27 Interne evaluatie incidentenoverzicht van de Rapportage Vreemdelingenketen 2018

Aan de orde is het VAO Interne evaluatie incidentenoverzicht van de Rapportage Vreemdelingenketen 2018 (AO d.d. 29/01).

De voorzitter:

Goedemiddag. Ik open het VAO Interne evaluatie incidentenoverzicht van de Rapportage Vreemdelingenketen 2018. Als eerste spreker is het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Op 29 januari spraken we over de totstandkoming van het incidentenoverzicht dat tot het aftreden van de heer Harbers heeft geleid. Inmiddels zijn er weer veel nieuwe onthullingen bij gekomen. Het is een chaos bij de IND, blijkt uit artikelen in NRC. Mogelijk moet er 100 miljoen euro aan dwangsommen worden betaald. Het ministerie is de grip volledig kwijt. Eerder al hoorden we dat de top van de IND onwelgevallige informatie onder de pet wilde houden. Informatie over martelingen en kinderporno mocht niet naar buiten komen, omdat dit maar tot imagoschade zou leiden. Hierdoor zijn mogelijk zelfs terroristen binnengelaten. Imagoschade staat blijkbaar boven nationale veiligheid. Ik vraag de staatssecretaris wat zij gaat doen om dit te verhelpen. Ik dien daarover de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat klokkenluiders menen dat sprake is van inmenging bij de IND;

overwegende dat belangrijke informatie van asielzoekers over martelingen en kinderporno op verzoek van de leiding terzijde is gelegd "omdat IND-perikelen politiek gevoelig liggen", waardoor mogelijk terroristen zijn doorgevoerd naar een asielzoekerscentrum;

van mening dat imagoschade blijkbaar belangrijker wordt gevonden dan veiligheid;

verzoekt de regering onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de misstanden bij de IND,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2586 (19637).

Dank, meneer Van Dijk. Dan gaan we nu luisteren naar Emiel van Dijk van de PVV.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Zolang de politie niet kan en niet mag registreren of een misdrijf door een asielzoeker, statushouder of illegaal wordt gepleegd, zullen we nooit de totale omvang van de problemen met deze groepen kunnen achterhalen. Het wordt de regering op die manier heel makkelijk gemaakt om een te rooskleurig beeld te geven van alle problemen die het opengrenzenbeleid van de VVD en het CDA veroorzaken. De politie in Amsterdam gaat binnenkort winkeldieven niet meer vervolgen om capaciteit vrij te spelen. Laten die winkeldieven, als we de Amsterdamse politie mogen geloven, nou net bovengemiddeld vaak asielzoekers of illegalen zijn. Nu wordt er dus én niet geregistreerd of we met vreemdelingen te maken hebben, maar straks wordt er zelfs geen vervolging meer ingezet voor deze groepen. Het is ongelofelijk. Dit is onacceptabel. Het is hoog tijd dat de Nederlandse bevolking inzicht krijgt in alle ellende die de massa-immigratie met zich mee heeft gebracht. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een sluitende registratie van alle criminaliteit gepleegd door vreemdelingen in te voeren om de ernst en de omvang van de gevolgen van de massa-immigratie duidelijk in kaart te kunnen brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Emiel van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2587 (19637).

Ik zie dat mevrouw Becker een vraag heeft. Gaat uw gang, mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

Ik zou aan de heer Emiel van Dijk willen vragen wat nu precies de reden is dat hij deze motie indient. Ik heb namelijk goed opgelet tijdens het algemeen overleg, en ook mijn partij heeft vragen gesteld aan de staatssecretaris over de registratie door de politie. Volgens mij heeft zij gezegd dat er ten eerste een fris protocol is, dat goed zou moeten werken. Maar als dat in de praktijk nog niet het geval is en er verbeteringen mogelijk zijn, zal ze de inspectie opdracht geven om te kijken hoe de vreemdelingenketen, de migratieketen en de registratie van criminele delicten beter op elkaar kunnen aansluiten. De inspectie zal dan komend jaar ook met een uitkomst daarvan komen. Zij pakt het dus op. Waarom dan nog deze motie, is mijn vraag.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Omdat er te weinig gebeurt en er niet voortvarend wordt opgetreden. Wat u nu aanhaalt, is wat de PVV betreft allemaal veel te vrijblijvend. Ik heb hier een overzicht van alle feitelijke vragen die de PVV heeft ingediend. Daarop krijgen we simpelweg, misschien wel twintig keer, de volgende antwoorden. "De gevraagde informatie kan niet binnen het tijdsbestek van de beantwoording worden gegenereerd." "De vraag is niet te beantwoorden, omdat deze gegevens niet worden verzameld." "Deze vraag is niet te beantwoorden, want we verzamelen deze gegevens niet." En zo kan ik dus nog twintig keer doorgaan. Daarom is het nodig dat we deze motie indienen. Dan kunnen we eindelijk die informatie boven tafel krijgen in plaats van dat we op onze handen blijven zitten.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

Dat die gegevens er niet zijn of er niet kunnen zijn, vindt de VVD ook een probleem. Daarom waren we juist zo blij met de toezegging van de staatssecretaris dat ze de Inspectie JenV hier een onderzoek naar gaat laten doen. Daarmee blijven we niet, zoals de heer Van Dijk zegt, op onze handen zitten, maar daarmee werken we aan een oplossing. Dus nogmaals, als de heer Van Dijk deze motie indient en ik daar straks tegen moet gaan stemmen, hoop ik niet dat hij uiteindelijk gaat zeggen dat de VVD dit allemaal niet belangrijk vindt. Nee, wij hebben goed naar de staatssecretaris geluisterd. Zij laat al onderzoek doen. Dat wilde ik toch even vaststellen.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Ik ben ervan op de hoogte dat de VVD gauw genoegen neemt met onderzoekjes, toekomstvisies en dergelijke, en nooit tot actie overgaat. Ik denk trouwens dat de VVD geen enkele andere reden nodig heeft om tegen onze voorstellen te stemmen, want dat doet ze altijd. Geen woorden, maar daden.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van den Berge van GroenLinks. Gaat uw gang.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Voorzitter. De beelden van vluchtelingen, vooral van kinderen, aan de grens tussen Turkije en Griekenland en op Lesbos gaan door merg en been. Mijn fractie vindt het belangrijk dat we mensen die huis en haard ontvluchten, een humane opvang kunnen bieden. Juist daarom is draagvlak voor ons asielsysteem zo belangrijk. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Daarom hebben we een kritische inbreng geleverd tijdens het algemeen overleg op 29 januari. We spraken daar over een interne evaluatie, waarin letterlijk stond dat er geen conclusies en aanbevelingen uit zouden volgen, maar waaruit de staatssecretaris wel de sterke conclusie trok dat er niet met boze opzet verkeerde cijfers naar de Kamer gestuurd zijn. We moesten constateren dat de voormalig staatssecretaris, de heer Harbers, zelf niet bij de interne evaluatie betrokken was geweest. Na een lang debat en na lang duwen en trekken heeft de staatssecretaris uiteindelijk een volledige, externe, onafhankelijke evaluatie toegezegd. Daar is mijn fractie blij mee. Daarom dien ik vandaag ook geen motie in. Wel heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris: hoe staat het nu met die externe evaluatie en wanneer kunnen we de resultaten verwachten? We hopen van harte dat we er, met de lessen die straks uit de externe evaluatie te trekken zijn, voor kunnen zorgen dat informatie in de toekomst boven alle twijfel verheven is, zodat we het draagvlak voor ons asielsysteem, dat zo fragiel is, zo goed mogelijk kunnen beschermen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van Toorenburg is als vierde spreker genoteerd, maar is niet aanwezig, dus ik denk dat we over kunnen gaan naar de beantwoording door de staatssecretaris, die ik alsnog van harte welkom heet. Ik kijk even of ze al zover is.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Voorzitter. Ik zie dat er twee moties zijn. Ik denk dat dat wel gaat lukken.

Allereerst de motie-Jasper van Dijk op stuk nr. 2586. Daarin wordt de regering verzocht een onafhankelijk onderzoek in te stellen bij het ministerie van Justitie, met name naar de IND-perikelen, die gevoelig zouden liggen. Ik moet even zeggen dat de zaken misschien een klein beetje door elkaar worden gehaald. De heer Jasper van Dijk verwijst naar berichtgeving over beweerde inmenging bij onderzoeken, maar de berichtgeving betrof beïnvloeding bij de Inspectie JenV en niet bij de IND. Dat wil ik dus even rechtzetten.

De minister van Justitie en Veiligheid, Grapperhaus, heeft in zijn brief van 12 februari jongstleden aan uw Kamer gemeld — vorige week heeft hij dat in het debat over de inspectierapporten nogmaals bevestigd — dat de ADR (Auditdienst Rijk) onderzoek zal doen naar het inspectierapport over de opvolging van signalen uit het asielproces. Dat inspectierapport dateert van voor 2018. De methodiek die gehanteerd zal worden, zal vergelijkbaar zijn met die in het onderzoek voor het rapport Inrichting repressieve brandweerzorg, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd. Dat onderzoek zal bestaan uit het onderzoeken en het inzichtelijk maken van het feitencomplex rondom dit inspectieonderzoek om te bepalen welke principes van goed inzicht hierbij mogelijk in het geding zijn geweest. De vraag is: wanneer kan dat gereed zijn? Zodra meer bekend is over de looptijd van het onderzoek van de ADR wordt uw Kamer daarover geïnformeerd. In het licht daarvan moet ik de motie van de heer Jasper van Dijk ontraden.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De staatssecretaris heeft wel gelijk met wat zij nu net zegt over wat de minister van Justitie gaat doen, maar dat gaat over de inspectie. Mijn motie gaat over misstanden die zijn veroorzaakt door de leiding van de IND. Daar hebben we recentelijk veel onthullingen over gekregen. En er was dus ook een onthulling dat cruciale informatie over martelingen en kinderporno terzijde is gelegd. Mijn vraag is: gaat de minister die misstanden, veroorzaakt door de IND-top, dan ook onderzoeken?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Er wordt door de ADR een onderzoek gedaan naar het inspectierapport over de opvolging van signalen uit het asielproces. En daar gaat dit over. Het betreft beïnvloeding bij de Inspectie JenV, en niet bij de IND. Dat onderzoek zal zo breed mogelijk zijn. Het is een onafhankelijk onderzoek.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dan laat ik mijn motie zeker in stemming brengen. Het onderzoek dat de staatssecretaris nu noemt, gaat over de inspectie Justitiebreed. Mijn motie gaat over misstappen door de IND-top, waardoor het personeel van de IND zijn werk niet goed kon doen.

De voorzitter:

Wilt u nog reageren?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Nee, voorzittter. De heer Van Dijk spreekt over misstappen, maar in de motie staat "misstanden". Het dictum van de motie luidt: "verzoekt de regering onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de misstanden bij de IND". De ADR doet onderzoek naar het inspectierapport over de opvolging van signalen uit het asielproces. Ik denk dat in dat onderzoek datgene wat de heer Jasper van Dijk onderzocht wil hebben, aan de orde komt. Om die reden zal ik de motie op stuk nr. 2586 ontraden.

De voorzitter:

Dan de tweede motie.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

De motie op stuk nr. 2587 van de heer Emiel van Dijk gaat over de registratie die volgens hem niet goed werkt. De motie verzoekt de regering een sluitende registratie van alle criminaliteit gepleegd door vreemdelingen in te voeren om de ernst en de omvang van de gevolgen van de massa-immigratie duidelijk in kaart te kunnen brengen. Ik heb bij brief van 23 januari 2020 uw Kamer geïnformeerd over het incidentenoverzicht. Ik heb daarin geschreven dat er een vernieuwde opzet van het incidentenoverzicht komt en ik heb aangegeven welke uitgangspunten daarbij worden gehanteerd. Dat betekent dat het overzicht tot doel heeft om inzicht te geven in de overlast en de criminaliteit veroorzaakt door asielzoekers. Bij de informatieverstrekking moet echter ook rekening worden gehouden met de doelmatige inzet van de analysecapaciteit van de ketenpartners en met de kanttekeningen ten aanzien van de mogelijkheid om de problematiek in cijfers te vatten. De opzet van het nieuwe incidentenoverzicht zal uit twee onderdelen bestaan. Een deel heeft betrekking op de groep vreemdelingen die op enig moment in het rapportagejaar in de COA-opvang verbleef. Ten aanzien van deze groep wordt gerapporteerd over COA-incidenten, politieregistraties, de behandeling van de zaak door het Openbaar Ministerie en de uitspraken door de rechtsspraak. Het tweede onderdeel is een deel dat betrekking heeft op de verblijfsrechtelijke consequenties van criminaliteit door asielzoekers, ongeacht de vraag of ze op enig moment in het rapportagejaar in de COA-opvang verbleven.

Die gewijzigde incidentenregistratie krijgt u als deel 2 of bijlage bij de RVK die in dit voorjaar gepubliceerd zal worden. Op basis daarvan kunnen we eventueel kijken of de heer Emiel van Dijk dan nog iets zou missen. Wij verwachten de RVK, met die gewijzigde incidentenregistratie, voor het meireces.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Mag ik dan uit het antwoord van de staatssecretaris concluderen dat er met de nieuwe Rapportage Vreemdelingenketen geregistreerd wordt? U zegt: er wordt geregistreerd op het moment dat er gevolgen zouden kunnen zijn voor de verblijfsstatus van vreemdelingen. Dat gaat u straks duidelijk in de Rapportage Vreemdelingenketen zetten. Betekent het dus dat u die gevallen in de toekomst wel gaat meenemen, in tegenstelling tot wat u antwoordde op onze vragen van 6 november 2019 over criminele asielzoekers in Amsterdam die door de politie niet geregistreerd mogen worden? We hebben namelijk gevraagd hoeveel van deze asielzoekers na het uitzitten van hun straf daadwerkelijk worden uitgezet. U gaf toen aan dat u die vraag niet kon beantwoorden. Mag ik dan uit het antwoord van de staatssecretaris concluderen dat op het moment dat het wel gevolgen heeft voor de verblijfsstatus van vreemdelingen, dit in het overzicht terug te zien is en dat we straks dus al die gevallen waarin de Amsterdamse politie te maken had met vreemdelingen, kunnen herleiden uit de Rapportage Vreemdelingenketen?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ik heb zojuist aangegeven wat de opzet is van het nieuwe incidentenoverzicht, namelijk die twee onderdelen: het deel dat betrekking heeft op de groep vreemdelingen en een deel dat betrekking heeft op de verblijfsrechtelijke consequenties. Ik heb daarbij ook aangegeven dat wanneer dat verschenen is en op basis daarvan blijkt dat er nog iets mist wat de heer Emiel van Dijk graag zou willen zien, we verder kunnen kijken. Maar op dit moment is dit mijn antwoord op de vraag van de heer Van Dijk. Derhalve moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

De motie wordt ontraden.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Ja. Wij zullen haar toch in stemming laten brengen, voorzitter.

De voorzitter:

Goed.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Dan de opmerkingen van de heer Van den Berge. Hij diende geen motie in maar stelde een vraag aan mij: hoe staat het met de externe evaluatie? De verwachting is dat de onderzoeker zeven tot acht maanden nodig heeft om dit onderzoek uit te voeren. Natuurlijk zal ik uw Kamer het rapport doen toekomen. Wat is de vraag aan de onderzoeker geweest? Wat is de reikwijdte? De onderzoeker is gevraagd een externe evaluatie te doen naar de totstandkoming van het incidentenoverzicht 2018 en de wijze waarop de staatssecretaris en de Tweede Kamer hierover zijn geïnformeerd. Welke bevoegdheden heeft de onderzoeker? De onderzoeker is bevoegd om gedurende de evaluatie aanvullende vragen te formuleren, en om deze te onderzoeken en te beantwoorden als hij dat dienstig acht gezien zijn opdracht. Naar aanleiding van de bevindingen en conclusies staat het hem vrij aanbevelingen te doen. De onderzoeker heeft toegang tot alle relevante documentatie — alle relevante documentatie, voorzitter — betreffende de Rapportage Vreemdelingenketen, inclusief de communicatie met de externe partijen. De onderzoeker is bovendien voornemens om betrokken personen te interviewen. Verder is met de onderzoeker afgesproken dat ook de toenmalige staatssecretaris gevraagd zal worden naar zijn zienswijze.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Dat is bijna helemaal helder. Ik hoor de staatssecretaris zeggen: zes tot acht maanden.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Zeven tot acht.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Zeven tot acht. Betekent dat dat we het in ieder geval nog dit jaar tegemoet kunnen zien?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Ja, want als ik ga tellen, kom ik ongeveer uit in — wat is het? — september, oktober, in die buurt. Maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november; zelfs als het negen maanden wordt, is het dus nog dit jaar.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Dus het komt in ieder geval ruim voor de kerst?

Staatssecretaris Broekers-Knol:

Het lijkt me heel aannemelijk dat het voor de kerst komt.

De voorzitter:

Goed. Dan denk ik dat we hiermee aan het einde van dit VAO zijn gekomen. Ik dank de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik vergeet nog te melden dat de stemmingen over deze moties aanstaande dinsdag zullen plaatsvinden. Maar dat wist u al. We gaan wachten tot de volgende staatssecretaris in vak-K heeft plaatsgenomen. Dan kunnen we met het volgende onderwerp verder.

Naar boven