2 Herdenking de heer Van Kemenade

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van minister van staat de heer Van Kemenade.

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van minister van staat de heer Van Kemenade. Hij overleed op 19 februari 2020 op 82-jarige leeftijd. Ik heet zijn familie, zijn kinderen, Ferd-Jan met partner en Pieter, zijn kleinzoon Joran, oom Kees en Henny Nijman van harte welkom. Ik heet ook de minister-president en de minister voor Medische Zorg van harte welkom.

Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, indien mogelijk, te gaan staan.

Politiek was voor Van Kemenade geen keuze, maar een essentieel onderdeel van zijn bestaan. De maatschappelijke betrokkenheid die Van Kemenade van anderen verwachtte, had hij zelf ook in hoge mate. Als zoon van een boekhouder en kleinzoon van een timmerman was hij de eerste in zijn familie die ging studeren. En naast een hoog arbeidsethos, bracht hem dat een diep doorleefde overtuiging dat gelijke kansen voor ieder mens konden leiden tot een betere samenleving. Fundamentele hervormingen in het onderwijs moesten eraan bijdragen dat ideaal te bereiken.

Jos van Kemenade werd door Den Uyl naar Den Haag gehaald. Hij was pas 36, maar had al een bliksemcarrière achter de rug in de sociale wetenschap. En hij was opgevallen vanwege zijn ideeën over onderwijsvernieuwing, als oprichter van het Instituut voor Toegepaste Sociologie. In het legendarische eerste kabinet-Den Uyl, dat spreiding van kennis, macht en inkomen voorstond, was de jonge idealist met het scherpe verstand en de juiste daadkracht de gedroomde onderwijsminister.

Wie de naam Van Kemenade hoort, denkt als vanzelf aan de revolutionaire middenschoolexperimenten, die door de ongewoon scherpe politieke tegenstellingen van die tijd niet tot een definitieve invoering hebben geleid. Maar op de golf van dat gestrande project zijn er vele, vergaande onderwijshervormingen die hij wel tot stand bracht, zoals de Open Universiteit en de invoering van het tweedekansonderwijs, dat voor vrouwen en arbeiders met een achterstandspositie een belangrijk instrument was om een sprong voorwaarts te maken.

Na de val van het eerste kabinet-Den Uyl ging Van Kemenade, ondanks diverse aanbiedingen, voor de volle vier jaar als Kamerlid in de Kamer zitten. Hij hield zijn maidenspeech op 1 maart 1978. In de Handelingen zijn niet alleen zijn woorden verankerd, maar is ook een foto van hem opgenomen. We zien hem in de oude vergaderzaal, op het spreekgestoelte, zijn hand vastberaden op de heup, met tegenover hem mevrouw Ginjaar-Maas van de VVD aan de interruptiemicrofoon. In de Handelingen is te lezen dat zij hem aanspreekt als minister: "Meneer de Voorzitter! Mag ik de minister ... de ex-minister even interrumperen?" Waarop de heer Van Kemenade zegt: "Het is even wennen, nietwaar?" Om vervolgens een gloedvol inhoudelijk betoog af te steken; het betrof de Onderwijsbegroting voor 1978.

Van Kemenade koos na zijn periode als minister in twee kabinetten en zijn Kamerlidmaatschap om diverse redenen voor een bestuursfunctie in het onderwijsveld. Maar de politiek liet hem zijn leven lang niet meer los. Als minister, Kamerlid, burgemeester en commissaris van de Koningin bewoonde hij het hele huis van Thorbecke. Dat maakte hem tot het politieke zwaargewicht, waardoor hij later benoemd werd tot minister van staat.

Van Kemenade was een veelgevraagd voorzitter van onderzoeken naar zwaarwegende en meestal gevoelige kwesties. Hij liet nooit verstek gaan, al stond hij soms vol in de wind. Hoewel kritiek hem nooit koud liet, leerde de politiek hem relativeren. Jacques Wallage vertelde ooit dat hij, als beginnend Kamerlid, klaagde dat deze functie hem niet echt gelukkig leek te maken. Waarop Van Kemenade antwoordde: "Jacques, de politiek ís er niet om jou gelukkig te maken."

Maar in zijn overtuigingen bleef hij onvoorwaardelijk geloven. Gelijkwaardigheid tussen mensen, mondige en betrokken burgers, en de totale ontplooiing van ieder individu als basis voor een krachtige democratische samenleving. Dat dreef hem en daar vocht hij voor. Tot aan het einde toe.

Jos van Kemenade schreef een aantal boeken over de onderwerpen die hem bezighielden. Ze zijn doordacht, helder geschreven en toegankelijk. Maar de titels zijn poëtisch; ze verwijzen naar de natuur. Hij heeft een prachtig rapport geschreven over het onderwijsbeleid voor allochtone leerlingen. Dat kan ik me nog heel goed herinneren. Dat noemde hij: Ceders in de tuin. Zijn werk ademt de geest van de schrijvers en dichters die gelezen werden in de sociaaldemocratische kringen uit de tijd van Den Uyl.

Daarom besluit ik graag met de woorden van een van die dichters, Adriaan Roland Holst:

Ik zal de halmen niet meer zien

noch binden ooit de volle schoven,

maar doe mij in de oogst geloven

waarvoor ik dien.

Ik wens de familie veel sterkte toe met dit verlies en geef de minister-president het woord.

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Journalisten die Jos van Kemenade vroegen wat hem als minister van Onderwijs dreef, kregen soms een kort, maar veel vaker een iets langer antwoord. Het korte antwoord was: meer mensen mondig maken. In die vier woorden schuilde een maatschappijvisie die hij met iets meer tekst ooit als volgt verwoordde: "Waar het in feite om gaat, is de mensen te leren de maatschappij te veranderen, om dat zelf te bepalen. Dat betekent zelf leren besturen, niet door mij, maar door praten, weten, doen. Wij zijn verantwoordelijk voor de democratie over twintig jaar. Zonder mondige mensen zal er geen democratie zijn. (...) Als het echt gaat om vrijheid en zelfstandigheid, dan zullen we de mensen beter moeten toerusten."

Voor Jos van Kemenade was onderwijs hét instrument voor een democratische, open en gelijkwaardige samenleving, een samenleving waarin iedereen gelijke kansen krijgt. Dat was zijn ideaal. Daarin geloofde hij een leven lang; als sociaaldemocraat en als kind van zijn tijd, maar zeker ook als de eerste uit zijn familie die het tot het gymnasium en de universiteit schopte. En hoe! Nog in 2006, vier jaar na zijn pensionering als commissaris van de Koningin, pleitte hij in een artikel voor een tweejarige onderbouw in het middelbaar onderwijs, voor een zesjarige havo en voor het samengaan van vmbo en mbo. Er is weinig voor nodig om daarin de echo terug te horen van de middenschool uit de jaren zeventig, waarmee zijn naam voor altijd verbonden zal blijven.

De jonge onderwijssocioloog Jos van Kemenade kwam in 1973 als hooggeleerde specialist de landspolitiek in en verliet Den Haag in 1984 als generalist. In de tussenliggende jaren was hij gepokt en gemazeld als minister, als parlementariër, als prominent lid van zijn partij en niet te vergeten als informateur in 1982. Die laatste rol betitelde hij zelf ooit als: "Mijn allermooiste ervaring. Omdat ik daar werkelijk heb moeten functioneren op de toppen van mijn tenen. Intellectueel in hoge mate bevredigend."

Het is een uitspraak die past bij het beeld dat ik ook zelf persoonlijk van hem heb. Want de keren dat ik hem als minister van staat mocht ontmoeten, was ik steeds onder de indruk van zijn eruditie, zijn analytische geest en ook gewoon van zijn diepmenselijkheid, zijn vriendelijkheid. Je even apart nemen. "Mark, let ook nog even op ..." En dan kwam er een verstandig advies.

Zijn werklust is legendarisch. Zeker als jong minister nam hij het liefst het hele onderwijssysteem ineens op de schop. Een partijgenoot schijnt hem ooit te hebben gezegd: "Jos, wat 2.000 jaar christendom niet tot stand heeft gebracht, hoef jij niet in vier jaar te doen." Maar ja, dat was nu eenmaal de aard van het beestje, of in ieder geval voor een deel, want naast bevlogen en onvermoeibaar was Jos van Kemenade — ja, precies — ook vriendelijk en benaderbaar. Naast de zakelijke man van de inhoud was hij ook idealist. En naast de analytische bestuurder was hij ook de gedreven politicus, die niet voor niets Joop den Uyl als zijn leermeester beschouwde.

Ooit wees hij een topfunctie in de financiële wereld af met het argument dat hij in het openbaar bestuur meer kon bijdragen aan "een samenleving waarin de mensen fatsoenlijk met elkaar omgaan", zoals hij dat noemde.

Ik geloof dat daarmee inderdaad zijn levensloop wel is verklaard: een leven in dienst van de publieke zaak, van een man op wie nooit tevergeefs een beroep werd gedaan voor een volgende functie of nog een voorzitterschap. Als oud-minister, Kamerlid, burgemeester en commissaris van de Koningin — u zei het al, voorzitter — kende hij het huis van Thorbecke volledig. Alle gaten en hoeken had hij gezien. Dat ministerschap van staat kwam hem toe en zat hem dus ook als gegoten.

Mevrouw de voorzitter. Jos van Kemenade typeerde zichzelf ooit als "een pendelaar tussen wetenschappelijke en bestuurlijke activiteiten". In die voortdurende beweging heeft hij in veel verschillende functies veel voor ons land gedaan en betekend. Daarvoor blijven we hem dankbaar en we herdenken hem met het diepste respect.

Namens het kabinet wens ik zijn familie en andere nabestaanden alle kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan verzoek ik u nu om een moment van stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dan schors ik nu voor enkele ogenblikken om de familie van de heer Van Kemenade te condoleren. Ik wil u in herinnering brengen dat u geen handen mag schudden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven