33 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met het tijdelijk achterwege laten van de rente bij bepaalde hervattingen van de invordering van toeslagschulden (Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden) (36103);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 (Eerste incidentele suppletoire begroting inzake mutaties in de huisvestingsportefeuille) (36097).

Ik stel voor deze te agenderen voor de stemmingen van donderdag 7 juli aanstaande.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 35925-X-66; 33836-72; 28286-1190; 30175-404; 22343-323; 35925-XIV-62; 35925-VIII-58; 35570-VIII-270; 35570-VI-69; 35309-8; 35309-7; 35000-VII-30; 34346-3; 34298-9; 31532-244; 31532-243; 31532-240; 28286-1144; 29684-228; 29684-227; 21501-32-1374; 21501-32-1373; 35925-IV-51; 35925-IV-50; 35925-IV-48; 34775-XIII-109; 32813-366; 35925-I-9; 35925-I-8; 31289-487; 31289-486; 28286-1178; 21501-32-1394; 21501-32-1445; 21501-32-1017; 35242-10; 32852-179; 32852-161; 32813-706; 31409-288; 30175-382; 28089-194; 27529-246; 25295-1119; 25295-987; 30175-406; 30175-405; 22343-319; 32852-160; 32852-102; 35570-XII-55; 32813-840; 32813-838; 32852-196; 32852-195; 35925-XVI-66; 35925-XVI-65; 35925-A-60.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 34919-88; 27830-355; 34225-35; 25928-76; 27830-353; 26396-117; 29924-221; 30977-161; 35242-12; 29924-223; 34588-91; 29924-224; 30977-163; 30977-162; 2022Z12709; 32847-850; 32545-165; 24515-618; 32545-166; 22112-3291; 22112-3262; 31789-103; 29507-158; 29507-157; 32545-156; 31288-877; 31288-883; 31288-898; 31288-896; 31288-914; 2021Z23610; 31288-917; 35570-VIII-212; 29338-247; 31288-936; 31311-237; 29689-1144; 29689-1142; 29689-1098; 29689-1138; 26448-648; 29689-1134; 29689-1109; 29689-1089; 29689-1078; 29689-1080; 29689-1082; 29689-1130; 33077-25; 29689-1133; 29689-1123; 29689-1092; 29689-1141; 35570-XIV-72; 35334-129; 29528-14; 29279-688; 29279-643; 29279-632; 29279-633; 27879-82; 36100-VI-1; 32761-223.

Aan de orde is een hele lange regeling van werkzaamheden, zeg ik maar.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van vóór het reces:

  • -het tweeminutendebat Ontwerpbesluit tot wijziging Besluit kinderopvangtoeslag (31322, nr. 459), met als eerste spreker het lid Stoffer van de SGP.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van na het reces:

  • -het tweeminutendebat Financiële markten (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Van Raan van de Partij voor de Dieren;

  • -het tweeminutendebat Zzp (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Kuiken van de PvdA;

  • -het tweeminutendebat Beleidsbrief Hoger onderwijs en wetenschap (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Van der Woude van de VVD;

  • -het tweeminutendebat Staat van de volkshuisvesting (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Van Haga van de Groep Van Haga;

  • -het tweeminutendebat MIRT (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Koerhuis van de VVD;

  • -het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/06), met als eerste spreker het lid Van Haga van de Groep Van Haga;

  • -het tweeminutendebat Georganiseerde criminaliteit, ondermijning en criminaliteitsbestrijding (CD d.d. 15/06), met als eerste spreker het lid Mutluer van de PvdA.

Dit zullen we dus allemaal na het reces gaan inplannen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik als eerste het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren voor haar verzoek.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Deze week kopte de Volkskrant over het feit dat Nederland bij lange na niet op koers ligt om in 2030 de nieuwe advieswaarden voor luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie te halen. De Partij voor de Dieren vindt dat zorgelijk, aangezien we weten dat ongezonde lucht in Nederland jaarlijks voor 12.000 vroegtijdige sterfgevallen zorgt en kinderen in Nederland dagelijks te kampen hebben met de gevolgen van astma door die ongezonde lucht in Nederland. Wij vinden het daarom belangrijk om het beleid van deze staatssecretaris een tandje op te schroeven en dat willen we doen in een plenair debat, gezien de urgentie ervan.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter. Wat ons betreft geen steun. Dit kan prima betrokken worden bij een commissiedebat over de leefomgeving.

Mevrouw Beckerman (SP):

Steun.

De heer Kops (PVV):

Geen steun.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Mede namens GroenLinks steunt de PvdA dit voorstel.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Hagen (D66):

Eens met de inbreng van de heer Haverkort.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Goed om te bespreken, maar geen steun voor dit debat. We kunnen het bij een commissiedebat over de leefomgeving betrekken.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun van ons.

De heer Stoffer (SGP):

Volgens ons kan het ook bij een commissiedebat over de leefomgeving, dus geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, wat ons betreft, ook namens mevrouw Den Haan, kan het sneller in de commissie, dus geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Nee. Is er ook geen meerderheid voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Daar is wel ruimte voor.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dan zou ik het graag op die lijst zetten. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan gaan we dat doen. Ik dank u zeer.

Dan geef ik het woord aan de heer Markuszower van de PVV. Hij heeft drie verzoeken.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Geen land ter wereld geeft zo vaak en zo veel zijn nationaliteit weg als Nederland. Daar is Nederland kampioen in. Maar Nederland geeft ook de nationaliteit terug aan een persoon waarvan het kabinet zelf zegt dat die een gevaar is voor de nationale veiligheid, een veroordeelde terrorist. Daar was het paspoort al van afgenomen, maar dat moet weer terug. Graag een debat daarover.

De heer Jansen (FVD):

Uiteraard steun.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. De staatssecretaris van JenV neemt dergelijke besluiten. Ik zou me goed kunnen voorstellen dat we aan de staatssecretaris een brief vragen en dat we na ommekomst van die brief kijken hoe we hiermee verdergaan. Wat mij betreft kan het dan in een regulier commissiedebat over terrorisme worden besproken.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Geen steun voor dit debat.

De heer Slootweg (CDA):

Geen steun, maar wel graag een brief.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Ook namens BBB steun. Ik zou dan voorafgaand aan het debat graag die brief willen hebben.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter, steun voor dit debat en ook steun voor een brief. Ik zou daarbij graag specifiek willen dat de regering ingaat op de vandaag gepubliceerde nota bij de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa over deze problematiek. Ik ben toevallig zelf de auteur. Daarin staat het voorstel dat EVRM-artikel 8, over het recht op gezinsleven, niet van toepassing is op deze ouders en wanneer de kinderen gerepatrieerd worden. Een hele brede commissie heeft dat gezegd. Dat zou een oplossing kunnen zijn voor deze problematiek.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

Mevrouw Beckerman (SP):

Geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor een brief en een debat.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Geen steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Markuszower (PVV):

Is er wel een dertigledendebat mogelijk? Dan zou ik hem graag op de lijst zetten.

De voorzitter:

Wel dertigleden. Dat doen we. We zullen het informatieverzoek doorgeleiden naar het kabinet.

Uw tweede verzoek.

De heer Markuszower (PVV):

Misschien kan dat informatieverzoek uitgebreid worden, zodat het kabinet ook in kan gaan op dat rapport dat werd genoemd.

De voorzitter:

Ja. Dat geleiden we door.

De heer Markuszower (PVV):

Dan kom ik op het tweede verzoek. In Nederland is het zo dat als je enorme misdaden begaat, zoals een zeden- of geweldsdelict, je vaak niet in de gevangenis komt. Dan mag je naar een tbs-kliniek en als die geen ruimte voor je heeft, dan krijg je nog geld ook. Je kan dus in Nederland misdaden plegen en dan geld krijgen van de overheid, omdat je moet wachten, omdat de tbs-kliniek vol zit. Wij willen graag gevaarlijke misdadigers opsluiten, maar zeker geen geld geven. Graag een debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of iemand daar steun aan wil geven. Mevrouw Podt, D66.

Mevrouw Podt (D66):

Geen steun, voorzitter.

De heer Slootweg (CDA):

Wij denken dat het verstandiger is om dat aan het commissiedebat Gevangeniswezen toe te voegen. Wij zouden daarvoor wel graag een brief willen hebben.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21 en BBB.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, geen steun en alvast voor de volgende: ook geen steun.

Mevrouw Beckerman (SP):

Geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Geen steun.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Geen steun, maar wel steun voor het voorstel om het te betrekken bij het commissiedebat, inclusief de brief.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, maar wij zullen uw informatieverzoek weer doorgeleiden.

De heer Markuszower (PVV):

Nu had ik verzoek twee en drie omgedraaid, dus nu komt het tweede verzoek. Dat gaat over het leefgeld. Oekraïners in Nederland krijgen soms meer leefgeld dan bijstandsgezinnen. Graag een debat daarover.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun.

De heer Slootweg (CDA):

Het lijkt ons het meest logisch om dat onderwerp te betrekken bij het debat morgen over de Voortduringswet. Dat gaat ook over leefgeld. Bij de adviezen die daarover zijn gedaan, ging het ook over het leefgeld. Het lijkt ons dus het meest handig en het snelst om het daarbij te betrekken.

Mevrouw Podt (D66):

Geen steun.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat kan inderdaad morgen bij het debat worden betrokken, dus geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Geen steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun, om dezelfde reden.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun, ook namens BBB.

De heer Stoffer (SGP):

Wat ons betreft kan dit ook in eerste instantie morgen besproken worden.

De voorzitter:

Er is geen steun voor uw verzoek.

Dan hebben wij een vooraankondiging van de heer Tony van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV):

We hebben donderdag een commissiedebat Ecofin en er is een reële kans dat ik een motie wil indienen. Ik geloof dat ik dat hier dan van tevoren moet aankondigen. Ik weet het niet nog niet zeker, maar de kans bestaat.

De voorzitter:

Dat klopt helemaal. Dank voor deze vooraankondiging.

Wij hebben er nog één, namelijk van de heer Kuzu namens de commissie.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. In mijn hoedanigheid als voorzitter van de vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil ik met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het thema krapte op de arbeidsmarkt spoedig na het zomerreces een debat aanvragen namens de commissie. Daarbij wil ik ook betrekken de hoofdlijnenbrief over de arbeidsmarkt die de minister spoedig gaat sturen naar de Kamer.

De voorzitter:

U doet dat namens de commissie, dus daar is een meerderheid voor. Dan gaan we naar mevrouw Beckerman van de SP voor haar verzoek.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedemiddag, voorzitter. Vorige week heeft de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening nationale prestatieafspraken Volkshuisvesting gesloten met Aedes, de Woonbond en VNG. Daar kun je van alles van vinden, en dat zouden wij heel graag in een plenair debat willen doen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar steun voor is.

Mevrouw Piri (PvdA):

Volop steun.

De heer Kops (PVV):

Geen steun.

De heer Boulakjar (D66):

Vorige week hebben we een commissiedebat gehad over volkshuisvesting. Ik gun mevrouw Beckerman veel, maar geen plenair debat op korte termijn. Het kan bij het commissiedebat in september.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun. Ik heb er vorige week al een paar woorden aan gewijd in dat commissiedebat. 29 september hebben we weer een commissiedebat. Dat is sneller. Dan kunnen we het erover hebben.

De heer Jansen (FVD):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun, in lijn met het CDA.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Kuzu (DENK):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Geen steun. Het kan bij het commissiedebat van 29 september.

De heer Peter de Groot (VVD):

We hebben er vorige week al wat woorden over gewisseld. Het kan in het commissiedebat van 29 september. Geen steun.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Maar er is wel zeer ruime steun voor een dertigledendebat. Ik wil het dus toch graag laten toevoegen aan de lijst.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman.

Dan gaan we luisteren naar mevrouw Podt, die ook een vooraankondiging zal doen.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. We moeten het debat nog af maken, maar het leek ons wel zo makkelijk om alvast het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid aan te kondigen. Dat maakt het voor de planning ook weer wat makkelijker.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat wordt gewaardeerd.

Dan gaan we luisteren naar de heer Hijink van de SP, voor zijn verzoek.

De heer Hijink (SP):

Gisteren heeft het kabinet de plannen bekendgemaakt voor de verpleeghuiszorg in de toekomst. Het komt erop neer dat straks de verpleeghuiszorg thuis door mensen zelf, het liefst digitaal, geregeld moet gaan worden. Dat lijkt ons heel onverstandig. Mensen willen dat juist graag samen, in de buurt en met menselijk contact. De SP wil graag een debat over deze plannen van de regering voor wonen en zorg. Dat kan na het reces. Het liefst een plenair debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Wonen en zorg voor onze ouderen zijn enorm grote uitdagingen. De minister biedt geen enkele oplossing. Me dunkt dat dit een onderwerp is voor een plenair debat. Ik zou dan wel vijf minuten willen voorstellen in plaats van vier.

De heer Peters (CDA):

Namens mijn collega Lucille Werner: steun.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Er staat 28 september ook al een commissiedebat gepland over precies dit onderwerp, met Hugo de Jonge erbij. Wat ons betreft kan het ook daarbij betrokken worden. We moeten er inderdaad snel over in debat. We willen hierover sowieso graag een brief van minister De Jonge.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat?

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Nee, want er staat al een commissiedebat gepland.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Wij en de Partij van de Arbeid steunen de SP.

De heer Jansen (FVD):

Steun voor het voorstel.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun, voorzitter.

De heer Kuzu (DENK):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de VVD. Geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun, voorzitter.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun, mede namens JA21 en BBB.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Het lijkt ons goed om het te betrekken bij het al geplande commissiedebat.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uw verzoek, meneer Hijink. Dan gaan wij het inplannen voor na het reces.

De heer Hijink (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Mutluer van de PvdA.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Op 14 april jongstleden is de motie-Mutluer c.s. ingediend over het van toepassing verklaring van de Wet tegemoetkoming schadevergoeding bij rampen, voor gevallen waarin de schade-uitkering voor de waterschade in Limburg achterblijft. Die is medeondertekend door de heren Knops, Van Nispen en Wassenberg. Die is met een ruime meerderheid aangenomen. Maar daarna bleef het stil. Er kwam geen brief over de uitvoering van de motie. Tijdens een procedurevergadering van vijf weken terug is er een eerste rappel geweest. Daar is niet op gereageerd, ook niet met een uitstelbrief. Daarop is er een tweede rappel geweest. Ook dat heeft niet geleid tot een reactie. Ik moet u zeggen dat mijn geduld op is. Intussen begrijpen we namelijk van de Limburgse gemeenten dat die motie niet is uitgevoerd en dat de gedupeerden van de waterschade niet de schadevergoeding krijgen die zij nodig hebben en vinden. Ik vraag dus een debat aan, mede namens de heer Knops en GroenLinks. Ik wil deze week de brief hebben.

De heer Jansen (FVD):

Steun.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

Voorzitter. Ik ben het met mevrouw Mutluer eens dat het kabinet een brief moet sturen, dus ik steun haar oproep om zo spoedig mogelijk met een brief te komen. Ik weet niet of dat deze week lukt, maar anders binnen een week. Wat mij betreft zien we daarna verder of er een debat nodig is. Daarvoor nu geen steun.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Steun voor het voorstel van collega Michon.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun voor een brief en een debat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Steun.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Kuzu (DENK):

Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Steun voor de brief en afhankelijk daarvan een debat.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek. We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Is er wel steun voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Wel voor een dertigledendebat.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Oké, dan wil ik dat hierbij graag aanvragen.

De voorzitter:

We zetten 'm op de lijst. Dank u wel, mevrouw Mutluer. O, sorry! Gaat u maar even, mevrouw Beckerman. Dan weten we dat ook voor de Handelingen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik stond er al wel, voorzitter.

De voorzitter:

Excuus.

Mevrouw Beckerman (SP):

Steun voor beide.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan gaan we naar de heer Hammelburg van D66 voor een vooraankondiging.

De heer Hammelburg (D66):

Voorzitter. We spreken donderdag nog met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over het herstel en de wederopbouw van Oekraïne. Op basis van de motie die op 2 juni door deze Kamer is aangenomen en de urgentie die die motie uitspreekt, willen wij het tweeminutendebat graag nog voor het reces houden en niet na het reces.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze vooraankondiging.

Ik geef het woord aan mevrouw Den Haan, ook voor een vooraankondiging.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Er is morgen nog een commissiedebat over het arbeidsmarktbeleid in de zorg. Gezien de urgentie doe ik de vooraankondiging om het tweeminutendebat daarover nog voor het reces te houden.

De voorzitter:

Dank u wel. We krijgen het nog druk deze week, gezien alle vooraankondigingen.

Ik geef het woord aan de heer Baudet van Forum voor Democratie. Hij wordt vervangen door de heer Jansen.

De heer Jansen (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Vooropgesteld wil ik zeggen dat dit niet over u als persoon gaat. Wij waarderen u zeker als persoon en wij vinden u bijzonder aardig, maar wij willen wel graag een debat over de rol van voorzitter. Wij hebben het gevoel dat een inhoudelijke uitwisseling van ideeën steeds vaker niet kan plaatsvinden hier in de zaal, omdat er inhoudelijk wordt gestuurd op wat er wel en niet gezegd mag worden. Vorige week was er een voorbeeld daarvan met mijn collega Gideon van Meijeren. Hij mocht niet vragen naar de omstandigheden van de heer Boswijk. Nu blijkt dat dat toch anders ligt. Daar werd op ingegrepen. Dat leek zelfs te gebeuren op suggestie van de D66-fractie. Er zijn steeds meer van dit soort situaties waarin er gekozen wordt op de inhoud, over waar wel en niet over gesproken mag worden. Dat is niet hoe het hoort te zijn. De voorzitter hoort de orde te bewaren en de waardigheid van de Kamer, zoals u ook zegt. Dat gaat erover dat we niet met stoelen en rotte appels gaan gooien, maar dat gaat niet over wat er wel en niet gezegd mag worden. Wij vinden dat hier een grondig debat moet plaatsvinden over wat de invulling moet zijn van de rol van voorzitter.

De heer Peters (CDA):

Een voorzitter, of die nu aardig is of niet, is hartstikke nodig voor het goed verlopen van de democratie. Ik ga geen debat steunen dat bedoeld is om aan stoelpoten te zagen.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Volgens mij is er inhoudelijk heel veel ruimte om van alles te zeggen hier in de Kamer. U heeft natuurlijk de taak om de orde te bewaren. De ondertoon die in de aanvraag van dit debat zit, stuit mij echt tegen de borst. Daarom zullen wij het debat niet steunen.

Mevrouw Beckerman (SP):

De Tweede Kamer heeft de commissie voor de Werkwijze. Daarvan kunnen alle fracties lid worden. Forum voor Democratie is daar nog geen lid van, maar u kunt daaraan deelnemen en dan kunt u dit daar aan de orde stellen. Dat lijkt ons een logischer plek.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de eerdere sprekers. Ik wil de heer Jansen van harte uitnodigen bij de commissie voor de Werkwijze.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. De SGP heeft geen klachten over de rol van de voorzitter, dus wij hebben geen behoefte aan een debat. Als iemand dat wel heeft, dan is een kop koffie wellicht van veel betere orde. Dat is mijn aanbeveling.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ook mijn fractie raadt Forum voor Democratie aan om eerst eens het Reglement van Orde goed te lezen. Als je dat probeert samen te vatten, dan moet je dat wel correct doen. Wij hebben geen behoefte aan dit debat.

Mevrouw Piri (PvdA):

Geen steun.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Ik heb niet de ervaring van de heer Jansen, dus: geen steun. Volgens mij staat in het Reglement van Orde ook een en ander omschreven. Die kop koffie is een goed idee, maar vanwege de huidige inflatie zeg ik: doe het snel, want het wordt alleen maar duurder.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun voor een debat over de rol van de voorzitter.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Geen steun, voorzitter.

De heer Dassen (Volt):

Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik verwijs naar de woorden van mevrouw Beckerman. Haar plan lijkt me heel goed. Daaraan toevoegend: het siert de heer Jansen dat hij zegt dat het niet om de persoon gaat. Maar we hebben maar één Kamervoorzitter, dus als we een debat houden, gaat het zéker over de persoon. Dat vind ik niet kies. Dat wou ik eraan toevoegen. Maar mevrouw Beckerman deed dus een hele goede inbreng, namelijk dat hij lid kan worden van de commissie voor de Werkwijze. Hij kan dit dan daar neerleggen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van de SP: geen steun voor dit debat.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

De Partij voor de Dieren heeft geen behoefte aan dit debat, dus geen steun.

De heer Wilders (PVV):

Er is wat mij betreft geen reden om badinerend te doen over het verzoek van de collega van Forum voor Democratie. Want volgens mij doet hij een zakelijk verzoek en ontkoppelt hij het van het functioneren. Daarentegen heb ik, voordat ik weet of ik het wel of niet steun, wel behoefte aan een brief van uzelf. Ik denk dat het heel normaal is als een oppositiepartij — ik doe dat namens de grootste oppositiepartij — u vraagt om eens te reflecteren op de kritiek die er is. Dat kunt u in een brief doen. Dat is gewoon heel zakelijk. Dat is na een jaar Kamervoorzitterschap ook helemaal geen overdreven vraag. Ik zou u daarom willen vragen om, ergens in het zomerreces, een brief naar de Kamer te sturen over hoe u zelf tegen de kritiek aankijkt. Daar verbinden we dan natuurlijk geen conclusies aan, maar het is wel goed als u dat zou doen. Van het kabinet krijgen we eigenlijk ook altijd antwoorden op vragen. Daarom zou ik u willen vragen om het voorstel te steunen en die brief naar ons te sturen als twee oppositiepartijen dat zouden willen.

De voorzitter:

De heer Omtzigt nog. Dan hebben we iedereen gehad.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik heb enige ervaring hoe het voelt als de hele Kamer over je praat. Daar is ook nooit iemand — dat is maal 149 — op teruggekomen, tot op de dag van vandaag. Daarom gun ik het niemand om daar lange debatten over te houden, dus ik steun het verzoek niet. Mocht er enige uitleg of reflectie komen over wat er is gebeurd, dan vind ik dat op zich niet erg. Want ik was dan wel niet bij het debat, maar enig antwoord op een relevante vraag had volgens mij gegeven kunnen worden.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, wij steunen het verzoek ook niet. Volgens mij gaat het niet om de rol van de voorzitter, maar gaat het over wat wij met elkaar doen. Wij zijn met elkaar denk ik de voorzitter. De Kamer bepaalt zelf de regels over hoe wij wel of niet afstand nemen, woorden kiezen of grenzen bepalen. Dat kunnen we niet alleen op het bordje leggen van de voorzitter. Die zijn wij met z'n allen. Ik heb dat ook gezegd in een gesprek met de voorzitter zelf. Het is prima om het even te evalueren — het is goed om alles te evalueren — maar dit verzoek steunen wij niet.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar mevrouw Kamminga, die bij de interruptiemicrofoon staat. Daarna krijgt u het woord.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Ik wil toch nog wat zeggen naar aanleiding van het verzoek van de heer Wilders om een brief met een reflectie. In mijn beleving heeft de voorzitter onlangs al een brief met een reflectie en haar bevindingen gestuurd. Uiteraard staat het de voorzitter vrij om op dat verzoek weer in te gaan, maar ik wil toch wel zeggen dat de voorzitter volgens mij al een ruimhartige brief heeft gestuurd over hoe we hier met elkaar omgaan. We hebben daar ook over gedebatteerd. Dat wilde ik wel gezegd hebben.

De voorzitter:

Tot slot de heer Wilders en dan de heer Jansen.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Er is kritiek. Er is niet alléén maar kritiek — dat hoort u — want er zijn heel veel mensen die geen behoefte hebben aan een debat. Maar er is dus ook kritiek. Daar is ook helemaal niets mis mee. Ik vraag niet wat de collega van de VVD net zei, maar om gewoon in te gaan op de kritiek die wordt geuit en ook door anderen is geuit. Als u daar een brief over stuurt — dat lijkt me een hele redelijke vraag — kunnen we na het reces altijd nog kijken of we daar wel of niet wat mee doen.

De voorzitter:

Misschien is het goed als ik daar zelf ook nog even op reageer? De heer Jansen?

De heer Jansen (FVD):

Het gaat dus nadrukkelijk niet om u als persoon. Maar ik heb ook het gevoel dat er vanuit de Kamer vaak druk bestaat om een bepaalde rol of houding aan te nemen. Ik denk dat het daarom nuttig is om wel met de Kamer hierover te spreken. Wellicht is het dan passend om dat te doen in de commissie voor de Werkwijze, maar ik denk wel dat we als Kamer moeten bepalen hoe die rol moet worden ingevuld. Ik neem aan dat u daar ook in die zin behoefte aan hebt omdat u probeert de Kamer daarin tegemoet te komen. Mij lijkt het gewoon een heel constructief debat. Het gaat helemaal niet over de persoon. Die suggestie wil ik ook verre van me werpen. Maar wellicht kan het in de commissie.

De voorzitter:

Er zijn een paar suggesties geweest. Ik heb zelf een notitie geschreven over de omgangsvormen en we hebben er een debat over gehad. Ik hoorde een suggestie over koffiedrinken. Nou, dat lijkt me sowieso goed. We hebben het reces volgens mij allemaal om daarop te reflecteren. Op basis van de gesprekken ga ik kijken wat een vervolgstap is. Ik sluit deze regeling van werkzaamheden. O, sorry.

De heer Wilders (PVV):

Waarom mag ik hier geen vraag stellen? Waarom gaat u meteen met de hamer ...

De voorzitter:

Omdat we hier nu anders een debat over gaan voeren en volgens mij is er geen steun voor een debat.

De heer Wilders (PVV):

Nee. Voorzitter. Ik heb ook helemaal niet om een debat gevraagd. Nee, ik heb het debat ook niet gesteund. Als wij hier aan de regering een brief vragen, dan is het gebruikelijk dat je geen meerderheid nodig hebt om zo'n brief te krijgen. Als fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij vraag ik u om schriftelijk op de kritiek te reageren. Volgens mij heb ik daar ook geen meerderheid voor nodig, maar zou het gewoon chic zijn als u net als de regering zegt: dat ga ik doen.

De voorzitter:

Nou, daar ga ik op reflecteren. Ik dacht dat we aan het einde van de regeling gekomen waren, maar dat is niet het geval. Ik geef het woord aan de heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter. Onze fractie bereiken berichten dat er met grote spoed op departementen wordt gewerkt vanaf deze zomer aan vergaande stikstofdoelen in de sectoren luchtvaart, wegverkeer en de bouwsector. Die voorstellen worden voorbereid, worden ambtelijk verkend, en na de zomer zou het kabinet zich daarover gaan buigen. Wij zouden graag een brief krijgen van het kabinet of die plannen op stapel staan en wat de status daarvan is. Het liefst krijgen wij die brief zo spoedig mogelijk.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Twee weken geleden hebben wij veertien uur gedebatteerd over dit onderwerp. Dat is belangrijk, want dat gaat heel veel mensen aan. Daarbij hebben wij het kabinet ook opdracht gegeven om niet alleen voor de ammoniak, de stikstof uit de landbouw, een opgave neer te leggen, maar ook voor andere sectoren. Dat is toegezegd, de moties daarover zijn aangenomen, dus ik zou hier willen voorstellen om eerst het huiswerk van het kabinet af te wachten tot na het reces voordat we hier al een debat over gaan plannen. Dus geen steun voor het verzoek.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Er is al besloten tot een meerderheidsdebat over dit onderwerp na het reces, voorafgegaan door een brief van de regering. Dat heeft mijn collega Bromet aangevraagd. Dus volgens mij is dit echt een herhaling van zetten. De heer Eerdmans heeft zijn zin in die zin al gekregen, maar een aanvullend verzoek steunen wij niet.

De heer Kops (PVV):

Steun.

De heer Jansen (FVD):

Steun.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Wij zijn er een groot voorstander van om direct in de eerste week na het reces dat debat te voeren, maar er staat dus blijkbaar al een debat. Het lijkt mij goed om dat samen te voegen.

De voorzitter:

Het gaat over het debat over het perspectief voor en de transitie van de landbouw, aangevraagd door mevrouw Bromet.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Wij steunen de lijn van de VVD: dus geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter. Voor ons is het wel belangrijk om dat debat in de eerste week na het reces te houden. Prima dus om dat samen te voegen met het debat dat door GroenLinks is aangevraagd, maar ik wil ook dit verzoek wel steunen aangezien hier zo specifiek "de eerste week na het reces" staat. Dus steun van onze kant.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank je wel, voorzitter. Geen steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij wachten eerst de reactie van het kabinet af. Na de zomer spreken we verder. Geen steun voor dit verzoek.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Steun. Ik weet ook niet of de twee vlaggen van de twee debatten exact dezelfde lading dekken. Dat kan ik zo snel niet inschatten. Dus ik steun het verzoek.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, volgens mij is het debat dat mevrouw Bromet vroeg een net iets ander debat. De heer Eerdmans vraagt om iets anders. Ik ben er wel voorstander van om die twee debatten samen te voegen. Dat zeg ik mede namens de Fractie Den Haan.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik steun het ook, inderdaad met de toevoeging om het samen te voegen en in de eerste week na het reces.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Steun.

De heer Dassen (Volt):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van der Lee. Volgens mij kan het bij het andere debat.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dat doe ik ook.

De voorzitter:

De heer Van der Lee, kort.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Toch even om misverstanden te voorkomen: dit gaat echt precies over hetzelfde. Het gaat over de transitie — dat is de stikstoftransitie — en perspectief voor boeren, dus in brede zin. Volgens mij zitten we dus echt op dezelfde lijn en is het al geregeld.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor een apart debat, maar wel om het te betrekken bij het bestaande debat. Dat is mijn conclusie.

De heer Eerdmans (JA21):

Het debat van Bromet gaat dus over de landbouw, over de toekomst en de transitie van de landbouw. Mijn punt is dat er vergaande doelen worden verscherpt op ministeries, behalve op de landbouw, dus juist op de gebieden luchtvaart, wegverkeer en woningbouw. Daar wordt nu aan gewerkt. Dat staat dus helemaal los van het debat van Bromet. Het is inderdaad een prima suggestie om het breder te trekken, maar dan wil ik wel graag die brief over wat er waar is van deze plannen. Ook in het licht van de werkzaamheden van de heer Remkes ben ik er bang voor dat de duimschroeven op andere sectoren ook nog eens worden aangedraaid. Daar willen wij graag een brief over.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek, maar we zullen in ieder geval het informatieverzoek en het verzoek voor een brief doorgeleiden naar het kabinet. Laten we hier geen discussie over voeren, meneer Van Campen. Volgens mij is dit zo helder. Het is helder. Er is geconcludeerd dat een meerderheid geen apart debat wil, maar het wil betrekken bij het bestaande debat.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Volgens mij zegt de meerderheid dat niet. Volgens mij heeft de meerderheid niet gezegd: betrekken bij het bestaande, geagendeerde debat. Dat heb ik de meerderheid niet horen uitspreken.

De heer Eerdmans (JA21):

Nou, ik wel. Dat hebben we wel gehoord, denk ik.

De voorzitter:

Ik kijk even. Momentje. Sommigen hebben gesuggereerd om het te betrekken bij het bestaande debat, niet in meerderheid, maar ze hebben wel gesuggereerd om het erbij te betrekken. Dat is dus een zuivere conclusie van de heer Van Campen.

De heer Eerdmans (JA21):

Dus?

De voorzitter:

U kunt het er zelf bij betrekken. U gaat natuurlijk over uw eigen inbreng, maar het is niet zo dat een meerderheid gezegd heeft: we betrekken het bij het bestaande debat.

De heer Eerdmans (JA21):

Wanneer kunnen wij de brief verwachten?

De voorzitter:

Wij gaan dat doorgeleiden naar het kabinet. Het is uiteindelijk aan het kabinet om te bepalen hoe snel. Ik kan bijvoorbeeld wel meegeven: zo spoedig mogelijk.

De heer Eerdmans (JA21):

En de suggestie om dat voor 1 augustus te doen?

De voorzitter:

Dat kunnen we meegeven. Dat kunnen we doorgeleiden. Dank aan de heer Van Campen voor de correctie op de meerderheid. Dat is inderdaad zuiver.

Dan gaan we naar de heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Ik heb een informatieverzoek, want vanavond debatteren we over het vervolg van de Voorjaarsnota. Afgelopen vrijdag hebben we een brief vanuit het kabinet ontvangen, omdat we het debat over de Voorjaarsnota geschorst hadden om juist antwoord te krijgen op de vragen die we daarin gesteld hebben. Een van de kernvragen die wij daar gesteld hebben, was om te kijken of het mogelijk is om voor het Belastingplan 2023 een juridische grondslag te creëren voor een meevallersheffing. We vroegen ook hoe zich dat zou verhouden tot andere Europese landen die dat hebben in verband met staatssteun. Daarop hebben wij tot op heden geen antwoord gekregen, dus wij zouden graag voor het debat een brief van de regering willen ontvangen met alsnog een antwoord op die vraag.

De voorzitter:

Ook dit zullen wij doorgeleiden naar kabinet.

Dan gaan we luisteren naar de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Afgelopen week is de vraag neergelegd om een bemiddelaar aan te stellen in het conflict tussen de boerenorganisaties en het kabinet rondom de stikstofplannen. Het kabinet heeft zondag een brief naar de Kamer gestuurd waarin het de heer Remkes aanwijst als gespreksleider in plaats van als bemiddelaar. Daarin stond ook dat de heer Remkes pas in augustus zijn werkzaamheden aanvangt. In die brief stond geen mandaat. Als je een bemiddelaar benoemt, benoem je volgens mij iemand die voor beide kanten min of meer acceptabel is. Ik zou voor woensdagavond graag een brief ontvangen van het kabinet met het mandaat van de heer Remkes. Is dat de huidige wet, is dat het regeerakkoord of is dat een wat vrijer mandaat? Ik zou ook graag de Kamervragen die ik gister gesteld heb, beantwoord willen zien. Ik zou willen voorstellen om daar donderdag een kort debat over te hebben. Dat hoeven geen lange spreektijden te zijn. Zelfs als het een meerderheidsdebat is, mag het met drie minuten. Ik stel voor om dat te doen in plaats van het NPO-klokkenluidersdebat. Helaas zie ik de heer Bosma niet. Ik zie dat er eerst een onderzoek plaatsvindt, dus volgens mij wordt dat toch niet een heel zinvol debat — op dit moment bedoel ik. We kunnen dan kijken hoe we er dan voor staan.

De voorzitter:

Ik ga even kijken of er steun is voor uw verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Daar is zéker steun voor. Ik denk dat het heel dringend is, dus mijn volle honderd procent steun voor dit verzoek. Het debat over de NPO is volgens mij iets minder urgent dan wat er nu aan de hand is.

De voorzitter:

Het verzoek gaat alleen om steun voor dit debat, dus niet om vervanging van het andere debat. Zeg dus even of er wel of geen steun voor is.

De heer Jansen (FVD):

Steun. Wat mij betreft kan het ook in één minuut, want dit hele beleid moet gewoon van tafel.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter. Volgens mij is vorige week ook juist uitvoerig het debat gevoerd over de invulling van een bemiddelaar, een onderhandelaar, een gesprekspartner — hoe we het ook allemaal noemen. Dus geen steun voor het voorstel van de heer Omtzigt. Het is belangrijk dat de heer Remkes aan het werk gaat om de partijen aan tafel te krijgen, want dat is harder nodig dan ooit.

Mevrouw Beckerman (SP):

Wij steunen het verzoek.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Uiteraard steun, want als er geen duidelijk mandaat is voor de heer Remkes, zou ik bij God niet weten wat hij gaat doen.

De heer Eerdmans (JA21):

Steun. Het verbaast me wel wat de heer Van Campen zegt. Alsof het in het debat over de heer Remkes is gegaan. Die naam komt volgens mij totaal uit de hoge hoed en is inderdaad nogal op verzet gestuit. Ook namens onze fractie wordt het verzoek dus gesteund.

Mevrouw Piri (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie is tegen een gespreksleider, tegen een bemiddelaar, hoe je deze persoon ook wil noemen. We hebben dus ook geen behoefte aan een debat daarover. Dat zeg ik mede namens GroenLinks.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Geen steun, voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de VVD.

De heer Stoffer (SGP):

Steun, voorzitter.

De heer Bontenbal (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Ik sluit me aan bij mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Dassen (Volt):

Steun.

De heer Kops (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, meneer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dan blijft natuurlijk mijn informatieverzoek staan. Ik sluit niet uit dat ik donderdag om een extra regeling zal vragen, kijkend hoe het gaat. Ik laat het even op de lijst met dertigledendebatten staan, want ik vermoed dat dit nog wel een langdurig conflict gaat worden.

De voorzitter:

Dat doen we. We zullen ook het informatieverzoek doorgeleiden.

De heer Kuzu van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik heb een vooraankondiging namens collega Azarkan. Hij zou deze week graag een tweeminutendebat Politie willen aanvragen.

De voorzitter:

Dank u wel. Wij gaan ons daar in ieder geval op voorbereiden.

Tot slot had de heer Stoffer ook nog een vooraankondiging.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik heb een vooraankondiging namens de heer Bisschop. Er is deze week ook een debat over visserij en tuinbouw en ik zou graag een vooraankondiging willen doen van een tweeminutendebat Visserij en tuinbouw.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we ons daar ook op voorbereiden. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors voor een enkel moment en dan gaan we over tot een debat en dat zal als eerste zijn het tweeminutendebat Arbeidsmigratie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven