nu het woord aan de heer Kops van de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. Het aardgasvrij maken van woningen. Het is nog maar net begonnen, maar nu al één groot drama. Daar heb ik twee moties bij, die voor zich spreken. Motie één.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het volgens het Economisch Instituut voor de Bouw €40.000 kost om een gemiddelde woning van het gas af te halen;

constaterende dat deze zogenaamde "verduurzaming" volgens het Planbureau voor de Leefomgeving "voor vrijwel niemand rendabel" is;

overwegende dat huishoudens in Duitsland geld toe krijgen als zij een gasaansluiting nemen, terwijl in Nederland iedereen van het gas af moet, gedwongen en wel;

overwegende dat wat Nederland aan CO2-uitstoot bespaart door alle woningen van het gas af te halen, door China in slechts drie uur teniet wordt gedaan;

verzoekt de regering onmiddellijk te stoppen met het gasvrij maken van woningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 922 (32813).

De heer Kops (PVV):

En dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de eerste en tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken in totaal 220 miljoen subsidie is uitgekeerd en dat daarmee tot dusverre slechts 1.200 woningen van het gas af zijn gehaald, oftewel meer dan €180.000 per woning;

constaterende dat uit het bewonerstevredenheidsonderzoek blijkt dat bewoners het Programma Aardgasvrije Wijken gemiddeld een onvoldoende geven, met name vanwege de hoge kosten;

constaterende dat de regering nu voornemens is via de derde tranche nog eens 50 miljoen euro subsidie aan het Programma Aardgasvrije Wijken te besteden;

verzoekt de regering de derde tranche van 50 miljoen niet uit te keren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 923 (32813).

De heer Kops (PVV):

Kijk, zo kan het ook, meneer Koerhuis. Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Grinwis, ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. De ChristenUnie is meer een partij van de wel-boodschap, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in de begroting ruim een half miljard euro is uitgetrokken voor een nationaal isolatieprogramma en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer per brief informeerde over de hoofdlijnen van dat programma;

overwegende dat de grootste winst voor klimaat, wooncomfort en portemonnee te behalen is bij woningen met de slechtste labels;

overwegende dat uit onderzoek van TNO blijkt dat energiearmoede zich concentreert in enkele regio's en hierbij in een belangrijk deel van de gevallen ook sprake is van slecht geïsoleerde woningen;

verzoekt de regering de komende jaren de focus te leggen op het isoleren van woningen met label G, F, E en D, te beginnen daar waar de grootste energiearmoede is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Boulakjar en Bromet.

Zij krijgt nr. 924 (32813).

Dank. Er is een vraag aan u van mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik heb samen met de collega van het CDA en de heer Grinwis een nationaal isolatieprogramma voorgesteld. Ik zou willen vragen of ik mee mag tekenen met deze motie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Natuurlijk. Mijn excuses, mevrouw Bromet. Ik had natuurlijk even bij u langs moeten komen, maar we hadden kort de tijd. Bij dezen staat mevrouw Bromet eronder.

De voorzitter:

Mevrouw Bromet tekent mee op deze motie.

De heer Koerhuis (VVD):

Ik zie de heer Grinwis staan, dus ik heb een beeld bij regio's en welke regio's hij bedoelt. Maar hij blijft in de motie een beetje zweven. Welke regio's bedoelt hij specifiek?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

In de overweging staat een verwijzing naar het TNO-onderzoek. Daarin wordt duidelijk welke gebieden in Nederland het meest rood kleuren als het gaat om waar de grootste energiearmoede is. Dat concentreert zich vooral in het noordelijke en oostelijke deel van Nederland en, uit mijn hoofd, ook wel deels in Zeeland en Brabant. Maar ik moet de plaat dan in gedachten even voor mijn ogen toveren. Maar daar zijn de grootste problemen met energiearmoede. Dat gaat vaak samen met lage inkomens en slechte isolatie. Nou, dat voegen we samen en daarmee scherpen we de brief van de minister net weer ietsjepietsje aan. Daarmee komen we weer een stapje verder en maken we het land weer ietsje beter en mooier.

De voorzitter:

Dank aan de heer Grinwis. Dan is nu het woord aan mevrouw Bromet van GroenLinks.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter. Als het gaat over het isoleren van woningen, dan heb je te maken met huiseigenaren. Die willen we stimuleren door het nationaal isolatieprogramma. Je hebt mensen die wonen in sociale huurwoningen. Daarvoor willen wij als GroenLinks dat de verhuurderheffing wordt afgeschaft, zodat corporaties in staat zijn om deze woningen te verduurzamen. Maar er zijn ook een heleboel mensen die in een huurwoning wonen in de geliberaliseerde sector, en daar is deze motie voor bedoeld.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nog veel huurwoningen in de geliberaliseerde sector slecht geïsoleerd zijn en bewoners hierdoor onnodig hoge energielasten hebben, zonder dat zij zelf in staat zijn om hun woning beter te isoleren;

overwegende dat er op dit moment nog te weinig instrumenten zijn voor huurders om betere isolatie bij de verhuurder af te dwingen;

verzoekt de regering om op korte termijn met concrete plannen te komen hoe bewoners op een laagdrempelige manier kunnen afdwingen dat de verhuurder de woning beter isoleert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bromet.

Zij krijgt nr. 925 (32813).

Dank aan mevrouw Bromet. Dan is nu het woord aan de heer Van Haga. Gaat uw gang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Mijn eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bestaande gasinfrastructuur bij het eventuele grootschalige gebruik van waterstof in de toekomst van belang kan zijn;

verzoekt te regering zich in te zetten voor het behouden van de gasinfrastructuur waar mogelijk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 926 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de huidige generatie warmtepompen niet voldoet vanwege het feit dat het rendement lager is dan verwacht;

overwegende dat de volgende generatie warmtepompen naar verwachting een beter rendement heeft en water kan verwarmen tot 80 graden Celsius;

verzoekt de regering geen subsidie meer te verstrekken voor deze generatie warmtepompen en te wachten op de volgende generatie warmtepompen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 927 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de transitie naar toekomstbestendige energiebronnen en -dragers gebaat is bij goede kennis van vergunningverlenende decentrale overheden, zoals gemeenten en provincies;

constaterende dat specifieke kennis inzake vergunningverlening rondom bijvoorbeeld kleinschalige agrowaterstof bij deze overheidsinstanties te wensen overlaat;

overwegende dat juist deze kleinschalige en regionale opwekking van groene waterstof een belangrijke rol kan spelen in het ontlasten van de overbelaste stroomnetten en het verduurzamen van de gebouwde omgeving;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe een landelijk expertisecentrum "decentrale waterstof" voor overheden ingericht kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 928 (32813).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Deze laatste motie is eigenlijk ook bedacht door mevrouw Van der Plas.

De voorzitter:

Met de hartelijke groeten van mevrouw Van der Plas.

Het woord is nu aan mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huishoudens aangesloten op het warmtenet de dupe zijn van de hoge gasprijzen;

overwegende dat de Warmtewet deze huishoudens niet voldoende beschermt;

verzoekt de regering de beleidsregels voor het stellen van het maximumtarief van warmte aan te passen zodat warmtebedrijven uit deze gasprijsstijging geen extra rendement kunnen behalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 929 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Woonbond, FNV en Milieudefensie een eerlijkere compensatie van de gestegen energieprijzen voorgesteld hebben;

overwegende dat het Nibud aangeeft dat deze voorstellen meer bij de kwetsbare huishoudens terechtkomen;

verzoekt de regering:

  • -de belastingkorting op de energierekening te verhogen met €115, inclusief btw;

  • -het tarief in de eerste schijf op de elektriciteit te verlagen met €0,042, inclusief btw;

  • -de algemene heffingskorting met €50 te verhogen;

  • -de basishuur met €50 te verlagen;

  • -de huurtoeslag boven de kwaliteitskortingsgrens van 65% naar 75% te verhogen en boven de aftoppingsgrens van 40% naar 50%,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 930 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dan de laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat woningen gebreken vertonen waardoor de energierekening hoog is;

constaterende dat huurders in problemen komen;

verzoekt de regering de lijst van ernstige gebreken uit te breiden op grond waarvan een huurder bij de Huurcommissie huurverlaging kan claimen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.

Zij krijgt nr. 931 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Tot slot is het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Iedereen lijkt isolatie belangrijk te vinden en voortgang te willen maken. Toch gebeurt er wat ons betreft veel te weinig. Daarom heb ik twee moties meegenomen. Ik heb ook nog een vraag, zeg ik even tussen neus en lippen door. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende het belang om woningen goed te isoleren;

constaterende dat de arbeidskosten voor het aanbrengen van isolatie in het lage btw-tarief vallen;

constaterende dat de materiaalkosten voor isolatiemateriaal in het hoge btw-tarief vallen;

verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe duurzame isolatiematerialen ook onder het lage btw-tarief gebracht kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 932 (32813).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan stel ik mijn vraag even tussendoor, want die haakt aan op mijn tweede motie. Ik had een vraag in het debat die onbeantwoord bleef. Die ging over de klimaat- en isolatiedoelen, die steeds maar niet gehaald worden. Ik ben benieuwd of de minister er iets in ziet om deze doelen wettelijk vast te leggen. Wij hebben een motie die niet gaat over de wettelijke vastlegging, maar wel die kant op beweegt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in het convenant energiebesparing gebouwde omgeving uit 2017 werd afgesproken om 10 PJ energie te besparen in de gebouwde omgeving, maar dit uiteindelijk slechts 2 PJ was;

constaterende dat in het energieakkoord gebouwde omgeving uit 2013 ook isolatiedoelen staan voor 2020 die niet behaald lijken te zijn;

van mening dat het beleid, zelfs voor de tamelijk lage isolatiedoelen, structureel tekortschiet;

verzoekt de regering de financiële middelen die ze beschikbaar stelt en de instrumenten die worden opgetuigd voor de isolatieopgave beter te laten aansluiten bij de gestelde doelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 933 (32813).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Ik schors voor vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de beantwoording door de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Even kijken of ik het nu in de goede volgorde doe. Ja. Ook hier was de heer Koerhuis de indiener van de eerste motie. Ik kan niet doen wat in de motie op stuk nr. 919 staat. Ik vind het wel verstandig om na de derde ronde aardgasvrije wijken weer een evaluatie te doen. De voorstellen voor de derde ronde zijn ingediend. De elementen die de Kamer belangrijk vindt, onder andere de hier genoemde betrokkenheid van mensen en een tevredenheidsonderzoek, worden juist allemaal meegewogen bij de beoordeling van de nieuwe tranche. Ik vind het dus een kwestie van behoorlijk bestuur om hiermee door te gaan en niet tussentijds nog veranderende regels te gaan toepassen. Ik moet deze ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 920 van de heer Koerhuis. Hier hebben de heer Koerhuis en ik al vaker over gedebatteerd. Ik heb al heel vaak gezegd dat ik deze richtlijn van de Europese Unie moet doorvoeren. Ik heb daar geen keuzevrijheid in. We moeten het implementeren. Sterker nog, de infractieprocedure is al gestart door de Europese Commissie. Daar informeer ik de Kamer dan ook bij dezen over. Om de heer Koerhuis toch wat milder te stemmen, zou ik wel kunnen proberen om een overzicht te maken van hoe andere landen deze Europese richtlijn implementeren. Die toezegging doe ik dus graag, maar ik ontraad de motie. Ik kom toe aan de motie op stuk nr. 921 van de heer Koerhuis. Het dictum, huiseigenaren stimuleren tot verduurzaming door ze te informeren en te wijzen op subsidies, wil ik heel graag doen. Dat ga ik ook doen. Maar ik wijs er wel op dat in de overweging iets staat waarover je een verschillend oordeel kunt hebben. Ik weet oprecht niet of daarover bijvoorbeeld bij de formatieonderhandelingen wordt gesproken en wat een volgend kabinet daarmee gaat doen. Dus die kanttekening maak ik wel, maar ik kan uit de voeten met het dictum. Dus geef de motie graag oordeel Kamer.

Ik kom toe aan de motie op stuk nr. 922 van de heer Kops. Hij wil graag stoppen met het gasvrij maken van woningen. Dat lijkt me onverstandig. Daarom ontraad ik de motie. Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 923 van de heer Kops, waarbij ik ook wil opmerken dat de getallen die hij noemt gewoon echt niet kloppen. We geven €4.000 tot €5.000 per woning uit. Het is gewoon onzin wat hier staat. Gemeenten hebben acht jaar de tijd om aardgasvrije wijken te realiseren. Dus ik ontraad de motie.

De heer Kops (PVV):

Ik vind dat toch een beetje flauw. Want feit is gewoon: op dit moment is er 220 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dan zien we dat er tot dusverre maar 1.200 woningen van het gas af zijn. Dan is het toch een heel simpele rekensom: €180.000 per woning. De minister kan dan wel zeggen dat gemeenten tot 2030 de tijd hebben en dat ze wil dat het uiteindelijk "maar" €5.000 per woning kost, maar feit is gewoon dat het voor geen meter loopt. 220 miljoen euro is er al uitgekeerd, slechts 1.200 woningen zijn er van het gas gehaald, wat meer dan €180.000 per woning is.

Minister Ollongren:

Ik vind het leuk geprobeerd van de heer Kops, maar hij is echt te slim, hij weet zelf ook dat dit gewoon onzin is. Want gemeenten kunnen dat niet van de ene op de andere dag realiseren. We weten precies bij ieder project over hoeveel woningen het gaat en ze hebben de tijd om dat te realiseren. Daarvoor is dat geld. Het sommetje is dus onzin. Ik ontraad de motie.

De voorzitter:

U bent bij de motie op stuk nr. 924.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 924 van de heer Grinwis en mevrouw Bromet over een Nationaal Isolatieprogramma.

De voorzitter:

En van de heer Boulakjar.

Minister Ollongren:

Die naam stond er al onder. Ik noemde mevrouw Bromet omdat ik hoorde wat ze zei. En, inderdaad, de heer Boulakjar. Ik vind het heel sympathiek om zo veel mogelijk focus te leggen op de slechte labels en de gebieden met energiearmoede. Daar gaan we graag voorrang aan geven. Oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 925 van mevrouw Bromet. Die is iets ingewikkelder. Eigenlijk zou ik bijna zeggen dat de motie overbodig is, want het kan al wat er staat. Er is al wettelijk initiatiefrecht, waarmee de huurder isolatie kan afdwingen. Als het nieuwe kabinet ook nog nieuwe voorstellen zou willen doen, dan kan dat natuurlijk altijd. Zo heb ik dat al eerder aan de Kamer gemeld. Maar wat de motie vraagt, kan strikt genomen eigenlijk al. Het is dus ondersteuning van beleid. En als ze daarbovenop nog iets wil, vind ik dat nieuw beleid voor een nieuw kabinet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Soms is ondersteuning beleid oordeel Kamer, want dat gebeurt toch al. Nu is het dan ontraden.

Minister Ollongren:

Ik wil met deze uitleg eigenlijk suggereren dat deze motie misschien overbodig zou zijn, maar dat is dan met de uitleg van het wettelijk initiatiefrecht zoals het bestaat. Als mevrouw Bromet eigenlijk nog meer wil dan dat, dan verwijs ik naar een nieuw kabinet.

De voorzitter:

Maar we hebben hier in dit huis, afhankelijk van degenen die in vak-K plaatsnemen, wel de regel dat als een motie ondersteuning van beleid en daarmee eigenlijk overbodig is, deze het oordeel ontraden krijgt. Mevrouw Bromet.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ik ga me even beraden.

De voorzitter:

Dat is goed. Maar dan krijgt de motie voor nu ontraden.

Minister Ollongren:

Ja.

De voorzitter:

Want ondersteuning beleid.

Minister Ollongren:

Precies. De motie op stuk nr. 926 van de heer Van Haga. Dan kom ik op een aantal moties van hem met steeds hetzelfde, namelijk dat ik mijn collega van EZK moet consulteren, want dit is haar beleidsterrein. Het gaat over netbeheerders. Ik kan de motie nu niet van een oordeel voorzien. Dat geldt voor de moties op stuk nrs. 926 en 927. Ik kan proberen dat de Kamer nog een oordeel krijgt, nadat ik de collega van EZK heb kunnen raadplegen. Dat doe ik zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Lukt dat vóór de stemmingen van dinsdag?

Minister Ollongren:

Dat lijkt me wel.

De voorzitter:

Er wordt namelijk aanstaande dinsdag over deze moties gestemd.

Minister Ollongren:

Ja, en mocht dat om wat voor reden dan ook niet lukken, dan zal ik dat melden, maar ik zal mijn best doen om ervoor te zorgen dat het lukt.

De voorzitter:

Dus het oordeel volgt nog?

Minister Ollongren:

Ja.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het lijkt me prima als dat oordeel vóór dinsdag komt, maar geldt dat dan voor alle drie de moties?

Minister Ollongren:

Ja, excuus. Het geldt dan inderdaad ook voor de motie op stuk nr. 928. Dat zei ik niet, maar het is wel zo.

De voorzitter:

Dus voor die drie moties volgt de appreciatie nog.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Oké, dat vind ik eigenlijk heel erg fijn, want normaal gesproken wordt die dan ontraden. Ik prijs de minister dat ze dit op deze manier oplost.

De voorzitter:

Er komt nog overleg, en dan krijgen wij bericht.

Minister Ollongren:

Mochten ze worden ontraden, dan is dat in ieder geval zorgvuldig gebeurd, zeg ik tegen de heer Van Haga.

De voorzitter:

U houdt ons in spanning.

Minister Ollongren:

Maar ik wil er niet op vooruitlopen, hoor! Ik wil er niet op vooruitlopen.

De voorzitter:

We zijn bij de motie op stuk nr. 929 van mevrouw Beckerman.

Minister Ollongren:

Ja, dan de motie op stuk nr. 929. Daar geldt hetzelfde voor, mevrouw Beckerman. Ook daarvoor moet ik de collega van EZK raadplegen. Hiervoor geldt ook dat ik niet weet of het nou per se in dit debat thuishoort. Maar goed, de Kamer gaat er helemaal zelf over. Maar ik wil de motie graag pas van een commentaar voorzien als ik de collega heb kunnen raadplegen. Ook dat zal ik proberen snel te doen.

De voorzitter:

Allemaal in diezelfde brief. Dan de motie op stuk nr. 930.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 930 stelt een heel ingewikkeld pakket voor. Daar is ongetwijfeld heel goed over nagedacht, maar er ligt al een evenwichtig pakket, van de zijde van het kabinet bezien. Wij willen daar niet verder aan gaan sleutelen. Ik moet de motie dus ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 930 wordt ontraden.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 931 is ook van mevrouw Beckerman. Die gaat over een uitbreiding of een verandering van het beleid ten aanzien van de huren en de mogelijkheden van de Huurcommissie. We doen binnen het bestaande kader wat we kunnen. Dat weet mevrouw Beckerman. Ik vind het aan het nieuwe kabinet om daar nieuwe dingen aan toe te voegen. Om die reden ontraad ik de motie.

Dan kom ik bij mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren en haar motie op stuk nr. 932 over het btw-tarief. Het is onder de huidige richtlijnen niet mogelijk om isolatiemateriaal onder het verlaagde tarief te brengen. De arbeidskosten vallen al onder het verlaagde tarief. Ik moet de motie dus ontraden.

In de motie-Van Esch op stuk nr. 933 wordt verzocht om de middelen goed aan te laten sluiten bij de doelen. Dat moeten we allemaal willen, dus die motie geef ik graag oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Van Esch over de motie op stuk nr. 932, denk ik.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dat klopt, voorzitter. Ik vraag de minister om het te onderzoeken, maar zij zegt: het kan gewoon niet. Wij zien dat er wel mogelijkheden zijn, dus ik wil graag horen waarom het niet zou kunnen. Er zijn gewoon mogelijkheden. Ik vind "het kan niet" net iets te summier.

Minister Ollongren:

Het kan niet vanwege de richtlijnen die de Europese Commissie hiervoor heeft vastgesteld. De richtlijnen laten geen ruimte voor het verlagen van het btw-tarief.

De voorzitter:

Dat ging over de motie op stuk nr. 932.

Minister Ollongren:

Ja, de motie op stuk nr. 933 heb ik al gehad.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd. Er komt nog een appreciatie van vier moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven