30 Ondernemen en bedrijfsfinanciering

Aan de orde is het VAO Ondernemen en bedrijfsfinanciering (AO d.d. 05/12).

De voorzitter:

Aan de orde is een VAO Ondernemen en bedrijfsfinanciering, met als eerste spreker de heer Aartsen van de VVD.

De heer Aartsen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een drietal moties dat ik zou graag willen indienen om het beter en makkelijker te maken voor ondernemers om financiering aan te vragen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de BMKB zich op dit moment qua toelating en werkbaarheid beperkt tot de grote banken en een beperkt aantal alternatieve financiers;

overwegende dat het mkb in grote mate afhankelijk is van financiers, maar bij grote banken niet altijd financiering los kan krijgen;

verzoekt de regering om de BMKB-regeling zo aan te passen dat deze beter en meer beschikbaar is voor alternatieve financiers en specifiek werkbaar te maken voor crowdfunding,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Aartsen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 404 (32637).

De heer Aartsen (VVD):

De tweede motie gaat over deelverpanding, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij een bancair onderpand op dit moment een volledig pand wordt geëist door banken en deelverpanding niet mogelijk is;

overwegende dat door gebrek aan deelverpanding mkb'ers beperkt worden in het vergaren van voldoende financiering;

verzoekt de regering met een voorstel te komen om deelverpanding mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Aartsen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 405 (32637).

De heer Aartsen (VVD):

De laatste motie gaat over de vernieuwing van het zekerhedenregister 1970.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de wet rondom het zekerhedenregister uit 1970 stamt en hierdoor verouderd is, waardoor nog steeds met papieren pandaktes en verpandingslijsten wordt gewerkt;

constaterende dat (kleine) financiers hierdoor tegen onnodige administratieve regeldruk aanlopen, transparantie in het systeem ontbreekt en de huidige situatie niet duurzaam is;

verzoekt de regering zo snel als mogelijk met een voorstel te komen om de wet zekerhedenregister 1970 te moderniseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Aartsen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 406 (32637).

De heer Aartsen (VVD):

Ik zie uit naar brede steun.

Voorzitter, dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Het is al een tijdje terug dat wij het AO Ondernemen en bedrijfsfinanciering hebben gehad. Bedrijfsfinanciering blijft een belangrijk aandachtspunt voor het CDA, met name voor het mkb en als wij het over het financieren van kleine bedragen hebben. Om het mkb en de kleine financiering daarbij te ondersteunen de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de oude regeling durfkapitaal, ook wel de "tanteagaathregeling" genoemd;

overwegende dat deze regeling is geëvalueerd en hieruit leerpunten, zoals rondom communicatie, kunnen worden getrokken;

overwegende dat een nieuwe durfkapitaalregeling groei van ondernemingen in de beginfase zou kunnen bevorderen;

overwegende dat er nu een onderzoek loopt waarin onder meer wordt gekeken naar hoe het doel van de tanteagaathregeling op niet-fiscale wijze kan worden bereikt;

verzoekt de regering hierover voor de zomer 2020 aan de Kamer te rapporteren;

verzoekt de regering tevens om, indien uit dit onderzoek blijkt dat dit doel niet op niet-fiscale wijze kan worden bereikt, op basis van de evaluatie van de tanteagaathregeling uit 2005 te onderzoeken of er behoefte is aan een vervolg op deze regeling, en hoe deze vorm zou kunnen krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Amhaouch, Bruins, Aartsen en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 407 (32637).

Ik kijk naar de staatssecretaris, die een schorsing wil van twee minuutjes.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Er zijn een viertal moties ingediend. In de eerste motie, op stuk nr. 404, vraagt de heer Aartsen om de BMKB-regeling aan te passen. De BMKB-regeling geeft een garantie voor door de bank verstrekte kredieten. Het is een garantie vanuit de overheid. Nu al vallen niet alleen banken daaronder maar ook niet-bancaire financiers, zoals Qredits. Omdat je als overheid garant staat, wil je wel heel precies weten waarvoor je dan garant staat. Nu al zeggen dat de BMKB moet worden aangepast, gaat wat mij betreft dan ook te ver. Op zichzelf ben ik wel bereid om eens te bezien of er mogelijkheden zijn om dat te doen, maar deze motie zegt eigenlijk: doe het gewoon. Dat gaat mij te ver, gezien de consequenties die daaraan verbonden zijn. Daarom ontraad ik die motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 404 wordt ontraden.

Staatssecretaris Keijzer:

De tweede motie van de heer Aartsen, op stuk nr. 405, vraagt om deelverpanding mogelijk te maken. Ik onderzoek de zekerhedenpraktijk, waar dit over gaat, mede naar aanleiding van de motie-Wörsdörfer/Sneller. Daarin kijk ik ook naar andere EU-lidstaten. De resultaten van dit onderzoek deel ik in het tweede kwartaal van 2020 met de Tweede Kamer. Met de resultaten van mijn onderzoek en de evaluatie die het ministerie van Financiën doet, kan ik dan bepalen of aanvullende acties op het gebied van de zekerhedenpraktijk wel of niet nodig zijn. Daarom zou ik aan de heer Aartsen willen vragen om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

Meneer Aartsen, wilt u daar nu al op reageren?

De heer Aartsen (VVD):

Voorlopig nog even niet. Ik snap dat er weer onderzoek wordt gedaan, maar dit is al een heel langlopend punt. Wij zouden graag een keer van onderzoek naar actie willen. Dus voorlopig houd ik de motie nog even niet aan, en dan kijken we komende week verder.

Staatssecretaris Keijzer:

Het is goed om hieraan toe te voegen dat aan deelverpanding op dit moment juridisch gesproken niets in de weg staat, anders dan een beperkte onderhandelingspositie van de kredietvragende mkb'er.

De voorzitter:

Maar ik vraag even aan de staatssecretaris wat haar oordeel is, want de heer Aartsen geeft aan dat hij de motie niet wil aanhouden.

Staatssecretaris Keijzer:

Dan moet ik haar ontraden, voorzitter. Want hij loopt vooruit op eerdere verzoeken van deze Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 405 wordt ontraden.

Staatssecretaris Keijzer:

In de derde motie van de heer Aartsen, op stuk nr. 406, wordt gevraagd om de Wet rond het zekerhedenregister uit 1970 aan te passen. Ik geef deze motie oordeel Kamer. Dit wordt mogelijk bezien in de evaluatie van de Wet elektronische registratie notariële akten door het ministerie van Financiën in samenwerking met mijn ministerie. Hierin is de registratie van akten, ook onderhandse akten, begrepen. Digitalisering van de registratie is onderdeel van de evaluatie. Het onderzoek en de kabinetsreactie hierop worden in het tweede kwartaal 2020 met de Kamer gedeeld.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 406 krijgt oordeel Kamer.

De heer Aartsen (VVD):

Nog even een vraag over de eerste motie, op stuk nr. 404. Gisteren kwam naar buiten dat crowdfunding nog nooit zo populair was, specifiek voor kleine ondernemers die minder dan 1 miljoen euro willen vragen, omdat die simpelweg bijna niet meer bij een bank terecht kunnen komen. Als VVD'er vind ik dan ook dat wij ook onze regelgeving, onze regelingen, moeten aanpassen aan die nieuwe ontwikkelingen. We hebben daar uitgebreid over gesproken. Ik heb een brief van het kabinet ontvangen waarin staat: wij hebben nou eenmaal criteria en daardoor kan het niet. Maar die criteria zijn geen natuurverschijnselen. Die bedenken wij zelf met elkaar. Iets meer creativiteit in hoe we dat toch mogelijk kunnen maken voor die crowdfundingplatforms zou ik wel fijn vinden. Dat staat natuurlijk los van het punt dat de staatssecretaris net maakte, namelijk dat de overheid daarmee niet zeker weet aan wie het wordt verstrekt. Want dat is net als bij een bank exact hetzelfde.

De voorzitter:

Een vraag over de eerste motie.

Staatssecretaris Keijzer:

Het is waar wat de heer Aartsen zegt: regels zijn geen natuurverschijnsel of komen niet op klei met Mozes van een berg af. Dus in die zin maken we ze zelf en kunnen we ze aanpassen. Maar er zit wel een reden achter die regels, namelijk dat de overheid uiteindelijk voor een deel van de verstrekte kredieten garant staat. Er wordt gewoon goed gekeken welke organisatie zelf aansprakelijk is voor het krediet dat wordt afgegeven. Crowdfunders zijn een intermediair. Daarachter zitten geldschieters die op zichzelf dus niets voelen van het afgeven van een krediet, namelijk als het mis gaat dat ze het ook kwijt zijn. Dat is waarom ik hier terughoudend ben. Maar wat ik met de heer Aartsen deel, zijn zorgen over het vinden van financiering door midden- en kleinbedrijf. Dus als hij bereid is om deze motie zo aan te passen dat hij zegt "kijk eens naar de mogelijkheden om of in de BMKB-regeling of in andere regelingen te bezien hoe je crowdfunding daarin een plek kan geven", dan ben ik zijn vrouw. Doet hij dat niet, dan moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

De heer Aartsen, heel kort.

De heer Aartsen (VVD):

Het staat de staatssecretaris uiteraard vrij om die mogelijkheden te zoeken. Maar mijn punt is vooral dat mij een beetje het gevoel bekruipt dat, omdat we met elkaar de regels verzonnen heb, het niet blijkt te passen. In de brief staat heel duidelijk deskundigheid als een van de vier criteria. Op een platform van crowdfunders kun je prima toetsen in hoeverre sprake is van een deskundige partij. Ook betrouwbaarheid kun je prima toetsen; anders waren ze allang failliet geweest. Ik vraag iets meer flexibiliteit van de staatssecretaris om te kijken of we dit punt alsnog mogelijk kunnen maken voor al die ondernemers in Nederland.

Staatssecretaris Keijzer:

Die flexibiliteit heb ik nu net getoond door aan te geven dat ik het doel wat de heer Aartsen nastreeft deel en ook wil bekijken of je daarin iets met elkaar kunt bedenken om de financieringsmarkt aantrekkelijker te maken voor midden- en kleinbedrijf. Maar nu een blanco cheque afgeven lijkt mij in niemands belang. Vandaar mijn oordeel.

Tot slot de vierde motie, van meneer Amhaouch. Hij overweegt dat er nu een onderzoek loopt, waar gekeken wordt naar hoe het doel van de tanteagaathregeling op niet-fiscale wijze kan worden bereikt en verzoekt de regering om, indien uit dit onderzoek blijkt dat dit doel niet op niet-fiscale wijze bereikt kan worden, toch nog eens naar de tanteagaathregeling uit 2005 te kijken. Dit is een correcte volgtijdelijkheid in wat er op dit moment gaande is. Daarom laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De voorzitter:

De vierde motie krijgt oordeel Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zal volgende week dinsdag wordt gestemd.

Naar boven