Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 61, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 61, item 3 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Wilders aan de minister voor Medische Zorg en Sport over het coronavirus.
De voorzitter:
We gaan verder met het mondelinge vragenuur, zoals gebruikelijk op dinsdag. We beginnen met de vraag van de heer Wilders namens de PVV aan de minister voor Medische Zorg en Sport, die ik nogmaals van harte welkom heet. De vragen gaan over het coronavirus. De heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Op 24 januari van dit jaar zei minister Bruins dat de kans klein is dat het coronavirus Europa zal bereiken. Inmiddels staat de teller in Nederland al op 382 geïnfecteerden en zijn er vier dodelijke slachtoffers te betreuren. Dat is vreselijk. Onze gedachten gaan in de eerste plaats natuurlijk uit naar deze slachtoffers en hun familieleden, die we heel veel sterkte toewensen.
In heel Europa krijgt het coronavirus steeds meer voet aan de grond. Veel andere landen nemen dan ook terecht stevige maatregelen, zoals Duitsland, waar evenementen worden afgelast; Tsjechië, waar grenscontroles worden ingevoerd, Israël; waar het toeristen het land uit moeten en Oostenrijk, dat de grens voor mensen uit Italië sluit. Nederland blijft daar ver bij achter. Onze minister-president komt niet veel verder dan een oproep tot het niet meer schudden van elkaars handen. Waarom? Waarom neemt het kabinet niet meer gerichte maatregelen? Waarom zijn alle vluchten uit landen met grote virusbrandhaarden niet meteen verboden? Waarom worden er überhaupt nog mensen uit die landen toegelaten in Nederland? Waarom worden grote evenementen niet afgelast en worden er niet meer mensen getest? Denkt dit kabinet echt dat dit virus is in te dammen met papieren zakdoekjes en een oproep tot niet meer handen schudden? Hoe naïef kun je zijn!
Zijn we wel goed genoeg voorbereid voor het geval dat het nog erger wordt? Zijn er genoeg intensivecarebedden? Bent u bezig, meneer de minister, met het uitbreiden van de ziekenhuiscapaciteit, met het heropenen van door u recent gesloten ziekenhuizen, zoals het Slotervaartziekenhuis, met het inrichten van kazernes en dergelijke als noodhospitaal? Bent u ervoor aan het zorgen dat er extra beschermingsmiddelen gefabriceerd worden? Bent u bezig om oud-zorgmedewerkers te vragen om terug te keren en vrijwilligers op te leiden, zodat ze dadelijk, als het nodig is, in ziekenhuizen kunnen helpen als de crisis hier echt losbarst?
Hoe kan het zijn, mevrouw de voorzitter, dat andere landen meer maatregelen nemen dan wij? En, mijn tweede vraag: is de zorg, voor het geval het verder escaleert, wel goed op orde?
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de minister.
Minister Bruins:
Voorzitter. Wij nemen maatregelen om de uitbraak van het coronavirus in Nederland in te dammen. Dat doen wij met experts die ons adviseren op dit punt en dat doen wij door het treffen van passende maatregelen, om het effect in te dammen aan de ene kant en aan de andere kant om ervoor te zorgen dat het normale leven zo mogelijk zijn doorgang kan vinden.
Kijk je verder dan de ic-bedden van nu? Ja.
Ben je bezig om te kijken welke vrijwilligers in de zorg erbij kunnen komen? Ja.
Kijk je naar extra beschermingsmiddelen? Ja.
Wij baseren onze maatregelen steeds op experts. Wij treffen de maatregelen die passen bij de situatie, soms op het niveau van het hele land en soms op een ander niveau, zoals op het niveau van Noord-Brabant, zoals gisteren bekend is gemaakt.
De heer Wilders (PVV):
Dit is natuurlijk niet het begin van een antwoord. Het blijft dus gewoon bij handen schudden. Dit is een antwoord van niets. Het doet mij denken aan de minister-president, die gisteren tijdens zijn persconferentie zei: "We nemen maatregelen die passen bij het land." Maar we hebben helemaal geen maatregelen nodig die passen bij het land. We hebben maatregelen nodig die passen bij het bestrijden van het coronavirus. En het blijven hangen in halfslappe maatregelen, zeg ik tegen deze minister, is erg onverstandig. Het is ook levensgevaarlijk. De regering moet het zekere voor het onzekere nemen. De regering moet er alles aan doen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen en er alles aan doen om de zorg voor mensen op orde te hebben in het geval dat het aantal geïnfecteerden dadelijk nog meer zal stijgen. Natuurlijk zijn adviezen van het RIVM belangrijk, maar daadkrachtige politici hebben we nog veel harder nodig, want anders zitten we mede doordat hij alleen maar slappe maatregelen neemt dadelijk in de situatie waar Italië nu in zit. En dan is de schade niet te overzien.
Ik herhaal het dus en ik kan het niet genoeg herhalen: de minister moet om te beginnen zorgen dat het niet erger wordt. Verbied alle vluchten uit risicogebieden. Laat geen mensen uit risicolanden meer toe tot Nederland. Zeg Schengen tijdelijk op en voer desnoods weer grenscontroles in. Zet Nederlanders die terugkomen uit risicolanden, verplicht twee weken in quarantaine. Verbied grote manifestaties. Verbied evenementen en roep mensen op om grote groepen en bijeenkomsten te mijden.
Voorzitter. Gisteren was de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care op televisie bij Nieuwsuur. Hij zei daar dat er al snel een probleem kan komen in Nederland met de intensive care en het aantal isolatiebedden als het aantal besmette mensen de komende weken verder groeit. Zorg dus snel, meneer de minister, voor voldoende capaciteit voor als het zover is. Geef antwoord op mijn vraag of u bereid bent om door u gesloten ziekenhuizen te heropenen. Zorg voor voldoende testkits. Zorg voor voldoende beademingsapparatuur. Zorg voor voldoende ziekenhuispersoneel. Trek die vrijwilligers aan. Doe eindelijk wat nodig is om Nederland te beschermen en houd op met die halfbakken maatregelen.
Minister Bruins:
Wij treffen pássende maatregelen, zoals ik al heb gezegd. Daar hoort ook bij dat wij kijken naar het aantal ic-bedden nu en de mogelijkheden tot opschaling. Daar hoort ook bij dat wij kijken naar zorgmedewerkers en hoe wij die groepen mensen, bijvoorbeeld met vrijwilligers, kunnen uitbreiden. Wij treffen tal van maatregelen en wij treffen die maatregelen op basis van adviezen van experts. Ik vind het heel belangrijk om dat te blijven benadrukken. Dat zijn de passende maatregelen voor de situatie die nu in Nederland geldt voor het coronavirus.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Ben ik klaar? Mag ik nog één afrondende zin?
De voorzitter:
Als u dat wilt, mag u dat namens de PVV via de interruptiemicrofoon doen. Dan ga ik nu naar de heer Hijink namens de SP.
De heer Hijink (SP):
De minister zegt de hele tijd: wij nemen passende maatregelen. Maar het is toch niet zo gek dat Nederlanders ook naar het buitenland kijken en zien welke maatregelen daar worden genomen, bijvoorbeeld het schrappen van evenementen en het inperken van het vliegverkeer? De minister geeft eigenlijk helemaal geen inhoudelijke reactie op de vragen die daarnet zijn gesteld. Wat zijn nou de inhoudelijke redenen om bijvoorbeeld in Noord-Brabant te gaan nadenken over het schrappen van evenementen? Wat zijn nou de inhoudelijk redenen om niet te tornen aan het vliegverkeer vanuit risicogebieden? Kan de minister ook inhoudelijk reageren in plaats van alleen zeggen "passende maatregelen"?
Minister Bruins:
Wij hebben hierover afgelopen donderdag een uitgebreid debat gehad. De aanleiding om meer maatregelen in Noord-Brabant te treffen is dat daar meer besmette patiënten zijn aangetroffen. Dan ga je met name in die regio kijken en dat is exact wat we doen. Daarnaast is er het opschalen van de maatregel om geen handen te schudden en blijven we de hygiënemaatregelen benadrukken. Dat is belangrijk, want dat zijn maatregelen die wij allemaal in Nederland kunnen treffen, zodat we allemaal, alle 17 miljoen Nederlanders, een bijdrage kunnen leveren.
De voorzitter:
De tweede vraag, meneer Hijink.
De heer Hijink (SP):
Dit is opnieuw geen inhoudelijke reactie op de vragen die worden gesteld. Dat deed de minister ook niet bij de vragen die door de heer Wilders zijn gesteld, maar hij doet het nu ook niet in de richting van de SP. Waarom geeft de minister niet gewoon een inhoudelijke reactie? Het beeld dat ontstaat, is toch dat het kabinet geen duidelijk verhaal heeft voor de Kamer over de strategie. Wat is nou de strategie? Ik zag gisteren mevrouw Merkel op televisie heel duidelijk uitleggen wat de strategie van haar regering is: proberen in te dammen waar dat kan, maar vooral ook de piekdrukte in het zorgstelsel proberen te voorkomen. Verder is dat: kijken of je tijd kunt rekken, zodat de uitbraak niet te groot wordt en wij ons kunnen voorbereiden op de ontwikkeling van een vaccin en de medicatie. Dat is toch een heel duidelijke strategie om als regering aan te werken en dat mis ik volledig in het verhaal van de minister.
Minister Bruins:
Ik refereer aan het debat van vorige week donderdag. Toen heb ik ook aangegeven dat we nu in de fase van het indammen zitten. Wij willen proberen om te voorkomen dat we in de volgende fase geraken. Dat is de fase van het beperken. Ik heb er in dat debat ook op gewezen welke kantelpunten er zijn om van die ene in die andere fase te geraken. Ook in Nederland liggen de draaiboeken klaar en zijn wij voorbereid op dat wat er mogelijk komen gaat. Ik vind het belangrijk om te blijven benadrukken dat dat indammen van groot belang is. Dat is de beste manier om te zorgen dat we het in Nederland met elkaar aankunnen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Vorige week hebben we inderdaad een uitvoerig en goed debat gehad over de stap-voor-stapaanpak die dit kabinet volgt. Ik heb toen al gevraagd hoe het zit met evenementen. Als het aantal patiënten waarvan niet duidelijk is hoe ze aan het virus gekomen zijn groeit, kan het dan op een gegeven moment niet verstandig zijn om op grotere schaal dan nu gebeurt evenementen af te gelasten, als nuttige voorzorgsmaatregel?
Minister Bruins:
Dat is een van de onderwerpen waarover de veiligheidsregio's in Brabant op dit moment vergaderen. Ik verwacht dat op dat punt meer te melden is in de loop van de dag.
De heer Veldman (VVD):
Het is goed om te zien dat er een minister staat die het hoofd koel houdt. Het klopt dat we afgelopen week in het debat goed met elkaar gewisseld hebben in welke fase we zitten. Toch kan ik me voorstellen dat er vragen zijn bij mensen. Waarom treffen we in Brabant een aantal maatregelen wel, maar bijvoorbeeld in Utrecht niet? Daar zijn antwoorden op, maar waarschijnlijk bereiken die dus niet iedereen. Is de minister bereid om de publieksinformatie een extra boost te geven, extra aan te zwengelen, zodat de antwoorden op alle vragen die er zijn en waar ook gewoon antwoorden op zijn, zo veel mogelijk Nederlanders bereiken? Dan kan de ongerustheid worden weggenomen in die gevallen waarin er ongerustheid is terwijl er gewoon een antwoord is.
Minister Bruins:
Ik snap heel goed dat heel Nederland wil weten wat er op ons afkomt. Tegelijkertijd hebben we daarvoor geen glazen bol. Maar neem van mij aan dat we de maatregelen goed voorbereiden en geen enkele maatregel uitsluiten. Op het punt van de heer Veldman: ik wil heel graag zorgen voor goede informatie aan u, aan uw Kamer, maar ook aan heel Nederland. Daarop zullen we blijven inzetten. Ik begrijp heel goed dat die aanvullende informatie wordt gezocht. Ik zal me daarvoor inspannen.
De voorzitter:
Een tweede vraag, meneer Veldman.
De heer Veldman (VVD):
Dit raakt natuurlijk ook onze economie. We zien dat inmiddels zo'n 700 bedrijven een verzoek hebben gedaan om in aanmerking te komen voor deeltijd-WW, maar er zijn natuurlijk ook andere bedrijven en zzp'ers die niet van dit soort maatregelen gebruik kunnen maken. Is de minister — is het kabinet, vraag ik via deze minister — bereid om in de volle breedte te kijken welke mogelijkheden er zijn om bedrijven die nu getroffen worden, zo nodig te ondersteunen?
Minister Bruins:
Dit is zo'n punt van zorg voor het hele kabinet. Daarover is gisteren al gesproken in het grotere beraad van de MCCb met meerdere collega's. Dit wordt dus geadresseerd. Het is een punt van het hele kabinet. Hier heeft collega Koolmees het voortouw, maar dit is nadrukkelijk iets van het hele kabinet.
De heer Kuzu (DENK):
Afgelopen donderdag is hier een uitgebreid debat over geweest. Daarin heeft DENK vooral aandacht gevraagd voor de zorgen van Nederlanders. Die zorgen zijn volkomen terecht, als we kijken wat er nu in Brabant gebeurt. Ik wil mijn medeleven uiten naar al die Brabanders die op dit moment thuis zitten te werken en al die mensen die op dit moment besmet zijn en hun families. Echt volledig medeleven namens mij en mijn fractie!
Er wordt nu gesproken over de zogenaamde indamfase. De minister sprak daar net ook over. Als we kijken wat er nu in Nederland gebeurt en wat er in de landen om ons heen gebeurt, wat is er dan nodig om over te gaan tot de volgende fase?
Minister Bruins:
Dat is een van de punten die zijn gewisseld in dat debat van vorige week. Het gaat over het aantal contactonderzoeken dat kan worden gedaan. Welke capaciteit is daarvoor nog beschikbaar bij de GGD? Dat is het ene moment van zo'n kantelpunt. Het andere is als de lijst met landen met risicogebieden oneindig groot en lang wordt. Dan moet je constateren dat we in die volgende fase geraken. Dat is nu nadrukkelijk niet het geval.
De voorzitter:
Een tweede vraag, meneer Kuzu.
De heer Kuzu (DENK):
Dat is nou precies het punt. We zien dat het aantal besmettingen op dit moment in rap tempo toeneemt. We zien dat er onduidelijkheid bestaat — en duidelijkheid is vooral echt heel erg belangrijk — over wanneer mensen zich waar op welke manier moeten melden en over of er voldoende capaciteit is voor contactonderzoek en dergelijke. Dan kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat we eigenlijk steeds rapper in een situatie belanden waarin we echt moeten gaan nadenken over de volgende fase. Die zorgen zijn er in de samenleving en die zorgen zijn wat mij betreft, wat mijn fractie betreft, volkomen terecht. Wanneer is nou echt het moment concreet aangebroken voor het kabinet om te zeggen: we zitten nu in de volgende fase? Want daar is nu echt veel onduidelijkheid over en het zou de minister sieren om heel veel Nederlanders die te kampen hebben met dit soort onduidelijkheid duidelijkheid te geven. Dat is het minste wat de minister kan doen.
Minister Bruins:
Dat is precies wat ik wil: duidelijkheid geven en de onduidelijkheid wegnemen. Ik heb in dat debat twee voorbeelden van die kantelmomenten benoemd om te laten zien wanneer we uit die fase één van indammen geraken en in de volgende fase komen. Daarvoor is er natuurlijk niet een kalendertje. Met alles wat in ons is — "in ons" is de hele zorg in Nederland — proberen we in deze fase van het indammen te blijven.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Vorige week in het debat heb ik gezegd dat 50% van het werk in feite communicatie en uitleg is. Ik zie toch dat dat nog niet gebeurt. Ik krijg enorm veel verontruste meldingen. Met name mensen in de grensregio's weten niet waar ze aan toe zijn. Ze zien bij wijze van spreken dat een kilometer verderop evenementen worden afgelast en scholen dichtgaan. Mensen voelen zich onzeker. Daar wil ik graag nog even een reactie van de minister op hebben.
Minister Bruins:
Ik vind dat punt van mensen in Nederland goed informeren enorm van belang. Vragen die veel terugkomen, bijvoorbeeld bij het contacttelefoonnummer, gaan we op rijksoverheid.nl weer in een Q&A verwerken. Ik vind het belangrijk dat die informatie up-to-date is en blijft. Op die manier wil ik er graag toe bijdragen dat zorgen worden weggenomen. Het is voor mij dus een aangelegen punt om die communicatie en informatie voor heel Nederland en soms ook voor meer specifieke doelgroepen — soms onderwijs, soms werkgevers, mensen in de grensstreek — meer op maat toe te snijden.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Daaropvolgend, er is vanmiddag een videoconferentie in Europa waar ook de minister-president aan zal deelnemen. Ik lees nu toch dat zaken die daar besproken gaan worden te maken hebben met informatie-uitwisseling en met samen bezien of een volgende stap gezet kan worden met kennisuitwisseling. Dat verontrust mij toch wel. Wij als CDA hebben ook vorige week gevraagd hoe het staat met de Europese samenwerking. De minister heeft al twee keer een overleg gehad in Europa. Dan kan het toch niet zo zijn dat er over een virus dat zich niet aan grenzen houdt nog zo weinig afstemming is?
Minister Bruins:
Ik ben vorig week vrijdag in Brussel geweest met de collega's, met de gezondheidsministers. Ik heb ook daar weer benadrukt dat samen optrekken ook in Europees verband van groot belang is. Tegelijkertijd heb ik vorige keer het voorbeeld genoemd van het aanscherpen van het reisadvies voor Noord-Italië. Dat was vorige week donderdag. Soms wil je niet wachten op maatregelen die heel Europa neemt en wil je zelf het voortouw nemen.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Ook vanuit mijn fractie alle medeleven aan de mensen die getroffen worden door dit virus en wiens leven er ineens heel anders uitziet. Ik heb een vraag over het zorgpersoneel, want zij zijn extra nodig én extra kwetsbaar in deze periode. Ik heb net vernomen dat de Federatie Medisch Specialisten aan haar leden vraagt om niet meer deel te nemen aan grote bijeenkomsten, dus breder dan in de provincie Brabant. Is dat een oproep die de minister zou kunnen ondersteunen? Moet die wellicht ook uitgaan naar andere zorgverleners, om hen zelf veilig te houden en om ervoor te zorgen dat ze de zorg kunnen verlenen aan de mensen die dat nodig hebben?
Minister Bruins:
De voorbeelden zijn talrijk van partijen in Nederland die maatregelen treffen die ik goed kan begrijpen. Mevrouw Ploumen vraagt of ik erachter ga staan. Dan moet ik eerst de maatregel precies lezen. Ik ken deze maatregel niet, maar ik zal me erin verdiepen en daarop reageren.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
In Nederland proberen we rustig te blijven. We pakken het coronavirus aan met de stap-voor-stapmethode. Ik denk ook dat dat goed is. Dat doen we op basis van de adviezen van deskundigen. Dat heeft de minister vorige week ook uitgebreid toegelicht in het debat. Tegelijkertijd hebben mensen het gevoel bij die stap-voor-stapaanpak dat we steeds een stap achterlopen. Dat komt natuurlijk ook een beetje door de berichten die we uit het buitenland horen. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan hij mensen geruststellen? Begrijpt hij de zorgen? Hoe kan hij mensen geruststellen dat we niet een stap achterlopen, maar dat we echt alles op alles zetten om het virus in te dammen?
Minister Bruins:
Ik denk dat daarvoor twee dingen van groot belang zijn. Een, zorgen dat we de goede informatie bieden en steeds meer specifiek de vragen en antwoorden adresseren van bepaalde groepen in de samenleving. Dat is de ene kant. Aan de andere kant krijg ik heel veel de vraag: wat kan ik zelf doen en wat kan ik zelf voor maatregelen nemen? Dan gaat het toch over die hygiënemaatregelen, zoals handen wassen, niezen in de binnenkant van je elleboog en geen handen meer schudden. Zo kunnen we met z'n allen in Nederland ons aandeel leveren om het coronavirus in Nederland in te dammen.
Mevrouw Sazias (50PLUS):
Een van de vragen die net gesteld zijn die niet beantwoord is, is: waarom wordt er niet meer getest? Ik kan me voorstellen dat het antwoord daarop is: we hebben niet voldoende testen. Mijn vraag aan de minister is: hoe is de stand van zaken met die testkits? Hebben we daar voldoende van? Anderzijds krijg ik ook heel veel signalen van mensen die ziek thuiszitten en die niet worden getest. Dan vraag ik mij af of de cijfers van het aantal besmettingen die het RIVM iedere dag levert ... Ik vermoed dat het daadwerkelijke cijfer veel hoger ligt omdat niet iedereen wordt getest. Hoe denkt de minister daarover?
Minister Bruins:
Ik beantwoord de laatste vraag als eerst: ik vertrouw de cijfers van het RIVM volledig. Een belangrijke hoeksteen onder ons beleid is dat wij ons beleid baseren op de experts van de GGD en het RIVM. Wat betreft de vraag over de testkits: dat volgen wij nauwkeurig. Op dit moment zijn ze er nog, maar u begrijpt dat het krapper wordt. Ik heb daar op dit moment geen precies aantal van.
Mevrouw Sazias (50PLUS):
Ik vertrouw ook op het RIVM, maar als er mensen ziek thuiszitten die niet getest worden, dan tellen ze niet mee. Kunt u zich voorstellen dat het daadwerkelijke aantal vermoedelijk veel hoger ligt?
Minister Bruins:
Ik vertrouw op de cijfers van het RIVM en ik denk dat het heel belangrijk is dat wij dat blijven doen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dit is een nationale crisis. Het is belangrijk dat het kabinet rust uitstraalt en het is ook belangrijk dat wij dat als Kamer doen. We moeten de paniek niet groter maken en we moeten vertrouwen hebben in de maatregelen die de experts nu aankondigen voor de korte termijn. Maar dat vertrouwen van de bevolking en van de Kamer, dat de minister ook van onze fractie heeft, moet wel worden vastgehouden. Daarvoor is het belangrijk dat je inzicht geeft in de strategieën en de scenario's voor als het verder escaleert. Daarover zijn vandaag terecht vragen gesteld, bijvoorbeeld over de ziekenhuiscapaciteit. Op welke manier wil je die opschalen? In een crisis moet je zaken altijd afwegen. Welke informatie geef je wel en welke informatie geef je niet? Ik zou de minister willen oproepen om juist wel informatie te geven over de manier waarop Nederland zich nu voorbereidt. Hebben we straks inderdaad voldoende ziekenhuisbedden? Ondernemen we nu alle stappen om nieuwe medische apparatuur in te kopen op de markt? Want heel de wereld is daarmee bezig. Daarin moet de minister een extra stap zetten.
Minister Bruins:
Ik voel me aangesproken door deze vraag. Ik heb in het debat van vorige week aangegeven dat we in de situatie van indammen zitten. De vervolgfase is beperken. Welke maatregelen horen daarbij? Kun je dan van isolatiekamers naar meer cohortverpleging gaan? Daar heb ik in het debat wat over gewisseld. Wij zijn aan het zoeken naar mogelijkheden om ook die informatie te verbreden en aan te vullen, bijvoorbeeld op rijksoverheid.nl.
De heer Klaver (GroenLinks):
In zo'n crisis waar we nu in zitten, is het belangrijkste dat er geen paniek uitbreekt. Daarom is het belangrijk dat je dat ook communiceert naar Nederland. Ik heb het debat van vorige week ook gevolgd. Daar is aan geraakt en daar is het over gegaan, maar we zijn alweer een week verder. De wereld is alweer heel, heel anders. Ik zou willen aangeven, ik zou een dringende oproep willen doen om niet alleen te communiceren over de maatregelen die we vandaag moeten nemen, maar ook over welke stappen er worden ondernomen om ervoor te zorgen dat we er klaar voor zijn als het escaleert. Geef ook daarvan dagelijks of wekelijks de updates, zo veel als mogelijk. Neem mensen mee in wat er gebeurt. Hou Nederland rustig.
Minister Bruins:
Rustig houden, maar ook goed informeren. Daarom zoeken we naar welke informatie daarbij het best past. Zo geven wij op dit moment extra informatie over de extra maatregelen die we treffen in Brabant. Dat is op die situatie toegesneden. Maar ik begrijp de vraag van de heer Klaver goed. Ik wil dat graag adresseren, niet alleen wat betreft de informatie voor vandaag maar ook voor die van morgen.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):
Afgelopen weekend zijn veel mensen geschrokken van de berichtgeving uit Italië dat ouderen aan hun lot worden overgelaten en vanaf 80 jaar niet meer in het ziekenhuis worden opgenomen. Mijn vraag aan de minister is: is het waar dat de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care ook in Nederland bezig is met een draaiboek om ouderen eventueel niet meer op te nemen in het ziekenhuis op de afdeling intensive care? Kan de minister garanderen dat er niemand in Nederland aan zijn lot wordt overgelaten, dus geen ouderen, maar bijvoorbeeld ook geen chronisch zieken en kankerpatiënten?
Minister Bruins:
Dit is exact waar het beleid op gericht is. We willen proberen om ervoor te zorgen dat de zorg in heel Nederland goed is en blijft. Natuurlijk zijn mensen die ouder zijn of meerdere ziektes onder de leden hebben het meest kwetsbaar. We willen met alles wat in ons is ervoor zorgen dat ook voor hen de zorg beschikbaar is en blijft. Dat geldt ook voor mensen die besmet zijn met het coronavirus.
De heer Jetten (D66):
Ook namens mijn fractie toon ik medeleven richting alle mensen die nu thuiszitten. Dank aan de minister voor de beantwoording en de toezegging om nog meer informatie te delen. Mijn vraag gaat over coördinatie in Europees verband. We hebben de minister zojuist een paar keer horen zeggen: in deze fase is alles erop gericht om de verspreiding van het virus verder in te dammen. Tegelijkertijd zien we dat verschillende Europese lidstaten nu andere maatregelen nemen. Oostenrijk sluit de grens voor Italië, maar via Slovenië kun je nog altijd vanuit Italië naar Oostenrijk. Denemarken sluit het luchtruim voor vluchten vanuit risicogebieden, terwijl in Nederland die keuze wordt overgelaten aan luchtvaartmaatschappijen. Hoe beoordeelt de minister deze verschillende aanpak als het gaat om internationale reizen? Wat zijn zijn inspanningen om op Europees niveau tot een eenduidige lijn te komen, zodat we dat indammen ook doen op het gebied van internationale reizen?
Minister Bruins:
Wat doet Nederland? Ook hiervoor geldt dat we daarover afgelopen vrijdag in Europa spraken, om te kijken waar we gelijk op kunnen trekken. Ik zie dat een aantal partijen dat doen. Ik zie ook een aantal partijen die dat nalaten. In Nederland blijven wij ons beleid richten op de informatie die we krijgen van experts zoals het RIVM. Dat is ook exact wat de WHO ons aanbeveelt. Het lijkt me nog steeds de goede keuze om dat te blijven doen.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb de vragen aangevraagd. Ik moet zeggen dat de antwoorden van de minister ver onder de maat zijn. Ik stelde concrete vragen. Hoe staat het met de zorg? Wordt het Slotervaartziekenhuis weer heropend? Waarom laten wij nog vliegtuigen landen uit die virushaarden? Waarom laten wij nog mensen toe uit die landen? Op al die vragen komt geen antwoord. Er komt een antwoord van een bureaucraat. De minister gedraagt zich tijdens misschien wel de grootste volksgezondheidscrisis van Nederland sinds decennia als een bureaucraat, als de buikspreekpop van het RIVM. Dat moet niet. U moet proactief dingen doen om Nederland beter te maken, om Nederland veiliger te maken. Ik heb geen vraag, maar een opmerking: ik hoop dat u dat gaat doen. En als u dat niet doet, laat dan alstublieft iemand anders het doen.
Minister Bruins:
Wij hebben hier afgelopen donderdag volgens mij de hele dag het debat gevoerd over de maatregelen die wij hier in Nederland treffen. Dat zit allemaal in de voorbereiding van experts, van GGD en RIVM. Maar laat er geen misverstand over zijn dat het allemaal maatregelen zijn die ik verdedig vanuit het kabinet jegens uw Kamer. Ik ben van plan om daarmee door te gaan.
De heer Wilders (PVV):
Een beter bewijs van mijn stelling is nauwelijks mogelijk. Opnieuw gaat de minister niet in op alle voorstellen die ik heb genoemd. Hij zegt gewoon: we nemen de goede maatregelen. Nederlanders moeten maar geloven dat dat zo is. Waarom sluit Oostenrijk wel de grens met Italië? Waarom sluit Frankrijk wel scholen? Waarom laat Israël geen toeristen meer binnen of zet Israël toeristen in quarantaine? Waarom? Waarom doet Nederland dat niet? Dat zijn vragen die bij mensen spelen, meneer de minister. U komt met robotachtige antwoorden. U komt met robotachtige antwoorden. We hebben een mens nodig die vecht voor de volksgezondheid van Nederland. Maar u staat daar ... Ja, ik weet niet hoe u daar staat, maar het is niet veel soeps.
Minister Bruins:
Met alles wat in mij is, ben ik aan het zorgen dat het coronavirus zo klein mogelijk blijft. Er is geen ander onderwerp op de agenda dat zo veel aandacht vraagt, niet alleen van mij, maar van een talloos grote kring van zorgprofessionals om ons heen. Dat is de allerbelangrijkste opdracht voor Nederland. Daar ga ik gewoon mee door.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-61-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.